Vervolg ambtelijk advies toekomst SW- oud

Vergelijkbare documenten
GEMEENTE OLDEBROEK. Informatie van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Oplegnotitie begroting 2017

De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Hiervoor ontvangen zij een Rijkssubsidie.

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Toekomst Promen

Het college van Burgemeester en Wethouders Gemeente Zoetermeer Engelandlaan EB Zoetermeer Postbus BA Leidschendam

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Lokale uitvoering Participatiewet. Datum: 13 mei Decosnummer: 192

Bestuurlijke structuur Wet Werken naar Vermogen en Wet sociale werkvoorziening

Dit scenario biedt geen perspectief om de voorziene toename van het tekort op de WSW-subsidie te compenseren (pagina 37).

De detacheringswijzer. Publiek detacheren onder de Participatiewet: ongewenst of juist noodzakelijk?

Aan de raad van de gemeente Wormerland

B&W Vergadering. Dossiernummer 1637 Vertrouwelijk Vergaderdatum 25 april 2017 Agendapunt Zaaknummer Gemeenteraad

In de begrotingen van PAUW Bedrijven wordt uitgegaan van onderbouwingen en aannames. Hiervoor wordt verwezen naar de betreffende documenten.

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Verkenning visie WSW WEZO

In de volgende paragrafen volgt een nadere uiteenzetting van tijdstippen en besluiten,.

Managementsamenvatting

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: Raadsvergadering van 19 april 2012 Agendanummer: 6.2. Onderwerp: Herstructurering Sociale Werkvoorziening

Uitvoering Participatiewet en positie WAVA hierin Volgnr Corsa kenmerk Portefeuillehouder wethouder P.

Presentatie Rapport Samen Verder Bouwen

Raadsvoorstel agendapunt

Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen

Ontwerpbegroting Vixia 2014

Onderzoeksopdracht transformatie WSW

Vragen toekomststrategie ATEA voor de tweede beeldvormende sessie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Onderwerp: Gewijzigde begroting 2014, ontwerpbegroting 2015 en scenariokeuze transitie werkvoorzieningsschap Zaanstreek-Waterland (Baanstede).

Transitieplan. 12 september 2013

Doetinchem, 15 juni 2018

Voorstel voor gemeenteraad Hoogeveen

4. Ten aanzien van de conceptmeerjarenbegroting uw zienswijze kenbaar maken aan het bestuur van WOZL.

Informatiebijeenkomst Plan van Aanpak n.a.v. Akkoord van Westerlee. Gemeente Menterwolde 19 april 2016

RAADSVOORSTEL. Nummer 2018/52

Ondertussen.. In de SW

Sessie 16: Hoe werkt beschut werk onder de Participatiewet

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Analyse en visie BaanStede in het licht van de Participatiewet

Transitie Wsw BWR - Gemeente Haren

Raadsvoorstel. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA B 1b 12/303. jaar stuknr. Raad. Onderwerp: Aanvraag herstructureringsfaciliteit Wsw

Beschut werk in Aanleiding

Portefeuillehouder : W.W. Buunk Nee Onderwerp : Uitvoering Wet sociale werkvoorziening vanaf 2020

Schakelen tussen schaalniveaus sturen over organisatiegrenzen heen

Onderwerp : Jaarstukken 2016 IJmond Werkt!

VERGADERING GEMEENTERAAD 2014

Adviesaanvraag van de gemeente aan de Adviesraad sociaal domein.

Promen: een duurzame en gemeenschappelijke toekomst?

