Nota gezondheidsbeleid Gemeente Oostzaan 2014-2016



Vergelijkbare documenten
OVER-gemeenten Afdeling Beleid en regie M. Boutsma- Binnekade Januari Nota gezondheidsbeleid Gemeente Oostzaan

Regionaal gezondheidsbeleid ( )

Regionaal gezondheidsbeleid ( )

Voorbeeldadvies Cijfers

PROGRAMMABEGROTING

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Gezondheidsbevordering Gemeente Purmerend

Raadsvergadering, 29 januari Voorstel aan de Raad

Onderwerp: Verlengen nota Lokaal gezondheidsbeleid Wijk bij Duurstede

Gezondheidsbevordering Purmerend 2013

tot 24 jaar Monitor jongeren 12

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheidsbeleid Waterland gezond

Inhoud. Alcoholpreventie Jeugd Gemeente Dalfsen

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren

Bijlage 3 Jaarprogramma gemeente Meerssen 2008 (inclusief Jeugdgezondheidszorg)

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Nota gezondheidsbeleid Eemnes Aandachtpunten en/of mogelijkheden bij uitvoering van prioriteiten

Strategische Agenda Een gezond en veilig bestaan voor onze inwoners in Zaanstreek-Waterland

Lokale paragraaf gezondheidsnota

Gezondheidsmonitoren jongeren en ouderen. Meta Moerman Cie Welzijn gemeente Neerijnen 19 juni 2012

PROGRAMMABEGROTING

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks

Bouwstenen nota volksgezondheid Renate Martens en Ivanka van der Veeken. Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant:

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer : Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Commissienotitie Reg. nr : Comm. : MZ Datum :

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Nota Gezondheidsbeleid

Gemeente Zaanstad en Molenwerf

Bestuursopdracht Raad

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Dit voorstel geeft invulling aan de wettelijke verplichting genoemd onder punt 2.

Genotmiddelen. Genotmiddelen. Bron: 1

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Preventie- en handhavingplan alcohol

Raadsvoorstel (gewijzigd)

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Edam-Volendam. Er is apart gekeken naar de woonkernen Edam en Volendam.

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor % ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt.

Gemeente Hillegom. Preventie- en Handhavingsplan Alcohol Hillegom

Kernboodschappen Gezondheid Losser

MEMO. Aan : Gemeenteraad Afdeling : Van : Het college van B&W Afdeling :

Lokaal gezondheidsbeleid Workshop 18 februari 2016

Preventie- en handhavingsplan alcohol

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

NOTA LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID DEURNE

Gezondheidsbeleid Onderzoek onder gemeentepanel Venlo

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Preventie- en handhavingsplan

Alcohol en jongeren in de gemeente Noordoostpolder Wat is er al en waar liggen kansen?

Gezond meedoen in Stein. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gemeente Zaanstad. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Uitvoeringsprogramma Regionaal gezondheidsbeleid Land van Cuijk

Beantwoording rondvragen 18R.00833

Rook-, Alcohol- en Drugsbeleid het Bouwens

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Regionale nota gezondheidsbeleid Kennemerland

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID BERGEIJK 2017/2020

NOTA GEZONDHEIDSBELEID Waterland Gezond. Evaluatie (tussentijds) Gemeente Waterland

COLLEGEVOORSTEL. ONDERWERP: Projectplan Jeugd en Alcohol Zeeuws-Vlaanderen

Gezond meedoen in Gulpen-Wittem. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Activiteiten gericht op het behalen van de doelstellingen van de Regionale Nota Gezondheidsbeleid

Bestuurssamenvatting strategie Verzuip jij je Toekomst?!

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal

Inhoudsopgave Inleiding 1. Vertrekpunt 2. Achtergrond 3. Hoe gezond is de gemeente Edam-Volendam 4. Genotmiddelen 5.

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Purmerend.

E-MOVO Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen?

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Gezond meedoen in Kerkrade. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Alcohol FACT. Twee op de drie jongeren heeft weleens gedronken. Helft 4 e -klassers heeft recent gedronken SHEET. Gelderland-Zuid E-MOVO

Integrale aanpak kinderen met overgewicht in Enschede en Almelo

Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017

Nota Gezondheidsbeleid

Gemeente Purmerend. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Kinderen in West gezond en wel?

Gemeente Landsmeer. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Resultaten Jongerenonderzoek

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Gemeente Oostzaan. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Actieplan Naar een nuchter Bergen Gemeente Bergen

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand

34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016

Kernboodschappen Gezondheid Borne

Schriftelijke vragen aan het college van B&W ex artikel 48 RvO

Raadsinformatiebrief

11 Gezondheid en leefstijl van jongeren in de regio Gelre-IJssel. Resultaten van E-MOVO 2007

Gezond meedoen in Nuth. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Actieplan verslavingspreventiebeleid. Gemeente Valkenswaard

Gezond meedoen in Sittard-Geleen. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Themarapport. Gezonde Leefstijl. Voortgezet onderwijs. april Inleiding. Roken

Menukaart Gezonde School voortgezet onderwijs: Voeding

Gemeente Zeevang. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Transcriptie:

OVER- gemeenten Afdeling Beleid en regie Nota gezondheidsbeleid Gemeente Oostzaan 2014-2016

