Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Verkenning informatie beroepen in OAZW 9 zorg en welzijn

Vergelijkbare documenten
Statistische bijlage. Bron: ROA

Statistische Bijlage De Limburgse Arbeidsmarkt

Statistische Bijlage De Overijsselse arbeidsmarkt naar opleiding en beroep

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO DRECHTSTEDEN

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Statistische Bijlage De Overijsselse arbeidsmarkt naar opleiding en beroep

Vergrijzing en vervanging. Een analyse van de gevolgen van het uitstromen van de babyboomgeneratie voor de arbeidsmarkt

Knelpunten blijven, ondanks daling groei

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO DRECHTSTEDEN

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO WEST-BRABANT

SNELINFORMATIE ARBEIDSMARKTREGIO WEST-BRABANT

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

ARBEIDSMARKTANALYSE T.B.V. HET MARKTBEWERKINGSPLAN 2014 OOST-UTRECHT

Februari Brancheschets Zorg & Welzijn

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt Gelieerd aan Maastricht University, SBE 3 afdelingen:

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4149, pagina 344, 24 april 1998 (datum) De arbeidsmarkt voor informatici is krap en zal nog krapper worden.

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Monitor kans op werk - in regio s en beroepen - 3 e kwartaal 2010

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Nieuwe arbeidsmarktgegevens over de vraagzijde. Ontwikkeling vacaturemarkt en spanningsindicator

Nieuwe arbeidsmarktgegevens over de vraagzijde. Ontwikkeling vacaturemarkt en spanningsindicator

De arbeidsmarkt in Oost-Brabant en Limburg

Januari Brancheschets Zorg & Welzijn

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

1e Kwartaal BRC Groep Spanning Typering

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2016

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Februari Brancheschets Horeca

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

THEMA: ARBEIDSMARKT JOOST DUFFHUES YACHT 24 MEI 2012

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Factsheet handen aan het bed in de intramurale ouderenzorg

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2008

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Amersfoort

Samenvatting Regio in beeld Gooi en Vechtstreek

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Aantal werkzoekenden daalt in augustus met 8.400

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gorinchem

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen

ROA Fact Sheet. Titel ROA. De arbeidsmarkt in Noord-, Midden- en Zuid-Limburg tot Tim Peeters Frank Cörvers

De maakindustrie in Midden-Limburg

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Samenvatting Regio in beeld Midden-Holland

Facts & Figures Achterhoek

Samenvatting Regio in beeld Amersfoort

Met arbeidsmarktinformatie een betere match

Aan: Raadscommissie Middelen van de Gemeente Sluis. Van: Raad van Toezicht en College van Bestuur van ROC Westerschelde/ROC Zeeland

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum)

ROA Fact Sheet. Titel ROA. De arbeidsmarkt van Limburg tot Tim Peeters Frank Cörvers

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Loon voor en na WW. Samenvatting

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie

Arbeidsmarktgegevens Midden-Gelderland

Maart Brancheschets Transport & Logistiek

Facts & Figures Utrecht

Arbeidsmarkt Drenthe. Uitdagingen voor werkgevers. Erik Oosterveld Arbeidsmarktadviseur. 8 november 2018

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zeeland

Facts & Figures Flevoland

Twintiger in de knel door matige arbeidsmarktperspectieven?

Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Basisgegevens Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn OAZW 5

FACTSHEET. Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Zeeuws-Vlaanderen. foto Xander Koppelmans voor DNA-beeldbank op

Transcriptie:

Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Verkenning informatie beroepen in OAZW 9 zorg en welzijn

Verkenning informatie beroepen in zorg en welzijn Opdrachtgever: Onderzoeksprogramma Willem van der Windt Utrecht, februari 2008

Prismant Prismant is hét kennis- en expertisecentrum in het hart van de zorg. Wij willen de Nederlandse zorgsector optimaal informeren, adviseren en ondersteunen en daarmee bijdragen aan een goede sturing en kwaliteit van zorg. Uitgangspunten zijn: objectiviteit, gedegenheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid. Stichting Prismant, Utrecht, juli 2009. Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit werk mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting Prismant. Uitgever Prismant Papendorpseweg 65, 3528 BJ Utrecht Postbus 85200, 3508 AE Utrecht Telefoon 030-2345 678 Fax 030-2345 677 prismant@prismant.nl Publicatie van cijfers en/of tekst uit dit werk als toelichting of ondersteuning bij wetenschappelijke artikelen, boeken of scripties, is toegestaan mits daarbij geen sprake is van commerciële doeleinden en voor zover de bron duidelijk wordt vermeld. Prismant is een wettig gedeponeerd dienst- en warenmerk.

Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Omvang en type beroepgroepen 7 2.1 Inleiding 7 2.2 Uitkomsten azwinfo 7 2.3 Uitkomsten werknemersenquête 8 2.4 Conclusies 9 3. Toekomstverkenningen beroepen 11 3.1 Inleiding 11 3.2 ROA-prognose 11 3.3 CWI-prognose 12 4. Samenvatting 15 Bijlage 1 Het niet personeelsgebonden personeel per branche 17 Bijlage 2 Het niet-patiëntgebonden personeel per branche (Werknemersenquête 2007) 19 Bijlage 3 Rubricering ROA 21

Prismant 4

1. Inleiding Tweederde van het personeel in de zorg- en welzijnssector oefent een sectorgebonden beroep uit. Over veel van deze groepen wordt informatie verzameld (zie http://www.azwinfo.nl/databank/dataframe4.php?tabel=3). In een aantal gevallen worden er ook prognoses opgesteld over de toekomstige situatie op de arbeidsmarkt van deze groepen (bv. RegioMarge, Capaciteitsorgaan, ROA). Soms richten deze studies zich op de hoofdstroom van een beroep, soms ook op specifieke specialisaties binnen een beroep. De informatieverzameling is vaak historisch bepaald. Ook de vraag of er toekomstverkenningen plaatsvinden hangt van historie en de houding van belanghebbenden binnen een branche af. Eenderde deel van het personeel in de zorg- en welzijnssector oefent geen sectorgebonden beroep uit, bijvoorbeeld ICT, administratie e.d. Voor deze groepen worden geen arbeidsmarktverkenningen opgesteld vanuit de zorgsector, maar wel economiebreed (bv. ROA, CWI). Voor instellingen in Zorg en Welzijn zijn gegevens omtrent de huidige en toekomstige arbeidsmarktsituatie relevant indien de groepen enige omvang hebben. Op dit moment bestaat er geen systematisch overzicht over waar en over welke beroepsgroepen er informatie beschikbaar is en wat de toekomstverwachtingen zijn ten aanzien van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Bij de Stuurgroep en ook elders in den lande bestaat er behoefte aan een dergelijk overzicht. Voor zorg- en welzijnsinstellingen is het van belang om kennis te kunnen nemen van de uitkomsten van de toekomstverkenningen. Vraagstelling In het project worden de volgende vragen beantwoord: 1. Welke beroepsgroepen zijn er in de sector Zorg en Welzijn statistisch te onderscheiden? 2. Hoe groot is de omvang van deze beroepgroepen? 3. Worden er arbeidsmarktverkenningen over deze beroepsgroepen uitgevoerd? 4. Zo ja, door wie wordt dat gedaan en wat zijn de uitkomsten? De verschillende statistische bronnen die in het Onderzoeksprogramma gebruikt worden zijn nagelopen om vast te stellen welke beroepsgroepen statistisch onderscheiden worden. De relevantie van de groepen kan worden vastgesteld aan hun omvang. Verder wordt nagegaan of er onderzoeken zijn die iets zeggen over de toekomstige vraag- en aanbodverhoudingen bij zo n beroep en in welke frequentie deze verschijnen. In de volgende hoofdstukken worden deze vragen beantwoord. In hoofdstuk twee komen de eerste twee vragen aan de orde, in hoofdstuk drie de laatste twee. Prismant 5

