De bijzondere landbouwregeling in de BTW

Vergelijkbare documenten
Kleine onderneming: een omzet van maximum EUR (vanaf 1 april 2014)

BROCHURE 9 VRAGEN OMTRENT DE VRIJSTELLINGSREGELING VAN BELASTING VOOR KLEINE ONDERNEMINGEN

BROCHURE 9 VRAGEN OMTRENT DE VRIJSTELLINGSREGELING VAN BELASTING VOOR KLEINE ONDERNEMINGEN

topaccount Systeem Forfaitaire Boekhouding Kalenderjaar 2015

De bijzondere btw-aangifte : omschrijving van de roosters

Inhoudsopgave BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE. BTW-Wetboek. Uitvoeringsbesluiten. Inhoudsopgave

Praktische gids btw-plicht notaris

Algemene inhoud. Belgische wetgeving. Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde. Koninklijke besluiten

Belastingwijzer btw. Ragheno Business Park

HOOFDSTUK IX BIJZONDERE REGELINGEN. Afdeling I Kleine ondernemingen 2. }2 [...] 2 ] 1

Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN

BTW. Academiejaar samenvatting - Jeroen De Mets 1

Origine en achtergrond van het btw-vrije stelsel

INHOUDSTAFEL III VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN HOOFDSTUK 1. HISTORIEK 1 HOOFDSTUK 2. INLEIDENDE BEPALINGEN 5

Circulaire AAFisc Nr. 34/2014 (nr. E.T ) dd

Overzicht. 1. Wat is BTW?

Federale Overheidsdienst F 2009/6/1 FINANCIEN

Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde

Beslissing ET van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen

Toepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven

Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde / 19

Wijziging van de declaratieve btw-verplichtingen met ingang van 1 januari 2010

INFORMATIEDOSSIER. Voor 20 juli: Indienen BTW aangifte Betaling van de op de aangifte verschuldigde BTW minus de betaalde voorschotten

Volledige Belgische wetgeving en Europese bepalingen Praktisch verduidelijkt Inclusief Intrastat

Inhoud. 1 De intracommunautaire levering van goederen Begrip Onderscheid tussen levering van goederen en diensten 18

Overzicht. 1. Wat is BTW?

Federale Overheidsdienst F 2011/14/1 FINANCIEN

INHOUDSOPGAVE. VOORWOORD... v

Koninklijke besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde. BTW-Wetboek

BTW-Wetboek. Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde. Hoofdstuk XIX. Aan alle belastingen gemene bepalingen...

BTW-Wetboek. Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde

Inhoud Hoofdstuk 1 BTW-belastingplicht Hoofdstuk 2 Maatstaf van heffing, belastbaar feit en tijdstip van opeisbaarheid

VOORAFGAANDE OPMERKING

Inhoudstafel. Voorwoord... Hoofdstuk I. Btw: De Europese achtergrond van de btw Hoofdstuk II. De advocaat als belastingplichtige...

Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde. BTW-Wetboek

Codex van de Accountant en van de Belastingconsulent

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen 23 november 1965

BTW-Wetboek. Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde

Hof van Cassatie van België

Nieuwsbrief Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M,

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN

BTW-Wetboek. Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde. Wetboek van de belasting over de toegevoegde

Federale Overheidsdienst F 2009/11/1 FINANCIEN

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten

FINANCIEN. Federale Overheidsdienst F 2010/12/1 FORFAITAIRE REGELING INZAKE BTW VOOR KLEINHANDELAARS IN SCHOEISEL BIJZONDERE BEPALINGEN JAAR 2010 (*)

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

INHOUDSOPGAVE Folio. Wetboek van Strafvordering - Nederlandse tekst vastgesteld bij de wet van 10 juli 1967, V.T. art. 24 en Boek I, art.

Deel II. Grondlijnen van het Belgisch belastingstelsel met betrekking tot de onroerende goederen... 7

I. INFORMATIE AAN NOTARISSEN

BIJLAGE BIJLAGE VIII

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17

Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020 De eenmanszaak, maatschap en VOF die in Nederland

Federale Overheidsdienst F 2010/11/1 FINANCIEN

INHOUD AUTEURS... VOORWOORD... DEEL 1. DE PERIODIEKE BTW-AANGIFTE... 1

'Grensbedragen' voor kwartaalaangiften

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Afschaffing btw-landbouwregeling voor bosbouwers. 4 april 2018 Aart Bakker / Petra de Waal / Hessel Vliegen


AANVRAAG TOT IDENTIFICATIE VAN EEN BTW-EENHEID (formulier 606 A)

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

FORFAITAIRE REGELING INZAKE BTW VOOR KLEINHANDELAARS IN TABAKSPRODUKTEN. (Bijkomstige handelingen) BIEZONDERE BEPALINGEN JAAR 2010 (*)

Uw btw-identificatiegegevens zijn gewijzigd?

Wanneer dien je een factuur uit te reiken?

AANGIFTE (Artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 14, van 3 juni 1970)

De BTW in de Europese Gemeenschap TOEPASSING IN DE LIDSTATEN INFORMATIE TEN BEHOEVE VAN OVERHEDEN, BEDRIJVEN, INFORMATIENETWERKEN ENZ.

a) Mijn inkomsten overschrijden het grensbedrag niet en zijn niet verbonden met mijn beroepsactiviteit als zelfstandige of bedrijfsleider

Niet-binnenlandse handelingen

Auteur. Onderwerp. Datum

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

Btw-plicht notarissen en gerechtsdeurwaarders vanaf 2012: concrete uitwerking

Hoe een btw- vraagstuk oplossen?

N AD HOC - Forfaitaire BTW-regeling A Brussel, 27 maart 2018 MH/ND/AS ADVIES. over DE FORFAITAIRE BTW-REGELING

Vermindering van BTW voor kleine ondernemers

Bijlage 1: Schematisch overzicht toepassing van artikel 6 van het Wetboek. Onder bezwarende titel? Neen. Nee. Buiten de werkingssfeer

De kleineondernemersregeling

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Vermindering van BTW voor kleine ondernemers

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar.

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

1ste wijziging : BTW aangifte Uitbreiding van vak 00 : Verkopen + vak 44 + vak 88

Voorwoord 9. I. Omschrijving van het begrip investering of bedrijfsmiddel 11

Federale Overheidsdienst FINANCIEN

belastingplicht Wanneer vangt de belastingplichtige activiteit aan? 1) art 4 W.BTW : éénieder die... geregeld... belastbare handelingen stelt

AANVRAAG TOT IDENTIFICATIE VOOR BTW-DOELEINDEN BIJ AANVANG VAN EEN ACTIVITEIT (formulier 604 A)

Inhoudstafel. Woord vooraf 13. Hoofdstuk 1 Recht op aftrek, herziening van de aftrek en gemengde btw-belastingplicht 15

Circulaire 2019/C/22 betreffende werken uitgevoerd door een Btw-belastingplichtige in een gebouw dat hij huurt

AANVRAAG TOT BTW-IDENTIFICATIE (formulier 604A)

10 De verwerking van de creditnota's in de btw-aangifte

Circulaire 2018/C/20 betreffende de aanpassingen aan het Btw- Wetboek door de wet van

De kleineondernemersregeling. Belastingdienst

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen

2 Levering van goederen

Vermindering van btw voor kleine ondernemers

De nieuwe btw-wetgeving van 2015 zal ook invloed op u hebben!

