Evaluatie van het Actieplan Jeugdwerkloosheid Regio Amersfoort

Vergelijkbare documenten
Collegebesluit. Gemeente Amersfoort

Welkom. Chris Vervloet. Senior Werkcoach UWV Werkbedrijf Coördinator Jongerenloket Blink! T: E:

Jaarplan 2014 Werkgeversservicepunt 033

Bijlage 1: Nadere analyse van de vrije inloop jongerenloket

Onderwerp: Aanvraag ESF-subsidie Actieve Inclusie Reg.nummer: 2014/379169

BESLUITNOTA. Sluitende aanpak jongeren naar startkwalificatie en werk. Regio Hoogezand-Sappemeer, Haren en Slochteren

We eindigen met een algehele conclusie. Voor we ingaan op de afzonderlijke acties beschrijven we eerst de ontwikkelingen van de jeugdwerkloosheid.

RMC regio Haaglanden. Extra kansen voor jongeren in een kwetsbare positie. Loes Evers en Monaim Benrida Ministerie van OCW 5 juni 2015

SUBSIDIEAANVRAAG PRO/VSO. Noord - Limburg Gemeente Venlo. 1 oktober 2014 Versie 3 (definitief)

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

Informatienota. Behandelvoorstel voor commissie. Relevante eerdere besluiten

B&W Vergadering. Besluit 1. Het college stemt in met de Intentieovereenkomst van de bevoegde gezagen van de

Plan van Aanpak. Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding

Collegevoorstel ARGUMENTEN

Speerpunten aanpak VSV en arbeidstoeleiding kwetsbare jongeren

Format eindrapportage Jeugdactieplan Zaanstreek Waterland

VIP & Educatie ten behoeve van maatschappelijke participatie en re-integratie

Bijlage 2. Projecten bestrijding jeugdwerkloosheid

Kansen voor Jongeren in een Kwetsbare positie, RMC regio Utrecht. Ingradodag 31 maart

Factsheets jeugdwerkloosheid gemeente Ede

RMC Regio: 0... Aantal geleverde namen met gegevens:.

Plan van aanpak 'Samen naar een werkende toekomst', Aanpak jeugdwerkeloosheid

Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer

Jongerenloket en zorg- en adviesteam

Jongeren aan de slag! Peter van Nunen.

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017

Van school naar werk. Jongeren met een arbeidsbeperking aan het werk

DIGITAAL AFSCHRIFT 2015_BW_00108

Bijlage 3 bij besluitnota MIDDELEN. Sluitende aanpak jongeren startkwalificatie en werk. Gemeenten Haren Hoogezand-Sappemeer Slochteren

Hoofdlijnen voor het plan van aanpak voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid

Sturen op effectiviteit re-integratie Opzet:

Jongeren buiten beeld, regio HvB. CBS, 2013.

Juni Onderwerp: stand van zaken jeugdwerkloosheid. Geachte heer, mevrouw,

no ra fonge Overeenkomst Jongeren Steunpunt Geen Jongere Buitenspel HOPS inzet 16 tot 27 jaar Pagina 1 van 5

Perspectief voor kwetsbare Haagse jongeren Resultaten, succesfactoren en inzichten na twee jaar JA voor een Kans

M E M O. : de gemeenteraad. : het college van burgemeester en wethouders. Datum : oktober : analyse en maatregelen.

BIJLAGE 7 Nadere toelichting en begrippenlijst Social Return

RIS.7450 EVALUATIE ACTIEPLAN JEUGDWERKLOOSHEID ARBEIDSMARKTREGIO DRENTHE. Zet in op talent

Van doelgroepenbeleid naar groepen met een doel. Limburgse arbeidsmarktdag 24 mei 2018 Monique Mol en Tom Heltzel

CONVENANT Voortijdig schoolverlaten (VSV) en arbeidstoeleiding Kwetsbare Jongeren

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Regionaal Actieplan aanpak jeugdwerkloosheid Gelderland-Midden

Wat is een plusvoorziening? Wat is de plusvoorziening in RMC-regio 36b?

Subsidieregeling aanpak jeugdwerkloosheid regio Midden Brabant

~"t'~ Emmen. ~~ Gemeente IIII~ I~II~II~IIIIIII~II~ 1I11~1"1. De Raad van de gemeente Emmen Postbus RA EMMEN

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september Aan de raad

Regionale samenwerking voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Voortgangsmemo. Betreft: Update Banenafspraak sector Overheid & Onderwijs periode juni - Van: Hans Spigt (aanjager banenafspraak)

INDIVIDUALLY, WE ARE ONE DROP. TOGETHER, WE ARE AN OCEAN. RYUNOSUKE SATORO, Japanese poet

: Het college : De raad Datum : 8 januari 2019 : Vragen ChristenUnie SGP over uitvoering Participatiewet

Over onze leerlingen 2017

Switch, een kort oriëntatietraject voor jongeren die nog een keuze gaan maken

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

1 Inclusieve arbeidsmarkt

Kerngetallen 4 maandsrapportage Avres. Toeleiding naar werk, talentontwikkeling en sociale ontwikkeling

Vervolgaanpak VSV en JiKP

Inspectie Werk en Inkomen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Resultaten aanpak Jeugdwerkloosheid AgriFood Capital Werkt! 01 november 2017

Wie kan subsidie aanvragen? Iedere rechtspersoon of natuurlijke persoon kan LEF subsidie aanvragen, mits ingeschreven in de Kamer van Koophandel.

Conceptbegroting Gemeenschappelijke Regeling Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten (VSV) regio West-Kennemerland

PLAN VAN AANPAK SUBSIDIE REGIONAAL PROGRAMMA

Programmalijn Voortijdig School Verlaten & jongeren in een kwetsbare positie.

1 TRAJECT VAN SCHOOL TOT ARBEID

Werk, inkomen. sociale zekerheid. versie

JONGERENLOKET JAARVERSLAG 2013

Landelijke doelstelling

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Alphen aan den Rijn Postbus AA Alphen aan den Rijn

Evaluatie oud vsv Marith Heezen

Sluitende aanpak jongeren. Participatiewet

B en W Adviesnota ADVIES

Aanvraag voor regionaal actieplan Aanvraag door centrumgemeente Leiden in samenwerking met de 12 regionale PrO/VSOscholen

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie

Actualisering en aanvullingen onderzoek Waar is de doelgroep

Raadsinformatiebrief Nr. :

Voortijdige Schoolverlaters Zoetermeer. Schooljaar

Ten behoeve van het opstellen van het Jaarplan 2017 Sociale Zaken IJsselgemeenten brengen wij het volgende onder uw aandacht.

Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018

Factsheet. Inleiding. Thema Werkgelegenheid

Notitie beschut werk. Aanleiding. Indicatiestelling beschut werk UWV

Bijlage 2 bij besluitnota MODEL HSL. Gemeenten Haren Hoogezand-Sappemeer Slochteren. HSL-model; d.d. juli / CMO/BI

WERKPROCES ACTIETAFEL THUISZITTERS

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie

van de raadsleden dhr. N. Rennenberg (OAE) en dhr. C. Verbeek (OAE) over kwetsbare jongeren.

Afdeling Samenleving Richtlijn 3.2 WORK FIRST (SPORENMODEL)

Datum: Informerend. Datum: Adviserend

Aanval op de uitval. perspectief en actie

Actieplan Jeugdwerkloosheid Utrecht-Midden

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Bestuurlijk overleg Jeugd & Onderwijs: Operatie Amersfoort Jong II december 2013

" Gemeente \jroningen

EEN PREVENTIEPROJECT APRIL

Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Terugkoppeling kwartaaluitkomsten IPS 2017 en 2018

Bijlage bij visiedocument. Overzicht re-integratieactiviteiten en projecten. Gemeente Barneveld

RMC FUNCTIE EN DE VSV AANPAK

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Subsidie School's cool en Coachproject ROC.

Preventieproject De Overstap 2015 April 2015

Transcriptie:

Evaluatie van het Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013-2015 Regio Amersfoort Amersfoort, 8 december 2015

Evaluatie van het Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013-2015 Regio Amersfoort Inhoud Aanleiding... 3 Doelen en aanpak Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013-2015... 3 Verlenging van de looptijd van het actieplan met een half jaar... 4 Uitbreiding van de aanpak gedurende de looptijd... 4 Banenplanoverleg... 4 ESF-project verbindende schakel (ESF-J)... 5 Resultaten... 5 Succesfactoren uit de Actieplanperiode... 10 Aandachtspunten voor de toekomst... 10 Beschrijving activiteiten en resultaten per deelprogramma... 12 Deelprogramma 1: Versterken infrastructuur en directe dienstverlening / Jongerenloket... 12 Deelprogramma 2: Aanpak jongeren tussen wal en schip... 17 Deelprogramma 3: Extra stages en leerbanen... 20 Jongeren die staan ingeschreven bij een onderwijsinstelling... 20 Werkzoekende jongeren waarvoor een opleiding de toekomstige positie op de arbeidsmarkt verbetert... 23 Deelprogramma 4: Communicatiecampagne JobToppers... 24 Financiën met betrekking tot aanpak jeugdwerkloosheid... 26 Bijlage 1. Vergelijking met andere arbeidsmarktregio s en een aantal andere grote steden... 27 Bijlage 2. Uitkomsten jongerenpeiling 2015 met betrekking tot werk... 29 Bijlage 3. Enkele casussen van het Jongerenloket... 30 Bijlage 4. Klein onderzoek naar de JobToppers... 32 2

Aanleiding In het tweede kwartaal van 2013 is het plan van aanpak Jeugdwerkloosheid voor de Arbeidsmarktregio Utrecht-Oost (tegenwoordig Arbeidsmarktregio Amersfoort) opgesteld in een samenwerkingsverband tussen de betrokken gemeenten (Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Leusden, Nijkerk, Soest en Woudenberg), UWV, ROC Midden-Nederland, MBO Amersfoort, Trajectbureau Sovee, Arbeidstrainingscentrum ATC en Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Dit plan omvat de extra inspanningen die de betrokkenen in de periode 1 juli 2013 tot 1 juli 2015 plegen om de jeugdwerkloosheid te stabiliseren en meer werkzoekende jongeren toe te leiden naar een opleiding of werk. Omdat de actieplanperiode ten einde is en betrokken partijen nog steeds de noodzaak voelen om zich gezamenlijk te blijven inspannen voor jongeren is een evaluatie opgesteld. Enerzijds om te zien wat de resultaten zijn van de aanpak van de afgelopen twee jaar en anderzijds om hieruit lessen te leren voor de aanpak in de toekomst. Deze evaluatie is tot stand gekomen met inbreng van alle bovengenoemde betrokkenen. Doelen en aanpak Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013-2015 In het Actieplan waren de volgende doelen opgenomen: Meer jongeren in de WW en de Wwb en werkzoekende jongeren zonder uitkering (Nug) toeleiden naar een opleiding of werk. Meer jongeren die zijn ingeschreven bij een onderwijsinstelling toeleiden naar een stage of leerbaan. Extra inspanning leveren voor het toeleiden van kwetsbare jongeren die tussen wal en schip vallen omdat het reguliere onderwijsaanbod niet passend is vanwege de (multi)problematiek of voor wie er geen voorliggende voorzieningen zijn om hen toe te leiden naar een opleiding of werk. Concreet zijn in 2013 de volgende doelen geformuleerd: Stabilisatie van de jeugdwerkloosheid 30% minder doorstroom van WW naar bijstand in 2015 50 extra trajecten voor jongeren tussen wal en schip naar onderwijs/werk in twee jaar vanuit Actieplan Jeugdwerkloosheid 50 extra trajecten (naar werk) voor jongeren tussen wal en schip in twee jaar vanuit Banenplanoverleg, dit is een casusoverleg voor jongeren tussen wal en schip. De dekking van trajecten die vanuit dit overleg worden ingezet vindt plaats vanuit het batig saldo van de liquidatie van Stichting Banenplan. 100 extra plaatsingen voor werkzoekende jongeren waarvoor een opleiding de positie op de arbeidsmarkt verbeterd of voor jongeren waarvoor niet tijdig een stage/leerbaan beschikbaar is De aanpak in het Actieplan voorzag in 4 deelprogramma s: Versterken infrastructuur en directe dienstverlening / Jongerenloket Aanpak jongeren tussen wal en schip Extra stages en leerbanen Communicatiecampagne JobToppers De activiteiten en resultaten per deelprogramma worden verderop in deze evaluatie nader toegelicht. 3