Portefeuillehouder: M. Verschuren Behandelend ambtenaar R.J. Bolt, (t.a.v. R.J. Bolt)

onderwerp: Beleidsregels terugkeergarantie bij beëindiging begeleid werken in het kader van de Wsw

Stichting IMpact de nieuwe ATB-organisatie

BaanStede in het licht van de Participatiewet

UITVOERINGSVARIANTEN PROMEN

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015

Arbeidsontwikkelbedrijf

Collegevoorstel BEDRIJFSVOERING. Ja, zonder beperkingen Dienstverlening. Afdeling Bedrijfsvoering. Pilot verloning payroll bij de WAA

Collegevoorstel. Uitvoeringsovereenkomst Verordening PGB Wsw

Oss. In het vervolg van uw advies geeft u ons nog 12 adviezen, omdat volgens u een aantal zaken. r40472

RAADSVOORSTEL. 1. Akkoord te gaan met de gestelde voorwaarden voor aandelenovername.

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening

Naar een Zoetermeers Werkbedrijf. 1 e kaderbijeenkomst 16 oktober 2018

Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks

Registratienummer. Datum: 16 september Afdeling / Team: MO / Beleid

r , Website t ARCHIEFEXEMPlAAR

Inhoud. Participatiewet & Participatiebudget. Indicatie aantallen (bijstand en nieuw instrumentarium) Aanleiding en opdracht werkgroep

Raadsvergadering : 15 december Voorstelnr. : R : omzetten tijdelijke contracten in vaste contracten bij medewerkers van Wedeka.

Collegebesluit. Onderwerp Onderzoek naar oprichting Participatiebedrijf

Geachte voorzitter, BSW/ RIS Aan de voorzitter van de Commissie Samenleving. Spui DJ Den Haag

Voorstelnummer: Houten, 18 maart 2014

Raadsvoorstel Inleiding 1. Lokaal netwerkbedrijf

Aan de Raad. 1. Aanleiding Het voorstel wordt aan de raad voorgelegd in zijn kaderstellende rol

Informatiebijeenkomst Plan van Aanpak n.a.v. Akkoord van Westerlee. Gemeente Stadskanaal 14 september 2015

onderwerp Zienswijze SWA ontwerp programmabegroting 2016 en SWA meerjarenbegroting

Strategieën gericht op het wegwerken van tekorten op de SW Workshop conferentie Weg naar werk 2020 Utrecht d.d. 11 november 2015

Uil II I III IMI II II. Onderwerp: Presikhaaf: conceptbegroting Ons kenmerk: 14rv000093

MEMO BIJLAGE 2. Incidentele kosten

De gemeente aan zet. Presentatie t.b.v. bijeenkomst Dongemondraden op 10 juni Ad Baan Maarten Adelmeijer

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

ALGEMEEN BESTUUR. AB-vergadering d.d. 20 juli-2016, agendapunt 6.3

Vraag 1: Wanneer en door wie zijn deze doelstellingen vastgesteld

19 september Voorne-Putten werkt. Commissie Samenleving, gemeente Brielle

Opinienota toekomst uitvoering Participatiewet en Wsw

Tweede Kamer der Staten Generaal Vaste Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus EA s-gravenhage. Geachte heer, mevrouw,

Voorgestelde beslissing :

Onderwerp: Jaarverantwoording 2015 en Primaire Begroting 2017 GR WAA

Sociale werkbedrijven de toekomst

Uiterst voorstel CAO PARENCO juni 2017

IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1111

Gemeen tewaterland. Monnickendam, 31 maart Nummer: Portefeuillehouder: drs. L. Bromet

Inrichten projectstructuur liquidatie Permar en transitie uitvoering Wsw

Een financieel toekomstperspectief voor het sw-bedrijf na 2013

Informatiebijeenkomst uitvoering Wsw. Raden 30 september 2015

REGIONAAL VOORSTEL AANDELENOVERNAME BIGA GROEP BV

NIEUW BESCHUT WERKEN o.g.v. Participatiewet. Gemeente Hellendoorn. t.b.v. raadscommissie Samenlevingszaken

Raadsinformatieavond. dinsdag 22 april Transitieplan UW

BaanStede. Denkt mee. Werkt mee.

Definitief bijgestelde begroting 2015 van Vixia BV en GR

Samenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd.