Omzetting van de Europese richtlijn naar het Belgisch recht

Transcriptie:

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2015 2016 De bijzondere landbouwregeling in de BTW Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Handelswetenschappen Sofie Vandenberghe onder leiding van Prof. dr. Bertel De Groote

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2015 2016 De bijzondere landbouwregeling in de BTW Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Handelswetenschappen Sofie Vandenberghe onder leiding van Prof. dr. Bertel De Groote

PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. Sofie Vandenberghe

Woord vooraf Deze masterproef vormt het sluitstuk van mijn opleiding Handelswetenschappen aan de Universiteit Gent. Door mijn interesse in de landbouwsector en het feit dat ik in mijn vriendenkring en familie verschillende landbouwondernemers ken, koos ik voor een onderwerp binnen deze branche. Mijn masterproef situeert zich binnen het domein van de btw, wat aansluit bij de afstudeerrichting accountancy-fiscaliteit, waar ik vol enthousiasme voor gekozen heb. Bij het schrijven van deze masterproef heb ik van verschillende mensen de nodige steun en begeleiding gekregen. Bij deze wil ik hen dan ook expliciet bedanken. Mijn dank gaat in de eerste plaats uit naar mijn promotor, Prof. dr. Bertel De Groote. Hoewel hij niet helemaal vertrouwd was met het onderzoeksthema, stond hij er toch voor open en heeft hij mij begeleid daar waar hij kon. Daarnaast wil ik ook dhr. Stefaan Ruysschaert bedanken voor de begeleiding en feedback die hij mij heeft gegeven tijdens het schrijven van deze masterproef. Verder verdienen ook mijn familie en vrienden een woord van dank, voor het geduld, de steun en de aanmoedigende woorden wanneer het nodig was. Tot slot gaat mijn dank ook uit naar mijn broer, waarmee ik de nodige debatten kon voeren over mijn onderwerp en hierdoor met een kritischere kijk deze masterproef verder uitwerkte. Sofie Vandenberghe Jabbeke, 13 mei 2015 I

II

Inhoudstafel Woord vooraf... I Inhoudstafel... III Lijst met afkortingen... VII Lijst met tabellen... VIII Inleiding... 1 Hoofdstuk 1: De belasting over de toegevoegde waarde... 3 1.1 Definitie btw... 3 1.2 Historiek van de btw binnen Europa... 3 1.3 Belasting op het verbruik... 4 Hoofdstuk 2: Keuzemogelijkheden voor landbouwondernemers inzake btw-systemen... 7 2.1 De algemene btw-regeling... 7 2.2 De forfaitaire btw-regeling... 8 2.2.1 Uitgesloten van de forfaitaire btw-regeling... 8 2.2.2 Belastingplichtigen op wie de forfaitaire btw-regeling van toepassing is... 8 2.2.2.1 De sector waarin de belastingplichtige actief is... 9 2.2.2.2 De vorm van de onderneming... 10 2.2.2.3 De aard van de handelingen die de belastingplichtige stelt... 10 2.2.2.4 De maximumomzet die de belastingplichtige realiseert... 10 2.2.3 Verplichtingen van aan de forfaitaire btw-regeling onderworpen belastingplichtigen... 10 2.2.4 Landbouwondernemer die gebruik maakt van de forfaitaire btw-regeling... 10 2.3 De btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen... 11 2.3.1 Geen gebruik van de vrijstellingsregeling voor het geheel van de activiteit... 11 2.3.2 Handelingen uitgesloten van de vrijstellingsregeling... 12 2.3.3 Bepaling van het jaarlijks omzetcijfer... 13 2.3.4 Overgang naar algemene of forfaitaire btw-regeling... 14 2.3.5 Administratieve verplichtingen... 15 2.4 De bijzondere landbouwregeling... 16 2.5 Afwijkingen tussen de verschillende btw-systemen... 17 Hoofdstuk 3: De bijzondere landbouwregeling in detail bekeken... 19 3.1 Algemeen... 19 3.2 Werking van de bijzondere landbouwregeling... 20 3.2.1 De forfaitaire compensatie... 20 3.2.2 Aftrekbaarheid van de betaalde forfaitaire compensatie... 23 3.3 Het begrip landbouwondernemer... 24 3.3.1 Landbouwondernemers die gebruik kunnen maken van de bijzondere landbouwregeling.. 25 III

3.3.2 Landbouwondernemers die geen gebruik kunnen maken van de bijzondere landbouwregeling... 26 3.3.3 Landbouwondernemers die gedeeltelijk gebruik kunnen maken van de bijzondere landbouwregeling... 27 3.3.3.1 Tweede sector onderworpen aan normale of forfaitaire regeling... 29 3.3.3.2 Tweede sector onderworpen aan de vrijstellingsregeling... 30 3.4 Handelingen waarvoor de bijzondere landbouwregeling kan worden toegepast... 31 3.4.1 Levering van voortgebrachte of geteelde producten en van gefokte dieren... 31 3.4.2 Diensten ter uitvoering van contractteelt of contractmesterij... 32 3.4.3 Onderlinge landbouwhulp... 33 3.4.4 Leveringen van gebruikte bedrijfsmiddelen en andere in het bedrijf gebruikte goederen... 33 3.4.5 Bijzondere gevallen... 34 3.4.5.1 Vergoedingen betaalt aan landbouwers door varkensmestbedrijven voor het storten van bedrijfsmest... 34 3.4.5.2 Vergoedingen betaalt aan landbouwers door veilingen voor het verspreiden van bedorven of beschadigd fruit... 35 3.4.5.3 De btw-regeling bij handelingen betreffende melkquota... 35 3.5 Handelingen waarvoor de bijzondere landbouwregeling niet kan worden toegepast... 36 3.5.1 Arrest Detlev Harbs... 37 3.5.2 Arrest Stadt Sudern... 37 3.6 Leveren van landbouwproducten of verrichten van landbouwdiensten... 38 3.6.1 Leveren van landbouwproducten of verrichten van landbouwdiensten in België... 38 3.6.1.1 Niet-belastingplichtigen... 38 3.6.1.2 Belastingplichtigen of niet-belastingplichtige rechtspersonen... 39 3.6.2 Leveren van landbouwproducten of verrichten van landbouwdiensten buiten België... 41 3.6.2.1 Intracommunautair... 42 3.6.2.2 Uitvoer... 44 3.6.2.3 Problematiek teruggaaf van de betaalde forfaitaire compensatie... 45 3.7 Aankopen door een landbouwondernemer die een beroep doet op de bijzondere landbouwregeling... 46 3.7.1 Behandeling van intracommunautaire verwervingen in de bijzondere landbouwregeling... 47 3.7.1.1 Korte schets verkopen op afstand... 47 3.7.1.2 Intracommunautaire verwervingen verricht voor een bedrag kleiner dan 11 200 euro.. 49 3.7.1.3 Intracommunautaire verwervingen verricht voor een bedrag groter dan 11 200 euro... 50 3.7.1.4 Landbouwondernemer kiest ervoor om btw te voldoen in lidstaat van bestemming... 51 3.7.2 Intracommunautaire verwerving van accijnsproducten... 51 3.7.3 Intracommunautaire verwervingen van nieuwe vervoermiddelen... 52 3.7.4 Diensten verricht door een niet in België gevestigde belastingplichtige aan de forfaitaire landbouwer... 52 3.8 Meldingen aan btw-controlekantoor... 53 IV

