Kruidentuin in de klas Werkbladen Leerlingenwerkboek Groep 5 t/m 8 Zaden... 2 Kieming, een nieuw begin... 3 Testen kiemfactoren... 4 Kruidenkaart maken... 5 De bouw van een plant... 6 Herbarium maken... 7 Kruiden ruiken en proeven... 8 Milieu Educatie Centrum De Witte Schuur Wilhelminaplantsoen 2 1601 LS Enkhuizen T: 0228-320 310 E: info@mec-dewitteschuur.nl I: www.mec-dewitteschuur.nl
Zaden Er zijn veel soorten zaden. Soms zijn zaden heel erg groot, zoals de kokosnoot. Sommige zaadjes zijn zo klein, dat de wind ze gemakkelijk wegblaast. Ieder zaadje is verschillend. Wat ga je doen? Per tweetal krijg je drie soorten zaden. Die ga je wat beter bekijken en onderzoeken. Gebruik een meetlat en eventueel een loep. Vul de tabel hieronder in. Van welke plant komt dit zaadje? 1 2 3 Welke kleur heeft het zaadje? Heeft het zaadje een geur? ja nee ja nee ja nee Meet de diameter van het zaadje. mm mm mm Wat valt je op aan de vorm van het zaadje? (mooi rond, glad, ruw of anders) Teken de vorm van het zaadje? Kruidentuin in de klas Pagina 2 van 8 MEC De Witte Schuur 2011
Kieming, een nieuw begin In elk zaadje zit al een nieuw plantje. Maar kiemen gaat niet vanzelf. In de winter zal een zaadje in de grond niet kiemen. Het is dan veel te koud. Het heeft warmte nodig om te kunnen kiemen. Wat heeft een zaadje nog meer nodig om te kiemen? Kruis dit hieronder aan. Warmte Licht Lucht Water Grond (met voedsel) KIEMPROEF Uit een kiemend zaadje groeit een plant. Allereerst komt er een worteltje tevoorschijn, daarna komen de stengel en de bladeren. Om dit goed te kunnen bekijken, laten we enkele zaden kiemen op watten of keukenpapier. Wat ga je doen? Leg een laagje natte watten (of keukenpapier) op een schoteltje. Leg enkele zaden op de watten. Zorg dat de watten vochtig blijven door regelmatig water te geven. Bekijk de zaden elke dag. Lees in de eerste kolom wat je hebt gezien. Schrijf daarna in de tweede kolom de datum op. Van welke plant gebruik je het zaad? Actie zaad te kiemen gelegd op de watten (of keukenpapier) er groeit een worteltje uit het zaad Schrijf hieronder de datum er is een stengeltje te zien er zijn duidelijk twee blaadjes te zien de helft van de zaadjes is gekiemd Op de watten kan het kiemplantje niet verder groeien tot een grote plant. Daar heeft het meer voor nodig, maar wat? Wat heeft een kiemplantje nodig om verder uit te groeien? Kruidentuin in de klas Pagina 3 van 8 MEC De Witte Schuur 2011
Testen kiemfactoren Zet een proefje op om te testen wat een zaadje nodig heeft om te kiemen. 1) Kruis aan welke van onderstaande factoren jullie willen onderzoeken? Warmte Licht Lucht Water Grond (met voedsel) 2) Bedenk een proefje om te testen of een zaadje dit nodig heeft om te kiemen. Neem hiervoor twee bakjes en enkele zaadjes van dezelfde soort. Schrijf op wat je in beide bakjes doet en waar je ze wegzet. Wat zit er in? Bakje 1 Bakje 2 Waar zet je het neer? 3) Schrijf hieronder op wat je na 5-7 dagen ziet. Na 5-7 dagen zien we het volgende: Bakje 1 Bakje 2 4) Schrijf op wat je met je proefje hebt aangetoond. Om te kiemen heeft een zaadje nodig. Kruidentuin in de klas Pagina 4 van 8 MEC De Witte Schuur 2011
Kruidenkaart maken Voor deze opdracht werk je in groepjes van 2 tot 3 leerlingen. Wat ga je doen? Kies met je groepje een van de kruiden uit de kruidentuin of een van de andere kruiden die je leerkracht heeft opgegeven. Je gaat met je groepje een kruidenkaart maken over jullie kruidenplant. Op de kruidenkaart komt de volgende informatie te staan: hoe de plant heet (Nederlands en Latijn), kenmerken/ bijzonderheden van de plant, gebruik van de plant in de keuken: o wat is de kracht (werking) van het kruid, o hoe wordt het gebruikt (noem enkele gerechten), gebruik van de plant in de geneeskunde: o wat is de kracht (werking) van het kruid, o hoe wordt het gebruikt (noem enkele geneesmiddelen). Zoek de informatie op in de bibliotheek of op internet. Rozemarijn (Rosmarinus officinalis) Kenmerken De Rozemarijn kan in hoogte verschillen tussen de 50 cm en 2 m. De blaadjes