1. Gevraagd raadsbesluit

Managementsamenvatting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Vervolg ambtelijk advies toekomst SW- oud Aanvulling op het ambtelijk advies een nieuw perspectief en rapport Afbouw met beleid Aanleiding Op verzoek van de Stuurgroep Transities heeft een projectgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van 7 betrokken gemeenten, in de afgelopen periode onderzoek gedaan naar de toekomst van de Sociale werkvoorziening in het licht van afschaffing van de Wet sociale werkvoorziening en invoering van de Participatiewet. In de Stuurgroep transities van 15 mei is het rapport Afbouw met beleid van adviesbureau IROKO, en het bijbehorend ambtelijk advies Een nieuw perspectief behandeld. Conclusie is dat er bij alle gemeenten een voorkeur is voor verdere uitwerking (en mogelijk invulling) van de scenario s 3 en 4 zoals uitgewerkt in het rapport en ambtelijk advies. Er is wel verschil over de beleving en inkleuring van de scenario s en het tempo waarin veranderingen moeten worden doorgevoerd. Er is in het overleg van 15 mei om deze reden nog geen eenduidig besluit genomen. Er is aan de projectgroep gevraagd om dit verder te verhelderen en met name in te gaan op het onderscheid tussen de scenario s 3 en 4 en het proces en tempo waarin veranderingen worden ingezet. Uit een reactie van de Raad van Commissarissen van Inclusief Groep op het rapport van IROKO blijkt dat zij een voorkeur uitspreekt voor een start met scenario 3, waarbij zij op termijn scenario 4 niet uitsluit. Verder is uitdrukkelijk aangegeven dat de Raad van Commissarissen belang hecht aan het tegemoetkomen aan de wensen van de gemeenten, als eigenaar van Inclusief Groep. Dit wordt door bestuurders gezien als een opening die perspectief biedt op een gezamenlijke invulling van het toekomstbeeld. NB: de grijs gearceerde tekst betreft de verdere uitwerking van IROKO, de overige tekst is van de projectgroep. Onderscheid scenario s 3 en 4 De stuurgroep transities heeft de projectgroep gevraagd om het onderscheid tussen scenario 3 en 4 nogmaals helder in beeld te brengen. IROKO heeft het verschil geduid in onderstaand schema: NB: Voordat wij overgaan tot een weergave van het onderscheid tussen de scenario s hechten wij er aan nogmaals te benadrukken dat onze opdracht is en was afgebakend op de uitvoering van de Wsw in de toekomst. De conclusie in ons rapport is dat de keuze tussen scenario 3 en 4 vooral afhankelijk is van de rol die de gemeenten in de toekomst zien voor de Inclusief Groep bij de uitvoering van de Participatiewet. Zowel scenario 3 als scenario 4 biedt mogelijkheden om de Wsw in de toekomst effectief en efficiënt uit te voeren. Scenario 4 sluit in onze overtuiging en van de ambtelijke projectgroep het best aan op de ambtelijk geformuleerde besliscriteria. Wat zijn schematisch de verschillen tussen scenario 3 en 4? Typering uitvoeringsorganisatie Scenario 3 Scenario 4 Instandhouding huidige vorm: IG als IG als detacheringsorganisatie. Beschut voorziening voor de WSW en (beperkt) wordt ingekocht. voor nieuwe groepen met eigen Werkbedrijven zijn vervreemd en daarmee werkbedrijven. volledig private organisaties. Inbesteding werk Blijft mogelijk. Na vervreemding niet meer mogelijk/minder eenvoudig. Verwacht effect op + 400.000 euro + 500.000 euro exploitatie Wsw in 2020 tov scenario 1 Verwachte eenmalige kosten - Tot 2020 vooral kosten afvloeiing boventallig personeel. - Tot vervreemding: kosten optimalisatie bedrijfsvoering, projectmanagement. 1