3.9 Administratieve toleranties binnen de bijzondere landbouwregeling... 54 Hoofdstuk 4: Overstap tussen de verschillende btw-systemen... 57 4.1 Algemeen... 57 4.2 Administratieve verplichtingen bij overstappen tussen verschillende regelingen... 57 4.3 Verplichte overstap tussen btw-regelingen... 58 4.4 Regularisatie van de btw bij een overstap tussen btw-regelingen... 59 4.4.1 Overgang van de bijzondere landbouwregeling naar de normale btw-regeling: recht op teruggaaf btw... 59 4.4.1.1 Goederen in voorraad, andere dan bedrijfsmiddelen... 61 4.4.1.2 Bedrijfsmiddelen... 62 4.4.1.3 Diensten als gevolg van overeenkomsten van contractteelt of contractmesterij in uitvoering op tijdstip van wijziging... 64 4.4.1.4 Samenvattend: maatstaf van heffing en tarief regularisatie... 65 4.4.2 Voorwaarde recht op teruggaaf: inventaris... 66 4.4.3 Uitoefening recht op teruggaaf btw... 66 4.4.4 Overgang van de normale btw-regeling naar de bijzondere landbouwregeling: terugstorten btw 67 4.4.5 Voorwaarde terugstorten btw... 69 4.4.6 Wijze van terugstorten btw... 70 Hoofdstuk 5: Gehele of gedeeltelijke overdracht van een landbouwonderneming... 71 5.1 Overdracht van een algemeenheid van goederen of van een bedrijfsafdeling... 71 5.1.1 Algemeenheid van goederen... 72 5.1.2 Bedrijfsafdeling... 74 5.1.3 Arrest Zita Modes... 74 5.1.4 Toepassing van de btw... 75 5.1.4.1 Overdracht om niet... 75 5.1.4.2 Overdrager en overnemer beiden aan de bijzondere landbouwregeling onderworpen. 75 5.1.4.3 Overdrager aan de bijzondere landbouwregeling onderworpen en overnemer aan de normale regeling onderworpen... 76 5.1.4.4 Overdrager aan de normale regeling onderworpen en overnemer aan de bijzondere landbouwregeling onderworpen... 77 5.1.5 Wijze van overdracht... 78 5.2 Geen overdracht van een algemeenheid van goederen of van een bedrijfsafdeling... 78 5.2.1 Overdrager onderworpen aan de bijzondere landbouwregeling... 79 5.2.2 Overdrager onderworpen aan de normale btw-regeling... 79 Hoofdstuk 6: Het tarief van de btw... 81 6.1 Goederen onderworpen aan het tarief van 6 pct.... 81 6.2 Diensten onderworpen aan het tarief van 6 pct.... 82 Hoofdstuk 7: Toepassingen... 85 7.1 Landbouwdiensten door dierenartsen... 85 V

7.2 Mestverwerking... 85 7.3 Loonwerk en verlegging van heffing... 86 Conclusie... 87 Lijst van geraadpleegde werken... I Wetgeving... I Rechtspraak... II Rechtsleer... II Online vindplaatsen... III Overige bronnen... III VI

Lijst met afkortingen Btw BVBA E.d. NV T.e.m. VOF Vzw Enz. EU Comm. V. K.B. Belasting over de toegevoegde waarde Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid En dergelijke Naamloze vennootschap Tot en met Vennootschap onder firma Vereniging zonder winstoogmerk Enzovoort Europese Unie Commanditaire vennootschap Koninklijk Besluit VII

Lijst met tabellen Tabel 1 Afwijkingen tussen de verschillende btw-systemen... 17 Tabel 2 Samenvattend: maatstaf van heffing en tarief regularisatie... 65 VIII

Inleiding Dat de landbouwsector een unieke sector is, kan op verschillende vlakken aangetoond worden. Dit blijkt onder meer uit de diverse specifieke regelingen die voor landbouwondernemers werden ingevoerd. Zo is er bijvoorbeeld de landbouwvennootschap, speciaal opgericht voor bedrijven in de land- of tuinbouwsector. Maar ook op vlak van subsidies, met bijvoorbeeld de onlangs vernieuwde VLIF-regeling, vormt de landbouw een buitenbeentje. Zo dus ook wanneer het gaat over de belasting over de toegevoegde waarde. Weinig mensen zijn echt vertrouwd met de unieke regelingen die aan de landbouwsector worden toegewezen. Het komt nog al te vaak voor dat een jonge, overnemende landbouwondernemer gebruik maakt van een bepaalde regeling, omdat ook de ouders deze regeling hanteerden, zonder hierover de nodige kennis te hebben. Het doel van deze masterproef is dan ook om landbouwondernemers, maar ook niet-landbouwondernemers, duidelijk te maken dat er verschillende keuzes zijn en dat het belangrijk is om een juiste keuze te maken op grond van een kritische analyse van het landbouwbedrijf en de werkzaamheid die zij uitvoert. De keuze voor een verkeerd systeem kan wel degelijk grote (negatieve) gevolgen met zich meebrengen. Wanneer we het hebben over btw, heeft een landbouwondernemer diverse opties. Voor we deze toelichten, is het van belang dat het begrip btw goed begrepen wordt. Daarom beginnen we met een uiteenzetting van deze term en haar specifieke kenmerken. Deze masterproef gaat dieper in op één bepaalde regeling inzake btw, namelijk de bijzondere landbouwregeling, ook wel de forfaitaire landbouwregeling voor btw genoemd. Volgende onderzoeksvragen zouden na het lezen van deze masterproef beantwoord moeten zijn. Wat zijn de voordelen voor de landbouwondernemer, indien hij kiest voor de bijzondere landbouwregeling inzake btw? Wat zijn de nadelen? Zijn er belangrijke specifieke kenmerken? Voor we dieper op de bijzondere landbouwregeling ingaan, wordt eerst een overzicht gegeven van de andere btw-regelingen waarvoor de landbouwondernemer kan opteren. Zo staan we onder andere even stil bij de algemene btw-regeling, de forfaitaire btw-regeling en de btwvrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen. Na deze korte uiteenzetting volgt een gedetailleerde uiteenzetting van de bijzondere landbouwregeling. We lichten om te beginnen toe wat onder het begrip landbouwondernemer kan worden verstaan en wanneer een landbouwondernemer gebruik kan maken van de bijzondere landbouwregeling. Verder gaan we ook in op de handelingen waarvoor de forfaitaire landbouwregeling inzake btw al dan niet kan worden toegepast. 1