M. Boutsma- Binnekade Januari 2014 14010.doc 2

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding... 5 2.1 Bevolkingssamenstelling... 7 2.2 Gezondheidssituatie... 7 Ervaren gezondheid... 7 Overgewicht... 8 Beweging en Voeding... 9 Alcoholgebruik... 9 Drugsgebruik... 10 Hoofdstuk 4. Aanpak van overgewicht (regionaal vastgesteld)... 13 Voorlichting en educatie... 14 Hoofdstuk 5. Aanpak Schadelijk alcoholgebruik (regionaal vastgesteld)...18 Doelstellingen voor de korte(re) termijn:... 21 Hoofdstuk 6. Aanpak drugsgebruik (lokaal vastgesteld)... 24 Inrichting van de omgeving... 24 Regelgeving en handhaving... 25 Voorlichting & educatie... 25 Signalering & advies... 25 Ondersteuning... 25 Locale doelstellingen voor de lange termijn:... 26 Locale doelstellingen voor de korte termijn:... 26 Hoofdstuk 7. Uitvoering... 28 Hoofdstuk 8. Evaluatie van de uitvoering... 34 Bijlages... 35 Bijlage 1 Gemeentelijke taken vanuit de Wet publieke gezondheid (Wpg)... 35 Bijlage 2 Regionale aanpak m.b.t. campagne alcohol (en tabak) naar 18 jaar en de lokale toepassingsmogelijkheden.... 35 Bijlage 3 Jaarlijkse preventieronde wijkagent en medewerker Brijder.... 37 14010.doc 3

Aanleiding Het ministerie van VWS verplicht gemeenten om elke vier jaar een nota gezondheidsbeleid op te stellen, waarin wordt aangegeven hoe binnen een gemeente vorm wordt gegeven aan de publieke gezondheidszorg. Deze bepaling is opgenomen in de Wet publieke gezondheid 1 (Wpg). De vorige nota gezondheidsbeleid van de gemeente Oostzaan liep van 2008 tot en met 2011, deze nota is verlengd tot het moment van vaststellen van deze nieuwe nota. De landelijke nota Gezondheid dichtbij 2, met daarin uitgangspunten die gemeenten in hun gemeentelijke nota s dienen te volgen, werd in mei 2011 gepubliceerd. Daaropvolgend zijn de gemeenten van Zaanstreek- Waterland eind 2011 gestart met een werkgroep, waarin samen met de GGD ZW werd geschreven aan nieuw regionaal beleid. Het regionaal gezondheidsbeleid (2013-2016) voor de regio Zaanstreek- Waterland is eind 2012 door het algemeen bestuur (AB) van de GGD ZW vastgesteld. Het vertrekpunt voor het nieuwe gezondheidsbeleid wordt genomen vanuit de landelijke Op 5 juli 2012 vond in het FC Volendam stadion de regionale veldbijeenkomst over het gezondheidsbeleid 2013-2016 plaats. De bijeenkomst werd georganiseerd door de negen gemeenten in de regio Zaanstreek- Waterland, in samenwerking met het RI VM en de GGD Zaanstreek- Waterland (GGD ZW). De bijeenkomst was bedoeld voor samenwerkingspartners in de breedste zin van het woord, waaronder de politie, de regionale ziekenhuizen en welzijnsorganisaties. Het doel was (informatie)uitwisseling tussen de deelnemers, draagvlak creëren voor het nieuwe gezondheidsbeleid en een intentie tot meer samenwerking. Er werd veel kennis uitgewisseld. Uit de workshops bleek dat er een groot aanbod voorhanden is om aan de slag te gaan met de aanpak van overgewicht en alcoholmatiging. Nieuwe interventies ontwikkelen lijkt niet nodig te zijn. Er liggen mogelijkheden in meer samenwerking (betrekken van partners) en het verbinden van bestaande interventies om zo tot een sluitend gezondheidsnota, de regionale gezondheidsnota en de evaluatie van de vorige gezondheidsnota. 1 Zie Bijlage 1 voor de Gemeentelijke taken vanuit de Wet publieke gezondheid (WPG) 2 Gezondheid dichtbij, VWS, mei 2011 14010.doc 4

Hoofdstuk 1. Inleiding Een goede gezondheid is een randvoorwaarde om goed te kunnen participeren in de maatschappij. En hierdoor blijf je weer gezonder. Zo levert gezondheid een bijdrage aan: Betere kwaliteit van leven en hogere levensverwachting; Hogere arbeidsproductiviteit en langere arbeidsduur door minder ziekte(verzuim); Betere zorg voor jezelf en de omgeving, zoals inzet als vrijwilliger of mantelzorger; Minder beroep op de zorg door bijvoorbeeld lager gebruik van hulpmiddelen en andere voorzieningen vanuit de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) Betere leerprestatie door kinderen op school; Voorkómen van vroegtijdig schoolverlaten. Ter voorbereiding op het gezondheidsbeleid 2013-2016 hebben de gemeenten in de regio Zaanstreek- Waterland gezamenlijk een prioritering gemaakt op basis van de landelijke speerpunten en op basis van de evaluaties bij de vorige gezondheidsnota s 3. Het Rijk heeft als speerpunten: roken, overgewicht, diabetes, depressie en schadelijk alcoholgebruik. Bij de regionale prioritering zijn regionale en lokale gezondheidscijfers gebruikt. Bovendien is het huidige beleid (waaronder Wmo, jeugdbeleid etc.) en het politieke klimaat een uitgangspunt geweest. De gemeente Oostzaan deelt de regionale prioritering en voegt een eigen speerpunt toe. De gekozen speerpunten leggen de basis van waaruit zoveel mogelijk regionaal opgetrokken zal worden. Dit geldt voornamelijk voor de twee speerpunten: Aanpak van overgewicht Aanpak schadelijk alcoholgebruik Daarnaast kiest de gemeente Oostzaan ervoor om ook een extra lokaal speerpunt te benoemen: Aanpak drugsgebruik Dit laatste omdat uit GGD- cijfers blijkt dat de jeugd naast alcohol ook aanzienlijk drugs gebruikt (NB. Voor de cijfers zie Hoofdstuk 2). Voornaamste doelgroep, waarop het regionale gezondheidsbeleid zich richt, is de jeugd (en hun ouders/opvoeders). Door preventie in te zetten op kinderen en jongeren worden gezondheidsproblemen in de toekomst, op volwassen leeftijd, voorkomen. Dit geldt voor zowel het speerpunt overgewicht, schadelijk alcoholgebruik en drugsgebruik. De speerpunten rondom ouderengezondheidszorg zullen worden meegenomen in het Wmo-beleid. In de volgende hoofdstukken zullen achtereenvolgend worden weergegeven: De opvallende ontwikkelingen in bevolkingssamenstelling en gezondheidssituatie voor Oostzaan (hoofdstuk 2) ; de gekozen aanpak van de gezondheidsproblemen per regionaal 3 Voor Oostzaan is in het kader van het verlengen van de vorige nota de Evaluatie nota volksgezondheid 2008-2011 en Evaluatie lokale acties Oostzaan geschreven en aan de raad gepresenteerd. 14010.doc 5

speerpunt (hoofdstuk 3 t/m 5) en van het locale speerpunt (hoofdstuk 6); de uitvoering van het gezondheidsbeleid (hoofdstuk 7); en informatie over evaluatie van de uitvoering. 14010.doc 6