Belangrijkste gevoeligheden uitkomst Belangrijkste financiële risico s Sociale gevolgen Belangrijkste argument om wel voor dit scenario te kiezen Belangrijkste argument om niet voor dit scenario te kiezen - Na 2020 verdere frictiekosten (personeel, gebouwen, matrieel) door doorgaande krimp. Concurrerende kostprijs plekken voor participatiewetklanten - Risico op onrendabele bedrijfsvoering eigen infrastructuur. - Korte termijn: weinig. - Lange termijn: negatieve sfeer en minder scherpte door continue krimp. - Noodzaak/wens om ook op langere termijn een eigen infrastructuur te hebben voor beschut werk en om arbeidsgehandicapten waarvoor geen plek bij een werkgever te vinden is te plaatsen. - Wens om meer stuurbare eigen Wsw infrastructuur te houden. - Terugkomende frictiekosten en negatieve werksfeer bij niet volledige compensatie leegvallende Wsw-plekken - Structurele instandhouding van een semipublieke productie-infrastructuur. - Mogelijk kosten niet over te nemen regulier personeel en aanpassing arbeidsvoorwaarden regulier personeel - Mogelijk eenmalige opbrengsten uit overnamefee - Na vervreemding: geen frictiekosten WOL en Beschut onderdelen meer uit krimp Gemiddelde detacheringsopbrengst vervreemde medewerkers - Vervreemd bedrijfsonderdeel gaat failliet. - Na afloop van de contractperiode zouden plaatsingen kunnen worden beëindigd of lager tarief kunnen worden bedongen. Korte termijn: - onrust door verandering. Lange termijn: - werkplek in een positieve bedrijfsmatig rendabele organisatie. - Meer reguliere werkplekken - risico op tijdelijk verlies werkplek bij faillissement inlener - Wens om Wsw-ers in een omgeving te plaatsen met een blijvend positieve, op financieel rendement gerichte werksfeer - Voorkomen van jaarlijks terugkomende nieuwe frictiekosten - Wens om Wsw-ers in een zo regulier mogelijke omgeving te plaatsen - Risico dat op termijn voor een deel van de groep een nieuwe werkplek gezocht moet worden. Verwacht exploitatieresultaat bij varianten op scenario 3 Door de stuurgroep is gevraagd om het uitwerken van meer varianten voor scenario 3. De uitwerking van IROKO is als volgt: Varianten scenario 3 Uitgangspunt van scenario 3 is dat een deel van de vrijvallende infrastructuur van Inclusief Groep wordt ingezet voor de Participatiewet-doelgroep. In ons rapport is daarbij verondersteld dat jaarlijks cumulatief 7 vrijvallende fulltime plekken worden benut. In 2020 betreft dit dan 42 fulltime plekken. In onderstaande tabel geven we weer welke financiële gevolgen een keuze om meer of juist minder leeggevallen plekken te benutten voor de Participatiewetdoelgroep heeft op het exploitatieresultaat van de Wsw. De gevolgen zijn uitgedrukt ten opzichte van de resultaten van scenario 1. Aantal fulltime Beschut WOL Detachering Gevolgen explres Wsw plekken in 2020 tov scenario 1 21 plekken 6 plekken 9 plekken 6 plekken +200.000 euro 2