Een landbouwondernemer kan zijn geproduceerde landbouwproducten in België, in andere lidstaten van de Europese Unie of in derde landen verkopen. Hetzelfde geldt voor het verstrekken van diensten. We lichten toe welke gevolgen er op dit vlak zijn indien de landbouwondernemer beslist om gebruik te maken van de bijzondere landbouwregeling inzake btw. Ook wanneer het gaat om aankopen in andere lidstaten, door de landbouwondernemer die beroep doet op de bijzondere landbouwregeling, geldt een aparte regeling. In dit kader wordt een korte uiteenzetting gedaan van het principe van verkopen op afstand. Hiervoor werd al vermeld dat verschillende jonge landbouwondernemers gewoon de regeling van de ouders overnemen. Wanneer deze nu echter beslissen om over te stappen naar een ander btw-systeem, zullen verschillende administratieve verplichtingen gevolgd moeten worden. Laatstgenoemde verplichtingen worden in deze masterproef even op een rijtje gezet. Bij de overgang van de bijzondere landbouwregeling naar de normale regeling inzake btw, is het mogelijk dat er een teruggaaf van de btw tot stand komt. Omgekeerd, wanneer overgegaan wordt van de normale regeling naar de bijzondere landbouwregeling inzake btw, kan een herziening en eventuele terugstorting van de btw opgelegd worden. De precieze omstandigheden waarin een teruggaaf of terugstorting van btw voorkomen, worden in detail besproken. Ingeval een landbouwondernemer beslist om zijn landbouwonderneming, of een stuk van zijn landbouwonderneming, over te dragen, moet een onderscheid gemaakt worden tussen de situatie waar een algemeenheid van goederen wordt overgedragen en de situatie waar een bedrijfsafdeling wordt overgedragen. De consequenties die tot stand komen inzake btw wanneer er een overdracht plaatsvindt worden toegelicht. Om af te sluiten wordt het btw-tarief dat van toepassing is op landbouwproducten of landbouwdiensten kort behandeld en worden nog enkele toepassingen vanuit de praktijk uitgelegd. 2

Hoofdstuk 1: De belasting over de toegevoegde waarde 1.1 Definitie btw De belasting over de toegevoegde waarde, of btw, is volgens het wetboek een omzetbelasting 1. Dit houdt in dat het de omzet, die de onderneming realiseert door de verkopen van goederen of diensten, is die belast wordt. Dit in tegenstelling tot de inkomstenbelasting, waar de winst van de onderneming belast wordt. Zoals verder zal blijken is de btw een belasting die door de eindgebruiker (consument of niet-belastingplichtige organisaties) wordt gedragen 2. 1.2 Historiek van de btw binnen Europa De belasting over de toegevoegde waarde is een Europese belasting die in verschillende fases tot stand kwam. In 1958 kreeg de Europese Commissie, naar aanleiding van de Europese eenmaking, de opdracht om te onderzoeken op welke manier de wetgevingen van de verschillende lidstaten inzake omzetbelasting, accijnzen en andere indirecte belastingen konden worden gelijkgesteld 3. Om de gelijkstelling van de omzetbelasting in de verschillende landen te kunnen verwezenlijken, werd in 1962 gepleit voor een invoering van een belasting over de toegevoegde waarde als algemene verbruiksbelasting 4. Op 11 april 1967 voerde de Europese Gemeenschap een Eerste Richtlijn en Tweede Richtlijn in die de bestaande systemen van omzetbelasting, die de lidstaten vroeger hadden, verving door een gemeenschappelijk stelsel van btw 5. In Artikel 1 van de Eerste Richtlijn werd de opdracht gegeven aan de lidstaten om hun omzetbelasting te vervangen door het gemeenschappelijk stelsel uiterlijk tegen 1 januari 1970 6. De tarieven en vrijstellingen mochten echter nog vrij worden gekozen door de lidstaten 7. Hierdoor bleven er verschillen in het systeem. In België raakte de btw pas ingevoerd 1 Artikel 1, 1 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 2 Belgium.be, informatie en diensten van de overheid, BTW, http://www.belgium.be/nl/belastingen/btw geconsulteerd op 13/02/2016 3 Artikel 99, Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap; DEBELVA F., DEGADT C., DE VLIEGER D., HEIRMAN J., MASSIN I., STAS D., VANBIERVLIET F., VANDENDRIESSCHE P., VYNCKE K., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, Brugge, Die Keure Professional Publishing, 2015, 4. (hierna verkort DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 4.) 4 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 4. 5 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 4. 6 Artikel 1, Eerste richtlijn van de Raad van 11 april 1967 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting (67/227/EEG) 7 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 4. 3

op 1 januari 1971 8. Dit was mogelijk door de Derde Richtlijn, die België een jaar uitstel verschafte 9. Daarna verschenen de Vierde en Vijfde Richtlijn omdat ook Italië nog tweemaal uitstel nodig had vooraleer ze de btw kon invoeren ter vervanging van haar vroegere omzetbelasting 10. De Zesde Richtlijn over de gelijkstelling van de wetgevingen van de lidstaten, die ingevoerd werd op 17 mei 1977, was de belangrijkste 11. Deze richtlijn voerde een nieuwe belastbare handeling in, namelijk de intracommunautaire verwerving 12. Op 28 november 2006 werd de btw-richtlijn ingevoerd 13. Deze komt voort uit de volledige wijziging van de Zesde Richtlijn in combinatie met enkele bepalingen van de Eerste Richtlijn 14. De btw-richtlijn is een heldere en rationele presentatie van het gangbare btw-recht 15. In hoofdstuk 3 wordt dieper ingegaan op de bijzondere landbouwregeling inzake btw. Deze vindt zijn oorsprong in artikel 25 van de Zesde richtlijn 16. Na de hervorming tot de btw-richtlijn vinden we de landbouwregeling in de artikelen 295 t.e.m. 305 17. 1.3 Belasting op het verbruik De btw is een belasting op het verbruik, een belasting die betaald moet worden door de eindverbruiker die het goed aan het economisch verkeer onttrekt 18. Door het systeem van gefractioneerde betalingen wordt de btw echter in ieder stadium geheven 19. Een voorbeeld om dit duidelijk te maken (er wordt uitgegaan van een btw-percentage van 21 pct.): - Een houthakker verkoopt hout aan een timmerman ter waarde van 1 000 euro + 210 euro btw. De houthakker heeft een verschuldigde btw ter waarde van 210 euro. 8 S. RUYSSCHAERT, Btw van factuur tot aangifte, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2015, 12; DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 5. 9 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 5. 10 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 5. 11 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 5. 12 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 5. 13 Zesde richtlijn van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid- Staten inzake omzetbelasting Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (77/388/EEG) 14 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 5. 15 DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 5. 16 H. VANDENBERGH, BTW-Handboek Editie 2014, Brussel, Groep Larcier, 2014, 1128. 17 H. VANDENBERGH, BTW-Handboek Editie 2014, Brussel, Groep Larcier, 2014, 1128. 18 S. RUYSSCHAERT, Btw van factuur tot aangifte, Antwerpen-Apeldoorn, Maklu, 2015, 315. 19 TIBERGHIEN, A., Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016, Mechelen, Kluwer, 2015, 1428. 4

