Finale Bartjens Rekendictee 2014 De antwoorden

Vergelijkbare documenten
Finale-opgaven Bartjens Rekendictee 21 november 2014

December. Nieuwsbrief

Anwoorden finale Bartjens Rekendictee 2012

Taak na blok 1 startles 8

: 7 VAK : REDACTIEREKENEN EN CIJFEREN DATUM : VRIJDAG 4 APRIL 2014 TIJD : UUR

Algebra Nadruk verboden 1 Opgaven. 5 ; 3 ; 7. antwoord: coëfficiënten resp. 5, 3 en 7

TOETS SPRONG Zoek het kleinste gemeenschappelijk veelvoud van... / 2,5. 2 Zoek de grootste gemeenschappelijke deler van...

handleiding pagina s 678 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 20: bladzijde Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken

Toets gecijferdheid december 2004

Vastgesteld: naam... datum... Paraaf... cijfer = score x 0, ,8588 (met een minimum van 1).

Examen HAVO. Wiskunde A1,2

Blok 1 Herhalingstoets

straat Van uur tot en met 3.30 uur is A 7 uren en 40 minuten. B 8 uren en 20 minuten. C 8 uren en 40 minuten. D 16 uren en 20 minuten.

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

Verhoudingen - Voorbeeldtoets bij 'Handig met getallen, 2', hoofdstuk 1

Als ik 3% rente krijg, heb ik na een jaar 6,- verdiend. Ik bezit dan 200,- + 6,- = 206,-

rekenboek 6a taken

vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 4T-WIS-S07 Toetsduur : 100 minuten aantal te behalen pt : 45 punten Oefentoets H5

Materiaal. Spelbeschrijving. Iedere speler gooit één keer met de dobbelsteen. De speler die het hoogste aantal ogen gooit begint.

Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend duizend Andersom ,6 duizend ,5 duizend

Naam:... Datum: =. 2 x 15 = =. 4 x 12 = =. 6 x 7 = =. 100 : 4 = =. 36 : 6 =.

a a Leg 3 getallen van 2 cijfers en tel ze op. b d Bedenk sommen waar 180 uitkomt. Meer antwoorden. b Uit welke som komt 103?

Uitgeversgroep presenteert: Oefenexamen , versie 0 (voorbeeld) ABONNEMENT REKENEN 3F

Reken uit en Leg uit 4 e bijeenkomst maandag 15 februari 2013 monica wijers en vincent jonker

Determinatietoets Rekenen 3F Deze toets bestaat in totaal uit 40 opgaven verdeeld over twee onderdelen.

De wereld in getallen Lessuggestie groep 6 handleiding

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Toets gecijferdheid augustus 2005

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

1 Werken met getallen. a Neem het schema over en vul in: b Schrijf het getal in woorden: D H T E driehonderdzes. 687 vierduizend acht

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene feedback

Eindexamen wiskunde A havo I

Procenten en breuken, leren en oefenen 90 toetsopgaven met meerkeuze-antwoorden

Toets gecijferdheid maart 2004

Rekenboekje met antwoorden

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 2

A 155 B 310 C 3838 D

Tussendoelen domein VERHOUDINGEN 38

WISKUNDE-ESTAFETTE Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

Ouderbijeenkomst Rekenen

Rekenboek 3 havo/vwo. Antwoorden NOORDHOFF UITGEVERS 2014 REKENBOEK 3 HAVO/VWO ANTWOORDEN 1

Determinatietoets Rekenen 2F Deze toets bestaat in totaal uit 50 opgaven verdeeld over twee onderdelen.

Rekenmodule procenten Pagina 1

Rekentoets Open Dag 2019 Merel Verhoog

Blok 1 Herhalingstoets

Examen Rekenen en Wiskunde

Opening van het thema op vrijdag 5 november.

handleiding pagina s 1016 tot Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 3 Posters poster 1: Heuristiek poster 7: Schaal 4 Scheurblokken

0,6 = 6 / 10 0,36 = 36 / 100 0,05 = 5 /100 2,02 = 2 gehelen en 2 / 100

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

Kies uit: 10,25 11,5 11,125 10,875 11,875 10,125 10,50 11,001 10,99 11,75

Estafette. ABCD is een vierkant met zijden van lengte 1. Γ is de cirkel met straal 1 en middelpunt C. P is het snijpunt van lijnstuk AC met Γ. ?