42 plekken 12 plekken 18 plekken 12 plekken +400.000 euro 63 plekken 18 plekken 27 plekken 18 plekken +500.000 euro Een aantal opmerkingen hierbij: Aanname is dat de vrijvallende plekken grotendeels ook daadwerkelijk passend zijn voor de nieuwe doelgroep. In de berekening wordt als uitgangspunt genomen dat als 1 oude Wsw-plek door 1 nieuwe cliënt uit de Participatiewet wordt bezet de bedrijfskosten voor 75% alsnog gedekt worden. De reden dat we niet met 100% rekenen is dat wij er van uit gaan dat de werkplek niet voor 100% aansluit op de gewenste werkplek voor de cliënten uit de Participatiewet. Tweede aanname is dat het bij Beschut werk om een permanente werkplek gaat en bij Werken Op Locatie en Detacheringen om een tijdelijke. Daarom gaan we er bij Werken Op Locatie en Detacheringen er van uit dat de helft meer begeleiding nodig heeft dan bij de (gemiddelde) Wsw-er die in deze werksoort werkzaam is. Uit de tabel komt naar voren dat een verhoging van het aantal plekken voor de Participatiewetdoelgroep van 42 naar 63 relatief minder verbetering van het exploitatieresultaat oplevert dan de stap van 21 naar 42 plekken. Dit komt doordat bij ongeveer 40 werkplekken een belangrijke post in ongedekte kosten al weer volledig gedekt is. De verhoging van het aantal plekken boven de 40 levert alleen verlaging op de overblijvende ongedekte kosten op. Kostprijs 1 fulltime plek in scenario 3 In het onderzoek wordt bezien welk gevolg de inzet van cliënten uit de Participatiewet heeft op de exploitatie van de Wsw. Voor de exploitatie Wsw is het alleen van belang dat bepaalde kosten dus wegvallen uit de Wswexploitatie. Dit betekent dus dat de verbetering voor de Wsw-exploitatie iets anders is dan de prijs die vanuit de Participatiewet bezien betaald moet worden voor de werkplek. Immers: dan kan ook de omzet erbij betrokken worden, maar ook (in geval van een dienstverband) de salariskosten voor de cliënt. De dekking van de bedrijfskosten die in scenario 3 per fulltime plek gerealiseerd wordt betreft: Beschut: 8.600 euro Werken op Locatie: 10.700 Detacheringen: 6.500 De verbetering is bij Werken Op Locatie is het hoogst omdat dit een werksoort is die gepaard gaat met hoge omzetten, maar ook hoge bedrijfskosten per plek. Ook speelt de eerder genoemde veronderstelling dat bij deze werksoort (net als bij Detachering) wordt uitgegaan van 1,5 keer de begeleidingscapaciteit van een Wswer. Risico s scenario 4 Er leeft bij de stuurgroep onduidelijkheid over de risico s van scenario 4. Het gaat hierbij om financiële risico s maar ook om de risico s voor de huidige medewerkers in de Sociale werkvoorziening. Wat zijn de gevolgen voor hen als bedrijfsonderdelen op termijn vervreemd worden? Wat zijn voor hen de voor- en nadelen? IROKO komt op basis hiervan tot het volgende overzicht: In onderstaande tabel werken wij de risico s uit van een keuze voor vervreemding van bedrijfsonderdelen. Daarbij merken we op dat het een mix betreft van risico s die optreden bij het aangaan van de vervreemdingsovereenkomst (minder gunstige voorwaarden/uitkomsten dan verwacht) en risico s die na vervreemding bestaan (faillissement vervreemd bedrijfsonderdeel etc.). Verder merken wij op dat een het onderzoek naar de risico s een belangrijk onderwerp is van een business case. Wij onderschrijven het advies van de RvC van Inclusief Groep dat een keuze voor scenario 4 een zorgvuldige besluitvorming vereist. 3

