Dictaat Studiemanagement



Vergelijkbare documenten
Sneller, Leuker en Makkelijker : Plannen. Pauline Jonker Maak Mij Wat Wijs!

StudieThermometer. Temperatuur wat aan de lage kant? Mw Demo Kandidaat Instelling Demo

Opdracht 1. Opdrachten tijdsbeleving

: je weet hoe je nu plant en hoe je jouw manier van plannen kunt verbeteren.

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet?

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Wat is belangrijk? ik kan me niet concentreren. ik heb geen zin. ik ben de helft weer vergeten. ik snap er niets van

De 5 stappen om goede voornemens te laten slagen

Timemanagement Kerngebieden onderscheiden

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

De voordelen en mogelijkheden van een goede planning 1

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.

Wil jij minderen met social media?

Ontdek je kracht voor de leerkracht

attitudes zelfstandig leren kennis vaardigheden

3 Hoogbegaafdheid op school

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Uitgave van Stichting Be Aware Januari 2015 WIL JE MINDER GAMEN?

Time-management Help! Ik houd tijd over

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Waar een wil is, is een Weg!

Hoe werkt het? Wat heb je nodig? Disclaimer.

Ebook Nooit Meer Afgeleid. Auteur: Mark Tigchelaar. Nooit Meer Afgeleid Mark Tigchelaar 1

Naam: Datum: Ik-Wijzer

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Bonus: Hoe goed ben jij momenteel?

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Sneller, Leuker en Makkelijker : Plannen. Pauline Jonker Maak Mij Wat Wijs!

Cosis Begeleid Leren

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Leerstijlentest van David Kolb Davy Jacobs, GDD1B

Test: Je ouders als studie oriëntatiecoach

Reflectiegesprekken met kinderen

Seksualiteit: Grenzen en Wensen

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

Online Psychologische Hulp Overspanning & Burn-out

Gefeliciteerd! 3. Laatste loodjes 6. Tot zover 12

Slim huiswerk maken, tips om huiswerk maken te begeleiden

- Waarschuwing- dit is een pittige les!

Succes: jouw eigen formule Oefeningen Opgedragen aan iedereen die bereid is om te groeien

Stap 6. Stap 6: Deel 1. Changes only take place through action Dalai Lama. Wat ga je doen?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Dé 14 fundamentele stappen naar geluk

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

PLANNING EN ORGANISATIE

Sporten Hoe begin je en hoe houd je het vol?

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Voormeting kandidaat

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Onderzoek Stress. 5 Juni Over het 1V Jongerenpanel

leer-actief werkboek Naam: 1

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Eerste hulp bij planning

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Time management - logboekanalyse en Eisenhowerschema

Bas Smeets page 1

Dit boekje is van:..

SLC. Opdracht 3 & 4. Soulia Moor CMD- 1B 29/11/ 11

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

Vul de enquête in. Bij deze enquête is het belangrijk dat elke vraag wordt ingevuld.

C. 3 Wat wil ik Wat is je ambitie/drive; jouw motivatie en interesse

PRIORITEITEN. drs. Ellen Bulder 1 SITUATIE

Kenmerken van werkstress en werkplezier en tips en handreikingen

Werkboek Het is mijn leven

Uitleg boekverslag en boekbespreking

E-BOOK. FIRST things first. In 5 stappen effectief omgaan met je tijd

Les1, Beperkende overtuigingen

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben

In 7 stappen naar een opgeruimd huis Hoe je op een makkelijke manier je opruimachterstanden inloopt

12/19/2013. Workshop mbt effectief studeren December Discipline en inzet. Motivatie Talenten. Kwaliteiten. Doelen. Bijsturen

Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen. Hoe leer je Pools? E-book

Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs

SLB eindverslag. Rozemarijn van Dinten HDT.1-d

Leren (kan je ) leren!

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

Huiswerk tips! Speciaal voor jou! Praktijk voor reflexintegratie & kindercoaching

Laser Focus. De 6 Concentratie Technieken Die Ze Je Niet Op Je Opleiding Leren..

Introductie. Vrijheid. Moed. Verbinding. Hoi dapper mens!

Ontdekken hoe je je tijd goed kunt beheren, bestaat voor. Jezelf voorbereiden op succes. Hoofdstuk 1. Leer jezelf kennen.

Je motivatie vormt de basis om dingen te veranderen.

Meer doen in minder tijd én met minder stress!

Time-management Help! Ik houd tijd over

BE HAPPY. 90-dagen Goed Gevoel conditionering programma

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

NIEUWE GEWOONTE in DRIE WEKEN

Het verkoop-adviesgesprek. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Verkopen

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

Dialogen website Motiveren tot rookstop

Help, ik kan niet slapen! Slaapproblemen bij jongeren

Communiceren is teamwork

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

BURN- OUT RISICO CHECK

Mindfulness Training. Leer binnen acht weken anders om te gaan met stress, ontwikkel aandacht voor het nu en ervaar meer rust.