- De timmerman maakt van het hout een stoel en verkoopt deze aan een meubelwinkel voor de prijs van 1 500 euro + 315 euro btw. De timmerman heeft een verschuldigde btw van 105 euro, zijnde 315 euro verschuldigde btw - 210 euro aftrekbare btw. - De meubelwinkel verkoopt de stoel aan een consument, niet-belastingplichtige, voor het bedrag van 2 000 euro + 420 euro btw. De meubelwinkel heeft een verschuldigde btw van 105 euro, zijnde 420 euro verschuldigde btw - 315 euro aftrekbare btw. - De consument heeft geen aftrekbare btw en betaalt dus het volledige btw-bedrag van 420 euro. Aan de hand van dit voorbeeld wordt duidelijk dat hoewel de btw een belasting is met een systeem van gefractioneerde betalingen (zowel de houthakker, timmerman als meubelmaker betalen tijdens het proces al btw), de volledige belasting door de consument wordt gedragen. Die 420 euro bestaat namelijk uit de verschuldigde btw van de houthakker (210 euro), de verschuldigde btw van de timmerman (105 euro) en de verschuldigde btw van de meubelwinkel (105 euro). Ondanks de benaming wordt de btw niet berekend op de toegevoegde waarde die wordt gecreëerd, maar wel op de volledige prijs of waarde van de goederen of diensten, met een recuperatie van de voorafgaande heffingen 20. 20 TIBERGHIEN, A., Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016, Mechelen, Kluwer, 2015, 1428. 5

6

Hoofdstuk 2: Keuzemogelijkheden voor landbouwondernemers inzake btw-systemen Een landbouwondernemer heeft inzake btw de keuze tussen verschillende systemen. Om te beginnen kan hij ervoor kiezen om gebruik te maken van het algemene btw-systeem. Indien aan de voorwaarden voldaan is kan een landbouwondernemer voor een gedeelte van zijn activiteiten eventueel ook onder de forfaitaire btw-regeling vallen. Verder kunnen kleine landbouwondernemingen, indien zij aan de voorwaarden voldoen, ervoor kiezen om de btwvrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen toe te passen. Een andere optie voor de landbouwondernemer is om ervoor te kiezen gebruik te maken van de bijzondere landbouwregeling, verder ook wel forfaitaire btw-compensatie genoemd. De reden waarom een landbouwondernemer voor een bepaald systeem kiest verschilt van bedrijf tot bedrijf. De verschillende systemen worden hieronder kort besproken. Voor meer details verwijs ik ook graag naar de btw-handleiding van de Belgische fiscale administratie, hoofdstuk XIII over de bijzondere regelingen. In hoofdstuk 3 wordt de bijzondere landbouwregeling in detail behandeld. 2.1 De algemene btw-regeling Bij de algemene of normale btw-regeling wordt btw aangerekend op de uitgaande facturen en kan de btw afgetrokken worden op de inkomende facturen 21. Men moet maandelijks of per kwartaal een btw-aangifte indienen 22. Indien het omzetcijfer van de onderneming kleiner is dan 2,5 miljoen euro, exclusief btw, kan voor de kwartaalaangifte gekozen worden 23. Verder moet jaarlijks een btw-listing worden opgemaakt en aan het btw-kantoor worden overgemaakt 24. Dit is een lijst van alle klanten met het omzetcijfer en de btw-nummers 25. Wanneer een landbouwondernemer beroep doet op het normale btw-systeem zal hij dus van alle goederen die hij aankoopt en diensten die hij ontvangt de btw in aftrek kunnen brengen, indien hij deze goederen of diensten gebruikt om zijn economische activiteit uit te oefenen. Bij verkopen 21 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Vennootschappen in land- en tuinbouw, Leuven, H. Vidts, 2014, 23; STROOBANDT, A., BERGEN, D., VAN GIJSEGHEM, D., BAS, L., & VUYLSTEKE, A., Ondernemerschap in de Vlaamse landen tuinbouw: beleidsinstrumenten, 2009, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie. 16. 22 CRELAN, Ondernemen in land- en tuinbouw, 2013, 21. 23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-regelingen, http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/btw-plicht/btw-regime geconsulteerd op 25/04/2016 24 CRELAN, Ondernemen in land- en tuinbouw, 2013, 21. 25 CRELAN, Ondernemen in land- en tuinbouw, 2013, 21. 7

daarentegen zal hij ook btw in rekening moeten brengen. Welk percentage van het btw-tarief dat moet worden toegepast wordt in hoofdstuk 6 behandeld. 2.2 De forfaitaire btw-regeling Ondernemingen met een beperkte jaaromzet, die hoofdzakelijk met particulieren handelen en die hun werkzaamheid uitoefenen in welbepaalde bedrijfssectoren kunnen een beroep doen op de forfaitaire btw-regeling 26. Het doel van de forfaitaire btw-regeling is om het mogelijk te maken om de belastbare omzet van een belastingplichtige eenvoudig te bepalen in de gevallen waar de omzet niet uit facturen blijkt, aangezien deze niet worden uitgereikt, zonder dat de ondernemer zijn ontvangsten elke dag in een ontvangstendagboek moet noteren 27. 2.2.1 Uitgesloten van de forfaitaire btw-regeling Belastingplichtigen die normaal facturen moeten uitreiken, belastingplichtigen die geregeld goederen en diensten leveren aan beroepsmensen en belastingplichtigen die werk in onroerende staat verrichten, kunnen geen beroep doen op de forfaitaire regeling 28. 2.2.2 Belastingplichtigen op wie de forfaitaire btw-regeling van toepassing is Om gebruik te kunnen maken van de forfaitaire btw-regeling moet een belastingplichtige voldoen aan vier voorwaarden die betrekking hebben op: - De sector waarin de belastingplichtige actief is; - De vorm van de onderneming; - De aard van de handelingen die de belastingplichtige stelt; - De maximumomzet die de belastingplichtige realiseert 29. 26 Artikel 1, 1, 3 K.B. nr. 2, 7 november 1969 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btwregelingen, http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/btw-plicht/btw-regime geconsulteerd op 25/04/2016 27 485. 28 485. 29 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Forfaitaire btw-regeling, http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/btw-plicht/forfaitaire_btw-regeling geconsulteerd op 25/04/2016 8

2.2.2.1 De sector waarin de belastingplichtige actief is Niet alle sectoren kunnen gebruik maken van de forfaitaire btw-regeling. De forfaitaire regelingen bestaan voor volgende sectoren: - Apothekers; - Bakkers, brood- en banketbakkers; - Caféhouders; - Consumptie-ijsbereiders; - Drogisten; - Exploitanten van frietkramen; - Foornijveraars; - Geneesheren met geneesmiddelendepot; - Kappers; - Kleinhandelaars in boeken; - Kleinhandelaars in diverse textiel- en lederwaren; - Kleinhandelaars in ijzerwaren en gereedschappen; - Kleinhandelaars in kranten en tijdschriften; - Kleinhandelaars in levensmiddelen; - Kleinhandelaars in schoeisel; - Kleinhandelaars in tabaksproducten; - Kleinhandelaars in vis; - Kleinhandelaars in wild en gevogelte; - Kleinhandelaars in zuivelproducten en melkventers; - Schoenherstellers; - Slagers en spekslagers; - Visventers 30. 30 485. 9