Hoofdstuk 2. Demografie Oostzaan In dit hoofdstuk zijn de opvallende ontwikkelingen in de bevolkingssamenstelling en gezondheidssituatie weergegeven voor Oostzaan ten opzichte van de regio. Hiervoor zijn de gegevens van het CBS en de onderzoeksresultaten van de GGD ZW gebruikt. Deze gegevens komen uit de monitor kinderen van 0-11 jaar uit 2011 en de E-Movo 4 2010. Interpretatie van resultaten monitor bij middelbare scholieren De E-movo is afgenomen onder 160 scholieren van de 2 e klas en de 4 e klas van de middelbare scholen in de regio Zaanstreek Waterland. De middelbare scholieren uit Oostzaan die buiten de regio op school zitten zijn dus niet ondervraagd. Waar verder rekening mee gehouden moet worden is de mate van eerlijke beantwoording door leerlingen bij een vragenlijst over onder andere alcohol en drugs. Er is een kans dat leerlingen elkaar beïnvloeden bij het invullen van vragen, ondanks de duidelijke instructies bij afname. 2.1 Bevolkingssamenstelling Het aantal inwoners van Oostzaan is de afgelopen 10 jaar redelijk constant gebleven (in 2003: 9118 inwoners en in 2013: 9141 inwoners). Wel is er een daling te zien in het aantal inwoners jonger dan 65 jaar met daar tegenover een stijging van de leeftijdsgroep 65 jaar en ouder (1277 inwoners ouder dan 65 in 2003 tegenover 1678 op 1 januari 2013). 10000 9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal leeftijden Jonger dan 20 jaar 20 tot 65 jaar 65 jaar of ouder Figuur 1. Aantal inwoners van Oostzaan gedurende de afgelopen 10 jaar; onderverdeeld in 3 leeftijdsgroepen en het totaal van deze groepen (www.cbs.nl). 2.2 Gezondheidssituatie In deze paragraaf zal een beeld gegeven worden van de gezondheidssituatie in Oostzaan. Ervaren gezondheid 79% van de scholieren in Oostzaan ervaart de eigen gezondheid als goed of heel goed, 19% zegt gaat wel en 1% antwoordt niet zo best of slecht (dit is gelijk aan de regio). 4 E-MOVO is de elektronische monitor voortgezet onderwijs. Mogelijk vindt in 2015 een landelijke uitrol plaats van het E-MOVO onderzoek. 14010.doc 7

Het oordeel over de eigen gezondheid is minder gunstig voor vmbo leerlingen dan leerlingen van het havo/vwo. De kwaliteit van de eigen gezondheid zowel lichamelijk als psychisch en psychosociaal wordt door jongeren in Oostzaan dus ongeveer hetzelfde ervaren als door andere jongeren in de regio. Overgewicht In de afgelopen dertig jaar is het aantal mensen met overgewicht in Nederland toegenomen, zowel bij volwassenen als bij 4- tot 20 jarigen. In 2009/2011 hebben zo n 6,5 miljoen mensen in ons land matig of ernstig overgewicht. Dat komt neer op vier op de tien personen (41 %). Dat is veel meer dan begin jaren tachtig, toen nog 27 procent te zwaar was. Het percentage inwoners in Oostzaan met overgewicht neemt toe met de leeftijd, van 6% onder 2-jarigen tot 65% onder 65-plussers. Dit komt overeen met het regionale beeld. Ook zijn er binnen de leeftijdsgroepen geen significantie verschillen tussen de regio en Oostzaan. 70 60 50 % 40 30 Regio ZW Gemeente Oostzaan 20 10 0 2 jaar 4 jaar 11 jaar 14 jaar volwassenen senioren leeftijdsgroep Figuur 2 Percentages (ernstig) overgewicht voor de Regio en Oostzaan per leeftijdsgroep. In figuur 3 is te zien dat vooral het overgewicht van 11-jarige kinderen gestegen is, van 11% in 2005 naar 20% in 2011. Het percentage overgewicht van kinderen van 5 jaar stijgt van 2005 tot 2007 maar lijkt in de laatste jaren redelijk stabiel te blijven. 14010.doc 8

