sportmedische veiligheid bij wielerevenementen



Vergelijkbare documenten
Doe het maar rustig aan!?

Ervaringen en trainingsbehoefte professionals jeugdzorg

Internetpanel over de lokale media

Evaluatie online panel O+S

ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING

Het grote NGF en NVG spelersonderzoek: kansen voor de golfsport

Financiële opvoeding Nibud i.s.m. CentiQ, Wijzer in geldzaken

Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen

Concluderend is deze module gericht op trainers/coaches die in reguliere groepen werken met enkele sporters met een autistisch spectrum stoornis.

NTFU Wielersportmonitor, augustus 2012 Samenvatting

Ledenraadpleging zeggenschap huurders

BURGERPANEL LANSINGERLAND

Doe het maar rustig aan!?

PEILING ERVARINGEN MET EDE DOET

Parlementaire enquête: Meer rechten voor de huurder

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-VERVOER GEMEENTE RIDDERKERK

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Verenigingspanel Noord De gezonde sportvereniging

Hoe wordt e- learning gebruikt?

HOE ORGANISEER IK EEN RECREATIEF SKATE-EVENEMENT DOOR: OLAF LEMAIRE

Burgerpanel Capelle aan den IJssel

Evaluatie Zesdaagse Amsterdam 2012

Buurtenquête Walhof, Roessingh, t Sander

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

KNWU Juryopleidingen. Joey Ermens

Zaterdag 23 november Wat komt er kijken bij het organiseren van een groter evenement.

Burgerpanel Capelle aan den IJssel

Hoe veilig voelen uw medewerkers zich in hun werk?

Werkwijze bij het verzorgen van een voorlichting

Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Uitkomsten BPV Monitor 2016

Nieuws en informatie over de gemeente

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Bijlagen. Tevredenheid van potentiële werknemers

Wijkschouw Voortman, Amelink en Ankrot

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

1. Welke mogelijke risicobronnen* bevinden zich volgens u in uw woonomgeving? (binnen een straal van ongeveer 500 meter)

BURGERPANEL CAPELLE OVER WELSTANDSVRIJ BOUWEN

Wielertrainer 3 Kwalificatieprofiel

Evaluatie Diving Cup. Effecten op Sportparticipatie. Jan van Houthof AJ Amsterdam T

De dienstverlening van Westerpark

EVALUATIE ALGEMENE PERIODIEKE KEURING

Tolerantieklimaat sportverenigingen Noord-Holland Noord Samenvatting I&O Research Art.1 Bureau Discriminatiezaken NHN Maart 2014

Ondernemende houding van medewerkers

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Zwemlesaanbod 2015 cijfers en ervaringen van zwemlesaanbieders. Harold van der Werff Vera van Es

Trainer-coach 3 Kwalificatieprofiel

Hardloopprogramma Run to The Start stimuleert bewegen en lidmaatschap bij de atletiekvereniging Tessa Magnée en Cindy Veenhof

Emcart. Vestiging Arnhem Periode onderzoek: 2011

BURGERPANEL OIRSCHOT PEILING DIENSTVERLENING

Belastingaangifte over 2013

Resultaten Onderzoek September 2014

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010

Burgerpanel Capelle aan den IJssel

Wielertrainer 3. Kwalificatieprofiel

Jongerenparticipatie in Amersfoort

Dienstverlening Amsterdam-Noord

Gebruik en waardering van het open water in Leiden. Uitkomsten peiling LeidenPanel

Internetpanel Dienst Regelingen

Draaiboek evenement (naam evenement) <datum van opstellen draaiboek >

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Openingstijden Stadswinkels 2008

Internetpanel Dienst Regelingen

Zaterdag 22 november Veiligheid, regelgeving en aansprakelijkheid.

Blessures Spoedeisende Hulp behandelingen Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling 910 Doden 8

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Mens en Organisatie in het architectenbureau. Peiling juni 2013

Uitgevoerd door Dimensus Klanttevredenheidsonderzoek /20

PEILING 65-PLUSSERS. Gemeente Enkhuizen januari

Totaalrapportage Niesing Bouwbedrijf B.V.

Internetpanel Dienst Regelingen

AVG-METING Hanka de Bruin & Jan Aarts November 2018

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Communiceren is teamwork

Factsheet: Monitor Hervorming van de Langdurige Zorg 2015

Van de 459 respondenten was het merendeel vrouwelijk (75 procent).