Verlenging van de looptijd van het actieplan met een half jaar In mei 2013 is het Actieplan Jeugdwerkloosheid voor de regio Utrecht-Oost vastgesteld met als looptijd 1 juli 2013 tot 1 juli 2015. Formeel betekent dit dat de actieplanperiode al vijf maanden ten einde is. Het regionaal bestuurlijk overleg Werk&Inkomen heeft gedurende de actieplanperiode een aantal keer op basis van de resultaten besloten de beschikbare middelen te verschuiven tussen de verschillende deelprogramma s. Voorstellen hiertoe werden gedaan vanuit de Stuurgroep Actieplan Jeugdwerkloosheid waarin alle betrokken partijen (gemeenten, UWV, ROC s, SBB, Sovee, ATC) vertegenwoordigd zijn. Door op deze wijze te schuiven met de middelen kon de uitvoering van de succesvolle onderdelen worden gecontinueerd tot eind 2015: in november 2014 is besloten of het onderdeel JobToppers in de uitvoering te versoberen en een deel van de middelen die hiermee vrijkwamen te besteden aan extra trajecten het deelprogramma tussen wal en schip. in april 2015 is besloten om de middelen die binnen deelprogramma 3 (extra plaatsingen van werkzoekende jongeren) onbesteed bleven te verschuiven naar deelprogramma 1 voor het voortzetten van het Jongerenloket tot en met eind 2015. in juli 2015 is besloten om uit het resterende budget van het Actieplan een bedrag van 79.500 beschikbaar te stellen voor voortzetting tot en met eind 2015 van de aanpak van jongeren tussen wal en schip (deelprogramma 2). Dit betreft de begeleiding van kwetsbare jongeren waarvoor geen andere financieringsmogelijkheden beschikbaar zijn. Voor het deelprogramma 3 (extra plaatsingen stages en leerbanen voor jongeren die een opleiding volgen) waren de middelen uit het Actieplan voldoende om de extra activiteiten tot en met eind 2015 voort te zetten. Uitbreiding van de aanpak gedurende de looptijd Banenplanoverleg Tijdens de uitvoering van het Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013-2015 is een overleg gestart met verschillende netwerkpartners over de inzet van de zogenaamde Banenplanmiddelen (middelen die zijn vrijgevallen bij de liquidatie van Stichting Banenplan). Betrokken partijen zijn: Gemeente Amersfoort, MBO Amersfoort (mede namens ROC Midden Nederland), Arbeidstrainingscentrum (ATC), Amfors, Amerpoort, Trajectbureau Opleiding en Werk van SOVEE. Als vorm is gekozen voor een structureel casuïstiekoverleg, dat vanaf juni 2014 plaatsvindt, waarin jongeren worden besproken waarvoor de reguliere voorzieningen alsmede de aanvullende voorzieningen van het Actieplan Jeugdwerkloosheid niet toereikend zijn. Casuïstiek kan ook door andere partijen ingebracht worden. In 2015 zijn hiervoor alle partijen binnen het sociale domein benaderd, die in hun werk te maken kunnen hebben met jongeren. In het casuïstiek overleg onderzoeken de betrokken partijen of beschikbare voorzieningen voldoende onderzocht en benut zijn. Is er geen voorliggende voorziening beschikbaar, dan wordt gezamenlijk naar een andere oplossing gezocht. Vanuit het beschikbare Banenplanbudget kan besloten worden een traject op maat te realiseren. Hiervan is nog maar beperkt gebruik gemaakt. Het Banenplanoverleg is tevens een ontwikkeltraject, waarin de beschikbare expertise bij de diverse partijen wordt gedeeld en waarbij wordt vastgesteld welke lacunes in het huidige voorzieningenaanbod incidenteel en welke structureel van aard zijn. De helft van de banenplanmiddelen (ca. 290.000) is geoormerkt budget, ter besteding aan trajecten van Amfors (hangt samen met de oorsprong van het budget). Het andere deel is vrij te besteden. De besteding kan over meerdere jaren verspreid worden. 4

ESF-project verbindende schakel (ESF-J) In oktober 2013 heeft het ministerie van SZW bekendgemaakt dat er landelijk 30 miljoen euro beschikbaar kwam aan ESF subsidie ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid (ESF-J). Deze middelen kwamen bovenop de middelen die al beschikbaar waren gesteld voor de regionale Actieplannen jeugdwerkloosheid (regio Amersfoort ontving hiervoor een bijdrage van 339.000). Voor regio Amersfoort betekende dit dat van Rijkswege 750.000 is gereserveerd aan ESF-J subsidie, waarvoor door Amersfoort als centrumgemeente in januari 2014 een subsidieaanvraag is ingediend. Het totale ESF-project waarvoor subsidie is aangevraagd heeft een omvang van 1.420.000 en bestaat deels uit activiteiten die al waren opgenomen in het Actieplan Jeugdwerkloosheid en enkele aanvullende instrumenten. De verplichte co-financiering van de aanvragende partij werd gevonden in de middelen die al waren opgenomen in het Actieplan Jeugdwerkloosheid en bijdragen van leerbedrijven en enkele onderwijsinstellingen. De einddatum van het project is door het Rijk verschoven van 30 juni 2015 naar 31 oktober 2015. De eindrapportage is uiterlijk 29 januari 2016, de afwikkeling wordt verwacht voor juni 2016. De instrumenten die onderdeel zijn van het ESF-J project betreffen: - extra bemensing van het Jongerenloket (bovenop de formatie die in het Actieplan JW was voorzien), - extra begeleiding van studenten naar stage (onderdeel van het Actieplan JW), - begeleiding van kwetsbare jongeren MBO-1 (aanvullend), - BBL-opleidingsplaatsen (aanvullend) - opleidingssubsidie VSO/PrO (aanvullend), - loonkostensubsidie (aanvullend op reguliere instrument, zeer beperkt nodig gebleken), - projectadministratie (aanvullend, noodzakelijk om het ESF-project te laten voldoen aan de administratieve voorwaarden en ervaring op te doen voor nieuwe ESF-aanvragen). In deze evaluatie wordt bij de resultaten en in de paragraaf financiën ook inzicht gegeven in wat de uitbreiding van de aanpak met het Banenplanoverleg en het ESF-J-project heeft betekend voor het bereik van jongeren, de leerdoelen en de financiën. Resultaten Belangrijk doel van het Actieplan was het toeleiden van meer jongeren in de WW en de Wwb en werkzoekende jongeren zonder uitkering (Nug) naar een opleiding of werk. Concreet is hierbij benoemd 100 extra trajecten voor jongeren tussen wal en schip en 100 extra toeleidingen naar stages en leerbanen. In onderstaande tabel is weergegeven welke aantallen jongeren bereikt zijn in de periode tot 1 juli 2015. (Startdatum van de metingen is niet voor ieder onderdeel van het programma gelijk, omdat de registratie niet voor ieder programmaonderdeel op 1 juli 2013 startte.) Uit de cijfers blijkt dat wat betreft het bereik van het aantal jongeren de doelstellingen ruimschoots gehaald zijn. In de regio is 1 op de 12 jongeren tussen de 18 en 27 jaar op een of andere manier in aanraking gekomen met de activiteiten uit het Actieprogramma Jeugdwerkloosheid. In de periode tot 1 juli 2015 zijn in totaal 195 jongeren ingestroomd in het deelprogramma tussen wal en schip. Hiervan zijn 94 deelnemers uitgestroomd naar onderwijs of werk, 40 zitten nog in een traject tussen wal en schip en 30 jongeren zijn doorverwezen naar een ander traject (zorg, voorliggende voorziening). Bij 32 jongeren is het traject niet succesvol afgerond (verhuizing, contact verbroken, geen motivatie, e.d.) en is niet duidelijk hoe het nu met hen gaat. Ten aanzien van de doelstelling extra toeleidingen naar stages en leerbanen zijn meer dan 220 jongeren via het onderwijs en via afspraken met leerbedrijven aan een stage geholpen of hebben hierbij extra begeleiding ontvangen. Daarnaast zijn 153 jongeren via het leerwerkloket aan een BBLleerbaan of baan geholpen. 5

Aantal jongeren dat is bereikt met de extra middelen van het Actieplan Jeugdwerkloosheid/ESF-J Totaal aantal jongeren dat is bereikt Toeleiding naar onderwijs (81) 47 Stages (BOL) -verplegenden -verzorgenden -MBO-1 First Class Leerbanen (BBL) 1 Schooljaar 13-14 Schooljaar 14-15 Toeleiding naar werk 356 3 Jongerenloket Tussen Leerwerk- Stages/ wal&schip loket leerbanen 1821 195 253 2 >225 303 158 47 Zie leerbanen Nog in traject 111 40 1 Aantallen bij schooljaren zijn BBL van Bouwmensen en van Installatiebranche (ESF-J), een groot deel uit schooljaar 2013-2014 loopt door in 2014-2015. 2 Van de 253 jongeren die zijn begeleid door het Leerwerkloket zijn er 81 daar terecht gekomen via het Jongerenloket en komen daarmee dubbel voor in bovenstaand totaal aantal jongeren dat is bereikt. 3 In totaal 356 jongeren hebben met begeleiding/ondersteuning van het Jongerenloket werk gevonden. Aanvullend hierop hebben nog 303 van de 1821 jongeren die contact hadden met het Jongerenloket werk gevonden, zij hebben echter zonder bericht het contact met het Jongerenloket verbroken (categorie NVZB: niet verschenen zonder bericht). Tweede doel was de stabilisatie van de jeugdwerkloosheid, omdat die tussen 2012 en 2013 met 74% was toegenomen. In onderstaande tabellen is opgenomen hoe de jeugdwerkloosheid zich in de regio Amersfoort heeft ontwikkeld de afgelopen jaren. Nadat het aantal geregistreerde werkzoekende jongeren in onze regio tussen 1 april 2013 (1.235) en 1 april 2014 (1.250) nauwelijks is toegenomen (+1%), is er in het laatste jaar weer een grotere toename naar 1.324 jongeren per 1 maart 2015 (+6%), terwijl het aantal jongeren tussen 18 en 27 jaar in de regio ongeveer gelijk is gebleven in deze periode (om en nabij 31.400). De toename van het aantal werkzoekende jongeren zit geheel in de groep van jongeren zonder startkwalificatie (toegenomen van 566 in 2014 naar 662 in 2015). In totaal heeft 50% van het totaal aantal geregistreerde werkzoekende jongeren in onze regio geen startkwalificatie. In Nederland in totaal was er een toename tussen 2013 en 2014 met 6% van het totaal aantal werkzoekende jongeren, in 2015 is het totaal aantal geregistreerde werkzoekende jongeren in Nederland met 1% gedaald. Ook in andere arbeidsmarktregio s (bijvoorbeeld Midden-Utrecht en Food Valley) neemt het aantal werkzoekende jongeren toe (zie bijlage 1). 84 41 50 39 45 6