5 jaar 11 jaar 14 jaar 25 20 15 % 10 5 0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Figuur 3: Overgewicht per leeftijdsgroep naar jaar in Zaanstreek- Waterland (%) Concluderend: Het blijkt dat overgewicht al op jonge leeftijd (van 2 jaar) voorkomt en dat overgewicht onder de 11 jarigen de laatste jaren toeneemt. Beweging en Voeding Mensen zijn de afgelopen jaren steeds minder gaan bewegen. Er is een directe relatie tussen overgewicht en beweging. Jongeren worden vaker met de auto gehaald en gebracht waardoor ze onvoldoende lichaamsbeweging krijgen. In Oostzaan voldoet 80 procent van de vo- scholieren aan de beweegnorm (meer dan 7 uur per week bewegen) en gaat 79 procent met de fiets of lopend naar school. Oostzaanse scholieren zijn meer lichamelijk actief dan andere scholieren in de regio. Opvallend is dat in Oostzaan vmbo-leerlingen minder actief zijn dan havo/vwo- leerlingen. Verder is 85 procent van de kinderen in de leeftijd 8-12 jaar lid van een sportvereniging (74 % van de vo- scholieren). Qua groente- en fruit consumptie eten 46% van de kinderen van 0 tot 12 jaar elke dag groente, 63% eet elke dag fruit. Van leerlingen van het voortgezet onderwijs ontbijt 16 % minder dan 5 dagen per week (ontbijtnorm). 68% eet niet dagelijks groente (regio 70%) en 63% eet niet elke dag fruit, wat ongeveer gelijk is aan de regio (67%). Alcoholgebruik Op grond van de E-movo heeft bijna 47 procent van de Oostzaanse scholieren de afgelopen maand regelmatig alcohol gedronken. Waarbij een derde van de scholieren aangeeft aan comazuipen 5 te doen. Ook ten aanzien van alcohol gebruik scoort de groep vmbo- leerlingen en vierdeklassers hoger dan de tweedeklassers. Jongeren uit Oostzaan (ook die onder de 16) drinken vooral bij anderen thuis, in de discotheek en thuis met anderen. Alcoholgebruik is in Oostzaan niet anders dan in de rest van de regio. Het percentage vierdeklassers dat jonger is dan 16 jaar en (veel) drinkt is hoog (zie figuur 4). 5 Comazuipen: overmatig drinken door jongeren. Comazuipen leidt frequent tot bewusteloosheid en ziekenhuisopnames en wordt gezien als een vorm van alcoholmisbruik. 14010.doc 9

De waarnemingen van de straathoekwerker komen overeen met het aantal alcoholgebruikers volgens de GGD cijfers. Echter vermoedt hij grootspraak van de jongeren op het gebied van comazuipen. Hij verwacht dat dat aantal in realiteit een stuk lager ligt. 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Alcohol afgelopen maand Dronken afgelopen maand Binge drinken afgelopen maand Alcohol wordt gedoogd door ouders Oostzaan Regio ZW Figuur 4: Alcohol gebruik onder jongeren onder de 16 jaar voor Oostzaan t.o.v. de regio (%) Ruim een derde van de ouders (37%) van de 10- tot 12-jarige kinderen in de Oostzaan heeft met het kind een afspraak gemaakt over alcoholgebruik. Van de 10- tot 12-jarigen mag 40% niet drinken vóór het 18e jaar en 44% niet vóór het 16e jaar. Drinken tijdens de zwangerschap neemt af sinds 2007. In 2011 geeft 6% van de moeders van jonge kinderen in de regio aan tijdens de zwangerschap alcohol te hebben gedronken. Dit was 9% in 2007. Het aantal alcoholvergiftigingen onder jongeren lijkt de laatste jaren stabiel. In totaal zijn er in de ziekenhuizen van Zaanstreek- Waterland (Zaans Medisch Centrum en het Waterland ziekenhuis) in de periode van 2007-2010 81 jongeren uit de regio opgenomen met een alcoholvergiftiging. Deze cijfers zijn waarschijnlijk een onderschatting. Jongeren die buiten het ziekenhuis door een huisarts worden behandeld, of door een andere arts dan een kinderarts worden niet meegeteld Tabel 1: Aantal alcoholintoxicaties in ziekenhuizen Zaanstreek- Waterland (2007-2010), jongeren (Bron: onderzoek door STAP) 2007 2008 2009 2010 Nederland 297 337 500 684 Twee ziekenhuizen in Zaanstreek- Waterland 24 23 16 18 Drugsgebruik 1 op de 5 van de Oostzaanse scholieren heeft ooit wel eens softdrugs, hasj of wiet gebruikt, dat komt overeen met de gebruikscijfers binnen de regio (18%). Het gebruik 14010.doc 10

van softdrugs in de afgelopen maand voorafgaande aan het onderzoek (10%) is niet anders dan dat in de regio (8%). Onrustwekkend is dat 5% van de scholieren uit Oostzaan aangeeft ooit harddrugs (XTC, amfetamine, cocaïne) te hebben gebruikt (regio 4%) en dat 5% van de scholieren op het moment van testen aangaf de afgelopen maand harddrugs te hebben gebruikt (regio: 2%). Tabel 2: Drugsgebruik door Oostzaanse jeugd t.o.v. de regio ZW (significant verschil is dikgedrukt) 6 Oostzaan Regio Ooit softdrugs gebruikt 20% 18% Afgelopen maand softdrugs gebruikt 10% 8% Ooit harddrugs gebruikt 5% 4% Afgelopen maand harddrugs gebruikt 5% 2% De straathoekwerker geeft aan dat de cijfers voor wat betreft drugsgebruik zijn bevindingen helaas onderschrijven. Hij constateert al jaren een verhoogd harddrugsgebruik bij jongeren. Zijn schatting is dat ongeveer 40 á 50 jongeren in Oostzaan harddrugs gebruiken. Hiervan heeft hij er ongeveer 20 in het vizier. Zij zijn met de straathoekwerker in contact gekomen na incidenten en gebruiken drugs op feesten en thuis. 6 In tabel 2 staan cijfers uit het E-movo onderzoek 2010. Momenteel wordt de nieuwe E-movo uitgevoerd op de middelbare scholen. De verwachting is dat de nieuwe cijfers na dit schooljaar bekend zullen zijn (na de zomer 2014). 14010.doc 11