6 Past je werk bij je privéleven? In deze prestatie ga je laten zien dat stage en privéleven best samen kunnen gaan.

HEADS LARGER THAN HANDS

Transcriptie:

Onderwijs en Studenten Service Centrum Dictaat Studiemanagement Where innovation starts

Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Leren & Studeren 3 3. Leerstijlen 5 4. Doelen Stellen 7 5. Planning & Tijdsbesteding 8 6. Time- en Stressmanagement 15 7. Motivatie & Concentratie 20 8. Het bestuderen van studieboeken en dictaten 29 9. Snellezen en Mindmapping 35 10. Het oplossen van vraagstukken 37 11. College & Instructie volgen 41 12. Tentamens 46 13. Tot slot 57 Literatuurlijst 58 1

1. Inleiding Het dictaat Studiemanagement is samengesteld door de studentenadviseurs van het Onderwijs en Studenten Service Centrum (STU) van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). In dit dictaat vind je informatie, tips en opdrachten om jouw studie optimaal te benutten en zo de gewenste studieresultaten te halen. Onderwijs heeft betrekking op de inhoud (leerstof), maar ook op de manier van omgaan met de inhoud: studiemanagement. Deze twee aspecten, inhoud en vaardigheden, zijn niet te scheiden. Wat voor de een werkt voor een goede studievoortgang, kan voor de ander nu juist belemmerend werken. Er is niet één juiste manier van studeren, maar dit dictaat kan je wellicht helpen met tips, voorbeelden en achtergrondinformatie. Creëer je eigen studieloopbaan! De studentenadviseurs van het Onderwijs en Studenten Service Centrum (STU) wensen je veel succes in je opleiding. Mocht je vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit dictaat of de gang van zaken in je studie of studeren, neem dan gerust contact met ons op. Het STU kun je vinden in Metaforum, MF 1.214. Je kunt ons ook bereiken op 040-2474747of mailen naar stu@tue.nl. 2

2. Leren & Studeren Op het VWO was leren je voornaamste activiteit. Op de universiteit noemen we dat studeren. Is er een verschil? Ja en nee. Ja, het onderwijssysteem is hier anders en je hebt de vrijheid om al dan niet de colleges te volgen en thuis nog aan zelfstudie te doen. Nee, in die zin dat studeren inhoudelijk gezien nog steeds het bekende leren is. Laten we dat leren eens toelichten. We nemen hiervoor een voorbeeld uit het VWO. Herinner je je eerste wiskundeles nog over de abc-formule? Waarschijnlijk niet meer. Dat is haast zeker abracadabra voor je geweest. Het onderwijssysteem op het VWO is echter zodanig dat je na de uitleg meteen een paar sommen ging maken waarin je de abc-formule toepaste, huiswerk kreeg voor de volgende dag en aan het eind van de week de formule bijna kon dromen. Daarna kreeg je nog 6 lessen over de verschillende toepassingen van de abc-formule en dan een proefwerk over je raadt het al de abc-formule. Met een mooi cijfer tot gevolg. Dat wat er op het VWO gebeurde, kan je uitzetten in een zogenaamde leercurve of onthoudcurve. Leren en vergeten gaan nu eenmaal samen. Het is gebleken dat mensen leerstof beter onthouden naarmate ze de leerstof op meerdere momenten bestuderen [1]. In de grafiek is te zien, dat na één keer de leerstof doornemen men gemiddeld 20 % onthoudt. Hoe vaker men de stof doorneemt, hoe makkelijker iets onthouden wordt. Gemiddeld hebben studenten vijf aanbiedingen nodig om daar voldoende rendement uit te halen. Colleges en soms instructies die in het TU/e-systeem zitten, zijn er daar twee van. De rest moet je zelf doen (zelfstudie). 3

2. Leren & Studeren Mariana van Hoek, 1e jaars Technische bedrijfskunde Ik kwam met hoge cijfers van het VWO en dacht dat mijn basiskennis voldoende zou zijn om op de TU/e een goede start te kunnen maken. Dat was ook het geval, alleen lag het tempo hoger dan ik had gedacht en moest ik dus alles vanaf het begin goed bijhouden. Ik was in feite een passieve leerder geworden, omdat ik niet geleerd had om zelf de lesstof te herhalen. Nu weet ik dat het onthouden van de lesstof niet kan zonder ook aan zelfstudie te doen. Loes hurkmans, 2e jaars Industrial Design Omdat er bij ID gewerkt wordt in semesters, is het soms moeilijk om de hoeveelheid werk goed te doseren. Je moet dus de discipline kunnen opbrengen om ook in de rustigere tijden - te studeren. Zorgen dat je bij bent met de stof en alle informatie goed beheerst. Toch blijft het soms wel lastig, zeker vlak voor een deadline. Ik merk wel dat wanneer ik het overzicht heb en op schema lig, het gemakkelijker is om te pieken op zulke momenten. Juan Bergen, 1e jaars Electrical Engineering En jij? Hoe denk je het jouw afgaat? Het aantal leermomenten zoals op het VWO, waar iets soms wel 20 keer wordt aangeboden, hoeft zeker niet. Maar alleen de colleges en instructies bijwonen en dan voor het tentamen de theorie doornemen lukt gegarandeerd ook niet! Voor ieder vak zul je op zoek moeten naar de juiste mix. Studeren is het zo efficiënt mogelijk omgaan met studietijd en leerstof. 4