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Rapportage enquête Leefbaarheid in de Merenwijk

Onderzoek Summerproof

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Brandweer en brandpreventie in Twente

Buurtenquête Getfert-Perik

Ouderbeleid. Inleiding. 1 Educatief partnerschap. 1.1 Onze visie op ouderbetrokkenheid. 1.2 Onze missie

In de periode wordt voor iedere Enschedese buurt een wijkbeheerplan opgesteld.

19 maart Onderzoek: Leraren onder druk om schooladvies

Geachte voorzitter, Onderzoek cliëntervaring regio Haaglanden en Den Haag

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u:

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Oppasoma s en opa s. Resultaten GGD Gezondheidspanel

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

HET LEIDERDORPPANEL OVER...

RAPPORT BURGERPANEL EEMNES PEILING DE ROTONDE & DE GEMEENTELIJKE WEBSITE GEMEENTE EEMNES JULI/AUGUSTUS 2012

Beleving van de Giro d'italia Utrecht

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival

Transcriptie:

Doe De het organisatie maar rustig van aan!? sportmedische veiligheid bij wielerevenementen Agnes Elling, Ine Pulles en Sven Bakker Mulier Instituut, Utrecht April 2014

Inleiding en methode Jaarlijks nemen 2,5 miljoen mensen deel aan één of meer sportevenementen. De meeste deelnemers beleven vooral plezier aan zo n sportevenement, maar deelname brengt ook risico s op blessures en ongevallen met zich mee. De Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) zet zich in voor het creëren van een veilige sport(medische) omgeving voor iedere sporter, ook bij deelname aan sportevenementen De VSG gaat, in opdracht van het Ministerie van VWS,een instrument maken voor organisatoren van wielersportevenementen met concrete handvatten voor het organiseren van de sportmedische veiligheid (inclusief de hulpverlening). Om met dit product zoveel mogelijk aan te sluiten bij de vragen en behoeften van de organisatoren zelf, is een vragenlijst uitgezet onder organisatoren van wielerevenementen. Hoeveel belang hechten zij aan de sportmedische veiligheid van hun evenement? Wat zijn hun ervaringen en tegen welke beperkingen lopen zij aan? Wat zijn hun wensen ten aanzien van ondersteuning? Met behulp van de Koninklijke Nederlandse Wielren Unie (KNWU) en de Nederlandse Toer Fiets Unie (NTFU) werden organisatoren van wielerevenementen per email uitgenodigd om een online vragenlijst in te vullen. Van de 5 KNWU organisatoren, met een emailadres die rechtstreeks werden aangeschreven, konden 15 mails niet worden bezorgd. In totaal hebben 96 personen de vragenlijst ingevuld, wat overeenkomt met 28 procent van de 8 organisatoren die een persoonlijke uitnodiging ontvingen. Van de 564 organisatoren die via de NFTU werden uitgenodigd vulden 79 personen de vragenlijst in (14%). In totaal vulden 175 organisatoren van wielerevenementen de vragenlijst in. In deze rapportage presenteren we de uitkomsten van deze peiling onder organisatoren van wielerevenementen. Waar mogelijk en relevant verwijzen we naar verschillen tussen specifieke soorten wielerevenementen.

Achtergronden wielerevenementen Figuur 1 Type wielerevenementen, naar organisatoren KNWU en NTFU, n=175, in % TOERTOCHTEN - Vrije tocht (race weg) - Mountainbiketochten - Groepstochten - Meerdaagse tochten WEGWIELRENNEN - Criteriums - Club- en/of trainingswedstrijden - Klassiekers / van stad-tot-stad wedstrijden - Kampioenschappen VELDRIJDEN MOUNTAINBIKE - Cross country FIETSCROSS BAANWIELRENNEN OVERIG 15 1 1 5 2 10 4 16 24 0 6 21 24 18 15 24 4 1 19 5 18 24 11 1 14 11 9 15 10 9 11 24 27 46 51 50 50 54 72 totaal 84 KNWU (n=96) NTFU (n=79) De respondenten organiseren vooral toertochten (51%) en wielerevenementen op de weg (50%), figuur 1. Daarna volgen veldrijden, mountainbikewedstrijden, fietscross en overige evenementen. Baanwielrennen wordt niet georganiseerd door de respondenten. Bijna driekwart (72%) van de KNWU respondenten organiseert een of meerdere vormen van wegwedstrijden, vooral criteriums (50%), klassiekers (24%) en club/trainingswedstrijden (24%). Ook organiseert een kwart veldrijdevenementen. Van de NTFU respondenten organiseert 84 procent toertochten, vooral vrije toertochten op de weg (54%), mountainbiketochten (46%) en groepstochten (2%).

