Evaluatie Diving Cup. Effecten op Sportparticipatie. Jan van Houthof AJ Amsterdam T

Transcriptie

1 Evaluatie Diving Cup Effecten op Sportparticipatie Jan van Houthof AJ Amsterdam T marije@bureaubeweeg.nl 1

2 Samenvatting In deze rapportage worden de resultaten besproken van een evaluatie van bezoekers van de Diving Cup en deelnemers aan het side event. De evaluatie was gericht op het verkrijgen van inzicht in huidig sportgedrag, effecten van het evenement op toekomstig sportgedrag en tevredenheid over het evenement. In totaal hebben 46 bezoekers een vragenlijst ingevuld en 21 kinderen die deelnamen aan het side-event. Beide groepen waren zeer frequente sporters en veel vaker dan gemiddeld lid van een sportvereniging (bezoekers: 55%; deelnemers: 71%). Van de bezoekers kreeg 60% (veel) meer zin om te sporten door het bezoeken van het evenement, bij de deelnemers lag dit percentage op 81%. Ruim de helft van de kinderen gaf aan lid te willen worden van een schoonspring- of zwemvereniging. Een van de vijf bezoekers van de diving cup heeft door het bezoeken van het evenement de intentie om meer te gaan sporten. Voorspellers van deze intentie zijn 1) de tevredenheid met het evenement en 2) de mate waarin ze sporten belangrijk vinden. De bezoekers geven gemiddeld een 7,9 voor de Diving Cup. Ruim 80% van de bezoekers denkt dat de kans (heel) groot is dat zij het evenement volgend jaar weer gaan bezoeken. De kans dat mensen het evenement gaan aanraden aan vrienden is lager: iets meer dan de helft zegt dat deze kans (heel) groot is. 2

3 Bezoekers evaluatie Deelnemers In totaal hebben 46 bezoekers de vragenlijst ingevuld. Het totale bezoekersaantal lag op ongeveer 400, daarmee ligt de respons op de 12 procent. Onder de bezoekers die de lijst ingevuld hebben waren 32 vrouwen (70%) en 14 mannen (30%). De gemiddelde leeftijd van de deelnemers aan het onderzoek was 40 jaar, onder hen waren 11 kinderen onder de 18 jaar en de oudste deelnemer was 84 jaar. De meeste deelnemers (65%) kwamen niet uit Amsterdam. Ongeveer een van de vier bezoekers woont in stadsdeel Nieuw-West. Huidig sportgedrag De bezoekers van de Diving Cup geven aan zeer frequent te sporten, acht van de tien respondenten geeft aan minstens regelmatig te sporten (zie tabel 1). Vrouwen geven vaker dan mannen aan vaak te sporten: 80% van de vrouwen sport minstens regelmatig tegenover 50% van de mannen. Tabel 1 Sportgedrag van bezoekers Diving Cup (n=46) Sport frequentie Percentage (bijna) nooit 9% soms 11% regelmatig 9% vaak 72% Ruim de helft van deze bezoekers (55%, n=25) gaf aan lid te zijn van een sportvereniging. Dit percentage ligt ver boven het landelijk gemiddelde van 34%. Van de ondervraagden had 17% wel eens aan schoonspringen gedaan. De meeste ondervraagden staan zeer positief tegenover sport. Zo vindt 98% het (heel) belangrijk om aan sport te doen, vindt 96% sporten (heel) leuk en vindt van 84% van de mensen de 3

4 omgeving sporten (heel) belangrijk. De meest genoemde reden om niet te sporten of minder vaak dan men zou willen is geen tijd (55%, zie figuur 1), gevolgd door te duur (28%) Figuur 1 Redenen om niet te sporten of minder dan men zou willen Effect van evenement op zin en intentie om te sporten Van de bezoekers die de vragenlijst hebben ingevuld gaf 20% aan veel meer zin te krijgen om zelf te sporten door het bezoeken van het evenement, 40% gaf aan een beetje meer zin te krijgen. De overige 40% kreeg niet meer zin om zelf te gaan sporten. Er is wel een verschil tussen mensen die lid zijn van een sportvereniging en mensen die dit niet zijn. Van de mensen die lid zijn krijgt 72% meer zin om te sporten. Van de mensen die niet lid zijn ligt dit percentage een stuk lager namelijk 40%. Een zelfde trend is waarneembaar bij mensen met en zonder ervaring met schoonspringen. De mensen die aangeven dit al eens eerder gedaan te hebben kregen vaker zin om te sporten (75%) dan mensen die dit nog niet eerder gedaan hadden (55%). Ook bestaat er een duidelijke relatie tussen mate van zin in meer sporten door het bezoeken van het evenement en leeftijd. Zo was de groep die veel meer zin kreeg gemiddeld 30 jaar oud, de groep die een beetje meer zin kreeg gemiddeld 40 jaar oud en de groep die niet meer zin kreeg 46 jaar oud. Er is geen een op een relatie tussen de mate van zin om te sporten door het bezoeken van het evenement en de intentie om daadwerkelijk meer te gaan sporten. Dit valt te zien in figuur 2. Bij de mensen die aangeven veel meer zin te krijgen door het bezoeken van het evenement geeft 4