Tenslotte: de opsomming van de risico s van scenario 4 kan de suggestie wekken dat de keuze voor een ander scenario geen risico s oplevert. Dit is uiteraard niet het geval. Elke keuze brengt zijn eigen risico s met zich mee. Risico Financiële risico s Faillissement vervreemde bedrijfsonderdelen Lagere detacheringsvergoeding dan verwacht Niet verlengen overeenkomst Eenmalige kosten bij vervreemding Beschut Dubbele kosten bij faillissement Sociale risico s Aansluiting (bege)leiding en werkplek op Wsw-er Faillissement vervreemd bedrijfsonderdeel Doorstroom Toelichting Bij faillissement van een of meerdere van de vervreemde bedrijfsonderdelen valt de detacheringsvergoeding voor deze medewerkers weg. De salarissen van de Wswmedewerkers moeten wel doorbetaald worden. Tegenover deze kostenpost staat de (fictieve) Rijksbijdrage Wsw en een mogelijke aanvullende dekking van het subsidieresultaat. Het risico van derving van inleenvergoeding wordt slechts voor een bepaalde tijdsduur gelopen: immers de medewerkers kunnen weer elders gedetacheerd worden. Het is verder goed te bedenken dat: het risico gespreid wordt wanneer er vervreemd wordt naar meerdere partijen. De kans dat iedereen failliet gaat is beperkt; het aantal Wsw-ers ieder jaar 5% daalt. Dus de gevolgen van eventuele faillissement wordt steeds kleiner. Aanname in scenario 4 is dat door de partij die het bedrijfsonderdeel overneemt een detacheringsvergoeding wordt betaalt die vergelijkbaar is met de huidige marge die IG nu maakt op deze bedrijfsonderdelen. Risico is dat niet de gehele marge kan worden omgezet in de detacheringsvergoeding. Er is ook een risico dat de overeenkomst met het vervreemde bedrijfsonderdeel op termijn niet verlengd wordt. In dat geval moeten elders voor deze Wsw medewerkers werk gevonden worden. Ook is het mogelijk dat bij verlenging minder gunstige voorwaarden bedongen worden. Bij vervreemding is een risico dat er desinvesteringen kunnen optreden of dat er eenmalige kosten gemaakt moeten worden. Zo is het mogelijk dat de overnemende partij niet alle (reguliere) medewerkers overneemt of dat er compensatie nodig is voor verschillen in arbeidsvoorwaarden. Dit risico is beheersbaar. Immers, indien deze kosten niet opwegen tegen de voordelen, dan kan besloten worden niet te vervreemden. Bij beschut is er nu sprake van een tekort. Dus wordt er bij vervreemding waarschijnlijk betaald/worden plekken ingekocht. Een risico is dat de jaarlijkse of de eenmalige kosten reeds betaald zijn, maar de prestatie niet geleverd wordt. Door goede afspraken kan echter worden voorkomen dat er te grote bedragen vooraf betaald worden. Eventuele eenmalige kosten zullen bij hernieuwde contracten wellicht weer gemaakt moeten worden. De hoogte van deze kosten is op dit moment moeilijk in te schatten. Risico is ook hier ook dat de inkoop een minder gunstige prijs op zou kunnen leveren dan bij IG het geval geweest zou zijn. Aanvullende risico bij het kiezen voor scenario 4 is dat de eenmalige kosten die gemaakt worden om tot vervreemding te komen bij faillissement of wijziging van partij waarnaar vervreemd is wellicht nog een keer gemaakt moeten worden om in dat geval een nieuwe partij te vinden. Er is een risico dat Wsw-medewerkers na vervreemding niet de gewenste (bege)leiding en werkplek krijgen. Omdat de gemeenten op afstand staan, is dit lastiger te beïnvloeden. Wel bestaat de mogelijkheid om voor de betreffende medewerkers een nieuwe beter aansluitende werkplek te zoeken. Bij faillissement of beëindiging van de overeenkomst, kan een grote groep zonder werkplek komen te zitten. Inkomen is gegarandeerd (zie hierboven). De Gemeente/GR/IG is vervolgens verantwoordelijk voor het vinden van een nieuwe werkplek voor de Wsw-er. De nieuwe werkplek betekent voor hen een belangrijke wijziging van de organisatie en leidinggevende. Na vervreemding is de doorstroom in het kader van arbeidsontwikkeling wellicht lastiger, al zijn hier natuurlijk afspraken over te maken met de partij die de 4