Figuur 2 Organisatie verschillende soorten wielerevenementen 18% 4 of meer 1% 2 2% 1 46% Figuur Type wielerevenement waarvoor de vragenlijst is ingevuld, in % Criteriums Vrije tocht (race weg) Mountainbiketochten Klassiekers / van stad-tot-stad wedstrijden Fietscross Club- en/of trainingswedstrijden Cross country Meerdaagse tochten Groepstochten Overig Veldrijden Kampioenschappen 4 4 5 7 9 10 15 18 19 Bijna de helft van de respondenten (KNWU 50% en NTFU 42%) organiseert één soort evenement. Bijna een kwart organiseert twee verschillende typen evenementen en dertien procent organiseert vier of meer verschillende soorten wielerevenementen (figuur 2). De respondenten die meerdere evenementen organiseren zijn gevraagd de vragenlijst in te vullen voor het type evenement waarbij het waarborgen van de sportmedische veiligheid als meest lastig wordt ervaren. Figuur geeft aan voor welke type evenement de vragenlijst is ingevuld. Een op de vijf heeft de vragenlijst ingevuld voor criteriums en een even grote groep voor vrije tochten op de weg. Deze evenementen worden gevolgd door mountainbiketochten (15%), klassiekers (10%) en fietscross (9%). In het vervolg van deze rapportage zullen, waar mogelijk en relevant, specifieke uitspraken worden gedaan naar type evenement. Het aantal waarnemingen per type evenement is echter beperkt, daarom zal dit alleen worden gedaan voor fietscross (n=15), klassiekers (n=17), mountainbiketochten (n=26), vrije tochten (n=1) en criteriums (n=4).

Figuur 4 Voor wie organiseert u het evenement?, in % Toerrijders / cyclosportieven Breedtesporters 47 57 De meeste wielerevenementen worden georganiseerd voor toerrijders/cyclosportieven (57%) en/of breedtesporters (47%). Vier op de tien richten zich (ook) specifiek op de jeugd (met name fietscross en crosscountry) en één op de drie op topsporters (vooral de klassiekers). Jeugd Topsporters 9 Meer dan de helft van de toertochten wordt georganiseerd voor meer dan 500 deelnemers; een op de drie voor meer dan 1000 deelnemers (niet in figuur). Figuur 5 Frequentie evenementorganisatie 1 x per week 8% 1 x per maand % De meeste wielerevenementen worden 1x per jaar (57%) of enkele keren per jaar (2%) georganiseerd (figuur 5). Met name klassiekers en criteriums worden eens per jaar georganiseerd, trainingswedstrijden op de weg en groepstochten het vaakst wekelijks. 1 x per jaar 57% Enkele keren per jaar 2%

Medische veiligheid Figuur 7 Eindverantwoordelijke organisatie medische veiligheid Bijna negen op de tien (87%) organisaties geven aan het zeer belangrijk (score 8-10) te vinden om de medische veiligheid van de deelnemers te borgen. Gemiddeld scoren de organisaties een 8,6. Vier organisaties geven een score onder de 6. 1% 10% 8% 14% 67% Wij, als organisator Sportbond Vergunningverstrekker (gemeente, provincie) Organisatie medische ondersteuning Anders Figuur 6 Score belang borgen medische veiligheid deelnemers (schaal 1-10), in % 7 27 22 10 2 lager dan 6 een 6 een 7 een 8 een 9 een 10 Twee derde van de organisatoren ziet zichzelf als eindverantwoordelijke voor de organisatie van de medische veiligheid voor de deelnemers (figuur 7). Ongeveer een op de tien benoemt de sportbond als eindverantwoordelijke en een even grote groep verwijst naar de organisator van de medische ondersteuning. Vooral organisatoren van klassiekers stellen relatief vaak de bond (29%) of de organisatie medische ondersteuning (47%) verantwoordelijk. Onder anders noemen organisatoren vooral de deelnemers zelf of een combinatie (van organisaties en deelnemers)