Reflectie Bespreek de werkbladen. Laat de kinderen vertellen welke fouten ze hebben opgespoord. Klopt hun verbetering?

Reken uit en Leg uit 4 e bijeenkomst maandag 11 juni 2012 monica wijers en vincent jonker

In deze opdracht ga je een langere melodie maken, door een aantal motieven achter elkaar te zetten. Zo krijg je een trein van motieven.

Doel Leerlingen kunnen in eigen woorden formuleren waarvoor en wanneer de berekeningen nodig zijn en deze op een correcte manier uitrekenen.

antwoorden jaargroep 5 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok werkboek Ieder krijgt Eerlijk delen. Hoeveel krijgt ieder? Teken en schrijf.

Bij delen met getallen en bedragen is het volgende van belang: Gebruik een rekenmachine Controleer het antwoord door te schatten

naam :... datum :... klas :... Vul de juiste data in. Vandaag is het... (dag van de week). Ik schrijf de datum van vandaag

SINTSPECIAL. * Sinterklaas & Sint-Maarten Opgelet: Sommige producten hebben een beperkte voorraad, wees er op tijd bij!

REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN. Procenten betekent per honderd.

---9. r-: I Getallenkenni:li. Tips voor de toets. Meetkunde. Bewerldngen. Meten en metend rekenen

Van een percentage een breuk maken, is vaak nog eenvoudiger.

Werkblad bij lesvoorbereiding Breuken. 1. Vereenvoudig de volgende breuken: 2. Maak de volgende sommen: Schrijf de berekening erbij!

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

DE MOORD OP LOS DE MOORD OP VOOR ER NOG MEER SLACHTOFFERS VALLEN!

1. Hoeveel per stuk? a. Hiernaast zie je vier aanbiedingen uit de supermarkt. Hoeveel moet je per stuk ongeveer betalen?...

Rekenmodule procenten Pagina 1

Opgave 1. a = =994. b = = c. 37,5 x 64 = 75x32=150x16=300x8=2400. d.

DE MOORD OP LOS DE MOORD OP VOOR ER NOG MEER SLACHTOFFERS VALLEN!

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde A

Elobase Detailhandel Rekenwerkboek oefenen met vreemd geld

Bedankt voor het downloaden van dit rekenwerkboekje bij het thema Sinterklaas.

Meting. Werkbladen, antwoorden, scoring, interpretatie

Groep 5 Leerroute 3< 1F Leerroute 2= 1F (maatschrift) Leerroute 1 = 1S Periode 1

A 5,8 B 6,2 C 6,6 D 7,0 A 540 B 845 C 960 D 1290

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur

Correctievoorschrift VMBO-KB 2006

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2006

handel en verkoop CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 20

Examen HAVO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur

extra sommen Statistiek en Kans

9.1 Oppervlakte-eenheden [1]

Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs

ONDERZOEK NAAR KOOPZONDAG IN DE GEMEENTE SMALLINGERLAND

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN ): Rekenen: een hele opgave, deel 2

Cito-trainer groep 8. opgave 1. Hoeveel weegt de koffer? Breng leren tot leven. 5 kilogram 15 kilogram 30 kilogram

Inleiding tot de natuurkunde

Extra opdrachten bewegen klas 2 HAVO

Oranje zichtbaar in parkeergedrag

BLAD 11: CD-ROMMEN EN SOEPKOMMEN

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010

Eindexamen wiskunde A havo 2000-I

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN

Uitwerking toets rekenvaardigheid. Opgave 1 a. 7125, ,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken.

Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte. De eenheid van lengte is de meter.