3. Leerstijlen Mensen verschillen in de wijze waarop ze leren. In het leerproces zijn verschillende fases te onderscheiden, zoals het verzamelen van informatie, het toetsen van nieuwe inzichten of het nadenken over dingen die je overkomen. De Amerikaans psycholoog David Kolb deed onderzoek naar verschillende manieren van leren van mensen en hij onderscheidde vier fases [2,3]: Kolb ontdekte dat mensen de neiging hebben om vooral die leerfase te ontwikkelen waar ze van nature toch al sterk in zijn. Hij pleitte ervoor dat mensen ook aandacht zouden besteden aan manieren van leren waarin ze minder goed in zijn. De leercyclus zal dan vollediger en evenwichtiger worden doorlopen, waarbij elke fase voldoende aandacht krijgt. De vier onderstaande verschillende leerstijlen worden op de volgende pagina uitgelegd. Deze vier fases volgen elkaar logischerwijs op: als je iets meemaakt (concreet ervaren) is het belangrijk dat je hier op terug kijkt en je ervaringen overdenkt (reflectie). Vervolgens maak je het concreet (begripsvorming) en bedenk je een aanpak waarmee je de volgende keer een vergelijkbare situatie kunt aanpakken (experimenteren). Dit wordt door Kolb beschreven als een cyclisch proces dat idealiter altijd in dezelfde volgorde (maar niet altijd vanuit hetzelfde beginpunt) wordt doorlopen. Mensen hebben echter voorkeuren voor bepaalde fases uit deze cyclus: ze beginnen bij voorkeur in één bepaalde fase of besteden er de meeste tijd aan. 5

3. Leerstijlen De dromer kijkt hoe anderen een probleem aanpakken en denkt eerst na voordat hij iets doet. Hij ziet veel oplossingen, omdat hij een probleem vanuit veel standpunten kan bekijken. Daardoor neemt hij beslissingen soms traag. Kenmerkend: wat is er nieuw? Ik ben overal voor in.! Tip Probeer eens te bedenken welke leerstijl jij gebruikt en welk effect dit heeft op jouw manier van studeren. De denker is goed in logisch denken en redeneren. Hij probeert algemene regels te ontdekken en leert het liefst uit boeken. Het is belangrijker dat ideeën logisch zijn, dan dat ze praktisch uitvoerbaar zijn. Kenmerkend: Ik wil hier graag even over nadenken. De beslisser plant een taak en voert die uit. Hij is niet zo geïnteresseerd in theorieën. Hij doet het goed in conventionele intelligentietesten. Houdt zich liever bezig met technische problemen dan met mensen. Kenmerkend: Hoe is dat met elkaar gerelateerd? De doener houdt van experimenteren en lost problemen op door iets uit te proberen. Hij past zich goed aan aan nieuwe situaties. Soms kan een doener drammerig overkomen in zijn dadendrang. Kenmerkend: Hoe kan ik dit toepassen in de praktijk? @ Internet Wil je weten welke leerstijl bij jouw past? Op internet zijn verschillende leerstijlentesten te vinden, die je kunt invullen, waarna je direct een uitslag krijgt. Heb je interesse, google dan op leerstijlentest van Kolb! 6

4. Doelen Stellen Doelen sturen je gedrag. Als je geen doelen hebt, maakt het niet zoveel uit wat je doet. Stel: je gaat een dagje auto rijden. Als je geen doel hebt maakt het niet uit of je links of rechtsaf gaat, de autobaan neemt of een zandweg. Als je een dagje recreatief wilt toeren, heb je een doel. Je weet dan dat je beter het mooie landweggetje kunt nemen dan de autobaan met grote kans op file. Kortom: doelen zijn gemakkelijk omdat ze je helpen bij het nemen van beslissingen. Dat geldt niet alleen voor jou als individu, maar ook voor groepen en organisaties. Als tijdens een groepsoverleg blijkt dat men het niet met elkaar eens is, kan het verwijzen naar een gemeenschappelijk doel soms de doorslag geven. Maar hoe stel je haalbare doelen? Een visie zonder taak is slechts een droom, een taak zonder visie is geestdodend, een visie en een taak is de hoop van deze wereld. uit een kerk in sussex Engeland, rond 1730 4.1. SMART doelen Vaak wordt het stellen van doelen verward met het hebben van goede voornemens. Denk maar aan de mensen die zich op 1 januari voornemen om te stoppen met roken. Is stoppen met roken een voornemen of een doel? Het is een goed voornemen, want als het je lukt leef je gezonder en voor medemensen kan het aangenamer zijn. Als doel is stoppen met roken wat vaag. Want wanneer stop je met roken? Is dat nu meteen of over twee weken? Wat bedoelt iemand precies met stoppen, wil dat zeggen één sigaret per dag of alleen maar een paar sigaretten op feestjes of geen enkele sigaret meer? Goede doelen stellen betekent SMART doelen stellen [4,5]. Een doel is SMART als het Specifiek, Meetbaar, Aanwijsbaar, Realistisch en Tijdgerelateerd is. Oefening Maak voor jezelf een doelstelling voor de komende periode. Probeer hierbij de doelstelling zo SMART mogelijk te maken. Specifiek Het doel is niet vaag, maar zo concreet mogelijk. Meetbaar Je moet kunnen nagaan of het specifieke doel ook omgezet wordt in handelingen die meetbaar zijn. Aanwijsbaar Het is duidelijk wie wat moet doen om het doel te bereiken. Dit geldt vooral voor groepsdoelen. Realistisch Dit verwijst naar de haalbaarheid van doelen. Soms zijn doelen zo hoog gegrepen dat het bijna niet mogelijk is om ze te halen. Het niet halen van doelen werkt demotiverend. Doelen die te laag gesteld zijn, worden makkelijk gehaald, maar dat levert niet veel bevrediging op. Tijdgerelateerd Er moet duidelijk een begin- en een eindtijd afgesproken worden. Wanneer begin je met het verrichten van activiteiten om je doel te bereiken en wanneer wil je het doel bereikt hebben? V Voorbeeld Ik wil mijn AUTO-rijbewijs (specifiek) halen (meetbaar). Hiervoor moet ik (aanwijsbaar) nog 20 rijlessen volgen en een proefexamen doen (realistisch). Ik wil mijn rijbewijs hebben voor 1 januari 2013 (tijdgebonden). 7