Aantal jonge werkzoekenden (< 27 jaar) die bij UWV geregistreerd staan per gemeente en aantal jongeren met een bijstandsuitkering Aantal jonge werkzoekenden die bij UWV geregistreerd staan Aantal jongeren met een bijstandsuitkering apr-13 apr-14 mrt-15 apr-13 apr-14 apr-15 Nederland 82.771 87.497 86.616 +6% -1% Regio Amersfoort 1.235 1.250 1.324 439 442 539 +1% +6% +1% +22% Amersfoort 663 697 805 293 298 359 1 Baarn 74 97 81 34 33 31 Bunschoten 74 56 68 10 11 13 Leusden 74 80 82 26 20 28 Nijkerk 156 128 112 18 31 53 Soest 155 164 155 49 45 53 Woudenberg 39 28 21 9 4 2 1 Het aantal jongeren met een bijstandsuitkering in Amersfoort op 1-10-2015 is 329 Wat het zoeken naar een verklaring voor de stijging in het aantal jongeren dat geregistreerd staat lastig maakt, is dat het gehanteerde kengetal alleen iets zegt over het aantal jongeren dat zich inschrijft bij het UWV, maar niet over het feitelijke aantal jongeren dat op zoek is naar werk. Inschrijven bij het UWV is geen verplichting, noch het uitschrijven op het moment dat iemand werk gevonden heeft. Op het moment dat we meer jongeren bereiken en attenderen op de noodzaak om zich in te schrijven om in aanmerking te komen op begeleiding, leidt dit tot een verhoging. Uit de Jongerenpeiling die dit jaar is gehouden in Amersfoort blijkt dat vergeleken met vijf jaar geleden meer jongeren gefocust zijn op het vinden van een baan (bijlage 2). Dit kan ook een verklaring zijn van de toename van het aantal jongeren dat is ingeschreven als werkzoekende. Het beeld bestaat dat we jongeren die een bijstandsuitkering willen aanvragen beter/sneller bereiken dan voorheen. Daardoor neemt het aantal bijstandsuitkeringen toe, ondanks dat de jongeren in de zoektermijn begeleid en ondersteund worden vanuit het Jongerenloket en hiermee een grote preventie wordt bereikt (aantallen van 1 februari 2014 tot 1 juli 2015): - 1200 jongeren werden in de zoektermijn begeleid; - 160 jongeren hebben werk gevonden, daarnaast zijn er 246 jongeren niet verschenen op een afspraak (NVZB) hiervan heeft 80% werk gevonden - 174 jongeren hebben afgezien van de zoektermijn/hadden geen recht - 90 jongeren zaten op 1 juli nog in de actuele caseload - 451 jongeren zijn overgedragen aan de eigen gemeente met een zoektermijnverslag. Door een beter bereik van de jongeren worden grotere problemen voorkomen (schuldenproblematiek, overlastgevend gedrag, dakloosheid, e.d.). Dit is echter moeilijk te staven. Daarnaast is er waarschijnlijk extra instroom vanwege de Participatiewet en de verminderde instroom in de Wajong. Nuggers werden voorheen niet begeleid en jongeren zien vaker af van de zoektermijn en gaan als Nugger verder. Iedere jongere die na de zoektermijn niet instroomt in de bijstand betekent een indicatieve besparing van 3.600. Dit bedrag is gebaseerd op de aanname dat als een jongere in de uitkering komt hier zes maanden in zit en gedurende die periode een halve bijstandsuitkering ontvangen. Voor mensen > 27 jaar gaan we normaliter bij het berekenen van de besparing als gevolg van preventie uit van een besparing van 14.400 bijstandsuitkering, dit is een volledige uitkering gedurende een heel jaar. 7

Aantal jonge werkzoekenden (< 27 jaar) die bij UWV geregistreerd staan naar opleidingsniveau april 2014 maart 2015 Aantal jonge werkzoekenden die bij UWV geregistreerd staan Totaal Geen startkwalificatie Middelb. opleidingsniveau Hoog opleiding sniveau Totaal Geen startkwalificatie Middelb. opleidingsniveau Hoog opleiding sniveau Nederland 87.497 40.754 37.652 8.791 86.616 40.372 37.622 8.571 46% 43% 10% 47% 43% 10% Regio 1.250 566 559 116 1.324 662 547 113 Amersfoort 45% 45% 9% 50% 41% 9% Op basis van bovenstaande cijfers zou het beeld kunnen ontstaan dat het aantal jongeren zonder startkwalificatie is toegenomen, maar in onderstaande tabel is te lezen dat dit niet het geval is voor de leeftijd 18-23 jaar. Aantal jongeren zonder startkwalificatie per gemeente VSV (jongeren van 18-23 jaar zonder startkwalificatie) 2012/2013 2013/2014 Amersfoort 271 232 Baarn 32 32 Barneveld 113 77 Bunschoten 47 38 Leusden 44 37 Soest 71 67 Nijkerk 63 57 Woudenberg 16 15 TOTAAL RMC-regio Amersfoort 657 555 Als derde doel was in het Actieplan opgenomen 30% minder doorstroom van WW naar bijstand in 2015. Dit doel was gebaseerd op een foutief cijfer, de doorstroom zou in 2013 sterk toegenomen zijn van 24 op jaarbasis naar 120 op jaarbasis, maar de oorsprong van die getallen is niet meer te herleiden. In onderstaande tabel is weergegeven wat de doorstroom vanuit de WW naar een bijstanduitkering geweest is in de regio Amersfoort voor mensen tot 27 jaar. Hieruit blijkt dat de doorstroom van WW naar bijstand in de regio de afgelopen 2 jaar met 38% is afgenomen, waarmee de doelstelling ruimschoots is gehaald. Instroom in de bijstand vanuit een WW-uitkering, gedurende de afgelopen 12 maanden, leeftijd tot 27 jaar 1 juli 2013 1 juli 2014 1 juli 2015 Regio Amersfoort 107 71 66 Amersfoort Baarn Bunschoten Leusden Nijkerk Soest Woudenberg 24 30 6 1 7 39 0 24 14 5 0 4 24 0 25 13 4 3 5 16 0 8

Aantal lopende WW-uitkeringen per gemeente In onderstaande tabel wordt het aantal lopende WW-uitkeringen aan jongeren weergegeven voor Nederland, de arbeidsmarktregio en de bijbehorende gemeenten. Verschillen tussen kleine aantallen kunnen leiden tot grote mutatiepercentages. UWV ziet de WW-informatie als een belangrijke factor om inzicht te krijgen in de dynamiek op de arbeidsmarkt. De dynamiek bij WW-uitkeringen van jongeren is groter dan die bij ouderen, omdat jongeren meestal korter recht op WW hebben en relatief vaak werken met een tijdelijk arbeidscontract. Ouderen worden minder snel ontslagen, maar als dat eenmaal is gebeurd, dan komen ze minder gemakkelijk weer aan het werk. Aantal jongeren (< 27 jaar) mrt-13 mrt-14 mrt-15 met een WW-uitkering Nederland 31986 33843 29487 +6% -13% Regio Amersfoort 569 572 460 +1% -20% Amersfoort 293 272 242 Baarn 32 48 26 Bunschoten 36 36 31 Leusden 34 39 32 Nijkerk 78 80 64 Soest 75 83 57 Woudenberg 21 14 <10 In de periode 1 februari 2014 (start registratie) tot 1 juli 2015 (evaluatiedatum) zijn door het Jongerenloket 492 jongeren met een WW-uitkering ondersteund en begeleid naar werk (WWvoorlichting met daaropvolgende trajecten/begeleiding). Van deze groep hebben 162 jongeren werk gevonden. Dit heeft ongetwijfeld bijgedragen aan de gunstige cijfers voor deze regio ten opzichte van de rest van Nederland. Samenvatting van de kwantitatieve doelstellingen en resultaten Hoofddoel was het toeleiden van meer jongeren in de WW of bijstand en werkzoekende jongeren zonder uitkering (Nug) naar een opleiding of werk. In de Actieplanperiode zijn meer dan 2.500 jongeren bereikt, waarvan 195 tussen wal en schip dreigden te vallen. Van deze 2.500 jongeren zijn er meer dan 750 aan het werk en meer dan 200 jongeren zijn toegeleid naar een leerbaan (BBL-plek). Ongeveer 50 jongeren die tussen wal en schip dreigden te vallen zijn naar onderwijs toegeleid en voor 125 jongeren in het MBO zijn extra stageplaatsen gerealiseerd. Tweede doel was de stabilisatie van de jeugdwerkloosheid, omdat die tussen 2012 en 2013 met 74% was toegenomen. Dit is niet helemaal gelukt, het laatste jaar is er weer een licht stijging zichtbaar. Het aantal geregistreerde werkzoekende jongeren is in onze regio tussen 1 april 2013 (1.235) en 1 april 2014 (1.250) nauwelijks is toegenomen (+1%), in het laatste jaar is er weer een toename naar 1.324 jongeren per 1 maart 2015 (+6%). Als derde doel was in het Actieplan opgenomen 30% minder doorstroom van WW naar bijstand in 2015. De doorstroom vanuit de WW naar een bijstanduitkering is in de regio Amersfoort van 107 in 2013 afgenomen maar 66 in 2015, een afname van 38%. Hiermee is deze doelstelling ruimschoots gehaald. 9

Succesfactoren uit de Actieplanperiode Eén centraal punt waar alle jongeren uit de regio terecht kunnen voor begeleiding en ondersteuning in de zoektermijn, maar ook voor WW-jongeren en niet-uitkeringsgerechtigde jongeren op zoek naar werk. Het Jongerenloket heeft grote bekendheid bij jongeren, de huidige instroom per jaar is 1200 jongeren, de webpagina heeft meer dan 2000 unieke bezoekers per jaar. (aantal werkzoekende jongeren = 1.350) De jongeren die gebruik maken van de dienstverlening van het Jongerenloket komen veelal niet zelf in beweging omdat ze niet weten waar ze moeten beginnen. Met een beetje ondersteuning van het Jongerenloket kunnen ze zelf wel de benodigde vervolgstappen zetten richting werk. Een stok achter de deur helpt (bijv. verplichte deelname WW-voorlichting die wekelijks wordt gehouden door Jongerenloket, Leerwerkloket/WSP, UWV samen). Het Jongerenloket geniet ook grote bekendheid bij de organisaties in de regio die met jongeren werken: onderwijsinstellingen, sociale wijkteams/zorgteams, jongerenwerkers, JIT, wijkagenten, wooninstellingen, Victas, Kwintes, zwerfjongerenoverleg, GGZ-centraal, etc. De regionale aanpak in Jongerenloket heeft als voordeel: bundeling van expertise, continue bezetting en snelle opvolging/korte doorlooptijd, korte lijnen naar RMC, Leerwerkloket en WSP. Jongerenconsulenten komen zelf uit de doelgroep, hetgeen laagdrempelig werkt voor de jongeren. Het Jongerenloket zelf is een kweekvijver, twee jongerenconsulenten zijn doorgestroomd naar een andere baan bij twee verschillende gemeenten. Kenmerk voor jongeren die tussen wal en schip dreigen te raken is het bieden van trajecten op maat, waarin mogelijkheden en belemmeringen worden onderzocht. Daarna is een gefundeerde en realistische keuze van opleiding en/of werk mogelijk. Voor jongeren die tussen wal en schip dreigen te raken is er snel en adequaat aanbod aan door korte lijnen tussen Jongerenloket, trajectbegeleiders van Arbeidsintegratie van de Sociale Diensten, Leerwerkloket, WSP, SZ en andere professionals die in hun werk te maken hebben met jongeren (RMC, reclassering, MBO, PrO/VSO, GGZ-instellingen, e.d.). Ruimte om middelen vrij in te zetten om belemmering op te heffen die succesvol instromen in onderwijs of (leer)werkplek (nog ) niet mogelijk maken. Via de leerwerkconstructies zijn extra stageplekken gecreëerd. Via de combinatie van leren en werken wordt de afstand tussen onderwijs en arbeidsmarkt verkleind en krijgen studenten een helder beroepsperspectief. Door de extra begeleiding van studenten tijdens de stage vanuit de opleiding worden werkgevers ontlast en zijn zij eerder in staat extra stageplaatsen aan te bieden. Het Leerwerkloket heeft korte lijnen naar Jongerenloket, WSP, RMC, kenniscentra en werkgevers. Deze korte lijnen en een actieve werkgeversbenadering zijn sleutels voor de goede resultaten die tot nu toe worden geboekt. Aandachtspunten voor de toekomst Ondanks de goede resultaten en het behalen van alle doelstellingen als het gaat om het bereiken van jongeren en toeleiden naar werk, is de omvang van de jeugdwerkloosheid nog niet afgenomen. Wens is om te komen tot een sluitende aanpak, waarbij iedere jongere in beeld is en waar nodig in beeld wordt gehouden en waarbij voor iedere jongere die gemotiveerd is een passend aanbod is. De doelgroep wordt zwaarder. In de groep jongeren die bij het UWV geregistreerd staan als werkzoekende beschikt de helft niet over een startkwalificatie (een jaar geleden was dit 40%). Met de invoering van de Participatiewet vallen 90% van de jongeren die voorheen in aanmerking 10