Transcriptie:

Finale Bartjens Rekendictee 2014 De antwoorden Opgave 1 Lingo (2 minuten, 10 punten) Lingo gaat stoppen en men wil van de overgebleven Lingo- tassen af. Lucille Werner besluit tijdens haar laatste 8 uitzendingen 55 tassen per uitzending uit te delen, waardoor ze precies door de voorraad heen is. Haar redacteur wil echter dat ze meer uitzendingen gaat benutten om alle tassen gelijkmatig uit te delen. Hoeveel tassen moet ze per uitzending uitdelen om precies in 10 uitzendingen door de voorraad heen te raken? 44 Er zijn nog 8 x 55 = 440 tassen. Verdeeld over 10 uitzendingen zijn dat 440 : 10 = 44 tassen per uitzending. Opgave 2 Philae (2,5 minuten, 15 punten) Ruimtesonde Philae heeft op 2 plekken foto s gemaakt van de komeet 67P. Op de 2 e plek werden 2 x zo veel foto s gemaakt als op de eerste. Op de eerste plek is 66% van de gemaakte foto s bruikbaar. Op de 2 e plek is 84% van de gemaakte foto s bruikbaar. Hoeveel procent van alle door Philae gemaakte foto s is bruikbaar? 78 Stel op de eerste plek zijn 100 foto s gemaakt, daarvan zijn er 66 bruikbaar. Op de tweede plek zijn dan 200 foto s gemaakt, daarvan zijn 168 bruikbaar. Op 300 foto s zijn er 66 + 168 = 234 foto s bruikbar. In totaal is 234 / 300 x 100% = 78 % van de gemaakte foto s bruikbaar. Opgave 3 Camiel Eurlings (1) (2,5 minuten, 15 punten) Camiel Eurlings wil zijn ontslag als directeur van de KLM thuis nog even geheim houden. Hij verwijdert het blad uit de krant waarop zijn vertrek staat aangekondigd. De nog complete krant bevatte 12 losse dubbelgevouwen bladen. Elk blad bestaat dus uit 4 pagina s. Tel de 4 paginanummers van het blad dat Camiel verwijderd heeft, bij elkaar op. 98 Het maakt niet uit welk blad uit de krant verwijderd wordt. De som van de 4 pagina s is steeds gelijk Blad paginanummers som van de paginanummers 1 1, 2, 47, 48 98 2 3, 4,46, 45 98 3 5, 6, 44, 43 98 4 7, 8, 42, 41 98 5 9, 10, 40, 39 98 6 11, 12, 38, 37 98 7 13, 14, 36, 35 98 8 15, 16, 34, 33 98

9 17, 18, 32, 31 98 10 19, 20, 30, 29 98 11 21, 22, 28, 27 98 12 23, 24, 26, 25 98 Opgave 4 - Stroopwafelpiet en roetveeg- piet (2,5 minuten, 15 punten) Stroopwafelpiet kan in zijn eentje 500 pepernoten in een uur bakken, terwijl roetveeg- piet daar drie kwartier over doet. Sinterklaas wil 525 pepernoten hebben en zet daarvoor beide pieten tegelijkertijd aan het werk. Hoeveel minuten zijn ze bezig om 525 pepernoten te bakken? 27 Stel beide pieten krijgen 3 uur de tijd. Stroopwafelpiet bakt 1500 pepernoten Roetveegpiet bakt 2500 pepernoten. In 3 uur = 180 minuten bakken ze samen 3500 pepernoten. De sint heeft er maar 525 nodig Pepernoten 3500 350 175 525 Minuten 180 18 9 27 Daar hebben de pieten 27 minuten voor nodig. Opgave 5 - Camiel Eurlings (2) (3 minuten, 22 punten) De Dam- Tot- Damloop is 16 km lang. Camiel Eurlings loopt eerst met een gemiddelde snelheid van 14 km/uur. Dan komt de man met de hamer en wordt zijn snelheid gemiddeld 11 km/uur. De tocht na de man met de hamer duurde twee keer zo lang als de tocht daarvoor. Hoeveel minuten heeft hij in totaal over zijn loop gedaan? 80 T1 is de tijd tot aan de man met de hamer in uren. De tijd daarna is 2 x t1. De totaaltijd is 3 x t1. 16 = 14 x t1 + 11 x 2 x t 16 = 36 x t1 t1 = 16/36 uur. De totaaltijd is 3 x t1 = 3 x 16/36 = 48 / 36 uur = 80 minuten. Opgave 6 - Boerderij- mini s (2 minuten, 8 punten) Een grote supermarkt geeft gratis boerderij- mini s bij de boodschappen. De schaal is 1 : 10. In een gewonde melkbus past 300 dl melk. Hoeveel centiliter past er in een mini- melkbus? 3 De schaal van de mini- melkbus is 1 : 10. De inhoud is dus 10 x 10 x 10 = 1000 keer zo klein. 300 dl : 100 = 3000 cl : 1000 = 3 cl.