5. Planning & Tijdsbesteding Op de meeste faculteiten is het rooster in het eerste jaar nog een vrij strak schema, toch zal je de tijd zelf in de gaten moeten houden. Planning en uitvoering is bij uitstek een terrein waarbij je zelf initiatieven moet nemen, en waarbij het van belang is dat je doorzet en volhoudt. Is plannen zinvol voor mij? JA NEE Het duurt erg lang voor je goed en wel aan de gang bent als je aan je bureau gaat zitten. Je begint met van alles en nog wat, maar niet aan je studie. Je begint aan een vak, maar al snel start je weer met een ander vak. Je hebt het gevoel dat het werk je boven het hoofd groeit. Je werkt onregelmatig: het ene moment heb je vrijwel niets te doen, terwijl je op het andere moment veel te hard moet werken. Je merkt dat je de laatste tijd wel erg veel colleges en/of instructies gemist hebt. Je merkt dat je de stof niet echt kan volgen en de oefenopgaven heb je niet eens geprobeerd te maken. Als je een of meer van de bovenstaande problemen bij jezelf herkent, dan kan het helpen om te gaan werken met een planning [6]. Bram Hoevenaars, 2e jaars Technische Bedrijfskunde Met een plan werken houdt niet in dat je meer uren zou moeten maken, maar wel dat je die uren beter verdeelt en dat je efficiënter studeert. De beslissing hoeveel uren je wilt maken, zal je zelf moeten maken! Achmed Birksan, 1e jaars Technische Natuurkunde In het eerste semester heb ik nauwelijks gepland, omdat dit niet nodig was om de lesstof bij te houden. In het tweede semester heb ik ervaren dat het bijhouden van een planning me meer overzicht gaf. Hierdoor kreeg ik meer rust. Een goede planning zorgt ervoor dat ik weet dat ik straks voldoende voorbereid ben voor mijn tentamens. Marije Sleutjes, 2e jaars Scheikundige Technologie Voor mij werkt het om op vaste tijdstippen te studeren. Zo heb ik een regelmatig studieritme en weet ik ook wanneer ik tijd kan besteden aan mijn hobby paardrijden en andere leuke dingen. 8

5. Planning & Tijdsbesteding 5.1. Tijdsbesteding Voor het maken van een planning is het noodzakelijk dat je inzicht hebt in de manier waarop jij je tijd indeelt en besteedt: op welke tijden kun je studeren, hoeveel tijd vergen niet-studieactiviteiten, op welke tijden studeer je het best, etc. Een goede manier om deze gegevens te verkrijgen is het bijhouden van wat je precies doet middels een tijdsbestedingformulier. Op het formulier kun je zeer gedetailleerd aangeven waar je mee bezig bent en hoe lang. Er wordt gebruik gemaakt van kleurcodering. Dit formulier vul je achteraf in. Je kunt dit het beste aan het einde van de dag doen, omdat je dan nog het beste weet wat je precies gedaan hebt. Het formulier is bedoeld om je bezigheden gedurende een week te registreren. Wanneer je nauwkeurig bijhoudt hoe je dagen verlopen, krijg je een overzicht van het aantal uren dat je in die week hebt besteed aan het volgen van onderwijs (colleges, instructies, practica) en van hetgeen je in de resterende tijd hebt gedaan. Het tijdsbestedingformulier is te vinden op de volgende pagina en op http://w3.tue.nl/fileadmin/stu/formulieren/tijdsbesteding.pdf.! Planning Tip 1 Houd gedurende de week bij wat je uitvoert en stel waar nodig je planning bij. Houd goed bij wanneer en waarom je afwijkt van de planning en gebruik deze informatie aan het eind van de week om de doelen te kunnen stellen voor de volgende week. Een planning is niet statisch maar dynamisch. Hoe besteed jij je tijd? Uren per week Totaal 168 uur Slapen - 56 uur Eten, aankleden e.d. - 28 uur Werken - 8 uur Boodschappen, wassen, koken e.d. - 7 uur Sport / hobby - 6 uur Ontspannen, pauzes - 21 uur ----------------- Totaal over voor studie 42 uur (!) Het tijdbestedingformulier is bovendien nuttig om een antwoord te krijgen op vragen als: hoeveel uur besteed ik aan (zelf)studie, hoe is dit verdeeld over de verschillende vakken, op welke tijden studeer ik, hoeveel tijd besteed ik aan hobby s, uitgaan, eten, etc. Het resultaat van een dergelijke inventarisatie kan behoorlijk afwijken van het idee dat je zelf hebt, hetgeen je kan doen besluiten veranderingen in je tijdbesteding aan te brengen. 9