kwamen voor de Wajong (verantwoordelijkheid UWV), nu onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit maakt het vraagstuk van de invulling van de zoektermijn ingewikkelder. Maar ook het aantal jongeren met complexe of meervoudige problemen neemt toe. Dit vraagt om aandacht in de werkwijze bij het Jongerenloket en het betrekken van/samenwerking met andere professionals. De gemiddelde jongere is minder zelfredzaam dan gedacht bij het zoeken naar werk, zij behoeve daarin ondersteuning. Dit werd 29 november 2015 nog geschreven door de ministers van SZW en OCW in een brief aan de Tweede Kamer over de aanpak van de jeugdwerkloosheid. Dat is ook de ervaring in onze regio, jongeren weten veelal niet waar ze moeten beginnen. Dit is een van de redenen waarom jongeren meestal niet zelf in beweging komen, het blijft nodig om jongeren (op) te zoeken en te verleiden om de eerste stap richting Jongerenloket te zetten. Hierin spelen andere organisaties die werken met jongeren ook een rol. Maar met een (meestal) kortdurende begeleiding vanuit het Jongerenloket kunnen zij vervolgens zelf de benodigde vervolgstappen zetten. Het Jongerenloket is van grote waarde voor preventie voor alle werkzoekende jongeren (zoektermijn bijstand, WW en Nuggers) maar het voortbestaan is tot nu toe afhankelijk van incidentele middelen, het is wenselijk om een meer structurele keuze te maken. Voorkomen moet worden dat er een gat valt in de directe dienstverlening aan jongeren. Aandachtspunt bij de voortzetting van het Jongerenloket is continue aandacht voor de aansluiting met sociale wijkteams/ zorgteams, lokale basisinfrastructuur en lokale werkgevers (via Leerwerkloket/WSP). Ook is het wenselijk dat tweemaal per jaar een voortgangsrapportage wordt gemaakt en dat resultaten kunnen worden vergeleken met voorgaande perioden. Er is behoefte aan regionale uitwisseling over beschikbare instrumentarium en aanbieders en aan een centrale vraagbaak ten aanzien van instrumenten en voorzieningen. Ten aanzien van het beschikbare instrumentarium wordt het beschikbare aanbod niet als probleem ervaren. Indien er een hiaat is wordt een instrument i.s.m. regionale aanbieders ontwikkeld (bijv. AE-team voor vrouwen). Het elkaar weten te vinden is lastiger en vraagt voortdurend om investeringen in het (sociale) netwerk. Een tussen wal en schip aanpak / casuïstiek overleg voor jongeren die tussen wal en schip dreigen te raken blijft ook in de toekomst nodig. Randvoorwaarden voor het organiseren hiervan zijn: o regionaal, één ingang (verwijzing door professionals), o regie bij gemeente(n), o samenwerking met RMC, trajectbegeleiders arbeidsintegratie en verwijzers o snelle opvolging o heldere afspraken met regio wat eigen verantwoordelijkheid is en wat tussen wal en schip Preventieve aanpak samen met VO, PrO, VSO, MBO nodig voor jongeren die (nog) niet zelfredzaam zijn in het vinden van een plek op de arbeidsmarkt. Dit betreft in het bijzonder de groep jongeren die wanneer zij uitstromen uit het onderwijs nog niet over een startkwalificatie beschikken en waarvoor doorstroom naar een hoger onderwijsniveau niet kansrijk wordt geacht. Samenwerking tussen onderwijsinstellingen, gemeenten (RMC, werk en inkomen), Jongerenloket en Leerwerkloket blijft nodig met name voor de groep jongeren die (nog) niet zelfstandig een stage- of leerwerkplek of werkplek op de arbeidsmarkt weten te verkrijgen, Voor een zo goed mogelijk perspectief op de arbeidsmarkt is het erg belangrijk dat er voor alle MBO-niveaus voldoende stageplekken zijn. Om dit te stimuleren is het nodig dat bedrijven die stageplekken aanbieden en hiervoor tijd en ruimte beschikbaar stellen, ontzorgd worden doordat de studenten extra begeleid worden vanuit school. Aanvullend hierop is het nodig dat er stageplekken gecreëerd worden op niveau 1 en 2 in bijvoorbeeld zorg en welzijn, ook al is er op dit niveau niet veel ruimte op de arbeidsmarkt. Het belang van dit soort stages is aan de ene kant dat studenten van dit niveau kunnen doorgroeien naar een hoger niveau. Maar aan de andere kant is voor een deel van de studenten deze stage van groot belang voor het ontwikkelen van 11

algemene competenties en werknemersvaardigheden. Dit vergroot voor deze jongeren het perspectief op de arbeidsmarkt, juist ook binnen andere bedrijfstakken hun oorspronkelijke studiekeuze. Er is behoefte aan meer BBL-plekken voor jongeren boven 21 jaar. Er is een kwalitatieve slag nodig met werkgevers (BBL), verdiepen in wat zij zoeken/verwachten van een jongere (op dit moment vinden vraag en aanbod elkaar niet, te weinig matches, nodig om elkaar actief met de jongere onder de arm op te zoeken), hiertoe ook werkgevers en ROC s bij elkaar zetten. Voor het verbeteren van het perspectief op de arbeidsmarkt van jongeren op MBO-niveau 1 en 2 is het van belang dat binnen de regio bedrijven worden aangetrokken met arbeidsplaatsen op niveau 1 en 2 ofwel dat binnen de aanwezige bedrijven werkzaamheden zodanig worden herschikt dat er arbeidsplaatsen niveau 1 en 2 ontstaan. In verhouding tot het aantal jongeren met dit niveau is er te weinig werk van dit niveau in de regio aanwezig. Het tekort aan dit soort arbeidsplaatsen speelt ook landelijk, maar in onze regio in het bijzonder door het accent op een kennis- en diensteneconomie. Meer benutten/stimuleren maatschappelijke verantwoordelijkheid van lokale organisaties/bedrijven/maatschappelijke instellingen tov extra stages/werkplekken voor jongeren. Wens om te komen tot één registratiesysteem, zodat jongere in beeld kan worden gehouden en voor inzicht in effectiviteit van de ingezette ondersteuning. Beschrijving activiteiten en resultaten per deelprogramma Deelprogramma 1: Versterken infrastructuur en directe dienstverlening / Jongerenloket Doel van dit deelprogramma is enerzijds het versterken van de infrastructuur en deze transparanter maken voor zowel de werkzoekende jongeren, als de professionele dienstverleners als de werkgevers. Anderszijds heeft dit deelprogramma ten doen het versterken van de directe dienstverlening aan werkzoekende jongeren. Het gaat daarbij niet alleen om hulp bij het invullen van de wettelijke zoektermijn voor jongeren die in aanmerking willen komen voor een bijstandsuitkering, maar ook om dienstverlening aan WW-jongeren en niet uitkeringsgerechtigde jongeren die werk zoeken (nuggers). In bijlage 1 zijn een aantal casusbeschrijvingen opgenomen van jongeren die door het Jongerenloket zijn begeleid. In het Actieplan is ingezet op versteviging van de samenwerking tussen verschillende ketenpartners ten behoeve van werkloze jongeren. Dit heeft onder meer vorm gekregen in het Jongerenloket, bemenst met 4 consulenten die geworven zijn uit de doelgroep jongeren. Hier kan iedere werkzoekende jongere uit de regio zich melden. Er is een intensieve samenwerking met het regionale Werkgeversservicepunt (WSP), het Leerwerkloket, Workfast, Arbeidsintegratie/Sociale Zaken van de regiogemeenten, sociale wijkteams/zorgteams en maatschappelijke instellingen van alle gemeenten (welzijn, schuldhulpverlening, RMC, ROC s, etc.). In deze samenwerking worden de aanpak voortijdig schoolverlaten en aanpak jeugdwerkloosheid met elkaar verbonden. Versterking netwerk Het Jongerenloket is ondertussen goed vindbaar door jongeren en partijen die met jongeren te maken hebben. Er is veel tijd gestoken in het opbouwen van een goed netwerk. Bij een aantal wijkteams/zorgteams in de hele regio zijn medewerkers van het Jongerenloket langs geweest voor een voorlichting en ook met wijkagenten en het jongerenwerk is contact gelegd en er worden (regionaal) werkafspraken gemaakt. Op een aantal scholen is voorlichting gegeven en het praktijkonderwijs weet het Jongerenloket ondertussen ook goed te vinden. 12

Onderwijsinstellingen (VO, PrO, VSO, MBO) RMC/VSV/leerplicht (gemeenten) Leerwerkloket (Gemeenten, UWV, ROC s) Werkgeversservicepunt (Gemeenten, UWV, RWA) Alle werkzoekende jongeren: (zoektermijn WW Nugger bijstand 1200 492 129 ) Sociale wijkteams/ Zorgteams (gemeenten) Jongerenloket: Begeleiding en ondersteuning van jongeren bij vinden van (leer)werkplek Coördinator (18 u)+consulenten (4x32 u) Instroom: 1200 jongeren/jaar Actuele caseload: 140 Doorlooptijd: max 28 dagen (bijstand) Ca. 2-8 weken (WW, Nuggers) Bijstand: na 28 dagen (498) Nuggers: na onbepaalde tijd (nnvt) Overige verwijzers: Jongerenwerkers, JIT, Kwintes, Victas, zwerfjongerenoverleg, GGZ centraal, MBO, VSO/PrO, basisinfrastructuur Casusoverleg tussen Wal en Schip (gemeenten) Arbeidsmarkt: Werkgevers Arbeidsintegratie individuele gemeenten / BBS Aantallen betreffen periode 1 feb 2014-1 juli 2015 WW voorlichtingen De wekelijkse WW voorlichtingen lopen ondertussen goed en de opkomst is meestal ook goed. De jongeren worden bij de start van hun WW gesproken en veel jongeren kiezen voor dienstverlening en daarmee worden ook weer bijstandsaanvragen voorkomen. In totaal 492 WW-jongeren zijn begeleid, hiervan hebben 162 jongeren werk gevonden. De doorstroom vanuit de WW naar de bijstand is de afgelopen twee jaar met meer dan 30% afgenomen. Jongerenloket als kweekvijver Het Jongerenloket werkt goed als kweekvijver. Er worden vooral net afgestudeerde jongeren aangenomen met als doel om ze een kans te geven om zich te ontwikkelen en door te stromen naar een andere baan. Eén van de jongerenconsulenten is ondertussen doorgestroomd naar een baan bij de gemeente Delft en een andere jongerenconsulent komt in dienst bij de afdeling Arbeidsintegratie van de gemeente Amersfoort. Resultaten in cijfers Er melden zich veel jongeren bij het loket, de jongerenconsulenten proberen deze jongeren zo snel mogelijk te spreken en zoveel mogelijk dienstverlening op maat te leveren. De contacten met de jongeren zijn intensief en vaak kortdurend vanwege de zoektermijn. De werkdruk is daarmee hoog, dat is een punt waar aandacht voor is. Daar staat tegenover dat de jongerenconsulenten over het algemeen veel plezier in hun werk hebben en de meerwaarde van wat ze doen goed inzien. 13