Hoofdstuk 3. Aanpak van gezondheidsproblemen Een globaal model voor integraal beleid is het model van Lalonde, zie figuur 1. Dit model maakt op een eenvoudige manier duidelijk dat voor het effectief beïnvloeden van gezondheidsproblemen beleid nodig is dat inspeelt op meerdere factoren. Dit beleid richt zich niet alleen op het individu, maar ook op zijn of haar omgeving. Figuur 5: Model van Lalonde (voorbeeld overgewicht) Gemeentelijk beleid heeft invloed op: o o o Leefstijl (bewegen of alcoholgebruik). Toegankelijkheid van (zorg)voorzieningen (m.n. verbinden van preventie en zorg). Fysieke (vb. woonomgeving) en sociale omgeving (vb. gezin, buurt- en leeftijdgenoten). Intersectorale samenwerking Veel van de factoren die van invloed zijn op gezondheid, zijn niet direct vanuit gezondheidsbeleid te beïnvloeden. Hiervoor zijn ook maatregelen nodig vanuit andere beleidsterreinen, zoals onderwijs, ruimtelijke ordening, sociale zaken of milieu. Andersom kan gezondheid een bijdrage leveren aan de doelstellingen van andere beleidssectoren: gezonde kinderen kunnen beter leren, gezonde burgers kunnen aan het werk of op andere fronten meedoen in de maatschappij, bijvoorbeeld als mantelzorger of vrijwilliger. Een voorwaarde voor integraal beleid is intersectorale samenwerking. In het vervolg van deze nota worden de regionale speerpunten Aanpak van overgewicht en Schadelijk alcoholgebruik beschreven en uitgewerkt aan de hand van het model van Lalonde. Met deze notitie streeft de gemeente Oostzaan deze regionale doelstellingen na. Hierbinnen maakt de gemeente eventueel haar eigen (aanvullende) keuzes en daarnaast zullen ook voor het lokale speerpunt de doelstellingen worden geformuleerd. 14010.doc 12

Hoofdstuk 4. Aanpak van overgewicht (regionaal vastgesteld) 4.1 Overgewicht als gezondheidsrisico Overgewicht en met name obesitas (ernstig overgewicht) vormen een risico voor de gezondheid. Samen met roken veroorzaakt (ernstig) overgewicht het grootste verlies aan levensjaren. Overgewicht is het resultaat van een verstoorde energiebalans. Beweging en voeding bepalen deze energiebalans. Anders dan bijvoorbeeld roken, dat per definitie slecht is voor de gezondheid, zijn beweging en voeding noodzakelijk om (gezond) te leven. Maar mensen eten niet alleen omdat het nodig is, maar ook (en vooral) omdat het lekker is. Niet alleen eten, maar ook bewegen bestaat uit uiteenlopende gedragingen, zoals met de fiets naar school gaan of sporten. Al deze gedragingen worden weer bepaald door andere factoren, zoals genetische aanleg, persoonlijkheidskenmerken en de sociale en fysieke omgeving. Dit maakt de aanpak van overgewicht tot een complex vraagstuk. Kinderen met (ernstig) overgewicht hebben zowel op jong als op latere leeftijd meer kans op gezondheidsproblemen. Dikke kinderen hebben ook te maken met stigmatisering. Hierdoor hebben zij meer kans op een laag zelfvertrouwen en daarmee samenhangende psychosociale problemen, zoals gepest worden, eenzaamheid en verdriet. Tieners met overgewicht zitten slechter in hun vel en hebben vaker suïcidegedachten. 4.2 Een integrale aanpak van overgewicht Zoals eerder genoemd vraagt effectieve preventie van overgewicht om een integrale aanpak (model van Lalonde). Om dit globale model concreet te maken zijn er vijf pijlers te benoemen. Deze vormen de basis voor de vertaalslag naar een mix van interventies voor de uitvoering van het beleid. 1. Inrichting van de omgeving 2. Regelgeving en handhaving 3. Voorlichting en educatie 4. Signalering en advies 5. Ondersteuning (Bron: Handreiking gezonde gemeente van het Centrum gezond leven/rivm). Inrichting van de omgeving: maak gezond gedrag makkelijk en aantrekkelijk De fysieke en sociale omgeving hebben veel invloed op het (onbewuste) keuzegedrag van mensen en dus op hun gezondheid. Overgewicht neemt toe in een omgeving die uitnodigt tot veel eten en weinig bewegen. Het streven is dan ook: een leefomgeving die uitnodigt tot gezond gedrag. 14010.doc 13

Het gaat hier met name om de inrichting van de fysieke omgeving. Dit is de openbare, tastbare omgeving. De sociale omgeving, waarin het gezin (ouders, broertjes en zusjes) een belangrijke plaats inneemt, zit verweven in de pijlers voorlichting en educatie en ondersteuning (verderop beschreven). Regelgeving en handhaving De pijler regelgeving en handhaving gaat over het uitvoeren van wettelijke taken. Voor overgewichtpreventie liggen de accenten in de andere vier pijlers. Er zijn voorzichtige ontwikkelingen om met regelgeving invloed uit te oefenen op bijvoorbeeld vestigingsbeleid van (mobiele) snackbars en fastfoodrestaurants. Voorlichting en educatie Voor gezond gedrag heeft de doelgroep (kinderen en hun ouders/opvoeders) de juiste kennis, houding en vaardigheden nodig. Met name ouders hebben veel invloed, maar zijn ook verantwoordelijk voor het (gezonde) gedrag van hun kind(eren). De beschikbaarheid van verschillende voorzieningen is hiervoor belangrijk, zoals een centrum jong/voor jeugd en gezin (CJ(G)) in de wijk, met een laagdrempelig aanbod van verschillende activiteiten, of eerstelijnszorg en thuiszorg 7. Het is niet alleen van belang dat deze voorzieningen aanwezig zijn, maar ook dat ze toegankelijk zijn. Wachtlijsten, afstanden en kosten spelen daarbij een rol. Ook het beschikbaar stellen van goede voorzieningen valt hieronder, zoals een bijdrage aan de sportcontributie voor mensen met de laagste inkomens. De verbinding tussen preventie en zorg verdient nog aparte aandacht. Op dit terrein zijn veel ontwikkelingen gaande. Een van de ontwikkelingen is de oprichting van netwerken waaraan professionals deelnemen uit de zorg, preventie en aanbodkant, zoals jeugdverpleegkundigen, diëtisten, fysiotherapeuten, pedagogen, sportaanbieders etc. Om zo gezamenlijk te voorkomen dat overgewicht of obesitas ontstaat. Voor de gemeenten is de Wmo een belangrijk instrument om zorg en preventie meer te verbinden. I nr ichting van de omgeving voor kinder en Om kinderen te stimuleren om buiten te spelen, te fietsen of te wandelen is een veilige, toegankelijke en groene omgeving van belang. Naast voldoende ruimte speelt ook de inrichting een rol: uitdagend, met een gevarieerd aanbod aan goed onderhouden buitenspeelmogelijkheden, bijvoorbeeld op de schoolpleinen. Een andere belangrijke omgeving voor kinderen is de dagopvang, de buitenschoolse opvang en de school. Een (school)omgeving met een helder voeding- en 7 Thuiszorg beweegbeleid in de vorm is een van goede huishoudelijke manier om zorg, overgewicht waarbij verzorging tegen te gaan. van (jonge) kinderen een onderdeel kan zijn. 14010.doc 14