5. Planning & Tijdsbesteding Tijdsbestedingsformulier Uur Ma Di Wo Do Vr Za Zo 07.00 08.00 09.00 10.00 11.00 12.00 13.00 14.00 15.00 16.00 17.00 18.00 19.00 20.00 21.00 22.00 23.00 Kleur Activiteit Kleur Activiteit Rood: Zelfstudie Geel: Studiepauze, ontspanning Groen: College, instructie Wit: Slapen Blauw: Eten / Wassen e.d. Bruin: Noodzakelijk kwaad Gebruik de kleurcode om eenvoudig te markeren in welke categorie je bezigheden vallen. Onder noodzakelijk kwaad vallen activiteiten als reizen en werken. En denk er aan dat je de pauzes tussen de colleges door niet meetelt als studie-uren. Activiteiten waarvan je vindt dat ze niet in een van de genoemde categorieën passen, kun je afzonderlijk op het formulier vermelden. Houd je echter zoveel mogelijk aan de kleurencode: je ziet dan in een oogopslag hoe de categorieën over de dagen verdeeld zijn. Bovendien kun je meerdere formulieren eenvoudig met elkaar en je eigen resultaten met die van andere studenten vergelijken. De realisering kun je het best elke dag bijhouden. Aan het eind van de week bereken je dan per dag en per week: a) Het totaal aantal gerealiseerde studie-uren (rood + groen); b) Het totaal aantal gerealiseerde zelfstudie-uren (rood). Vervolgens geef je aan hoe de gerealiseerde zelfstudie-uren zijn verdeeld over de verschillende studie-onderdelen. Let op! De tijd die iemand wil en kan investeren is voor iedereen verschillend. Zo ook de tijd die je uiteindelijk besteedt. 10

5. Planning & Tijdsbesteding 5.2. Plannen 5.2.1. Soort planning Op grond van wat je plant, onderscheiden we de tijdplanning en de leerstofplanning. Bij een tijdplanning bepaal je van tevoren hoeveel tijd je, in de periode waarop de planning betrekking heeft, aan je studie wilt besteden. Bij een leerstofplanning bepaal je welke stof je af wilt ronden, ongeacht de tijd die je daarmee kwijt bent. Een tijdplanning is nuttig wanneer: 1. Je ontevreden ben over je totale hoeveelheid zelfstudie (teveel/te weinig). 2. Bepaalde vakken in het gedrang komen omdat je er te weinig tijd aan besteedt. 3. Je ontevreden bent over de tijden waarop je studeert (bijv. te weinig regelmaat, erg versnipperd studeren, s avonds laat of s nachts studeren). De tijd vormt hierbij dus het uitgangspunt. De hoeveelheid leerstof die je in die periode kunt afronden dien je natuurlijk wel in de gaten te houden. Bij leerstofplanning vormt de leerstof het uitgangspunt. Je kiest ervoor om leerstof af te ronden en je zult wel zien hoeveel tijd je daarvoor nodig hebt.! Planning Tip 2 Een planning is een schatting en je zult dus per definitie je planning moeten bijstellen. Houd daar bij het opstellen rekening mee. Plan extra ( buffer ) uren in en stel je doelen niet te hoog. 5.2.2. Combinatie Vaak zul je deze twee vormen van planning moeten gaan combineren. Wanneer je een tentamenplanning gaat maken weet je als het goed is precies wat je voor welk vak moet bestuderen en hoeveel tijd je nog hebt tot de tentamens. De kunst is nu de te bestuderen stof in te plannen in de beschikbare tijd. Je gaat dus per dag inplannen wat (hoeveel) je aan welk vak gaat doen. Als je in tijdsnood komt, moet je keuzes gaan maken over hoe je die tijd het best kan besteden. In dat geval is het essentieel dat je weet hoeveel tijd je te besteden hebt en dat je weet welke stof je moet nog moet verwerken om op tentamenniveau te komen. Een combinatie van tijd- en leerstofplanning is dan erg nuttig. Een leerstofplanning is nuttig wanneer: 1. Je tijdens de collegeweken het doel hebt de leerstof bij te houden, zowel theorie als opgaven. 2. Je gemerkt hebt dat je niet alle stof kon doorwerken voor het tentamen. 11

5. Planning & Tijdsbesteding 5.2.3. Plannen op korte en lange termijn Voor verschillende perioden kun je een planning maken. Zo kun je een planning per week maken, een tentamenplanning (bijvoorbeeld 3 weken voorafgaand aan de tentamenperiode) of een langere termijnplanning wanneer je een semestervak volgt, stage loopt of bijvoorbeeld aan het afstuderen bent. Weekplanning De weekplanning is ervoor bedoeld dat je gelijk op kunt blijven werken met colleges en instructies. De leerstof is hier dus je uitgangspunt en die zal je in die week moeten plannen. Wanneer je deze weekplanning gedurende het kwartiel kunt volhouden, ben je al een eind op weg met de voorbereiding voor je tentamens. Om een goede weekplanning te kunnen maken, moet je een aantal gegevens verzamelen, namelijk: 1. van elk vak je college-, instructie- en practicatijden, OGO-tijden etc. 2. je vaste afspraken, zoals je vaste trainingsavond van je sportvereniging, je vaste uitgaansavond(en), etc. 3. de hoeveelheid tijd die je kwijt bent aan boodschappen doen, koken, eten, poetsen, reizen, etc.. Dit inzicht kun je o.a. krijgen door het bijhouden van het tijdsbestedingformulier op pagina 10. Tijdsplanning van week... t/m... Uur Ma Di Wo Do Vr Za Zo 07.00 08.00 09.00 10.00 11.00 12.00 13.00 14.00 15.00 16.00 17.00 18.00 19.00 20.00 21.00 22.00 23.00 12