De instroom/uitstroom van jongeren bij het Jongerenloket verdeeld over de regio: (gemeten sinds 1 februari 2014 tot 1 juli 2015) Gemeente Aantal geplande intakes % tov regio totaal Overgedragen aan gemeenten Werk gevonden Amersfoort 1.199 66% 348 217 Baarn 133 7% 41 23 Bunschoten 68 4% 17 17 Leusden 79 4% 25 17 Nijkerk 75 4% 4 1 24 Overige 18 1% 3 1 Soest 223 12% 56 52 Woudenberg 26 1% 4 5 Eind-totaal 1.821 100% 498 356 In bovenstaande tabel zijn in de kolom werk gevonden alleen die jongeren meegeteld die tot aan het vinden van werk contact hadden met het Jongerenloket. Daarnaast was er een groep jongeren die niet meer verschenen op een volgende afspraak zonder bericht. Van deze groep van 388 jongeren, bleek bij nader onderzoek dat 303 jongeren inmiddels werk heeft gevonden. In totaal is het aantal jongeren dat contact heeft gehad met het Jongerenloket en werk heeft gevonden dus 659. Als jongeren worden overgedragen aan de gemeente betekent dit dat deze jongeren de wettelijke zoektermijn van 28 dagen hebben doorlopen. De betrokken gemeente ontvangt een zoektermijnverslag over wat er gedurende de zoektermijn door betrokken jongere is gedaan en welke ondersteuning hij/zij daarbij heeft gekregen. De jongere levert de bewijsstukken voor zijn inspanningen aan. De jongerenconsulent neemt met hem/haar de benodigde stukken voor de aanvraag door en geeft hem/haar een aanvraag/inlichtingenformulier mee. Werk gevonden in zoektermijn/begeleidingstermijn Jongerenloket verdeeld over de regio en verdeeld over de doelgroepen : Gemeente Bijstand werk gevonden WW werk gevonden NUG werk gevonden Totaal werk gevonden Amersfoort 113 80 24 217 Baarn 10 11 2 23 Bunschoten 7 10 17 Leusden 4 11 2 17 Nijkerk 6 18 24 Overige 0 1 1 Soest 18 28 6 52 Woudenberg 2 3 5 Eindtotaal 160 162 34 356 Tijdens de ondersteuning/begeleiding door het Jongerenloket is 235 keer Workfast ingezet. Dit gebeurt voor jongeren die direct aan de slag kunnen met solliciteren. Er is vanuit het Jongerenloket bijna dagelijks contact en samenwerking met het Leerwerkloket. Dit heeft uitdrukkelijk bijgedragen in het aantal plaatsingen op banen en leerbanen (zie ook tabel op pagina 5). 1 Nijkerk heeft voor jongeren die zich melden voor een bijstandsuitkering een eigen aanpak gedurende de zoektermijn, in principe komen daarom alleen WW-jongeren en Nuggers uit Nijkerk bij het jongerenloket. 14

Tevredenheidsonderzoek jongeren over het Jongerenloket (jan-feb 2015) Bij het Jongerenloket kunnen alle jongeren van de gemeente Amersfoort, maar ook die van regiogemeenten, terecht wanneer zij op zoek zijn naar werk. De 348 jongeren die in de tweede helft van 2014 contact hebben gehad met het Jongerenloket hebben een vragenlijst ontvangen. In totaal hebben 86 jongeren (25%) de vragenlijst ingevuld. Vanwege de lage respons is voorzichtigheid geboden bij het trekken van conclusies. De jongeren die de vragenlijst hebben ingevuld geven aan dat ze vooral hulp hebben gehad bij het zoeken naar een baan. Ook heeft een deel advies ontvangen over werken en leren of het sollicitatietraject Work Fast doorlopen. De helft van de jongeren is tevreden over het contact met het Jongerenloket en voelt zich geholpen, vooral door de informatie die ze kregen. Ruim een derde is minder tevreden en voelt zich niet of een beetje geholpen. Het loket voldeed niet aan hun verwachtingen en ze vonden dat ze veel zelf moesten doen. Dat is volgens de afdeling Arbeidsintegratie wel in overeenstemming met het doel van het Jongerenloket: zelfredzaamheid. Desalniettemin oordeelt de ruime meerderheid van de jongeren positief over het contact met hun contactpersoon. Speerpunten 2015 In 2015 is door de medewerkers van het Jongerenloket ingezet op het verbeteren van de kennis van de sociale kaart op regionaal niveau en op het uitbreiden van het netwerk op dat gebied. In de afgelopen periode zijn de medewerkers van de basis infrastructuur van de regio(o.a. Baarn, Bunschoten en Soest) bij het teamoverleg van het Jongerenloket, zij hebben aangeboden om als vraagbaak voor de sociale kaart in de regio te fungeren. Daarnaast zijn wijkteammedewerkers van Bunschoten bij het Jongerenloket op bezoek geweest en heeft de coördinator van het Jongerenloket afspraken gemaakt met leerplicht in Soest en in Amersfoort. Dit loopt naast het nog steeds uitbreiden van de sociale kaart in Amersfoort, zoals de samenwerking met alle jongerenwerkers in Amersfoort. In het kader van een zo sluitend mogelijke aanpak zijn ook de 388 jongeren die niet verschenen zijn zonder bericht uitgezocht. Hiervan blijken 303 jongeren inmiddels werk te hebben gevonden. Voor 85 jongeren is nadere actie nodig omdat zij volgens suwinet geen werk hebben. Het benaderen van deze jongeren is nog niet gedaan vanwege tijdgebrek. De komende tien maanden is er een HBO stagiaire die deze klus kan oppakken nadat ze goed ingewerkt is. Dan kan de lijst ook opgefrist en aangevuld worden naar de laatste stand van zaken. Uit het bovengenoemd tevredenheidsonderzoek onder jongeren die contact hebben gehad met het Jongerenloket, bleek dat geen van de ondervraagde jongeren het loket kent via social media. Dit is een punt waar we aan werken. Inmiddels is de facebookpagina van het Jongerenloket in bedrijf (https://www.facebook.com/jongerenloketregioamersfoort ). De webpagina is goed te vinden (www.amersfoort.nl/jongerenloket ). Van 30 januari 2014 t/m 30 juni 2015 had het Jongerenloket 3.320 unieke bezoekers. Dat is iets meer dan 20% van het aantal bezoekers van Sociale Zekerheid (15.636 bezoekers). Het Jongerenloket staat daarmee op de 9 e plek van alle webpagina s van Sociale Zekerheid. Het overgrote deel van de bezoekers komt binnen via de logische url en via de portal Welkom in Amersfoort. En daarnaast via Google en de webpagina http://www.jobtoppers.nl/jongerenloket-amersfoort. Ontwikkelingen Wat (met name voor Amersfoort) op valt is dat de problematiek van de individuele jongeren toe lijkt te nemen en daarmee de zwaarte van de doelgroep. Door de inwerkingtreding van de Participatiewet komen meer kwetsbare jongeren in beeld bij de gemeente. De instroom in de Wajong is nog maar 10% van de oorspronkelijke groep, dat houdt in dat de overige jongeren in principe richting de 15

gemeente komen. Dit maakt het invullen van de zoektermijn ingewikkelder. Er zijn afspraken gemaakt tussen de afdelingen Arbeidsintegratie van de verschillende gemeenten en de Praktijkscholen en scholen voor Voortgezet Speciaal Onderwijs om tijdig leerlingen die uitstromen te bespreken en er zijn tweemaal per jaar (regionale) afstemmingsoverleggen met de scholen en diverse samenwerkingspartners en gemeenten. Daarnaast komen er ook jongeren naar het Jongerenloket. Indien ondersteuning en begeleiding ingewikkeld vanwege complexe of meervoudige problematiek wordt de jongere besproken in het wekelijks klantenoverleg tussen de coördinator van het Jongerenloket en de jongerenconsulenten. Succesfactoren Jongerenloket Grote bekendheid bij jongeren, huidige instroom per jaar is 1200 jongeren, de webpagina heeft meer dan 2000 unieke bezoekers per jaar. (aantal werkzoekende jongeren = 1.350) De jongeren die gebruik maken van de dienstverlening van het Jongerenloket komen veelal niet zelf in beweging omdat ze niet weten waar ze moeten beginnen. Met een beetje ondersteuning van het Jongerenloket kunnen ze zelf wel de benodigde vervolgstappen zetten richting werk. Een stok achter de deur helpt (bijv. verplichte deelname WW-voorlichting die wekelijks wordt gehouden door Jongerenloket, Leerwerkloket/WSP, UWV samen). Het Jongerenloket geniet ook grote bekendheid bij de organisaties in de regio die met jongeren werken: onderwijsinstellingen, sociale wijkteams/zorgteams, jongerenwerkers, JIT, wijkagenten, wooninstellingen, Victas, Kwintes, zwerfjongerenoverleg, GGZ-centraal, etc. De regionale aanpak in Jongerenloket heeft als voordeel: bundeling van expertise, continue bezetting en snelle opvolging/korte doorlooptijd, korte lijnen naar RMC, Leerwerkloket en WSP. Jongerenconsulenten komen zelf uit de doelgroep, hetgeen laagdrempelig werkt voor de jongeren. Het Jongerenloket zelf is een kweekvijver, twee jongerenconsulenten zijn doorgestroomd naar een andere baan bij twee verschillende gemeenten. Aandachtspunten Jongerenloket voor de toekomst Jongeren komen meestal niet zelf uit beweging, het blijft nodig om jongeren (op) te zoeken en te verleiden om de eerste stap richting Jongerenloket te zetten. Hierin spelen andere organisaties die werken met jongeren ook een rol. Het Jongerenloket is van grote waarde voor preventie voor alle werkzoekende jongeren (zoektermijn bijstand, WW en Nuggers) maar het voortbestaan is tot nu toe afhankelijk van incidentele middelen, het is wenselijk om een meer structurele keuze te maken. De regionale aanpak van het Jongerenloket met vestiging in Amersfoort waar ook RMC, Leerwerkloket en WSP zijn gevestigd vraagt om een voortdurende investering in het lokale netwerk in de regiogemeenten (sociale wijkteams/zorgteams, basisinfrastructuur en via Leerwerkloket/WSP: lokale werkgevers). De doelgroep wordt zwaarder (o.a. instroom voormalige Wajong) -> inbouwen in werkwijze Jongerenloket: o Continueren samenwerking en benutten expertise van RMC, Trajectbegeleiders Arbeidsintegratie, sociale wijkteams/zorgteams, PrO/VSO, e.a. partners o Inrichten casusoverleg jongeren tussen wal en schip, Jongerenloket is deelnemer hieraan Nadere afspraken nodig over de samenwerking met de regio-gemeenten m.b.t. de Nuggers, deze zijn wettelijk een gemeentelijke verantwoordelijkheid (Participatiewet), maar krijgen in de regio lagere prioriteit. 16