Prismant 6

2. Omvang en type beroepgroepen 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk beantwoorden we twee vragen. Welke beroepsgroepen zijn er in de sector Zorg en Welzijn statistisch te onderscheiden? Hoe groot is de omvang van deze beroepsgroepen? Er zijn twee bronnen die we voor deze vragen kunnen benutten: de Werknemersenquête 2007 en de informatie die verzameld is en weergegeven op azwinfo.nl. Opmerking vooraf De statistieken in de zorg zijn doorgaans functioneel opgezet. Dat betekent dat veelal niet naar beroepen wordt gevraagd, maar naar functies. Doorgaans is er wel een relatie tussen functie en beroep. In veel zorgfuncties is een bepaald beroep met opleiding een harde eis om de functie uit te mogen oefenen, bijvoorbeeld een verpleegkundige functie kan én mag alleen door een geregistreerde verpleegkundige vervuld worden. In veel niet patiëntgebonden functies is de band wat losser, hoewel hier toch ook vaak geldt dat de meeste mensen die een functie vervullen een bepaalde opleiding tot een beroep achter de rug hebben, maat het is minder sterk een wet van Meden en Perzen dan bij de zorgberoepen. De EBB van het CBS kent wel een indeling naar beroep, maar daar is doorgaans het abstractieniveau wat hoger dan een concreet beroep. Strikt genomen is ook daar overigens sprake van een mengeling. De vraagstelling luidt immers: welk beroep dan wel functie oefent u uit? 2.2 Uitkomsten azwinfo De beroepen en personeelscategorieen waar we het hier over hebben behoren tot wat men in de zorg wel niet-patiëntgebonden personeel noemt. Het aandeel en aantal van de verschillende categorieën niet patiëntgebonden personeel in totaal is weergegeven in Tabel 2.1. Tabel 2.1 Aandeel in % en aantal van verschillende categorieën niet-patiëntgebonden in totaal in 2005 1 Categorie % Abs. Algemeen en administratief personeel 13 121.000 Hotel personeel 10 93.800 Terreingebonden personeel 1 7.800 Bron: www.azwinfo.nl Een kwart van het personeel kunnen we als niet-patiëntgebonden beschouwen. Het merendeel heeft met de administratie te maken of staat te boek als algemeen (personeelsza- 1 Verpleeghuizen 2003, Welzijn 2002 Prismant 7

ken, opleiding, inkoop enz.). Hotelpersoneel komt vooral voor in branches waar verblijf aan patiënten geboden wordt. Ook terreingebonden personeel (gebouwbeheer, tuin enz.) komt vooral in die instellingen voor die enige omvang hebben. Dus ook daar gaat het vaak om instellingen waar verblijf geboden wordt. Naar branche zien we dat het nietpatiëntgebonden personeel qua aandeel uiteenloopt van 9% in de thuiszorg tot 33% in de ziekenhuizen (Tabel 2.2). Tabel 2.2 Aantal en aandeel in % van niet-patiëntgebonden personeel per branche in 2005 2 % van totaal abs. Ziekenhuizen 33 79.500 GGZ 27 16.600 Gehandicaptenzorg 19 26.400 Ouderenzorg 32 73.400 Thuiszorg 9 11.800 Welzijn 17 14.800 Totaal 25 222.500 Bron: www.azwinfo.nl Bijlage 1 geeft per branche de meer gedetailleerde onderverdeling. Ook deze onderverdeling is bij sommige branches nog te verbijzonderen. Toch blijft ook dan nog steeds het probleem bestaan dat het meer om functies gaat en niet om beroepen. Een nadere detaillering komt in de volgende paragraaf aan de orde. De werknemersenquête heeft immers als voordeel dat alle branches er in vertegenwoordigd zijn en dat de vraagstelling bij de verschillende branches meer op elkaar is afgestemd. 2.3 Uitkomsten werknemersenquête Een andere bron van informatie voor beroepen en functies vormt de Werknemersenquête 2007. Aan de respondenten is gevraagd welke omschrijving het best bij hun functie past. Tabel 2.3 laat het resultaat zien. Een aantal branches laat vrijwel dezelfde uitkomsten zien als in Tabel 2.2. Verschillen treden op bij de thuiszorg en welzijn waar het niet patiëntgebonden personeel in de werknemersenquête een veel groter aandeel heeft. Welzijn bij www.azwinfo.nl is echter veel omvangrijker (nl. inclusief delen van kinderopvang en jeugdzorg) dan de branche bij de Werknemersenquête. In bijlage 2 is dezelfde tabel weergegeven in FTE s. De verschillen met personen zijn gering. 2 Verpleeghuizen 2003, Welzijn 2002. Prismant 8