Figuur 8 Ervaren belemmeringen voor organisatie veiligheid en hulpverlening voorafgaand aan evenement, in % Ik ervaar geen belemmeringen 41 Belemmering organisatie veiligheid en hulpverlening Zes van de tien organisatoren ervaren belemmeringen om de veiligheid en de medische hulpverlening voorafgaand aan het evenement goed te organiseren. Gebrek aan voldoende medische hulpverleners Onvoldoende kennis om risico analyse te maken Geen goed inzicht in de risico's 20 20 19 De drie belangrijkste belemmeringen zijn: - onvoldoende kennis om een risico-analyse te maken - het gebrek aan voldoende medische hulpverleners - geen goed inzicht in de risico s. Organisatoren van criteriums en fietscross evenementen ervaren relatief weinig belemmeringen rondom de organisatie van de veiligheid en hulpverlening (60%). Onvoldoende (inzicht in de) kwaliteit van de medische hulpverlening 15 Geen duidelijk stappenplan 1 Gebrek aan eenduidige informatie 10 Overig 1

Instrumentontwikkeling Communicatie tussen hulpverleners, richtlijnen voor een veilig parcours en de benodigde capaciteit aan hulpverleners zijn de drie belangrijkste onderwerpen die zeer zeker moeten worden opgenomen in een te ontwikkelen instrument om organisatoren van wielerevenementen te ondersteunen, zo vindt twee derde of meer van de ondervraagden. Ook de kwaliteit/kwalificaties van de hulpverleners en calamiteiten zijn onderwerpen die meer dan de helft van groot belang acht. Slechts een op de drie vindt voorlichting aan deelnemers over gezondheidsrisico s zeer belangrijk. Figuur 9 Onderwerpen van belang in instrument, in % % Zeer zeker % misschien % niet per se/zeker niet % weet niet Communicatie tussen hulpverleners en de organisator 71 18 9 2 Richtlijnen voor een veilig parcours (bijvoorbeeld bescherming om obstakels aanbrengen; toegankelijkheid medische hulpverlening) 68 15 14 2 De benodigde capaciteit medische hulpverlening 64 2 10 Kwaliteit / kwalificaties van de medische hulpverlening 58 28 9 5 Calamiteiten (bijvoorbeeld extreme weersomstandigheden) 5 2 1 Richtlijnen voor aanwezigheid ambulance en/of vereiste medische apparatuur) 49 24 24 Evaluatie van de sportmedsiche veiligheid van het evenement 9 6 21 5 Registratie van letsels en ongevallen 7 1 29 Voorlichting aan deelnemers over gezondheidsrisicos 27 40 1

De helft van de organisatoren geeft aan dat een eenvoudige checklist de voorkeur zou hebben. Dat geldt voor meer dan zes op de tien organisatoren van vrije tochten op de weg en van mountainbiketochten. Figuur 10 Type instrument, in % Eenvoudige checklist 52 Ook kiest een kwart voor een draaiboek (vooral organisatoren van fietscrossevenementen) en 15 procent voor een digitaal loket (vooral organisatoren van klassiekers). Draaiboek 2 'Digitaal loket' 15 Advies op maat door invullen van korte vragenlijst 5 Weet niet/geen mening Anders, nml: 1

Informeren deelnemers De meerderheid (79%) informeert de deelnemers niet over hoe zij zich voor kunnen bereiden en wat de gezondheidsrisico s zijn. Organisatoren van wielerevenementen gericht op topsporters (criteriums en klassiekers) informeren hun deelnemers niet of nauwelijks; organisatoren van mountainbiketochten informeren iets vaker dan gemiddeld. Wanneer deelnemers wel worden geïnformeerd dan is dat vooral over training (58%), kleding (56%) en blessurepreventie (42%). Figuur 11 Onderwerpen waarover deelnemers worden geïnformeerd, (n=6), in % Training Kleding 58 56 De belangrijkste reden om niet te informeren is omdat organisatoren dit niet hun verantwoordelijkheid vinden (55%, niet in figuur). Zij informeren deelnemers soms wel dat deelname op eigen risico is. Een kwart geeft aan niet over de juiste kennis te beschikken om de deelnemers te informeren. Blessurepreventie Voeding 6 42 (Meerwaarde) sportmedisch onderzoek 22 Specifieke oefeningen 8