Deelprogramma 2: Aanpak jongeren tussen wal en schip Deelprogramma 2 richt zich op jongeren zonder opleiding of werk die qua benodigde dienstverlening en financieringsmogelijkheden tussen wal en schip vallen. Binnen dit deelprogramma wordt inzet geleverd door het Trajectbureau van Sovee en door het Arbeidstrainings Centrum (ATC). Kwetsbare jongeren die tussen wal en schip dreigen te vallen, worden door partners (sociale wijkteams, Jongerenloket, gemeenten (afd. werk en inkomen), RMC, reclassering, MBO, VSO, PrO, GGZinstellingen, e.d.) bij hen aangemeld. TB Sovee Het TB Sovee begeleidt en/of coacht richting opleiding en/of werk. Hierbij wordt samengewerkt met het Jongerenloket, het Leerwerkloket en het WSP. Het betreft veel jongeren die (net) wel over een startkwalificatie beschikken maar die door persoonlijke omstandigheden en/of economische omstandigheden niet zelfstandig aan het werk komen. De begeleiding is gericht op het versterken van hun arbeidsmarktpositie middels een gedegen oriëntatie op passende en haalbare mogelijkheden. In de periode 1 augustus 2013 tot 1 juli 2015 zijn 120 jongeren een traject gestart bij TB Sovee. Van de in die periode afgesloten trajecten is 62% succesvol afgerond met toeleiding naar onderwijs of werk. In deze periode zijn 33 jongeren toegeleid naar onderwijs en 25 jongeren naar werk. Op 1 juli liepen nog 26 trajecten, 23 trajecten bij TB Sovee zijn afgesloten omdat opleiding niet haalbaar/gewenst is, de jongere is op een andere manier verder gegaan (verwijzing naar gemeente/jongerenloket, hulpverleningstraject of medisch traject, zelf werk zoeken). Van de overige 13 gestarte trajecten is het resultaat onbekend omdat het contact door de jongere is verbroken. Arbeidstrainingscentrum Het Arbeidstrainings Centrum (ATC) verzorgt basistrainingen arbeid voor jongeren, die zijn vastgelopen in het onderwijs of tussen onderwijs en arbeidsmarkt. ATC heeft expertise op het terrein van jongeren met gedrags-en psychiatrische problematiek. Dit gaat vrijwel altijd samen met problematiek op andere levensgebieden die van invloed zijn op de mogelijkheden ten aanzien van opleiding/werk. Waar mogelijk wordt hulpverlening ingeschakeld c.q. afstemming gezocht met andere betrokkenen (waaronder wijkteams). De begeleiding is altijd maatwerk: kortdurend als dat kan en intensief als dat nodig is. Het ATC heeft in de periode 1 augustus 2013 tot 1 juli 2015 in totaal 75 jongeren op maat begeleid onder de noemer van het Actieplan, jongeren tussen wal en schip. Er lopen nog 13 trajecten. 22 deelnemers zijn uitgestroomd naar betaalde arbeid, 16 naar een BOL/BBL opleiding, 2 deelnemers zijn uitgestroomd naar een stage, 2 naar vrijwilligerswerk en 1 naar dagbesteding. 19 deelnemers zijn niet succesvol uitgestroomd (niet op komen dagen, geen motivatie, gesloten geplaatst, disfunctioneren, verhuisd). Van de jongeren die succesvol zijn uitgestroomd hebben 6 deelnemers via ATC hun AKA 2 behaald. Voor 5 deelnemers is een andere voorliggende bekostiging gevonden. 2 Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent, MBO-1 niveau. 17

De instroom van jongeren tussen wal en schip verdeeld over de regio: Gemeente Instroom TB Sovee Instroom ATC Totaal aantal Percentage Amersfoort 66 56 122 63% Baarn 11 8 19 10% Bunschoten 5 1 6 3% Leusden 7 2 9 5% Nijkerk 10 3 13 7% Overige 2 4 6 3% Soest 18 1 19 10% Woudenberg 1 0 1 1% Eindtotaal 120 75 195 100% De uitstroom naar werk en onderwijs vanuit tussen wal en schip verdeeld over de regio: Gemeente TB Sovee uitstroom naar werk ATC uitstroom naar werk Totaal uitstroom naar werk 18 TB Sovee uitstroom naar onderwijs ATC uitstroom naar onderwijs Totaal uitstroom naar onderwijs Amersfoort 15 13 28 19 12 31 Baarn 1 5 6 3 0 3 Bunschoten 2 0 2 2 0 2 Leusden 2 2 4 0 0 0 Nijkerk 1 1 2 4 0 4 Overige 0 1 1 1 2 3 Soest 3 0 3 4 0 4 Woudenberg 1 0 1 0 0 0 Eindtotaal 25 22 47 33 14 47 Banenplanoverleg Doel was het realiseren van 50 extra trajecten (naar werk) voor jongeren tussen wal en schip in twee jaar vanuit het Banenplanoverleg. Dit is een casusoverleg voor jongeren tussen wal en schip. Deelnemers aan dit overleg zijn gemeente Amersfoort, MBO Amersfoort (mede namens ROC Midden Nederland), Arbeidstrainingscentrum (ATC), Amfors, Amerpoort, Trajectbureau Opleiding en Werk van SOVEE. De dekking van trajecten die vanuit dit overleg worden ingezet vindt plaats vanuit het batig saldo van de liquidatie van Stichting Banenplan. De eigen uren worden door de betrokken partners kosteloos ingezet. Het aantal jongeren dat in dit casusoverleg wordt besproken is kleiner dan verwacht. Dit is in de te verklaren door het feit dat veel doorverwijzers het TB Sovee of ATC weten te vinden voor jongeren tussen wal en schip (onderdeel hiervoor). Dit is ook terug te zien in het aantal jongeren dat daar is ingestroomd (195 ten opzichte van het doel van 50 extra trajecten). De casussen die de afgelopen 2 jaar zijn besproken hebben vaak betrekking op een vraag om een stukje extra financiering om leren mogelijk te maken (schoolgeld, lesmaterialen). Het casusoverleg heeft er vooral toe bijgedragen dat veel kennis werd uitgewisseld tussen de betrokkenen over de beschikbare voorzieningen en mogelijk in te zetten instrumenten. Ook heeft het een belangrijke bijdrage geleverd in het versterken van het netwerk. Het casusoverleg had ook ten doel nagaan of er hiaten zijn in het aanbod. De ervaring is dat dit niet zozeer het geval is, er wordt

afhankelijk van de vraag ook steeds nieuw aanbod ontwikkeld. Het lastigste is elkaar weten te vinden. Elkaar regelmatig treffen naar aanleiding van een casus draagt bij aan de korte lijnen en elkaar weten te vinden. Succesfactoren tussen wal en schip aanpak - Trajecten op maat, waarin de mogelijkheden en belemmeringen worden onderzocht, op basis waarvan een gefundeerde en realistische keuze gemaakt kan worden ten aanzien van opleiding en/of werk. - Snel en adequaat aanbod aan jongeren door korte lijnen/intensieve samenwerking tussen TB Sovee, Jongerenloket, Leerwerkloket, WSP, Workfast en SZ/AI, maar ook doordat financiering al geregeld is. - Ruimte om middelen vrij in te zetten voor alle soorten van ondersteuning teneinde de belemmeringen op te heffen die succesvol instromen in onderwijs of (leer)werkplek (nog) niet mogelijk maken. Aandachtspunten tussen wal en schip aanpak voor de toekomst - Er is een toenemend aantal jongeren waarbij complexe en/of meervoudige problematiek een succesvolle deelname aan de arbeidsmarkt in de weg staan (VSO- of PrO-achtergrond, GGZproblematiek, jongeren met een beperking die niet zwaar genoeg is om in aanmerking te komen voor plaatsing in het Doelgroepenregister, knelpunten in de raadvoorwaarden om een opleiding of werk te starten zoals problemen met huisvesting, schulden, alleenstaande moeders). - In plaats van verwijzing naar een van de aanbieders voor trajecten tussen wal en schip, willen we in de toekomst één centraal punt/één (gemeentelijke) ingang waar professionals jongeren die tussen wal en schip dreigen te geraken naar toe kunnen verwijzen. Voorwaarde hierbij is dat een snelle opvolging gegarandeerd blijft. - Voor de keuze van het traject dat wordt ingezet om een jongere verder te helpen moet worden aangesloten bij de uitgangspunten die de regiogemeenten hanteren in het kader van de uitvoering van de Participatiewet: o het instrument/voorziening passende bij de jongere o het beste instrument/voorziening tegen de laagste prijs - Binnen de werkwijze willen we een manier vinden waarbij (gemeentelijke) professionals, verwijzers uit het veld en aanbieders elkaar regelmatig spreken ten behoeve van kennisuitwisseling en het behouden van korte lijnen naar elkaar. - Er zijn heldere afspraken nodig tussen de regiogemeenten over wat onder de eigen verantwoordelijkheid valt in het kader van de Participatiewet, en wanneer er sprake is van een tussen wal en schip jongere, waarvoor een regionale aanpak wenselijk is. - We hebben behoefte aan één registratiesysteem, enerzijds om een jongere in beeld te kunnen houden, anderzijds om meer inzicht te krijgen in de lange termijn effecten van de ingezette ondersteuning. 19

Deelprogramma 3: Extra stages en leerbanen Jongeren die staan ingeschreven bij een onderwijsinstelling Het eerste deel van dit deelprogramma richt zich op jongeren die een opleiding volgen en hiervoor een stage of leerbaan zoeken. Doelstelling is dat iedere jongere die staat ingeschreven bij een arbeidsmarktrelevante opleiding, op een stage of leerbaan geplaatst kan worden. Iedere jongere voor wie dit toch een probleem oplevert krijgt extra dienstverlening: intake, werving, matching en begeleiding op de werkplek. De grootste problemen rondom stages en leerbanen liggen in de sector Zorg en Welzijn van MBO Amersfoort, ROC Midden Nederland en het Hoornbeekcollege. Het gaat om: Niveau 2: 1e jaars: 30 op jaarbasis, 2e jaars: 30 op jaarbasis Niveau 3 en 4: 1e jaars : 120 in periode 3 en 4, 2e jaars : 10 tot 12 in de thuiszorg/ buurtzorg Niveau 4: 2e jaars : 6 tot 10 ziekenhuis en psychiatrie plaatsen, 3e/4e jaars: 6 tot 10 ziekenhuis Om zorg te dragen voor voldoende kwalitatieve stageplaatsen in de regio werken bovengenoemde ROC s samen in het regionale bureau Beroeps Praktijk Vorming (BPV). Binnen dit regionaal stagebureau voor Zorg wordt door MBO Amersfoort, ROC Midden Nederland en het Hoornbeeck College samengewerkt met het werkveld op gebied van BPV-planning voor de opleidingen in de Zorg van niveau 2, 3 en 4. Het regionaal BPV-bureau heeft tot taak te zorgen voor voldoende kwalitatieve stageplaatsen in de regio. Daarmee wordt voorkomen dat er studenten buiten de boot vallen of geen goed stageplaats krijgen en daarmee onvoldoende voorbereid zijn op arbeid. Op deze wijze levert het BPV bureau een bijdrage aan de preventie van jeugdwerkloosheid. Met extra middelen vanuit het Actieplan Jeugdwerkloosheid, naast de reguliere middelen uit OCWbekostiging, zijn hiervoor in 2015 de volgende trajecten gerealiseerd door MBO Amersfoort en ROC Midden-Nederland en het Hoornbeekcollege: Wat Voor wie Bijdrage vanuit Actieplan Jeugdwerkloosheid 1 Wijkleerbedrijf Soesterkwartier Niveau 1 en 2 Gezondheidscollege Midden Nederland / MBO Amersfoort / Vakcollege 25.000 2 Logement Koperhorst Niveau 2, 3 en 4 Gezondheidszorgcollege Midden Nederland / MBO Amersfoort 20.000 3 Project Het Semenarie, Stichting Bonafide en Pieters & Blokland Niveau 1 MBO Amersfoort 10.000 4 Intensivering begeleiding van 1e jaars BOL studenten niveau 3 en 4 5 Coaching zorgleerlingen niveau 1 en 2 1 e jaars BOL studentenniveau 3 en 4 Gezamenlijke scholen Gezondheidszorgcollege Midden Nederland 10.000 10.000 6 Opleiding van niveau 3 en 4 studenten tot Junior Praktijkopleiders Gezamenlijke scholen 13.500 20