5. Planning & Tijdsbesteding Met deze gegevens in je achterhoofd kun je een begin maken met een weekplanning. Let hierbij op de volgende zaken: 1. Plan buffers. Dit zijn uren die je vrijhoudt voor studie maar waarin je geen studieactiviteiten plant. Wanneer je planning dan te optimistisch blijkt te zijn (je kwam niet uit die ene som, de stof was toch moeilijker dan gedacht, er kwam een andere activiteit tussen door), dan gebruik je de buffer om werk in te halen. Was je planning goed of heb je zelfs tijd over? Dan heb je de buffer vrij voor andere dingen! 2. Op welk moment van de dag kun jij je het best concentreren; s ochtends, s middags of misschien s avonds? Plan zelfstudie dan vooral op die momenten. Het formulier voor de tijdsplanning, zoals hiernaast, is ook te vinden op http://w3.tue.nl/fileadmin/stu/formulieren/tijdplanningformulieren.pdf! Planning Tip 3 Het werkt het handigste wanneer je van achter naar voor plant. Dat wil zeggen: vanaf de dag dat je het betreffende tentamen hebt, ga je terugplannen, net zolang tot al de te bestuderen stof verdeeld is over de beschikbare weken. Je voorkomt hiermee dat je op het einde van je planning in tijdnood blijkt te komen, waardoor je opnieuw moet beginnen met plannen.! Planning Tip 4 Houd rekening met je eigen voorkeur voor het invullen van zelfstudie. De een concentreert zich liever langere tijd helemaal op één vak, de ander werkt liever afwisselend aan een aantal vakken. Lange termijnplanning Wanneer het je gelukt is een goede weekplanning te maken (en je hier dus ook daadwerkelijk aan te houden!) kun je verder gaan met een planning voor meerdere weken, de zogenaamde lange termijnplanning. Hierin hoef je niet meer voor ieder uur aan te geven wat je precies gaat doen, maar het is de bedoeling dat je per dag aangeeft welke stof je wilt behandelen. Op deze manier kun je je goed voorbereiden op de tentamens. Doordat je weken van tevoren al weet wanneer je wat wilt behandelen, kom je er ook tijdig achter als de hoeveelheid stof bijvoorbeeld meer is dan je verwacht had. Je hebt dan nog genoeg ruimte om buffers in te plannen voor eventuele studieonderdelen die extra tijd blijken te vragen. Tentamenplanning Uiteraard is een planning maken voor een tentamen dé ideale manier om je hierop voor te bereiden. Meer informatie hierover vind je in hoofdstuk 12: Tentamens. 13

5. Planning & Tijdsbesteding Oefening Vind je het lastig om je aan je planning te houden? Beschrijf concreet waar je tegen aan loopt en hoe je dit wilt gaan aanpakken. Schrijf dit hieronder op en schrijf er ook een datum bij wanneer je je actiepunten wilt gaan uitvoeren... Oefening Maak voor 1 week een planning en vul in het schema hieronder in wat je per dag inplant. Aan het einde van de dag schrijf je op hoe de dag gegaan is. Heb je de taken die je voor die dag gepland had ook daadwerkelijk uitgevoerd, of zijn er taken blijven liggen? Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag 1. Als je alles gehaald hebt kleur je het vakje groen en heb je op een dag de taken niet gehaald kleur je het rood. 2. Hoeveel groene vakjes zijn er aan het einde van de week? Ben je hier tevreden mee? Wat heb ik gepland? Hoe is dit gegaan? 14

6. Time- en Stressmanagement Veel mensen laten vaak weten dat ze erg druk zijn en het druk hebben. Een gesprek begint er al vaak mee: hoi, hoe gaat het? Oh, druk druk druk! Een beetje drukte, spanning en stress in je studie of werk is meestal ook wel een gezonde zaak. De meeste studenten hebben (enige) druk nodig om lekker te functioneren en creatief te kunnen zijn. Steeds meer studenten klagen echter over werkdruk (of studiedruk). Stress kan meerdere oorzaken hebben. Vaak zit de drukte zogezegd meer tussen de oren dan tussen de pagina s van de agenda. Wat die drukte concreet inhoudt, is dan niet helemaal duidelijk. De beleving van veel activiteiten en veel versnippering is in dit geval meestal de grote oorzaak van de stress. Een belangrijk punt om deze oorzaak aan te pakken, is het inzicht krijgen in welke activiteiten gedaan moeten worden en hoeveel tijd dat kost. Dit is de basis van time management. Om een goede keuze te maken moet je weten waar je prioriteiten liggen. Hoe bepaal je die? Waar kun je tijd mee winnen? Hoe ga je om met planningen? Je kunt je acitiviteiten op een juiste manier rangschikken door te kijken naar twee factoren [7]: 1. Hoe belangrijk is het? 2. Hoe dringend is het? Het kan echter ook zo zijn dat de werkdruk écht te hoog is. Dit kan ten koste gaan van je plezier om te studeren en zelfs lichamelijke klachten tot gevolg hebben. In dat geval kan het verstandig zijn om je huisarts te raadplegen of om aan te kloppen bij het STU. Omgaan met spanning en stress valt namelijk te leren. 6.1. Time management Tijd is een belangrijk middel om je werk te doen. Je dient er dus goed mee om te gaan. Het niet goed met tijd kunnen omgaan is ook een belangrijke stressfactor, naast de eerdergenoemde versnippering. Veelal is de werkdruk hoog, wat automatisch inhoudt dat er keuzes gemaakt moeten worden. Oefening Maak voor jezelf eens een lijst van alle activiteiten die je moet doen en geef daar prioriteiten in aan met behulp van de volgende stappen: 1. Wat zijn je doelen / wat wil je bereiken? 2. Wat moet je daar voor doen (welke activiteiten moeten uitgevoerd worden)? 3. Rangschik je activiteiten naar belangrijkheid. 4. Plan deze activiteiten. 15