Medische hulpverlening De ondervraagde organisatoren van wielerevenementen gaan bij het vaststellen van de benodigde sportmedische hulpverlening vooral uit van hun eigen ervaring (59%). Daarnaast verwijst ook bijna de helft naar de reglementen van de bond (resp. KNWU en NTFU) en een kwart naar regelgeving vanuit de gemeente. Figuur 12 Basis waarop sportmedische hulpverlening wordt vastgesteld, in % Eigen ervaring 59 Vier op de tien organisatoren noemen (ook) het advies van de plaatselijke EHBO/Rode Kruis-vereniging en een op de tien vraagt advies aan een (ronde)arts of baseerde zich op informatie vanuit GHOR (Geneeskundige Hulpverlening Organisatie in de Regio). Adviezen van professionele hulpverleners zoals Service Medical en Mos, werden vrijwel niet gebruikt door de respondenten, met uitzondering van de klassiekers (29%) KNWU reglement / NTFU reglement Advies van de plaatselijke EHBO/ Rode Kruis-vereniging Regelgeving vanuit de gemeente 28 8 45 Bij overige geven enkele respondenten aan deze vragen eigenlijk niet van toepassing te vinden op hun kleine evenement. Een van de respondenten stelt: Advies van een (ronde)arts Informatie vanuit GHOR 9 10 Sommige commerciële instellingen bieden zich aan en Advies van de aanbieder van willen er m.i. slechts een slaatje uit slaan. Mijn ervaring is sportmedische hulpverlening (zoals 6 dat eigenbelang vaak leidt tot versterkte regelgeving. Service Medical, MOS etc.) Daar is geen behoefte aan; het wordt ons al erg lastig gemaakt om een evenement te organiseren. Overige 6

De meeste organisatoren maken gebruik van de hulpverleners van de EHBO/Rode Kruis -verenigingen (in totaal 71%), waaronder een kleine groep van eigen mensen met een EHBO diploma (figuur 1). Dit geldt onder meer voor criteriums (88%), mountainbiketochten (87%), fietscrosswedstrijden (85%) en vrije tochten (64%). Ongeveer een op de vijf organisatoren zet professionele hulpverleners in, al dan niet in combinatie met EHBO-ers en een ambulance. Het inzetten van professionele hulpdiensten (naast EHBO) gebeurt vooral bij klassiekers (76%) en in minder mate ook bij vrije tochten (25%). Zeven van de tien organisatoren beoordelen de kwaliteit van de medische hulpverlening met een 8 of hoger (figuur 14). Een op de tien organisatoren is ontevreden over de kwaliteit van medische hulpverlening, vooral over hulpverleners vanuit de lokale EHBO/Rode Kruis-verenigingen. Ook organisatoren van evenementen waar geen sprake is van medische hulpverlening (categorie anders ) zijn relatief vaak ontevreden. Van de evenementen met professionele hulpverlening, beoordelen twee organisatoren deze als ondermaats. Figuur 1 Verzorging medische hulpverlening, in % Hulpverleners van EHBO verenigingen / Rode Kruis 64 Figuur 14 Tevredenheid kwaliteit hulpverlening (schaal 1-10), in % 40 eigen EHBO-ers 7 Professionele hulpverleners + inzet ambulance 10 24 Professionele hulpverleners (verpleegkundige Eerste Hulp, (huis)artsen) combinatie EHBO en professionals 6 6 9 4 18 6 Anders 6 lager dan 6 een 6 een 7 een 8 een 9 een 10

Twee van de drie ondervraagde organisatoren die gebruik maken van de hulpverleners van de EHBO/Rode Kruis - verenigingen hebben geen afspraken gemaakt met professionele hulpverleners. Van de groep die wel afspraken heeft gemaakt is dat even vaak met (huis)artsen, de meldkamer en/of het ziekenhuis. Figuur 15 Afspraken met professionele medische hulpverleners, in % Regeling getroffen met (huis)artsen 1 Afspraak met meldkamer 1 Afspraak met ziekenhuis 12 Anders 10 Geen afspraken gemaakt 65

19% Figuur 16 Interesse in verkrijgen feedback van deelnemers over uitval of klachten 9% 5% Ja, en die feedback ontvangen wij ook al dmv evaluaties Ja, wij zijn zeer geïnteresseerd in ondersteuning Feed back deelnemers Aan de organisatoren is ook gevraagd in hoeverre ze geïnteresseerd zijn in het krijgen van informatie van de deelnemers over uitval of klachten, na afloop van het evenement. Een op de drie respondenten geeft aan deze feedback reeds te ontvangen door middel van evaluaties en een op de vijf organisatoren is niet geïnteresseerd in ondersteuning bij het verkrijgen van dergelijke informatie. 7% Nee, niet echt Weet niet 7 procent is zonder meer geïnteresseerd in ondersteuning, in het bijzonder organisatoren van mountainbiketochten (62%).