Opgave 7 WK- voetbal (2,5 minuten, 15 punten) Tijdens het WK- voetbal deze zomer vlogen de oranje- tompoezen de winkel uit. In een winkel staan 16 doosjes met tompoezen. In elk doosje zitten 3, 4 of 6 tompoezen. Doe je de doosjes met 3 of 4 tompoezen bij elkaar, dan heb je in totaal 36 tompoezen. Doe je alle doosjes bij elkaar, dan heb je 72 tompoezen. Hoeveel doosjes met 3 tompoezen stonden er inde winkel? 4 Er zijn 36 tompoezen verpakt in doosjes van 3 of 4 tompoezen. 72 36 = 36. Er zijn dus 6 doosjes met elk 6 tompoezen. Dus er zijn 16 6 = 10 doosjes met 3 of 4 tompoezen, waarin gezamenlijk 36 tompoezen zitten. 10 doosjes van 3 bevatten in totaal 30 tompoezen. Als ik 1 doosje van 3 vervang door een doosje van 4, gaat het totaal 1 tompoes omhoog. Ik moet dus 6 doosjes vervangen om op 36 tompoezen uit te komen. Er zijn 6 doosjes met 4, en 4 doosjes met 3 tompoezen. Opgave 8 Renée Zellweger (2,5 minuten, 10 punten) Renée Zellweger laat iedere 10 dagen een rimpel wegspuiten. Na precies 40 dagen is die rimpel echter weer helemaal terug. Hoeveel rimpels zijn er 205 dagen nadat ze hiermee begonnen is nog min of meer onzichtbaar? 4 Na 30 dagen zijn er vier rimpels behandeld, namelijk op dag 1, 10, 20 en 30. En deze rimpels zijn nu nog (min of meer) weg. Na 40 dagen verdwijnt er weliswaar een rimpel, maar er komt ook weer een oude rimpel terug. Dat blijft vanaf dat moment zo doorgaan. Er blijven dus constant vier rimpels (min of meer) weg. Opgave 9 OV- chipkaart (2,5 minuten, 15 punten) Een trein rijdt met een gemiddelde snelheid van 50 km/uur. Na 6 minuten springt de CDA- fractie uit de trein. Men wil niet meer meedoen met de OV- chipkaart en rent met een snelheid van 10 km/uur terug naar af. Hoeveel tijd (in minuten) zit er tussen de momenten waarop de 2 fracties terug bij af aankomen? 36 Na 6 minuten heeft de trein 5 km afgelegd. De CDA- fractie loopt 30 minuten over deze afstand. Na 12 minuten heeft de trein 10 km afgelegd. De D66 fractie loopt 60 minuten over deze afstand. De CDA- fractie is na 6 + 30 = 36 minuten terug bij af. De D66- fractie is na 12 + 60 = 72 minuten terug bij af. Het tijdsverschil is 72 36 = 36 minuten.