2.2.2.2 De vorm van de onderneming De belastingplichtige moet een fysieke persoon zijn, een VOF, een gewone commanditaire vennootschap of een BVBA 31. Het is dus onmogelijk voor een NV, een commanditaire vennootschap op aandelen, een coöperatieve vennootschap, een vzw, openbare lichamen e.d. om gebruik te maken van de forfaitaire btw-regeling 32. 2.2.2.3 De aard van de handelingen die de belastingplichtige stelt De forfaitaire btw-regeling kan enkel worden toegepast wanneer de totale omzet, die de belastingplichtigen realiseren uit de beroepswerkzaamheden die ze uitoefenen, voor minstens 75 pct. bestaat uit handelingen waarvoor geen verplichting bestaat om een factuur uit te reiken 33. Wanneer het gaat om belastingplichtigen die voor meer dan 25 pct. van het bedrag van de omzet die ze realiseren uit hun handelingen facturen moeten uitreiken, kan dus geen beroep worden gedaan op de forfaitaire btw-regeling 34. 2.2.2.4 De maximumomzet die de belastingplichtige realiseert Om gebruik te kunnen maken van de forfaitaire btw-regeling moet de belastingplichtige een jaaromzet hebben van minder dan 750 000 euro, exclusief btw, in het afgelopen jaar 35. 2.2.3 Verplichtingen van aan de forfaitaire btw-regeling onderworpen belastingplichtigen Ondernemingen die gebruik maken van de forfaitaire btw-regeling hebben recht op aftrek en blijven onderworpen aan de meeste verplichtingen van de belastingplichtigen, zoals het indienen van een periodieke aangifte, het doorstorten van de belasting aan de Schatkist, enz. 36. 2.2.4 Landbouwondernemer die gebruik maakt van de forfaitaire btw-regeling Een landbouwondernemer kan, wanneer hij naast zijn landbouwactiviteit ook nog een activiteit uitvoert in een sector waar het gebruik van de forfaitaire regeling is toegestaan, voor deze tweede sector eventueel een beroep doen op de forfaitaire regeling. 31 Artikel 1, 1, 1 K.B. nr. 2, 7 november 1969 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 487. 32 487. 33 Artikel 1, 1, 2 K.B. nr. 2, 7 november 1969 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 487. 34 487. 35 Artikel 1, 1, 3 K.B. nr. 2, 7 november 1969 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 487. 36 485. 10

Stel: een landbouwondernemer oefent een landbouwactiviteit uit en oefent daarnaast een activiteit uit als slager. Indien hij voor zijn deze tweede werkzaamheid geen gebruik maakt van de forfaitaire btw-regeling, zal hij voor zijn beide activiteiten, dus ook voor zijn landbouwactiviteit, aan de normale btw-regeling onderworpen worden 37. Indien de landbouwondernemer voor zijn activiteit als slager wel een beroep doet op de forfaitaire regeling, kan hij deze combineren met de bijzondere landbouwregeling. Hij kan echter slechts een beroep doen op de forfaitaire btw-regeling indien hij aan alle voorwaarden die hiervoor werden opgesomd voldoen. De landbouwondernemer wordt dan geacht in twee sectoren actief te zijn. Dit houdt in dat wanneer hij in zijn slagerij vlees verkoopt van een rund dat hij heeft geteeld in zijn werkzaamheid als landbouwondernemer, hij geacht wordt dat rund te hebben verkocht van zijn ene activiteit aan zijn andere. Voor de verkopen die de landbouwondernemer realiseert met zijn landbouwactiviteit, is bijzondere landbouwregeling van toepassing (zie hoofdstuk 3). Voor de verkopen die hij realiseert met zijn activiteit als slager, moet hij de verplichtingen nakomen die van toepassing zijn op de forfaitaire regeling 38. 2.3 De btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen Om gebruik te kunnen maken van de btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen moet aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. Zo komen belastingplichtigen van wie de in België gerealiseerde jaaromzet niet meer bedraag dan 25 000 euro exclusief btw (vanaf 1 januari 2016, vroeger bedroeg de drempelwaarde 15 000 euro) in aanmerking voor de belastingvrijstelling voor de levering van goederen en diensten die ze verrichten 39. Een ondernemer die in 2015 het omzetcijfer van 25 000 euro niet overschreden had, kon indien hij dit wenste, vanaf 1 januari 2016 gebruik maken van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen als aan alle andere toepassingsvoorwaarden voldaan was 40. 2.3.1 Geen gebruik van de vrijstellingsregeling voor het geheel van de activiteit Btw-eenheden zijn altijd van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen uitgesloten 41. Verder zijn ondernemers die geregeld één van volgende handelingen uitvoeren voor hun gehele activiteit uitgesloten van de vrijstellingsregeling: 37 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 38 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 39 Artikel 56, 2 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 40 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen, http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/btw-plicht/vrijstellingsregeling geconsulteerd op 25/04/2016 (hierna verkort FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen) 11

- Werk in onroerende staat en de ermee gelijkgestelde handelingen 42. - Leveringen van goederen en diensten in de horecasector, waarvoor ondernemers gehouden zijn een kasticket, van een geregistreerd kassasysteem, uit te reiken 43. - Leveringen van oude materialen, oude materialen ongeschikt voor hergebruik in dezelfde staat, industrieel en niet-industrieel afval, afval voor hergebruik, gedeeltelijk verwerkt afval en schroot 44. Echter, wanneer een landbouwondernemer, die een beroep doet op de bijzondere landbouwregeling, zijn landbouwactiviteit combineert met een bijkomende werkzaamheid als loonwerk, grondwerk en dergelijke, wat onder de noemer werk in onroerende staat valt, werd hiervoor een uitzondering voorzien 45. De btw-administratie aanvaardt in dat geval dat landbouwondernemers gebruik kunnen blijven maken van de bijzondere landbouwregeling voor de werkzaamheid als landbouwer, wanneer de omzet van de bijkomende activiteit de drempel van 25 000 euro niet overschrijdt 46. Wanneer deze drempel echter wel overschreden wordt, zal de volledige activiteit, inclusief deze als landbouwer, aan de normale btw-regeling onderworpen worden vanaf de eerste handeling waardoor de drempel overschreden wordt 47. Voor deze bijkomende activiteit met betrekking tot werk in onroerende staat moet dan wel een bijzondere btw-aangifte worden ingediend 48. 2.3.2 Handelingen uitgesloten van de vrijstellingsregeling Kleine ondernemers kunnen geen beroep doen op de vrijstellingsregeling wanneer ze handelingen verrichten die vallen onder de voorwaarden van artikel 8 van het wetboek btw 49. Dit houdt onder andere in dat er geen gebruik kan worden gemaakt van de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen bij de overdracht, als toevallige belastingplichtige, onder bezwarende titel van nieuwe gebouwen die zijn opgericht of verkregen met toepassing van de btw 50. Ook bij vestiging, overdracht of wederoverdracht, door toevallige belastingplichtigen, van zakelijke rechten op 41 Artikel 56bis, 2, eerste lid Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 42 Artikel 56bis, 2, tweede lid, 1 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 43 Artikel 56bis, 2, tweede lid, 2 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 44 Artikel 56bis, 2, tweede lid, 3 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 45 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Verbreding van de landbouwactiviteit btw gevolgen, 2014, 2. 46 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Verbreding van de landbouwactiviteit btw gevolgen, 2014, 2. 47 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Verbreding van de landbouwactiviteit btw gevolgen, 2014, 2. 48 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Verbreding van de landbouwactiviteit btw gevolgen, 2014, 2. 49 Artikel 56bis, 3, 1 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; TIBERGHIEN, A., Handboek voor Fiscaal Recht 2015-2016, Mechelen, Kluwer, 2015, 1658. 50 Artikel 8, 1 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 12