activiteiten overneemt. IG blijft werkgever van de Wsw-ers en blijft bepalen wie waar gedetacheerd is. Aanvulling vanuit de projectgroep m.b.t. scenario 4 Het verder in kaart brengen van de risico s van scenario 4 is uiteraard onderwerp van verder onderzoek bij het opstellen van een business case en een oriëntatie op de daadwerkelijke mogelijkheden van vervreemding. Wij delen de opvatting dat risico s vooraf zoveel mogelijk helder moeten zijn en onderschrijven ook het advies van de Raad van Commissarissen van Inclusief Groep dat vervreemding een zorgvuldige besluitvorming vereist. Wel willen we benadrukken dat zowel in de huidige constructie (een NV onder gemeentelijke verantwoordelijkheid) als in de mogelijk toekomstige constructie (onderbrengen van onderdelen in een private setting) het risico bestaat dat er onvoldoende werk is voor de medewerkers of in het uiterste geval sprake kan zijn van een faillissement. In beide gevallen is het de verantwoordelijkheid van gemeenten om salaris door te betalen (gefinancierd vanuit beschikbaar rijksbudget) en te zorgen voor een vervangende werkplek, met de benodigde begeleiding. Wij blijven als gemeenten in alle gevallen een verantwoordelijkheid houden voor het betalen van de salarissen van SW- medewerkers en de zorg voor een werkplek en begeleiding, ongeacht het gekozen toekomstscenario. Wel kan de benadering van medewerkers in een private omgeving zakelijker zijn. Het is aan de gemeenten om ervoor te zorgen dat de persoonlijke begeleiding waar nodig gewaarborgd is, bijvoorbeeld door middel van inzet van een jobcoach. Aanvullend voorstel Op basis van de bevinding in de Stuurgroep van 15 mei verzoeken wij de stuurgroep in te stemmen met de volgende lijn, als aanvulling op het ambtelijk advies Een nieuw perspectief : Scenario 4 te zien als lijn voor de toekomst, maar het besluit of scenario 4 daadwerkelijk van kracht wordt pas te nemen nadat er een onderbouwde business case beschikbaar is. We adviseren om scenario 4 te zien als lijn voor de toekomst. Verder onderzoek naar de risico s (zowel voor de doelgroep als financieel), randvoorwaarden en daadwerkelijke mogelijkheden van vervreemding is noodzakelijk om een afgewogen besluit te kunnen nemen. We adviseren dus om het daadwerkelijke besluit over scenario 4 pas te nemen als er een business case beschikbaar is. Dit geldt ook voor de termijn waarop de vervreemding gerealiseerd moet zijn. Verder hechten we er belang aan om bij dit onderzoek samen op te trekken met de Inclusief Groep, waarbij de regie overigens wel nadrukkelijk bij de gemeenten ligt. De brief van de Raad van Commissarissen van Inclusief Groep biedt in onze ogen een opening naar verder onderzoek van scenario 4. De komende jaren te werken op basis van scenario 3, binnen de kaders die eerder zijn geschetst We zien scenario 3 niet als doel om op termijn blijvend een publieke infrastructuur in stand te houden maar wel als mogelijkheid om op korte termijn de verliezen in de bedrijfsvoering te beperken en tegelijkertijd, waar mogelijk, aanvullende kansen te creëren voor de doelgroep van de Participatiewet. Een blijvend publieke infrastructuur past niet binnen de doelstelling van de Participatiewet (het plaatsen van mensen in een zo regulier mogelijke omgeving) en is op termijn naar verwachting niet betaalbaar. Daarnaast adviseren we om niet vooraf afspraken met Inclusief Groep / Proson te maken over het aantal in te vullen plekken vanuit de Participatiewet. Dit remt ondernemerschap bij Inclusief Groep (als concurrerende partij met andere aanbieders) en kan daarom bij gemeenten tot onnodig hoge kosten leiden. Het is voor elke gemeente een afzonderlijke afweging of er budget beschikbaar is om plekken voor kandidaten vanuit de Participatiewet in te kopen. Daarnaast hechten gemeenten aan keuzevrijheid als het gaat om dienstverlening aan de doelgroep van de Participatiewet. De doorrekening van IROKO geeft gemeenten wel zich op de financiële effecten op de bedrijfsvoering van Inclusief Groep als er meer of minder wordt aangeleverd. Dit kan uiteraard van invloed zijn op de mate van aanlevering door de gemeenten. Optioneel zouden gemeenten wederzijdse intenties (geen garanties) kunnen afspreken met als doel meer zicht te krijgen op de financiële effecten van het al dan niet opvullen van vrijgevallen plekken, mits er uiteraard sprake is van een concurrerende prijs. 5