Opgave 10 Loom- elastiekjes (2,5 minuten, 15 punten) Een winkel verkoopt pakjes loom- elastiekjes. Eén derde deel van de jongens die de winkel bezoeken koopt een pakje van 1,50. De helft van de meisjes die de winkel bezoeken koopt een pakje van 1,00. De rest van de kinderen koopt niets. Aan het eind van de dag is er precies 42,00 betaald. Hoeveel kinderen hebben de winkel die dag bezocht? 84 Uitwerking 1: Het maakt niet uit hoe de verdeling jongens meisjes die dag is geweest. Stel: er zijn 0 jongens geweest. Dan zijn er 42 pakje van 1,00 verkocht, en zijn er 2 x 42 = 84 meisjes in de winkel geweest. Stel: er zijn 0 meisjes geweest. Dan zijn er 28 pakjes van 1,50 verkocht, en zijn er 3 x 28 = 84 jongens in de winkel geweest. Welke verdeling van jongens meisjes je ook kiest, je komt altijd totaal op 84 kinderen uit. Uitwerking 2 met algebra: Noem j het aantal jongens dat iets koopt en m het aantal meisjes dat iets koopt. 1,5 x j + 1 x m = 42. Gevraagd wordt het aantal bezoekers, dat is 3 x j + 2 x m. Dat is het dubbele van bovenstaande vergelijking. Dus 3 x j + 2 x m = 2 x 42 = 84. Opgave 11 Epke Zonderland (2,5 minuten, 15 punten0 Epke Zonderland deed succesvol mee aan het WK turnen in China. Na afloop van zijn oefening aan het rek bleek dat zijn gemiddelde score 0,1 punt hoger zou zijn geweest als de mannelijke juryleden voor de uitvoering elk 0,125 punten meer zouden hebben gegeven. Hoeveel procent van de jury was mannelijk? 80 Als de jury uitsluitend uit mannen zou hebben bestaan, en die zouden allemaal 0,125 punten meer hebben gegeven, dan was de gemiddelde score 0,125 punten gestegen. Gegeven is dat de stijging slechts 0,1 punten zou zijn. 0,1 is 80% van 0,125. Dus de jury bestaat voor 80% uit mannen. Opgave 12 Prins Maurits (2,5 minuten, 15 punten) Prins Maurits rent om een rechthoekig gazon heen, dat twee keer zo lang als breed is. De oppervlakte is 6050 vierkante meter. Na iedere 50 meter die hij heeft afgelegd maakt hij een selfie. Hoeveel selfies heeft hij gemaakt als hij weer terug is bij zijn standpunt? 6 De oppervlakte van de rechthoek is 6050 vierkante meter. Dus de oppervlakte van elk vierkant is 3025 vierkante meter. Elk vierkant is dus 55 m x 55 m = 330 meter. Hij maakt na elke 50 meter een selfie. Dat zijn dus in totaal 6 selfies.

Opgave 13: Geer en Goor (2,5 minuten, 10 punten) Een oude dame vraagt aan Gerard Joling en Gordon of ze hun boterhammen met haar willen delen. Gerard heeft 3 boterhammen, Gordon heeft er 5. Ze delen de boterhammen eerlijk met z n drieën. De oude dame betaalt in totaal 80 centen. Op hoeveel centen heeft Gordon recht? 70 Er zijn in totaal 8 boterhammen. Ieder krijgt dus 8/3 e boterham. Gerard geeft de dame 1/3 boterham. Gordon geeft de dame 7 / 3 boterham. Het geld moet dus in de verhouding 1 : 7 verdeeld worden. Gerard krijgt 10 centen en Gordon 70 centen. Opgave 14: Ice Bucket Challenge (4 minuten, 20 punten) De deelnemers aan de Ice Bucket Challenge melden zich aan op een website en krijgen dan een rangnummer op volgorde van binnenkomst: 1, 2, 3 enz. Op een gegeven moment zijn er 38.894 cijfers gebruikt om deze nummers te noteren. Hoeveel keer duizend deelnemers waren er op dat moment geregistreerd? 10 Uitwerking 1: 1 t/m 9 9 x 1 = 9 10 6/m 99 90 x 2 = 180 100 t/m 999 900 x 3 = 2700 1000 t/m 9999 9000 x 4 = 36000 In het totaal gebruikt: 38889 cijfers. Deelnemer 10000 voegt hier nog 5 cijfers aan toe. Dus er zijn in totaal 10 x duizend deelnemers geregistreerd. Uitwerking 2: Het goede antwoord is een veelvoud van 1000. Stel het antwoord zou zijn: 9000 deelnemers. Als al die deelnemers een 4- cijferig nummer zouden hebben (wat niet het geval is) dan zou je 36.000 nummers nodig hebben. Dat is te weinig. 9000 is niet het goede antwoord. Stel het antwoord zou zijn: 11.000 deelnmers. Van deze groep zijn er sowieso 10.000 met een 4- cijferig nummer. Dat maakt samen al 40.000 cijfers. Dat is te veel. 11.000 is niet het goede antwoord. Dan moet 10.000 = 10 x 1000 wel het goede antwoord zijn.