onroerende goederen, andere dan het eigendomsrecht, kan geen beroep worden gedaan op de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen 51. Verder zijn leveringen van nieuwe vervoermiddelen, onder de voorwaarden van artikel 39bis van het wetboek btw, aan een andere lidstaat, van de vrijstellingsregeling uitgesloten 52. Wanneer een belastingplichtige die niet in België is gevestigd, goederen en diensten levert, kan hij geen gebruik maken van de vrijstellingsregeling 53. Als een ondernemer handelingen verricht bedoeld in artikel 58, 1 en 2 van het wetboek btw, zijnde leveringen van tabaksfabrikanten of leveringen door een visser van zijn vangst in de gemeentelijke vismijnen van de aanvoerhavens, kan hij ook geen beroep doen op de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen 54. Tot slot worden ook de handelingen die op verborgen wijze worden verricht, zoals handelingen die niet worden aangegeven of ongeoorloofde handelingen, van de vrijstellingsregeling uitgesloten 55. Ongeoorloofde handelingen zijn handelingen die door de wet verboden zijn of in strijd zijn met de goede zeden of openbare orde 56. Indien tijdens een controle wordt vastgesteld dat een deel van de omzet afkomstig is van dit soort handelingen, zal deze van de vrijstellingsregeling worden uitgesloten en belast worden onder de normale btw-regeling 57. 2.3.3 Bepaling van het jaarlijks omzetcijfer De omzet die in rekening moet worden gebracht om de vergelijking met het drempelbedrag van 25 000 euro te maken, wordt gevormd door het bedrag, exclusief btw, van alle belastbare leveringen van goederen en diensten die een ondernemer uitvoert, opgeteld met het bedrag van bepaalde door het wetboek vrijgestelde handelingen 58. 51 Artikel 8, 2 en 3 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 52 Artikel 56bis, 3, 2 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 53 Artikel 56bis, 3, 3 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 54 Artikel 56bis, 3, 4 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 55 Artikel 56bis, 3, 5 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 56 WILLE P., BORGER F., GOVERS M., Handboek btw 2015-2016, Antwerpen, Intersentia, 2015, 103. 57 WILLE P., BORGER F., GOVERS M., Handboek btw 2015-2016, Antwerpen, Intersentia, 2015, 103. 58 Artikel 3, eerste lid, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen. 13

Onder die vrijgestelde handelingen verstaan we hier 59 : - Handelingen met betrekking tot uitvoer, intracommunautaire leveringen en verwervingen, invoer en internationaal vervoer. - Handelingen met betrekking tot onroerende goederen, tenzij deze als bijkomstig worden beschouwd. - Financiële handelingen, tenzij deze als bijkomstig worden beschouwd. - Handelingen van verzekering en herverzekering, tenzij deze als bijkomstig worden beschouwd. Het begrip jaarlijks omzetcijfer doelt op de omzet die een ondernemer in één jaar realiseert in de EU-lidstaat waar hij gevestigd is 60. Om het omzetcijfer te bepalen wordt geen rekening gehouden met de overdracht van lichamelijke of onlichamelijke bedrijfsmiddelen 61. Ook de van de vrijstellingsregeling uitgesloten handelingen (zie titel 2.3.2) en de handelingen die worden verricht door landbouwondernemers die gebruik maken van de bijzondere landbouwregeling worden buiten beschouwing gelaten 62. Tot slot wordt ook geen rekening gehouden met handelingen die in het buitenland worden uitgevoerd en de door het wetboek btw vrijgestelde handelingen, andere dan diegene die hierboven werden vermeld 63. 2.3.4 Overgang naar algemene of forfaitaire btw-regeling Indien een ondernemer gebruik wil maken van de optie om over te gaan naar de normale of forfaitaire btw-regeling, moet hij dit met een aangetekende brief laten weten aan zijn controlekantoor 64. De optie heeft dan uitwerking vanaf de maand na die waarin de brief werd verzonden. 59 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 60 WILLE P., BORGER F., GOVERS M., Handboek btw 2015-2016, Antwerpen, Intersentia, 2015, 103. 61 Artikel 3, tweede lid, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 62 Artikel 3, tweede lid, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 63 Artikel 3, tweede lid, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 64 Artikel 6, eerste lid, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen 14

Het is voor de ondernemer slechts na 3 jaar mogelijk om terug over te gaan naar de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen 65. Wanneer een onderneming overgaat van de vrijstellingsregeling naar de normale of forfaitaire regeling, heeft deze recht op teruggaaf van de btw die werd geheven op bepaalde handelingen (zie titel 4.4.1) 66. Omgekeerd, indien een onderneming overgaat van de normale of forfaitaire regeling naar de vrijstellingsregeling, moet de door hem verrichte btw-aftrek worden herzien (zie titel 4.4.4) 67. Het bedrag van de terug te geven of te herziene btw wordt bepaald aan de hand van een inventaris dat door de ondernemer moet worden ingediend in zijn controlekantoor 68. 2.3.5 Administratieve verplichtingen Het gebruik van de vrijstellingsregeling is een optie, het is geen verplichting. Ondernemers die er gebruik van maken zijn vrijgesteld van het grootste deel van btw-verplichtingen 69. Zo zijn ze bv. vrijgesteld van de verplichting om een btw-aangifte in te dienen en wanneer een onderneming die gebruik maakt van de vrijstellingsregeling facturen uitreikt voor de door haar geleverde goederen of verrichte diensten, moet de btw niet worden opgenomen 70. De facturen zijn opgemaakt met de vermelding kleine onderneming onderworpen aan de vrijstellingsregeling van belasting; btw niet toepasselijk 71. Een ondernemer die gebruik wil maken van deze vrijstelling heeft geen recht op aftrek van de btw op goederen en diensten die hij gebruikt om zijn economische activiteit uit te oefenen 72. 65 Artikel 6, tweede lid, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen 66 Artikel 11, 1, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen 67 Artikel 12, 1, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen 68 Artikel 11 en 12, 2, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen 69 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-regelingen, http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/btw/btw-plicht/btw-regime geconsulteerd op 25/04/2016 70 Artikel 9, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen 71 Artikel 9, K.B. nr. 19, 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen 72 STROOBANDT, A., BERGEN, D., VAN GIJSEGHEM, D., BAS, L., & VUYLSTEKE, A., Ondernemerschap in de Vlaamse land- en tuinbouw: beleidsinstrumenten, 2009, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie. 16. 15

Ondernemers die een beroep doen op de vrijstellingsregeling zijn verplicht een aangifte in te dienen bij aanvang, wijziging of stopzetting van de werkzaamheid en moeten ook jaarlijks een klantenlisting indienen 73. Verder is de onderneming verplicht de uitgereikte en ontvangen facturen te bewaren en te nummeren 74. Ook een ontvangstendagboek en eventueel een tabel van bedrijfsmiddelen moeten worden bijgehouden 75. 2.4 De bijzondere landbouwregeling Een landbouwondernemer kan er ook voor kiezen om gebruik te maken van de bijzondere landbouwregeling inzake btw. Deze regeling kan teruggevonden worden in artikel 57 van het wetboek btw. De bijzondere landbouwregeling heeft voor de landbouwondernemers zowel voorals nadelen. In het volgende hoofdstuk wordt hier dieper op ingegaan. 73 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 74 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 75 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN, Btw-vrijstellingsregeling kleine ondernemingen 16

