Actualiteiten in gewasbescherming: Bladluizen en BYDV Prof. Dr. ir. Geert Haesaert Department of applied biosciences Faculty of Bioscience Engineering GhentUniversity Geert.haesaert@ugent.be
Dwerg vergelingsvirus (BYDV): 2015-2016 uitzondering of wordt dit de algemene regel (1) Evolutie BYDV en % virulente bladluizen (CRA-W) % aangetaste tarweplanten % virulentie
Dwerg vergelingsvirus (BYDV): 2015-2016 uitzondering of wordt dit de algemene regel (2) Wat is BYDV? Virusziekte: die dwerggroei en bladverkleuring veroorzaakt bij 150 plantensoorten Gerst geelverkleuring Tarwe geel en rood verkleuring Haver rood tot purper verkleuring Maïs rood/purper en geel Bij vroege aantasting mogelijks geen aarvorming en 100% opbrengstverlies Minder wortelmassa Symptomen na 1 tot 3 weken
Dwerg vergelingsvirus (BYDV): 2015-2016 uitzondering of wordt dit de algemene regel Schade en symptomen: erg variabel Gevoeligheid plant, ouderdom, fysiologische toestand,. t, groeicondities Genotype virus Veel plantensoorten = latent besmetting zonder symptomen
Opbrengstderving 44 tot 55 kg/ha per 1% incidentie (diverse landen) 5 tot 80 % opbrengstderving: Australië 5,2 tot 20%: Ierland
Relatie BYDV aantasting en opbrengstderving (1994) 6 5 BYDV (schaal 1-9) 4 3 2 1 y = -0.0014x + 9.4257 R 2 = 0.5355 0 2000 3000 4000 5000 6000 7000 OPBRENGST
BYDV? = een virus
Wat is een virus? BYDV: verschillende serotypes - MAU: Sitobion - RPV: Rhopalosiphum - PAV: Door beiden -. BYDV in Floeem
Hoe zijn symptomen te verklaren? Virus in plantencel: vermeerdering en transport Virussen veroorzaken eiwit tekort: bv. chlorofyl aanmaak stopt Aminozuren en nucleotiden uit plant
BYDV wordt overgebracht door bladluizen 25 bladluissoorten zijn als vector beschreven Twee soorten zijn belangrijk: De grote graanluis (Sitobium avenae) en Vogelkersluis (Rhopalosiphum padi) Geen mechanische overdracht of overdracht via zaden Grote graanluis Vogelkersluis
Hoe geraken bladluizen besmet? Door te zuigen aan met BYDV besmette planten
Hoe geraken bladluizen besmet? Virus is persistent en circulair: Gevolgen: Bladluizen zijn niet direct virulent (virus moet via heamolymfe terug in speeksel terecht komen): kwestie van enkele uren Bladluizen blijven weken besmet Geen overdracht naar nakommelingen! Geen mechanische overdracht Geen overdracht via zaaizaad
Epidemiologie Levenscyclus van bladluizen
Levenscyclus van bladluizen Winterwaardplant Winterei Zomerwaardplant Fundatrix Apteren Apteren Fundatrigena Alata Migrans Sexuales Sexupares Apteren Apteren Apteren Apteren Apteren Apteren Apteren Apteren
Het echte probleem: meer en meer overleving en uitbreiding als anholocyclische individuen in onze gewassen Cyclus van anholocyclische bladluizen
Wat bepaalt aantal bladluizen in onze granen? 1) Aantal luizen aanwezig in najaar Verloop van groeiseizoen in zomer: Geen groeistress bv. bij maïs en grassen: voldoende regen en temperatuur zijn bevorderlijk Maïs/grassen goede waardplant: zelf weinig schade maar bieden groot vermeederingspotentieel aan bladluizen Aanwezigheid van groene waardplanten bij overgang naar volgende gewascyclus: granen (opslagplanten, maïs, grassen,.): vroege zaai! 2) Temperatuur tijdens najaar Insecten = Poikilotherm Bladluizen gaan door met bewegen, voeden en reproduceren tot wanneer temperatuur daalt tot onder 8-9 C 3) Verloop van winter Zachte winters: bladluizen overwinteren (dicht bij bodem!) Ook sneeuwbedekking helpt bladluizen te overwinteren
Verloop van BYDV in granen Piek in najaar Piek in voorjaar
Bladluizen = BYDV? Bladluizen zijn niet allemaal gecontamineerd: soms slecht verband tussen aantal bladluizen en gecontamineerde.: wel maat voor risico inschatting Opsporen gebeurd met ELISA test of op basis van RNA ELISA Rechtstreekse detectie in insecten? PCR op basis va RNA
Monitoren In rij per strook van circa 30 cm Gespreid over veld en over gans de plant (ook dicht bij grond) Spuiten Schadedrempels USA: Bij gemiddeld 3 bladluizen per 30cm tot 30 dagen na opkomst Bij gemiddeld 6 bladluizen per 30 cm tussen 30 tot 90 dagen na opkomst Bij gemiddeld 10 bladluizen per 30 cm na 90 dagen Schadedrempel Vlaanderen: 5% besmetting in herfst, 1% einde herfst en bij bladluizen in voorjaar Waarnemen in najaar tot 7,2 C en in voorjaar vanaf 7,2 C
Vangnetwerk?
Controle maatregelen Zaaitijdstip Wintergerst vanaf 25 september en wintertarwe vanaf 15 oktober Effect vermindert naarmate omstandigheden gunstig zijn voor bladluizen Tolerante variëteiten Zaaizaadbehandelingen Clothiantin Bladbehandelingen Pyrethroiden Pirimicarb
Resistentie t.a.v. pyrethroiden Target-site mutatie L1014F kdr Goed gekend in andere insecten Uitgebreid beschreven in Groot-Brittanië en Ierland, minder op vaste land vooral bij Sitobion avenae Pas op: ook metabolische resistentie is gekend
Bedankt voor de gewaardeerde aandacht