zijn dun en naaldvormig en zijn zeer aromatisch. De bovenzijde is glanzend groen en de onderzijde is witachtig tot grijsgroen en behaard. In de lente krijgt hij lichtblauw tot roze of witte bloemetjes. Gebruik Om te eten: Verse, gedroogde of ingevroren blaadjes worden gebruikt in allerlei gerechten, marinades en dressing voor salades. Verse blaadjes worden gebruikt in azijn, olie, thee en kruidenboter. Bloemen doen het goed in salades en desserts. Om te genezen: Het helpt als middel tegen hoofdpijn, spijsverteringsproblemen en slechte bloedcirculatie. Het heeft ook bacterie en schimmeldodende eigenschappen. Rozemarijn wordt veelal gebruikt in zalf en shampoos. Voorbeeld van een kruidenkaart over Rozemarijn Kruidentuin in de klas Pagina 5 van 8 MEC De Witte Schuur 2011
De bouw van een plant Kies één van de kruiden en bekijk de plant nauwkeurig. Vul nu het werkblad in. Welke plant heb je gekozen? Hoogte van de plant? Hoe voelt de stengel? (behaard / glad/ hol / houtig) Bladeren Hoe groeien de bladeren? o in een krans om de stengel o twee aan twee tegen de stengel o verspreid tegen de stengel o aan een steeltje o niet aan een steeltje o anders, Welk kleur zijn de bladeren? Grootte van de bladeren? Lengte: mm, breedte: mm. Wrijf een blaadje tussen de vingers en ruik dan eens. Hoe vind je het ruiken? Teken een blad na en let daarbij goed op de bladrand en nerven? Bloemen* Heeft de plant ook bloemen? Welke kleur hebben de bloemen? Hoeveel bloemblaadjes hebben de bloemen? Bekijk de bloemen en kruis de goede rondjes aan. o de bloemen staan helemaal open o de bloemen ruiken niet o er zijn al bloemen uitgebloeid o de bloemen glimmen o er zijn bloemen in de knop o de bloemen zijn dof o de bloemen ruiken * Net als sommige groenten, gaan sommige kruiden pas na een tijd bloeien. Als de plant doorschiet en niet meer gegeten wordt. Vul de ontbrekende informatie eventueel later in, wanneer de plant bloemen krijgt. Kruidentuin in de klas Pagina 6 van 8 MEC De Witte Schuur 2011
Herbarium maken Een herbarium is een verzameling gedroogde blaadjes en bloemen. Je gebruikt het om planten te bewaren en te herkennen. Wat ga je doen? Kies een van de kruiden uit de kruidentuin en knip enkele stengels onderaan de plant af. Neem een dik boek, bijvoorbeeld een telefoonboek, en sla dit ongeveer in het midden open. Leg een vel keukenpapier in het boek en spreid daarop de stengels van de plant netjes uit. Zet lastig plat te spreiden delen vast met een smal strookje plakband en knip blaadjes en stengels die over elkaar liggen voorzichtig weg. Spreid eventueel een enkel blaadje of bloemetje van de plant apart op het keukenpapier om de vorm beter te laten zien. Leg een ander vel keukenpapier over de plant. Sluit het boek en leg enkele zware boeken op je boek met de plant. Na zo n 10-14 dagen is je plant goed droog en kun je hem van het keukenpapier halen. Plak de plant op een stevig vel A4-papier en schrijf er de naam van de plant en datum op. Je kunt de gedroogde stengels eventueel ook bij je kruidenkaart of het werkblad de bouw van een plant plakken. Of maak een poster van je kruid waarop je alle informatie over je kruidenplant en de gedroogde stengels presenteert. Kruidentuin in de klas Pagina 7 van 8 MEC De Witte Schuur 2011
Kruiden ruiken en proeven Neem met je groepje een stengel van elk kruid. Wrijf van elk kruid een blaadje tussen je vingers om het goed te kunnen ruiken. Proef daarna ook een blaadje van elk kruid. Vul de tabel hieronder in: wat ruik je en wat proef je? Kruid Hoe ruikt* het kruid? Hoe smaakt* het kruid? Basilicum Bieslook Koriander Oregano Peterselie Tijm * Het is niet zo makkelijk om de geur en smaak van een plant te beschrijven. Misschien dat de volgende woorden je op weg helpen: zoet zwaar vies lekker zuur fris scherp zacht flauw sterk mild natuurlijk kunstmatig kruidig aards Voor het beschrijven van de geur en smaak kun je ook een gerecht noemen, waar de geur of smaak van het kruid je aan doet denken. Kruidentuin in de klas Pagina 8 van 8 MEC De Witte Schuur 2011