Een op de drie organisatoren van wielerevenementen heeft in het verleden aanpassingen doorgevoerd naar aanleiding van incidenten (figuur 17), vooral organisatoren van mountainbiketochten. Meer dan de helft heeft geen aanpassingen doorgevoerd. De meeste voorkomende aanpassingen waren aan het parcours en het maken van een betere risico-inschatting vooraf (figuur 18). In mindere mate werd ook de inzet van of afstemming met hulpverleners verbeterd. Figuur 18 Soorten doorgevoerde aanpassingen (n=57), in % Aanpassing parcours Betere risico-inschatting vooraf Meer afzettingen Betere afstemming met (sport)medische hulpverlening 25 2 40 65 Figuur 17 Aanpassingen in organisatie van de veiligheid nav incidenten Meer hulpverleners 21 Weet niet 10% Ja % (Beter) advies vooraf aan deelnemers Anders 11 16 Nee 57%

Conclusies In deze slotparagraaf formuleren wij de belangrijkste bevindingen van een peiling onder 175 wielerevenementorganisatoren (96 van de KNWU en 79 van de NTFU). De meest georganiseerde wielerevenementen door KNWU respondenten zijn criteriums (50%), klassiekers (24%) en club/trainingswedstrijden (24%). Ook organiseert een kwart veldrijdevenementen. Voor NTFU respondenten zijn dat vrije toertochten op de weg (54%), mountainbiketochten (46%) en groepstochten (2%). De helft van de bevraagden organiseert één evenement, een op de drie organiseert drie of meer soorten wielerevenementen. Vrijwel iedereen vindt het waarborgen van de sportmedische veiligheid belangrijk en twee op de drie organisatoren vindt zichzelf daarvoor eindverantwoordelijk. Vooral organisatoren van klassiekers stellen de bond of de organisatie medische ondersteuning verantwoordelijk. Veel organisatoren vinden ook deelnemers zelf (mede)verantwoordelijk. Zes van de tien organisatoren ervaren belemmeringen om medische hulpverlening goed te organiseren. De belangrijkste belemmeringen zijn onvoldoende kennis om een risico analyse te maken, gebrek aan voldoende medische hulpverleners, geen goed inzicht in de risico s en de kwaliteit van de hulpverlening. De communicatie tussen hulpverleners, richtlijnen voor een veilig parcours, de benodigde capaciteit aan en kwaliteit van hulpverleners, en calamiteiten zijn de belangrijkste onderwerpen voor een te ontwikkelen instrument om organisatoren van wielerevenementen te ondersteunen. De helft van de organisatoren heeft de voorkeur voor een eenvoudige checklist, een kwart voor een draaiboek. Acht op de tien organisatoren informeren deelnemers aan hun evenement niet, omdat ze dat niet hun verantwoordelijkheid vinden. Wanneer ze dat wel doen, geven ze vooral informatie over training, kleding, blessurepreventie en voeding. 27

De ondervraagde organisatoren van wielerevenementen gaan bij het vaststellen van de benodigde sportmedische hulpverlening vooral uit van hun eigen ervaring. Ook verwijst bijna de helft naar de reglementen van de bond (resp. KNWU en NTFU) en benoemen vier op de tien organisatoren adviezen van de plaatselijke EHBO/Rode Kruis. Bij de meeste wielerevenementen wordt de medische hulpverlening verzorgd door EHBO-ers, al dan niet uit eigen gelederen. Veelal zijn er dan geen afspraken gemaakt met professionele hulpverleners. Vooral klassiekers zetten wel vaak professionele hulpverlening (in combinatie met EHBO-ers) in. Zeven op de tien is zeer tevreden (score 8-10) over de kwaliteit van de hulpverleners. Een op de tien beoordeelt deze als onvoldoende. Eén op de drie organisatoren heeft in het verleden aanpassingen doorgevoerd naar aanleiding van incidenten, vooral aanpassingen aan het parcours en het maken van een betere risico-inschatting vooraf. Meer dan één op de drie organisatoren is zonder meer geïnteresseerd in ondersteuning om na afloop van een wielerevenement feedback te krijgen van deelnemers en een op de tien organisatoren weet het niet. Ook verkrijgt een op de drie dergelijke informatie reeds via eigen evaluaties. 27

mulier mulier instituut instituut Herculesplein 269 269 584 584 AA Utrecht AA Utrecht t (00) t (00) 721 721 02202 20 i www.mulierinstituut.nl i a.elling@mulierinstituut.nl