Een positief besluit te nemen over de overige twee opdrachten die in het advies een nieuw perspectief zijn geformuleerd: het verder verbinden van werkgeversdienstverlening (netwerkorganisatie) en het vormgeven van nieuw beschut werk. In het licht van de voorbereiding op de Participatiewet is verdere vertraging op het gebied van de twee genoemde opdrachten niet wenselijk. Individuele gemeenten hebben de opdracht om op 01-01-2015 klaar te zijn voor de uitvoering van de Participatiewet. Het verder vormgeven en verbinden van werkgeversdienstverlening (waaronder de verbinding tussen de werkgeversdienstverlening van IG en de gemeentelijke dienstverlening) en vormgeven van beschut werk (in lijn met de ontwikkelingen binnen de arbeidsmarktregio s) is noodzakelijk om deze opdracht te kunnen realiseren. In een eerder stadium is al besloten om de voorbereiding op de Participatiewet per gemeente, in samenwerking met de arbeidsmarktregio s, op te pakken. Belang eenduidige richting Wij hechten een groot belang aan een gezamenlijke keuze van de 7 betrokken gemeenten voor de toekomst. Als er geen eenduidige lijn wordt gekozen dan kan dit tot verschillende negatieve consequenties leiden: Gemeenten gaan een eigen koers varen. Als één van de gemeenten stappen neemt omtrent de Sociale werkvoorziening dan heeft dit directe gevolgen (financieel, sociaal, juridisch) voor de overige betrokken gemeenten. In het uiterste geval kan een gemeente er individueel voor kiezen om uit te treden uit de Gemeenschappelijke Regeling. Voorbeelden elders in het land laten zien dat dit voor alle betrokken gemeenten negatief kan uitpakken. Door gebrek aan samenhang in de toekomstige dienstverlening kan er sprake zijn van efficiencyverlies en onduidelijkheid in dienstverlening aan werkgevers. Uiteindelijk gaat dit ten koste van het doel van de Participatiewet: meer mensen aan het werk in een zo regulier mogelijke omgeving. Het toekomstperspectief voor de medewerkers in de Sociale werkvoorziening is niet helder als geen eenduidige lijn wordt gekozen. Dit leidt tot onzekerheid bij de werknemers in de Sociale werkvoorziening. Zij zijn zeker ook gebaat bij een eenduidig toekomstperspectief. Verder leidt dit tot een onduidelijk toekomstperspectief voor de Inclusief Groep. Verzoek We verzoeken de Stuurgroep om: 1. Akkoord te gaan met de onderdelen 2 en 3 van het voorstel een nieuw perspectief : onderzoek naar beschut werk en verder synchroniseren van werkgeversdienstverlening. Dit in het belang van een goede voorbereiding op de uitvoering van de Participatiewet. 2. Opdracht te verlenen aan de projectgroep om een business case uit te (laten) werken voor scenario 4. Besluitvorming over daadwerkelijke vervreemding van bedrijfsactiviteiten wordt op een later moment genomen. Er is dus geen sprake van een onomkeerbaar besluit in deze fase! Bij de business case zal expliciet aandacht worden besteed aan de toekomst van de huidige medewerkers in de sociale werkvoorziening. 3. De komende jaren scenario 3 als uitgangspunt te nemen, met inachtneming van de kaders die in dit voorstel (en het advies een nieuw perspectief) zijn genoemd. Dit betekent dus dat scenario 3 niet uitgaat van een blijvende publieke infrastructuur en dat we in dit scenario Inclusief Groep uitdagen om te concurreren met andere aanbieders in de markt. Het bovengenoemde voorstel biedt naar ons idee een duidelijke lijn voor de toekomst maar tegelijkertijd voldoende mogelijkheden om onderweg bij te sturen. Projectgroep toekomst SW- oud, 27 mei 2014 6