5 wel een derde aan ook daadwerkelijk de intentie te hebben om meer te gaan sporten. Dit percentage ligt op 22% voor de groep die een beetje meer zin had en op 10% voor de groep die niet meer zin krijgt. Figuur 2 Relatie tussen zin in sporten en intentie om te sporten Twintig procent (n=9) van de bezoekers denkt vaker te gaan sporten door het bezoeken van evenement. Hier is er geen relatie met lidmaatschap van een sportvereniging of ervaring met schoonspringen. Wel zijn dit allemaal mensen die sporten heel belangrijk vinden. De meeste mensen (78%) die aangeven vaker te willen gaan sporten gaan de sport die ze momenteel al beoefenen vaker doen. Figuur 3 Wat is men van plan om te doen wanneer mee aangeeft meer te willen gaan sporten (n=9) 5

6 6

7 Tevredenheid over evenement De bezoekers geven gemiddeld een 7,9 voor het evenement. Ruim 80% van de bezoekers denkt dat de kans (heel) groot is dat zij het evenement volgend jaar weer gaan bezoeken. De kans dat mensen het evenement gaan aanraden aan vrienden is lager: iets meer dan de helft zegt dat deze kans (heel) groot is. Figuur 4 Kans dat men het evenement volgend jaar weer bezoekt en aan vrienden aanraadt. Voorspellers op intentie om meer te gaan sporten Het ASE-model is een theoretisch model dat laat zien welke factoren van invloed zijn op de intentie op te bewegen. Om uiteindelijk in staat te zijn om te kijken welke factoren een relatie hebben met de intentie om te gaan bewegen hebben we een statistische analyse gedaan op de groep bezoekers. Het blijkt dat de belangrijkste twee voorspellers de tevredenheid met het evenement zijn (het rapportcijfer dat ze gegeven hebben) en de mate waarin ze sporten belangrijk vonden. De nu onderzochte groep is nog erg beperkt om uit deze bevindingen conclusies te trekken. Figuur 5 ASE-model 7

8 8

9 Evaluatie deelnemers side-event Deelnemers In totaal hebben 21 kinderen de vragenlijst ingevuld 45 kinderen hebben deelgenomen aan het side-event, daarmee ligt de respons op de 47% procent. De lijst is door 9 meisjes en 12 jongens ingevuld. De gemiddelde leeftijd van de kinderen is 9,3 jaar. Huidig sportgedrag De kinderen sporten over het algemeen vaak zo valt te lezen in de tabel. Slechts 15% (n=3) zegt bijna nooit of soms te sporten. Daarnaast zijn 15 van de 21 kinderen (71%) lid van een sportvereniging. Bijna alle kinderen zouden vaker willen sporten (91%). Alle kinderen die de vragenlijsten hebben ingevuld geven aan sporten leuk of heel leuk te vinden. Tabel 2 Sportfrequentie van deelnemers aan side-event Diving Cup (n=21) Sport frequentie Percentage (bijna) nooit 5% Soms 10% Regelmatig 10% Vaak 76% Effect van evenement op zin en intentie om te sporten Bijna alle kinderen gaven aan dat ze schoonspringen door het evenement leuker zijn gaan vinden (zie figuur 6). Ook heeft 81% (17 van de 21 kinderen) meer zin gekregen om te sporten door het evenement. 9

10 Figuur 6 Mate waarin kinderen hun beeld hebben veranderd over schoonspringen Ruim de helft van de kinderen (57%) zou wel lid willen worden van een schoonspring- of zwemclub. De meest genoemde reden waarom kinderen niet lid zouden willen worden ligt in het feit dat ze al lid zijn van een andere sportvereniging. Figuur 7 Redenen om geen lid te willen worden 10