Ad 1 Continueren van het Wijkleerbedrijf Soesterkwartier ten behoeve van extra stageplaatsen voor BOL-studenten Helpende zorg en welzijn, niveau 2. Voor studenten van niveau 2 blijkt het kennismaken met leren en werk in welzijn en gezondheidszorg in laagdrempelige situatie noodzakelijk te zijn. Het combineren van leren en werken onder begeleiding van vrijgestelde begeleiders en of docenten op de werkplek is nodig om de aansluiting van school naar werk te verbeteren. De afstand die er nu is bij reguliere stageplaatsen tussen school en stage/werk is groot en er is te veel uitval of stagnering (studenten worden overvraagd of zijn te veel alleen op de stageplaats, men kan niet voldoende terugvallen op begeleiding). Werknemers / begeleiders in de zorg en welzijnsorganisaties kunnen daar niet voldoende aandacht aan besteden. Ondersteuning en initiatieven vanuit school of samenwerking waarin begeleiders in de praktijk worden ondersteund zijn nodig om stages effectiever en succesvoller te laten verlopen. In het 1e jaar van de opleiding niveau 2 helpende zorg en welzijn, zijn dan projecten in de wijk / wijkleerbedrijven en of andere vormen van stages in samenwerking met zorg en welzijnsorganisaties het meest geschikt. Doel van het wijkleerbedrijf Soesterkwartier is om studenten van niveau 2 te laten kennismaken met leren en werk in welzijn en gezondheidszorg in een laagdrempelige situatie. Leren en werken worden gecombineerd onder begeleiding van vrijgestelde begeleiders en of docenten op de werkplek om de aansluiting van school naar werk te verbeteren. Het aantal studenten per periode is inmiddels 25 per periode en daardoor kunnen er op jaarbasis ongeveer 75 studenten geplaatst worden. Door het wijkleerbedrijf worden heel veel niet gefinancierde hulp- en ondersteuningsvragen van bewoners van de wijk Soesterkwartier beantwoord. Er is een nauwe samenwerking met de Basisinfrastructuur (BIS). De middelen uit het Actieplan JW worden ingezet voor o.a. coördinatie, extra begeleiding en extra taallessen. Scholen dragen zorg voor cofinanciering voor o.a. loonkosten docenten. Ad 2 Extra stageplaatsen voor BOL-studenten niveau 2 in een leerwerk situatie bij de Koperhorst De Koperhorst, MBO Amersfoort en ROC Midden Nederland werken samen om een optimale leer- / werksituatie voor studenten Zorg en Dienstverlening te realiseren. Theorie en praktijk zijn hierbij voor BOL-studenten (niveau 2) zo veel mogelijk geïntegreerd. Het is voor MBO 2 studenten moeilijk om in de reguliere zorg stageplekken te vinden. In dit concept wordt in ruime mate aan de vraag tegemoet gekomen. Het leren vindt vooral plaats onder begeleiding in de praktijk, samenwerkend met (non)profit, onderwijs, gemeente en cliënten van de Koperhorst uit de binnenstad van Amersfoort. Studenten leren al in de leerfase flexibeler omgaan met tijd, passend in de huidige samenleving en als voorbereiding op werken. Daarnaast wordt tegemoet gekomen aan maatschappelijke vragen fysiek en mentaal- van bewoners van de zorginstellingen en betrokkenen uit de buurt. In de Koperhorst wordt een leerruimte ingericht waar studenten onderwijs volgen en praktijkinstructies krijgen. Binnen dit leerconcept kunnen 24 BOL plaatsen niveau 2 worden gerealiseerd per half jaar. De middelen uit het Actieplan JW worden ingezet ten behoeve van het inrichten van de leerruimten, docenteninzet (0.4 fte per school) en scholing van de werkbegeleiders. Ad 3 Extra begeleiding niveau 1 BOL-studenten Zorg en dienstverlening Met Zorgresidentie Het Seminarie, Stichting Bona Fide en het Pieters & Blokland te Amersfoort is MBO Amersfoort een samenwerking aangegaan, met als doel het in de praktijk realiseren van een optimale leer- / werksituatie voor studenten zorg en dienstverlening. Theorie en praktijk zijn hierbij voor BOL-studenten (niveau 1) zo veel mogelijk geïntegreerd. Daarnaast wordt tegemoet gekomen aan maatschappelijke vragen fysiek en mentaal- van bewoners van de beide zorginstellingen en betrokkenen uit de buurt. In de Stad van Cahen, gelegen Zorgresidentie Het Seminarie, wordt ruimte gehuurd waar de leerlingen de Avo vakken en noodzakelijke vaktheorie ontvangen. Een belangrijk deel van het curriculum wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van MBO Amersfoort in de praktijk. Binnen 21

dit leerconcept kunnen 30 BOL plaatsen niveau 1 worden gerealiseerd. Daarnaast is er mogelijkheid voor stages voor niveau 2, 3 of 4 studenten. Naast de BOL groepen worden ook twee BBL groepen zorghulp opgeleid binnen de Stad van Cahen. Deze studenten komen alleen voor het theoretisch deel van de opleiding. De praktijk wordt binnen andere instellingen ingevuld. De middelen vanuit het Actieplan Jeugdwerkloosheid worden ingezet voor extra begeleiding van 6 à 7 leerlingen met 1 dag per week gedurende een heel jaar. Hierdoor wordt betere doorstroom naar de arbeidsmarkt of naar niveau 2 bereikt. Ad 4 Intensivering begeleiding 1 e jaar BOL-studenten niveau 3 Verzorgende en niveau 4 Verplegende De middelen die vanuit het Actieplan JW worden ingezet voor het BPV-bureau zijn bestemd voor de extra begeleiding van 180 studenten BOL (1 e jaars) door docenten tijdens de stage. Het gaat hierbij vooral om het voorkomen van uitval door een goede voorbereiding van de studenten op leer- en praktijkactiviteiten en een goede overdracht aan de begeleiders op de werkvloer. Op deze wijze worden de begeleiders op de werkvloer ontlast en zijn zorgorganisaties eerder in staat om extra stageplaatsen aan te bieden aan het toenemend aantal BOL-studenten. Ad 5 Extra ondersteuning / coaching van niveau 1-2 studenten op het Wijkleerbedrijf Soesterkwartier Het wijkleerbedrijf voorziet in kwalitatief hoogwaardige stage-/leerplaatsen voor jongeren in opleiding voor helpende Zorg & Welzijn en Sociaal Maatschappelijke Dienstverlening, die extra begeleiding en toewijding nodig hebben. Het betreft veelal jongeren die diverse problemen hebben met functioneren in de maatschappelijke context die van hun verwacht wordt. Vanuit een wijkleerbedrijf (start)stage stromen zij gemakkelijker door naar een vervolgstage of vervolgopleiding (niveau 3). Naast de reguliere begeleiding die elke student vanuit de opleiding krijgt aangeboden, willen we op het wijkleerbedrijf ook zogenaamde breedtezorg aanbieden aan de studenten die stage lopen op het wijkleerbedrijf, bijvoorbeeld: specifieke coaching van studenten, schoolmaatschappelijk werk, ondersteuning en advisering van docenten bij het omgaan met studenten met gedragsproblematiek of leerachterstand. Daarnaast is bij een aantal van deze studenten ook extra ondersteuning op het gebied van taal en rekenen gewenst. De docenten in het wijkleerbedrijf begeleiden de stagiaire op een persoonlijke, betrokken en stimulerende wijze in de ontwikkeling met zijn/haar sociale vaardigheden, kwaliteiten en interesses. Op die manier kan hij/zij leren om uiteindelijk als professional in de maatschappij met een gezonde dosis zelfkennis en zelfvertrouwen een baan te vinden en aan het werk te gaan. Doel is het diplomarendement verhogen en de uitval van studenten op niveau 1 en 2 nog verder terugdringen. De bijdrage uit het Actieplan JW is bedoeld voor extra inzet van docenten. Ad 6 Opleiding tot Junior Praktijkopleider Opleiding van niveau 3-4 studenten tot Junior Praktijkopleider, die op hun beurt niveau 2 studenten tijdens hun studie en stage ondersteunen. In totaal 28 studenten hebben het certificaat Junior Praktijkopleider behaald bij Ecabo en vervolgens niveau 2 studenten ondersteund bij het verwerven van een stageplaats en tijdens hun stage. Vrijwel alle stagiairs hebben hun stage succesvol afgerond, voortijdige schooluitval tijdens de stage is daarmee met 15% teruggebracht. 22

Werkzoekende jongeren waarvoor een opleiding de toekomstige positie op de arbeidsmarkt verbetert Doel was het geven van ondersteuning aan werkzoekende jongeren bij het vinden van een opleiding en een daarbij passende stage of leerbaan zodat hun toekomstige positie op de arbeidsmarkt verbeterd wordt. Samenwerking met kenniscentra In het Actieplan was de intentie opgenomen om in een samenwerking tussen leerwerkloket en de kenniscentra met verschillende branches en werkgevers trajecten te ontwikkelen, bestaand uit o.a. beroepenvoorlichting, intake, portfolio, evt. scholing vooraf, werving, matching en begeleiding op de werkplek. Noch leerwerkplekken die door werkgevers zijn geplaatst op stagemarkt.nl, noch vacante leerwerkplekken die door kenniscentra zijn gemeld bij het leerwerkloket hebben een plaatsing opgeleverd, dit omdat de aangeboden vacatures onvoldoende aansluiting hadden met de jongeren uit de doelgroep. Een aantal keer is door het Leerwerkloket de hulp ingeroepen om met een specifieke kandidaat op zoek te gaan naar een geschikte leerbaan. Door het onvoldoende kunnen aanbieden van passende banen door de Kenniscentra heeft dit uiteindelijk geresulteerd in slechts 1 plaatsing. Het leerwerkloket Het Leerwerkloket heeft inmiddels een stevige basis binnen het WERKplein van arbeidsmarktregio Amersfoort. In hoog tempo zijn het afgelopen jaar verbindingen gelegd met partijen als ROC's, Werkgeversservicepunt van Gemeente/UWV, Jongerenloket, Sovee, werkgevers en hun Kenniscentra. Samen met deze partijen zijn al concrete stappen gezet om ROC-leerlingen, jongeren en (niet-)uitkeringsgerechtigden te begeleiden naar een vorm van 'Leren en Werken'. Het Leerwerkloket vervult een actieve rol aangenomen als adviseur en bemiddelaar tussen de verschillende partijen en genieten, gezien de resultaten, het vertrouwen van de betrokken partijen. Jongerenloket en Leerwerkloket zoeken elkaar vrijwel dagelijks op om te overleggen en kansen te bespreken. Het Jongerenloket spreekt jongeren en biedt hen intensieve begeleiding. Met het Leerwerkloket bespreekt het Jongerenloket de kansen op de arbeidsmarkt voor de jongere, in het bijzonder wanneer de beste route naar werk een leerwerktraject (vacature met een opleidingscomponent/werken en een certificaat behalen), een leerwerkplek (BBL-opleiding) of stage BOL-opleiding of werkervaringsplaats) is. Resultaten in cijfers In de periode 1-1-2014 (start registratie) tot 1-7-2015 zijn in totaal 81 jongeren via het Jongerenloket doorverwezen naar het Leerwerkloket. Daarnaast zijn via een andere route nog eens 172 jongeren begeleid en ondersteund door het Leerwerkloket (in totaal ontvingen 253 jongeren begeleiding en ondersteuning). Dit heeft geleid tot 158 plaatsingen op BBL-plekken/banen. In deze periode zijn er vanuit het Leerwerkloket 185 bedrijfsbezoeken afgelegd. In totaal werden er 446 intakegesprekken/- adviesgesprekken gevoerd en 206 adviesmails verzonden. Speerpunten 2015 Doelstelling van het Leerwerkloket tot eind 2015 is een verdere uitbreiding van het netwerk. Hiervoor is een klantvriendelijke website met meer functionaliteit gebouwd (www.leerwerksite.nl<http://www.leerwerksite.nl>) met ruimte voor presentaties van de samenwerkingspartners. Onderdeel hiervan is het actief benaderen van Werkgevers in de regio en deze te bewegen om Leerwerkbanen en stageplekken ook direct via deze site te melden. Vanuit de betrokkenen bij dit deelprogramma is de volgende wens uitgesproken voor de toekomst: voor 2016 en verder is het van belang dat er een permanente vorm van financiering van het 23