Signalering en advies Bij signalering en advies staat de deskundigheid van intermediairs centraal. Zij spelen een belangrijke rol in het benaderen van mensen met risico s op overgewicht en de toeleiding naar preventie en zorg. Het is in het belang van de klant dat zij dezelfde boodschap horen van de verschillende professionals die zij tegenkomen. Ondersteuning Na signalering (van overgewicht) wordt ondersteuning aangeboden. Deze ondersteuning kan individueel zijn. Een voorbeeld hiervan is de begeleiding door de JGZ. De ondersteuning kan ook collectief zijn, bijvoorbeeld door middel van projecten als ik lekker fit!? op het basisonderwijs of De Gezonde Schoolkantine op het voortgezet onderwijs. Ouders hebben een grote invloed op het gezonde gedrag van hun kind. Door zelf gezond te eten en te bewegen geven zij het goede voorbeeld aan hun kind(eren). Maar ook door het stellen van grenzen, het nee zeggen tegen eten. Opvoedingsondersteuning kan hierin een rol spelen. De ondersteuning voor kinderen die ouder zijn, raakt een bredere fysieke en sociale omgeving. Het is van belang dat oudere kinderen een veilige (school)omgeving hebben, waar ze ook terecht kunnen voor ondersteuning. 4.3 Doelstellingen Doelstellingen voor de lange(re) termijn: Op regionaal niveau is besloten dat deze doelstellingen niet specifiek (SMART) worden geformuleerd, maar trendmatig, aangezien meerdere factoren een rol spelen bij de aanpak van overgewicht. De interventies die worden ingezet om de doelstellingen te behalen staan vermeld in hoofdstuk 7: Uitvoering. Signaler ing en advies door de jeugdgezondheidszor g (JGZ) Vroegtijdige signalering en advies zijn erop gericht om het overgewicht van kinderen terug te dringen, door aandacht te besteden aan bijvoorbeeld frisdrankgebruik, ontbijtgedrag of buiten spelen. Dit zijn de veelbelovende elementen in de aanpak van overgewicht, de zgn. BOFT gedragingen (Borstvoeding, Bewegen, Ontbijten, Frisdrankgebruik, Televisie/computer). Daarnaast kan aandacht besteed worden aan weerbaarheid en zelfvertrouwen. De JGZ ziet alle kinderen op de basisschool, samen met hun ouders, twee keer. De JGZ werkt met de Richtlijn Overgewicht om kinderen met overgewicht of de neiging tot het ontwikkelen van overgewicht te signaleren en goed te kunnen begeleiden. Naast de JGZ zijn er ook andere lokale professionals (vb. fysiotherapeut, diëtist of weerbaarheidtraining) waar kinderen naar toe gaan. Er wordt gewerkt aan een zgn. sluitende keten tussen professionals, waarin ieders aanbod afgestemd wordt en het Tabel 3: Lange termijn doelstellingen voor overgewicht bij de jeugd Doelstellingen lange termijn 14010.doc 15

In 2016 is het percentage 5-jarigen met overgewicht in de regio ZW niet hoger dan in 2011. In 2016 is het percentage 11- en 14-jarigen met overgewicht in de regio ZW lager dan 2011. Doelstellingen voor de korte(re) termijn: Tabel 4: Korte termijn doelstellingen voor overgewicht bij de jeugd Doelstellingen korte termijn Inrichting van de omgeving Er wordt een regionale werkgroep opgezet met het doel overgewicht gezamenlijk aan te pakken. Waarbij het aanbod van alle beschikbare interventies beter op elkaar afgestemd wordt. Alle gemeenten in ZW doen mee aan de jaarlijkse landelijke buitenspeeldag. Voorlichting en educatie In 2016 doen alle basisscholen in ZW mee aan een activiteit gericht op gezond gewicht voor kinderen in de leeftijd 4-12 jaar en hun ouders; (zoals Lekker Fit, traktatiebeleid, fruitbeleid, gebruik leskisten voeding en bewegen etc.); In 2016 doen 20 kinderdagverblijven en/of peuterspeelzalen in ZW mee aan een activiteit gericht op gezond gewicht voor kinderen van 0-4 jaar en hun ouders/opvoeders; In 2016 is de Gezonde School Kantine ingevoerd op alle 26 VO scholen in de regio ZW en heeft het voortgezet onderwijs gezonde voedingsproducten in iedere kantine. In 2014 wordt een regionale werkgroep opgezet met het doel overgewicht gezamenlijk aan te pakken. Signalering, advies en ondersteuning De JGZ van de GGD werkt tijdens de contactmomenten met alle kinderen van 0 tot 19 jaar volgens de Richtlijn overgewicht 8 (Jaarcijfers GGD) In het kader van deze werkwijze worden, als ouders/verzorgers dit kenbaar maken of als de JGZ- medewerker dit nodig vindt, ouders gestimuleerd en toegeleid naar concrete opvoedingsondersteuning voor dit onderwerp. De korte termijn doelstellingen zijn meer ondersteunende doelstellingen, die na kortere tijd al zichtbaar kunnen zijn. Overgewicht ontstaat over een langere periode. Ook de aanpak ervan vergt een langere tijd, voordat succes te meten is. Dat is de reden om te kiezen voor het aantoonbaar uitvoeren van activiteiten en het bereiken van de jeugd. 4.4 De locale invulling De in de vorige paragraaf genoemde regionale doelstellingen zullen (voor zover mogelijk) locaal worden uitgevoerd. Het streven is om de regionale doelstellingen een zoveel mogelijk locale invulling te geven, passend bij de Oostzaanse behoeftes en met behulp van Oostzaanse faciliteiten. Zo kan bijvoorbeeld bij de landelijke buitenspeeldag gebruik gemaakt worden van de faciliteiten in het Twiske en samengewerkt worden met de sportverenigingen uit Oostzaan. 8 De producten van de Richtlijnen overgewicht voor de medewerkers in de jeugdgezondheidszorg zijn: Gebruik maken van een stroomdiagram en anamnese lijst; Adviezen naar leeftijd bij overgewicht; Gebruik maken van motiverende gespreksvoering & Beschikken over verwijzingsadressen en relevante websites. 14010.doc 16