6. Time- en Stressmanagement Oefening Een andere belangrijke factor in het omgaan met tijd is proberen te achterhalen waar veel tijd in gaat zitten die niet effectief is [8]. Dit zijn zogenaamde tijdrovers. Lees de onderstaande lijst door en kruis die factoren aan die voor jou gelden. O Geen doelen, prioriteiten of dagelijks werkplan O Wisselen van prioriteiten O Werk niet afmaken O Incident- of crisis management O Telefoon O Geen deadlines O Dagdromen O Hobby O Teveel in eens willen / onrealistische tijdsinschatting O Gebrek aan zelfdiscipline O Chaotisch en/of chaotische werkplek O Gezelligheid O Besluiteloosheid O Onduidelijke verwachtingen / onvoldoende informatie O Alles alleen willen doen O Teveel aandacht voor routinetaken O Email / internetten O Overhaaste beslissingen O Niet kunnen luisteren! Tijd Tip 1 O Langs elkaar heen werken Houd je niet bezig met O Medestudenten met problemen problemen die je op dat O Activiteiten vereniging moment toch niet kunt O Gebrek aan motivatie oplossen. Richt je liever op zaken waar je wel wat aan O Geen coördinatie kunt doen. O Computerspelletjes O Onvoldoende opgewassen tegen veranderingen O Geen nee kunnen zeggen O Bezoek O Overleg O Gebrekkige, overvloedige en/of onduidelijke communicatie O Uitstellen O Onderbrekingen O Televisie kijken Veel van de hiernaast genoemde tijdrovers zullen herkenbaar voor je zijn. En de meeste hiervan worden door jezelf veroorzaakt. Ook indien de tijdrovers door anderen veroorzaakt worden, ben jij zelf altijd nog diegene die hierop in kan gaan, of niet. Natuurlijk is er soms sprake van overmacht, maar dit zijn meestal incidenten. Heb je prioriteiten dus helder en maak eventueel afspraken met de mensen uit je omgeving, zodat ook zij op de hoogte zijn van jouw prioriteiten! 16

6. Time- en Stressmanagement 6.2. Stressmanagement Om goed om te gaan met werkdruk moet je stress kunnen hanteren. De ene persoon heeft het meer in zich dan de ander. Want waar de één spanning omzet in alertheid en moeiteloos snel schakelt tussen werkzaamheden, raakt de ander het overzicht kwijt en in paniek. Een te hoge werkdruk ontstaat als je weinig tijd hebt om het gevraagde (geplande) werk af te krijgen. Of je hebt het idee dat je continu op je tenen moet lopen om het gevraagde niveau te kunnen halen. Dat veroorzaakt spanning, ook wel stress genoemd. Is de spanning niet zo groot en ligt het gevraagde maar net buiten je huidige mogelijkheden, dan is het creatieve spanning. Dit zorgt ervoor dat je leert, je ontwikkelt en je mogelijkheden vergroot. Als de spanning te hoog oploopt, gaat dit ten koste van je plezier om te studeren, je creativiteit en je effectiviteit. Als de spanning te lang aanhoudt, kan dit zelfs ten koste gaan van je gezondheid. Of de werkdruk iemand teveel wordt, hangt af van een aantal factoren: 1. Je belasting: de hoeveelheid werk, het niveau van je werk, de manier waarop je ermee omgaat en de drukte in je privéleven. 2. Je draagkracht: de opleiding, vaardigheden en algemene conditie. Ook een te lage werkdruk is niet goed voor je. Als je je nooit hoeft in te spannen, krijg je net zo goed klachten. Heb je wel eens gewerkt tijdens een rustige periode, bijvoorbeeld een vakantieperiode? Als er niets te doen is, duren de dagen ontzettend lang. Is het onverwacht wel een drukke dag, dan is het eigenlijk vaak meteen teveel. Het gaat dus om de balans. 6.2.1 Draagkracht en belasting In hoeverre je werkdruk kunt hanteren, hangt af van de mate van belasting die je als persoon op je bordje hebt en je draagkracht. Belasting In een studiesituatie houd je tegelijkertijd meerdere ballen in de lucht. Elke extra bal verhoogt de belasting die op je rust, zoals: - Eén of meer bijba(a)n(en) naast je studie; - Tijdrovende hobby s; - Huishouden; - Relaties; - Roerig privéleven, bijvoorbeeld een verhuizing. Draagkracht Draagkracht (of belastbaarheid) verschilt van persoon tot persoon en van periode tot periode. Heb je een griepje onder de leden, dan vermindert dat je draagkracht. Als je een langere tijd een hoge werkdruk hebt, vermindert dat ook je draagkracht. Dat maakt dat langdurige stress als een sneeuwbal werkt. Een te hoge belasting vermindert als het lang duurt ook je draagkracht. Onderzoek heeft uitgewezen dat vermoeidheid de belangrijkste oorzaak van klachten is. Zorg dus dat je goed uitgerust bent, een goede conditie hebt en wees alert op zaken waardoor je vermoeid en uitgeput raakt. Zo kun je stress beter hanteren. Degenen die het slechtst gebruik maken van hun tijd, klagen vaak als eersten dat ze er te weinig van hebben. Jean de la Bruyere 17