Jongerenloket gaat komen en dat er voor de cofinanciering van het Leerwerkloket meerjarenafspraken worden gemaakt door de samenwerkingspartners. Deze acties gaan ervoor zorgen dat er binnen de regio Amersfoort een optimale en duurzame dienstverlening aan jongeren wordt geboden die ervoor zorgt dat er zo min mogelijk jongeren in een uitkeringssituatie terecht gaan komen. Succesfactoren extra stages en leerbanen - Via de leerwerkconstructies worden extra stageplekken gecreëerd. Via de combinatie van leren en werken wordt de afstand tussen onderwijs en arbeidsmarkt verkleind en krijgen studenten een helder beroepsperspectief. - Door de extra begeleiding van studenten tijdens de stage vanuit de opleiding worden werkgevers ontlast en zijn zij eerder in staat extra stageplaatsen aan te bieden. - Het Leerwerkloket heeft korte lijnen naar Jongerenloket, WSP, RMC, kenniscentra en werkgevers. Deze korte lijnen en een actieve werkgeversbenadering zijn sleutels voor de goede resultaten die tot nu toe worden geboekt. Aandachtspunten extra stages en leerbanen voor de toekomst - Samenwerking tussen onderwijsinstellingen, gemeenten (RMC, werk en inkomen), Jongerenloket en Leerwerkloket blijft nodig met name voor de groep jongeren die (nog) niet zelfstandig een stage- of leerwerkplek of werkplek op de arbeidsmarkt weten te verkrijgen, - Eén ingang voor jongeren en professionals, het Jongerenloket met korte lijnen naar RMC en Leerwerkloket en WSP, waar ook de regie ligt. Deze structuur moet een permanent karakter krijgen. - Samenwerking met gemeenten en werkgevers is ook nodig om te zorgen dat er voldoende stage- en leerwerkplekken beschikbaar zijn en blijven op MBO-1 en -2 niveau. - Extra begeleiding op de stageplek is nodig, zeker bij de meer kwetsbare jongeren, om de werkgevers te ontlasten en voldoende stageplekken te behouden. Deelprogramma 4: Communicatiecampagne JobToppers De campagne JopToppers heeft tot doel de kans op werk onder jongeren te verbeteren door het onderwerp jeugdwerkloosheid in de schijnwerpers te zetten. Ook moet het jongeren die werkloos zijn een hart onder de riem steken. De kernboodschap van deze campagne is: de meest succesvolle manier om aan werk te komen is door te netwerken. JobToppers is gepromoot met een intensieve communicatiecampagne met o.a. busreclame, abri s, advertenties, bioscoopreclame, Facebook en Twitter. Centraal in de campagne stond de matchingtool JobToppers: een online platform (www.jobtoppers.nl) waar werkenden met een netwerk en werkzoekende jongeren elkaar kunnen vinden en kunnen matchen zodat jongeren hun netwerk kunnen uitbreiden en een nieuwe impuls krijgen in een zoektocht naar werk. Dit kan bijvoorbeeld doordat iemand zijn netwerk inzet, iemand een dagje mag meelopen op het werk, advies geeft over een sollicitatiebrief etc. Resultaten De lancering van JobToppers (gekoppeld aan het werkbezoek van Mirjam Sterk op 13 maart 2014) heeft in diverse lokale media veel aandacht gekregen. De spin-off van deze lancering was dat we door diverse partijen (o.a. ZZP Café, Walk & Talk) zijn uitgenodigd om te komen vertellen over JobToppers. Daarnaast natuurlijk veel exposure middels de campagne op bussen, abri s, advertenties in regionale dagbladen en Facebook en Twitter. De website is ruim 5000 keer bezocht (unieke bezoekers), 120 likes op Facebook en 125 followers op Twitter. 24

Kritische kanttekeningen Na het eerste jaar hadden zich ongeveer 100 werkzoekenden ingeschreven op de website van JobToppers en circa 60 werkenden. Gezien het feit dat er zich ongeveer 1200 jongeren bij het UWV hebben ingeschreven als werkzoekend is een aantal van 100 JobToppers lager dan verwacht. Het is niet precies bekend hoeveel matches hieruit ontstaan zijn. In principe kunnen contacten namelijk ontstaan buiten het zicht van de website en dus buiten ons beeld. Bijvoorbeeld door rechtstreeks contact tussen mensen; de mailadressen en mobiele nummer staan op de website. Omdat er geen inzicht was in bijvoorbeeld het aantal matches en contacten, heeft de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente Amersfoort een klein onderzoek hiernaar gedaan. Dit onderzoek, uitgevoerd onder deelnemers aan het project, wijst uit dat er kleine successen zijn geboekt. Zo zeggen werkenden dat ze zich meer bewust zijn van de problematiek van jeugdwerkloosheid. En werkloze jongeren zijn blij met de aandacht voor hun probleem al vinden zij dat het project niet hun baankansen heeft verbeterd. Meer informatie uit het onderzoek is opgenomen in de bijlage. Vanwege het lage aantal matches is na een jaar besloten het onderdeel JobToppers te extensiveren, maar wel de website in de lucht te houden om daarmee contacten tussen werkenden en jongeren te blijven faciliteren. De andere activiteiten, die onderdeel uitmaakten van de campagne, zoals Speedmeets, CV workshops, sollicitatieondersteuning/workshops en netwerktrainingen behoren al tot de reguliere activiteiten van het Jongerenloket of het Werkgeversservicepunt en zijn daarom niet meer extra vanuit het Actieplan Jeugdwerkloosheid gefinancierd. Toekomst In 2016 zullen we de werkenden die zich hebben ingeschreven op de site benaderen met de vraag of ze op een of andere manier betekenisvol willen zijn voor werkzoekende jongeren, bijvoorbeeld via een maatjesproject o.i.d. De jongeren worden benaderd of ze nog dienstverlening van het Jongerenloket nodig hebben of gekoppeld willen worden aan een werkende. De site zelf zal niet meer worden voortgezet, de laatste maanden waren er geen nieuwe bezoekers. 25

Financiën met betrekking tot aanpak jeugdwerkloosheid Begroting Begroting Realisatie Prognose t/m dec. 2015 Actieplan jeugdwerkloosheid 2013-2015 Uitgaven Uitgaven 1. Versterken infrastructuur en directe 347.000 439.900 dienstverlening/jongerenloket 2. Aanpak jongeren tussen wal en schip 308.000 403.400 3. Extra stages en leerbanen 247.500 94.100 4. Communicatiecampagne JobToppers 200.000 147.200 Totaal 1.092.500 1.084.600 Dekking Gemeenten (waarvan 100.000 cofinanciering uit de regio, 753.500 745.600 653.500 gemeente Amersfoort) Decentralisatieuitkering Actieplan 339.000 339.000 Totaal 1.092.500 1.084.600 Uitbreiding van de aanpak gedurende de looptijd Aanvullende middelen Banenplanoverleg (aanvulling op aanpak jongeren tussen wal en schip) ESF-project verbindende schakel (ESF-J) BBL-opleidingsplaatsen, opleidingssubsidie VSO/PrO, extra begeleiding kwetsbare jongeren op stage, loonkostensubsidie, overhead De kosten voor het ESF-J project worden voorgefinancierd door de gemeente Amersfoort. In 2016 wordt dekking hiervoor ontvangen door de subsidieontvangsten. De netto kosten voor de gemeenten zijn daarmee 0. 290.000 5.882 415.000 415.000 In bovenstaande kosten van deelprogramma 1: Versterken infrastructuur en directe dienstverlening/ Jongerenloket zijn een aantal kosten niet opgenomen die de afgelopen twee jaar door de gemeente Amersfoort zijn gedekt vanuit de bedrijfsvoering/participatiebudget (kosten huur loketten 13.500/jaar, kosten coördinator Jongerenloket 35.000/jaar, kosten overhead/werkplekken 11.500 p.p./jaar, gemeentelijke bijdrage Leerwerkloket 75.000 per jaar) of vanuit twee oude voorzieningen. (Leren en Werken en ESF 2010-2012: totaal saldo op 1-1-2014 377.000, saldo per 1-1-2016 geraamd op 100.000). Uit deze voorzieningen zijn individuele trajecten bekostigd voor WWjongeren en Nuggers. Trajecten voor jongeren in de zoektermijn zijn betaald door de individuele gemeenten. Bij het maken van nieuwe afspraken voor een regionale aanpak van de jeugdwerkloosheid, moeten over deze kosten ook afspraken worden gemaakt. 26

Bijlage 1. Vergelijking met andere arbeidsmarktregio s en een aantal andere grote steden In onderstaande figuur en tabel is een vergelijking gemaakt met een aantal andere arbeidsmarktregio s die in het midden van Nederland liggen wat betreft het aantal werkzoekende jongeren. Verloop van het aantal werkzoekende jongeren geregistreerd bij UWV (absolute aantallen)in verschillende arbeidsmarktregio s Aantal werkzoekende jongeren geregistreerd bij het UWV naar verhouding van het aantal jongeren (18-27 jaar) in de betreffende arbeidsmarktregio Percentage werkzoekende jongeren (< 27 jaar) geregistreerd bij UWV 2013 2015 toe- of afname Arbeidsmarktregio Midden-Utrecht 2,8% 3,3% 18,3% Arbeidsmarktregio Flevoland 6,4% 5,6% -12,6% Arbeidsmarktregio Food Valley 2,7% 3,0% 10,5% Arbeidsmarktregio Amersfoort 3,9% 4,2% 7,2% Vergeleken met deze arbeidsmarktregio s zitten we op de derde plaats wat betreft het percentage jongeren dat als werkzoekende is ingeschreven bij het UWV (dat is het totaal van het aantal jongeren in de bijstand, jongeren met een WW-uitkering en niet-uitkeringsgerechtigde jongeren die staan ingeschreven bij UWV). Flevoland zat het hoogste, hier is het percentage gedaald; van de drie steden waar het percentage stijgt, is het percentage in Amersfoort het minste toegenomen de afgelopen twee jaar. 27

In onderstaande figuur en tabel is een vergelijking gemaakt met een andere grote steden wat betreft het aantal jongeren met een bijstandsuitkering. Verloop van het aantal jongeren in de bijstand (absolute aantallen) in verschillende grote steden Percentage jongeren met een bijstanduitkering van een aantal grotere steden per 1 januari 2015 Percentage jongeren met een bijstanduitkering per 1 januari 2015 Almere 2,6% dalend Amersfoort 2,1% stijgend Apeldoorn 2,2% dalend Utrecht 1,8% 1 stijgend Zwolle 2,7% stijgend 1 Het percentage in de gemeente Utrecht is vertekend door het relatief grote aantal studenten in deze stad. Vergeleken met een aantal andere grote gemeenten in het midden van Nederland, heeft Amersfoort het laagste percentage jongeren in de bijstand (Utrecht is daarbij buiten beschouwing gelaten omdat het percentage vertekend is door het aantal studenten). Er zijn al contacten gelegd om in Almere te gaan horen wat de succesfactoren zijn in hun aanpak. Zowel het aantal geregistreerde werkzoekende jongeren alsmede het aantal jongeren in de bijstand daalt in die gemeente. We zullen ook contact gaan leggen met Apeldoorn. 28