Bijdrage sportcontributie (bestaand beleid, vanuit bestaand budget armoedebeleid) Kinderen uit gezinnen die financieel niet de mogelijkheid hebben om aan sport te doen krijgen op deze manier de mogelijkheid om toch deel te nemen aan sportieve activiteiten. Laag opgeleide arme gezinnen, zijn een belangrijke doelgroep in de aanpak van overgewicht. Overzicht bij overgewicht (nieuw beleid, geen extra budget nodig) Het gaat hier om het organiseren van een themadag of -middag waarin overgewicht centraal staat. De intentie is om verschillende disciplines die invloed hebben op beweging en voeding met elkaar in contact te brengen. Er bestaat in Oostzaan al een multidisciplinair overleg in de Kolk waarin huisartsen, fysiotherapeuten en pedagogen elkaar ontmoeten en hun interventies op elkaar af stemmen. Het verschil met dit overleg is dat op deze themadag alleen overgewicht centraal staat, waarbij ook niet-zorg disciplines worden uitgenodigd. Zo kan een platform worden gecreëerd met andere organisaties, bedrijven of instellingen zoals scholen, sportverenigingen en bijvoorbeeld supermarkten. Op deze manier stimuleer je samenwerking en versterking van bestaande interventies. 14010.doc 17

Hoofdstuk 5. Aanpak Schadelijk alcoholgebruik (regionaal vastgesteld) 5.1 Risico s van alcohol voor de gezondheid van jongeren Het gebruik van alcohol is diepgeworteld in onze samenleving. Alcohol drinken door volwassenen, maar ook door jongeren, wordt algemeen geaccepteerd. Onmiskenbaar zijn aan alcoholgebruik positieve aspecten verbonden. Velen vinden het lekker en gezellig om te drinken. Bovendien versoepelt het gezamenlijk gebruik van alcohol het leggen van sociale contacten. Dat neemt niet weg dat overmatig gebruik riskant is en in de praktijk kan leiden tot grote gezondheidsproblemen. Alcohol is schadelijk voor de gezondheid, vooral bij jongeren: Alcohol drinken is schadelijk voor de ontwikkeling van de hersenen en andere organen die in de groei zijn. Er is een duidelijk verband tussen schoolverzuim en veel alcoholgebruik. Alcohol drinken op jonge leeftijd kan leiden tot problemen met alcoholgebruik op latere leeftijd (verslaving). Jongeren lopen sneller het risico alcoholvergiftiging te krijgen. Daarom is het voor jongeren onder de 16 jaar beter om helemaal geen alcohol te drinken. Daarnaast speelt alcohol een grote rol bij agressie en geweld en ongelukken in het verkeer (verstoring van de openbare orde). Bovendien is er een duidelijk verband tussen overmatig alcoholgebruik en risicovol seksueel gedrag en het oplopen van seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA s). Onderzoek toont aan dat restrictieve regels van ouders veel invloed hebben. Jongeren die thuis van hun ouders geen alcohol krijgen en ook geen alcohol mogen drinken, rapporteren veel minder alcoholgebruik dan jongeren wier ouders in dit opzicht veel toleranter zijn. Ander onderzoek wijst uit dat regels van ouders vooral een preventief effect hebben als leerlingen ook op school les krijgen in alcoholpreventie. 5.2 Een integrale aanpak van schadelijk alcoholgebruik Een integrale aanpak speelt in op de verschillende factoren die schadelijk alcoholgebruik beïnvloeden: maatschappelijke norm, persoonlijke motivatie, beschikbaarheid van alcohol en toezicht. Om de aanpak te concretiseren worden dezelfde vijf pijlers benoemd als eerder gebruikt bij de aanpak van overgewicht. Praktijkervaringen en wetenschappelijke inzichten leren dat het meeste effect valt te verwachten van een basispakket dat bestaat uit interventies en maatregelen op het gebied van: o o o De beschikbaarheid van alcohol verlagen, bijvoorbeeld door alcoholvrije schoolfeesten te organiseren. En het aantal verkooppunten en hun openingstijden beperken, voorbeelden hierbij zijn sportkantines of buurthuizen (zie pijler 1). Het uitoefenen van controle door leeftijdsgrenzen voor alcoholverkoop na te leven en de regels voor doorschenken en het in bezit hebben van alcohol op straat te handhaven (zie pijler 2). Maatschappelijke normen beïnvloeden door risico s van alcoholgebruik continu in alle relevante gemeentelijke sectoren, organisaties en media onder de aandacht te 14010.doc 18