17 2.5 Afwijkingen tussen de verschillende btw-systemen De algemene btw-regeling De forfaitaire btw-regeling De btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen De bijzondere landbouwregeling (hoofdstuk 3) Facturen uitreiken Ja Ja/Neen Ja Ja/Neen Btw in rekening brengen en Ja Ja Neen Neen doorstorten naar schatkist Btw-aangifte indienen Ja Ja Neen Neen Btw-listing indienen Ja Ja Ja Ja Recht op aftrek Ja Ja Neen Neen Andere specifieke kenmerken - Specifieke sectoren - Vorm onderneming: fysiek persoon, VOF, Comm. V. of BVBA - Min. 75 pct. handelingen zonder verplichting factuur uit te reiken. - Max. 750 000 euro omzet per jaar Tabel 1 Afwijkingen tussen de verschillende btw-systemen - Max. 25 000 euro omzet - Btw wordt terugbetaald in vorm van forfaitaire compensatie 6 pct. of 2 pct.

18

Hoofdstuk 3: De bijzondere landbouwregeling in detail bekeken 3.1 Algemeen Door middel van de artikelen 295 tot en met 305 van de Btw-Richtlijn hebben de lidstaten de mogelijkheid om een forfaitaire regeling inzake btw toe te passen op landbouwondernemers 76. Het is de lidstaten vrij om te beslissen of ze bepaalde categorieën landbouwproducenten van de forfaitaire regeling uitsluiten 77. Hierdoor is het mogelijk dat tussen de lidstaten onderling toch nog een verschil inzake de invulling van de bijzondere landbouwregeling bestaat. In de uitvoering van de artikelen 295 t.e.m. 305 van de Btw-Richtlijn werden in artikel 57 van het wetboek btw de basisbeginselen van de bijzondere landbouwregeling vastgelegd 78. Artikel 57 van het wetboek btw stelt dat landbouwondernemers die producten van hun bedrijf leveren of landbouwdiensten verrichten, ten aanzien van de uitoefening van die werkzaamheid niet gehouden zijn de verplichtingen na te leven die op het stuk van facturering, aangifte en voldoening van de belasting, aan de belastingplichtigen zijn opgelegd, met uitzondering van de verplichtingen die voortvloeien uit de intracommunautaire handelingen die ze verrichten 79. Wat onder het begrip landbouwondernemer wordt verstaan wordt behandeld onder titel 3.3. Met betrekking tot hun intracommunautaire handelingen zullen landbouwondernemers, die gebruik maken van de bijzondere landbouwregeling, verplicht worden een intracommunautaire opgave in te dienen die hun intracommunautaire leveringen, aan personen die in een andere lidstaat voor btw-doeleinden geïdentificeerd zijn, vermeldt 80. Verder wordt in het artikel vermeldt dat landbouwondernemers hun op forfaitaire wijze berekende voorbelasting terugbetaald krijgen door middel van een forfaitaire compensatie, die betaald wordt door hun belastingplichtige medecontractant 81. Die voorbelasting is de totale druk aan btw die rust op de goederen en diensten die de forfaitaire landbouwondernemer heeft aangekocht, voor zover deze belasting door een landbouwondernemer, die gebruik maakt van de normale btw-regeling, zou kunnen afgetrokken worden 82. 76 VANDENBERGH H., BTW-Handboek Editie 2014, Brussel, Groep Larcier, 2014, 1132. 77 VANDENBERGH H., BTW-Handboek Editie 2014, Brussel, Groep Larcier, 2014, 1132. 78 VANDENBERGH H., BTW-Handboek Editie 2014, Brussel, Groep Larcier, 2014, 1132. 79 Artikel 57, 1 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 80 WILLE P., BORGER F., GOVERS M., Handboek btw 2015-2016, Antwerpen, Intersentia, 2015, 104. 81 Artikel 57, 2 Wetboek van 3 juli 1969 van de Belasting over de Toegevoegde Waarde 82 Artikel 295 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde 19

3.2 Werking van de bijzondere landbouwregeling De bijzondere landbouwregeling is voor de land- en tuinbouwer administratief veel eenvoudiger 83. Zoals hiervoor vermeldt, is de forfaitaire landbouwonderneming niet gehouden de verplichtingen na te leven op vlak van facturering, periodieke aangifte en voldoening van de belasting, met uitzondering van de verplichtingen die de intracommunautaire handelingen met zich meebrengen 84. Een jaarlijkse btw-listing blijft wel verplicht 85. Wanneer grote investeringen worden uitgevoerd vormt de bijzondere landbouwregeling een nadeel voor de land- of tuinbouwer, omdat de btw van deze investering niet kan worden afgetrokken 86. Ze hebben echter wel recht op een forfaitaire compensatie. 3.2.1 De forfaitaire compensatie Landbouwers die producten van hun bedrijf leveren of landbouwdiensten verrichten en hiervoor een beroep doen op de bijzondere landbouwregeling, hebben geen recht op aftrek 87. Ze verkrijgen bij de levering van producten van hun landbouwonderneming en bij de verrichting van landbouwdiensten wel een forfaitaire compensatie of prijscomplement 88. Het bedrag van de voorbelasting wordt dan als het ware terugbetaald door de medecontractant 89. De forfaitaire compensatie die de landbouwondernemer ontvangt, wordt berekend door het forfaitaire compensatiepercentage toe te passen op de omzet van de forfaitaire landbouwondernemer 90. 83 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Vennootschappen in land- en tuinbouw, Leuven, H. Vidts, 2014, 23; STROOBANDT, A., BERGEN, D., VAN GIJSEGHEM, D., BAS, L., & VUYLSTEKE, A., Ondernemerschap in de Vlaamse landen tuinbouw: beleidsinstrumenten, 2009, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie. 16. 84 514; Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 85 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Vennootschappen in land- en tuinbouw, Leuven, H. Vidts, 2014, 23; STROOBANDT, A., BERGEN, D., VAN GIJSEGHEM, D., BAS, L., & VUYLSTEKE, A., Ondernemerschap in de Vlaamse landen tuinbouw: beleidsinstrumenten, 2009, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie. 16. 86 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS, Vennootschappen in land- en tuinbouw, Leuven, H. Vidts, 2014, 23; STROOBANDT, A., BERGEN, D., VAN GIJSEGHEM, D., BAS, L., & VUYLSTEKE, A., Ondernemerschap in de Vlaamse landen tuinbouw: beleidsinstrumenten, 2009, Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie. 16. 87 Artikel 3, 1 e lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; DEBELVA F., et al., Handboek Belasting Toegevoegde Waarde, 2015, 75. 88 Artikel 3, 2 e lid K.B. nr. 22, 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde; Btw-handleiding 2015 van de Belgische fiscale administratie, Hoofdstuk XIII Bijzondere regelingen, nr. 509. 89 Aanschrijving nr. 59 dd. 06/10/1970 90 Artikel 295 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde 20