6. Time- en Stressmanagement! Tijd Tip 2 Buig negatieve gedachten om in positieve. Dus in plaats van: Ik kan dit echt niet, het gaat me nooit lukken, denk je: Ik probeer het gewoon, eens kijken hoever ik kom, anders vraag ik iemand om me te helpen. 6.2.2. Verhoog je stressbestendigheid Een beetje stress is niet erg. Het is zelfs goed voor je en helpt je beter te presteren. De kunst is om te zorgen dat de mate waarin je belast wordt (of jezelf belast) niet structureel hoger is dan je draagkracht. Daar kun je zelf van alles aan doen. Vaardigheden 1. Leer grenzen stellen: zeg vaker nee! 2. Communiceer duidelijk wat je wilt (dat kan alleen als je weet wat je wilt!). Tip: vervang voor jezelf regelmatig het woord moeten door willen en kijk of het dan nog klopt. 3. Leer om jezelf te ontspannen. Het is een misverstand om te denken dat ontspannen automatisch gebeurt als je niets doet. Zoek afleiding! 4. Leer de signalen van stress bij jezelf te herkennen, zodat je tijdig je activiteiten hierop kan aanpassen. 5. Leer time management (in de cursus Studiemanagement) en organiseer daarmee je werk zo dat het past binnen de tijd die je ervoor hebt. Zeg nee tegen alles wat teveel is. 6. Leer productief denken: vaak blijkt dat je zelf een belangrijk aandeel hebt in de gevoelens van stress. Relativeer, laat los en denk niet in rampscenario s. Leer trucjes om jezelf bij te sturen.! Tijd Tip 3 Trek geen overhaaste conclusies: maak onderscheid tussen wat er echt gebeurt, je gedachten erover en wat je erbij voelt. Levensstijl Ook je levensstijl heeft invloed op je stressbestendigheid, zo zullen de volgende punten je helpen deze te verhogen. 1. Zorg voor voldoende ontspanning en afleiding. 2. Doe regelmatig aan sport. 3. Eet gezond en regelmatig. 4. Rook en drink met mate, of niet. 5. Zorg voor een goede nachtrust.! Tijd Tip 4 Je kunt een korte time out nemen. Een blokje om doet wonderen. Neem even tijd en rust. 18

6. Time- en Stressmanagement Even ontspannen Wat voor jou werkt om te ontspannen na of tijdens een stressvolle situatie of periode, weet je zelf het beste. Niets doen werkt alleen als je al ontspannen bent. Het is in ieder geval belangrijk om afleiding te zoeken. De volgende activiteiten kunnen daarbij helpen: 1. Tijdens het studeren even een ommetje maken. 2. Tien minuten dromen over een heerlijke tropische vakantie. 3. Ontspanningsoefeningen doen. 4. Lekker koken. 5. Rustig een boek lezen. 6. Sporten.! Tijd Tip 5 Hoe tegenstrijdig het ook lijkt, probeer vooral te ontspannen in een stresssituatie. Hierdoor kun je beter nadenken en voorkom je dat je in een opwelling gaat handelen. Om te kunnen ontspannen kun je je aandacht op je ademhaling richten. Adem rustig in en uit vanuit je buik. Als het ervaren van een (te hoge) werkdruk (eventueel in combinatie met andere stressfactoren) lang aanhoudt, kun je er klachten van krijgen. Klachten in verband met een hoge werkdruk zijn niet alleen voor watjes, de zwakkeren en nerveuze types: ieder mens heeft zijn grenzen. Integendeel zelfs: vaak branden juist de mensen die altijd net dat beetje extra geven, op een gegeven moment op. Daarom is het belangrijk te leren omgaan met stress! 6.3. Informatiestress Veel studenten en kenniswerkers lijden aan informatiestress. Van alle kanten stromen de e-mails, nieuwsbrieven, rapporten, leuke filmpjes, belangrijke weblogberichten en interessante links toe. Het opnemen en verwerken van al deze potentieel interessante informatie is vrijwel onmogelijk. En dat frustrerende besef kan weer tot stress leiden. Slim omgaan met informatiestromen leidt tot meer vrije tijd en een leeg hoofd [9, 10]. Al deze informatie, zoals inkomende e-mail berichten leiden je tijdens het studeren alleen maar af. Ook je telefoon kan zorgen voor de nodige afleiding. Je lost informatie-overbelasting op door anders, zelfbewuster en assertiever, met informatie om te gaan. Plan een moment van de dag voor je e-mails, bijvoorbeeld een uur aan het einde van de dag en open gedurende de dag verder geen e-mails. Wees selectief in het versturen van e-mails, want hoe meer je er zelf stuurt, hoe meer je er krijgt. Zet je telefoon helemaal uit op de momenten dat je je echt moet concentreren op je studie. 19