brengen en normen in de omgeving te beïnvloeden door verspreiding van basisinformatie over de risico s van alcoholgebruik (zie pijler 3). Veel van deze interventies en maatregelen zijn niet direct vanuit gezondheidsbeleid te beïnvloeden, maar vereisen maatregelen op andere gemeentelijke beleidsterreinen zoals openbare orde en veiligheid, onderwijs, jeugdbeleid, horecabeleid, Wmo, sportbeleid en reclamebeleid. Als gevolg daarvan zijn er vaak veel partijen bij het alcoholbeleid betrokken. Inrichting van de omgeving Alcohol is in onze maatschappij alom aanwezig. Het beperken van reclame-uitingen en de beschikbaarheid van alcohol zijn belangrijke maatregelen om (schadelijk) gebruik te beperken. Hiervoor kan een gemeente de tweede pijler regelgeving en handhaving inzetten. Bijvoorbeeld om regels vast te stellen voor paracommerciële inrichtingen, zoals buurthuizen en sportkantines. Regelgeving en handhaving Er zijn verschillende landelijke regels voor het verstrekken en gebruiken van alcoholhoudende dranken 9. De gemeenteraad kan die regels op enkele punten bij verordening aanvullen. Daarnaast kan de raad veel zaken regelen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), zoals horecasluitingstijden of een drankverbod op straat. Zo zijn eind 2011 door het college van B&W van de gemeente Oostzaan een aantal gebieden aangewezen waar het verboden is om alcoholhoudende drank bij zich te dragen. Op deze plekken is het nu voor de politie mogelijk om handhavend op te treden. Voorlichting en educatie Het gedrag van mensen en de normen die daaraan ten grondslag liggen, zijn vaak moeilijk te veranderen. Alleen voorlichting is onvoldoende om verantwoord alcoholgebruik te bereiken. Toch is het belangrijk om de risico's van alcoholgebruik over te brengen op de verschillende doelgroepen en hen vaardigheden aan te reiken om tot een gedragsverandering te komen. Om de pijler voorlichting en educatie effectief in te zetten, is het van belang om te communiceren met alle partijen die een rol spelen bij de verstrekking en het gebruik van alcohol. Deze bevinden zich in allen in een verschillende context, bijvoorbeeld: thuis, op school, op straat en bij de sportvereniging (in de wijk/buurt). Niet iedere doelgroep is op dezelfde manier en met dezelfde middelen te bereiken. Hiervoor zijn verschillende werkwijzen nodig en kan gebruik gemaakt worden van diverse mediavormen. 9 De Drank- en Horecawet is per 1 januari 2014 gewijzigd. De leeftijdsgrens voor het kopen van alcohol is verschoven van 16 jaar naar 18 jaar. 14010.doc 19

Signalering, advies en ondersteuning De pijlers signalering en advies en ondersteuning zijn samengenomen. Zoals ook bij aanpak overgewicht genoemd kan de geboden ondersteuning individueel en/of collectief van aard zijn. Een voorbeeld van de collectieve aanpak van schadelijk alcoholgebruik is een themabijeenkomst voor ouders in combinatie met de magazines Hou vol, geen alcohol. Ouders spelen immers een sleutelrol bij het uitstellen van het alcoholgebruik van hun kind(eren). Als ouders hierover afspraken maken en duidelijke regels stellen, beginnen kinderen later met drinken. Het contactmoment op 15/16-jarige leeftijd, dat door de rijksoverheid wordt gefaciliteerd, kan worden ingezet om op individuele of collectieve wijze aandacht te besteden aan schadelijk alcoholgebruik (en/of aanpak overgewicht). De JGZ komt in dit kader met een voorstel voor de invulling van dit contactmoment. 5.3 Doelstellingen Een integraal alcoholbeleid heeft primair als doel om de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik te voorkomen voor zowel de gezondheid van een individu en zijn omgeving als de veiligheid en de openbare orde in een gemeente. Doelstellingen voor de lange termijn : Alcoholbeleid is gebouwd op verschillende interventies die gedurende een langere tijd worden uitgevoerd. Er zijn veel factoren die alcoholgebruik beïnvloeden. Daaronder vallen tradities en normen die zo sterk zijn ingebed in de plaatselijke cultuur dat veranderingen op dit gebied pas op langere termijn te verwachten zijn. Duurzaamheid is dan ook een belangrijke voorwaarde voor een effectief alcoholbeleid. Tabel 5: Lange termijn doelstellingen voor schadelijke alcoholgebruik bij jeugd en hun ouders/opvoeders Doelstellingen lange termijn In 2016 is het aantal jongeren onder 14 jaar dat nog nooit alcohol heeft gedronken gestegen ten opzichte van 2010 (E-MOVO scholierenonderzoek GGD in 2015) In 2016 is het aantal jongeren onder de 16 jaar dat nog nooit alcohol heeft gedronken gestegen ten opzichte van 2010 (E-MOVO onderzoek) In 2016 is het percentage jongeren onder de 16 jaar dat geen alcohol heeft gedronken in de Advies en onder steuning door de jeugdgezondheidszor g (JGZ) maand voorafgaand aan het EMOVO onderzoek gestegen ten opzichte van 2010 Een passende manier van individuele ondersteuning van In 2016 is het percentage vierdeklassers van het VO dat aan binge drinken heeft gedaan kinderen/jongeren en hun ouders zijn de vijf extra alcoholminuten tijdens in de maand voorafgaand aan het EMOVO onderzoek gedaald ten opzichte van 2010. (Ehet periodiek geneeskundig onderzoek groep 7 van de GGD. Aan de hand MOVO onderzoek) van een afbeelding van een hersenscan van een drinker en een nietdrinker praten de verpleegkundigen met ouders en kinderen over de In 2016 gedogen ( vindt het goed of zegt er niets van ) minder ouders alcohol drinken door hun kind jonger dan 16 jaar dan in 2010 (E-MOVO onderzoek) gevaren van alcoholgebruik op jonge leeftijd. De afspraak geen alcohol In 2017 zijn meer ouders van jongeren van 10 en 11 jaar van plan om met hun kinderen onder de 16 jaar (per 1 januari 2014 naar 18 jaar) staat in dit gesprek een afspraak te maken over niet drinken voor het 16e levensjaar dan in 2011 (0 t/m 11 jaar monitor GGD 2016) In 2017 hebben minder moeders van kinderen tot 4 jaar tijdens de zwangerschap alcohol gedronken dan in 2011 (0 t/m 11 jaar monitor GGD 2016) Het aantal jongeren in ZW dat met een alcoholvergiftiging in een ziekenhuis is behandeld 14010.doc 20