Tabel 2.3 Het niet-patiëntgebonden personeel per branche in % (personen) algemeen nietpatiëntgebonden personeel directie/leidinggevend/ staf/ondersteunend hotelfunctie overig nietpatiëntgebonden personeel Totaal Ziekenhuis 23 2 6 2 33 Verpleging/verzorging 12 4 11 3 30 Gehandicaptenzorg 12 2 3 2 19 Thuiszorg 7 4 0 5 16 GGZ 20 3 3 1 28 Welzijn MD 7 30 1 1 39 Jeugdzorg 2 24 1 1 28 Kinderopvang 2 15 0 0 17 Totaal ZW 14 6 5 2 27 Bron: Werknemersenquête 2007 Het meeste gedetailleerde niveau is te vinden in Tabel 2.4. Grote groepen zijn administratief en secretarieel personeel en de categorie manager en staf. Deze zijn niet verder uit te splitsen. Keuken en voeding, P&O enz. zijn waarschijnlijk in samenstelling wat homogener. Dat geldt ook voor winkel, portier, receptie, opleiding, technische dienst en automatisering. Tabel 2.4 De meest voorkomende beroepen/functies bij niet patiëntgebonden personeel Beroep/functie: aantal Administratief /secretarieel 61600 Manager en staf 54900 Keuken en voeding 19200 P&O 11900 Onderhoud 8400 Winkel, portier, receptie 6900 Opleiding 6800 Civiele dienst 5900 Technische Dienst 5200 Automatisering 5100 Magazijn, transport en restaurant 3600 Inkoop 2200 Bron: Werknemersenquête 2007 2.4 Conclusies De gebruikelijke dataverzamelingen in de sector Zorg en Welzijn houden meer rekening met functie dan beroep. Ruim een kwart van de werknemers oefent een nietpatiëntgebonden en daarmee geen specifieke zorgfunctie uit. In de helft van de gevallen gaat het om administratief en algemeen personeel (121.000). 10% van de werknemers (93.800) heeft een hotelfunctie (productie, civiel onderhoud, distributie of dienstverlening). 7.800 worden gerekend tot het terreingebonden personeel. Prismant 9

Een zekere typering naar beroep blijkt met de Werknemersenquête 2007 wel mogelijk, maar er blijven ook grote heterogene groepen over (bv. administratief personeel). De EBB zou desgewenst gebruikt kunnen worden om binnen de beroepen/functie een typering naar niveau aan te brengen. Daarvoor zijn wel analyses op de EBB zelf nodig, statline biedt deze mogelijkheid niet. Prismant 10

3. Toekomstverkenningen beroepen 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk gaan we in op de volgende twee vragen. Worden er arbeidsmarktverkenningen over deze beroepsgroepen uitgevoerd? Zo ja, door wie wordt dat gedaan en wat zijn de uitkomsten? Strikt genomen is er, zoals we in het voorgaande hoofdstuk vaststelden, bij de beschikbare bronnen in de sector Zorg en Welzijn geen sprake van een indeling naar beroepen, maar eerder naar functies. Er zijn twee instanties die met regelmaat prognoses over vraag en aanbod van beroepen op (laten) stellen en daarover publiceren. Het gaat om ROA De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep eens per twee jaar en de jaarlijkse publicatie van het CWI Arbeidsmarktprognose. We melden van beiden de belangrijkste recente resultaten. 3.2 ROA-prognose De ROA prognose van november 2007 geeft een verkenning tot 2012. Het perspectief waaruit men rapport is vooral dat van (de kansen op de arbeidsmarkt van) de schoolverlater. Grofweg kan men zeggen dat hoe gunstiger het perspectief voor de schoolverlater, hoe lastiger het voor een werkgever zal zijn om personeel aan te trekken. Volgens het ROA zijn de vooruitzichten in economische en sociaal-culturele studierichtingen minder goed. De arbeidsmarktperspectieven voor jongeren die de komende jaren de arbeidsmarkt betreden zijn verder over het algemeen vrij gunstig. Op bijna alle opleidingsniveaus zijn de toekomstperspectieven gemiddeld genomen goed, vooral voor HBO- en WO-afgestudeerden. Ruim 60% van de WO ers studeert in een opleiding met een goed tot zeer goed perspectief. Ook de arbeidsmarktperspectieven op de lagere opleidingsniveaus zullen verbeteren door de opleving van de economie. Alleen voor ongeschoolden en schoolverlaters met een VMBO-diploma op het gebied van economie of verzorging wordt een minder goed perspectief verwacht. Schoolverlaters in de technische richting hebben de beste arbeidsmarktperspectieven, mede doordat de deelname aan techniekopleidingen laag blijft. Dit geldt op alle opleidingsniveaus. Dat blijkt uit het rapport De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2012 van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. In Tabel 3.1 worden de verwachte knelpunten in de personeelsvoorziening voor werkgevers naar beroepsklasse voor de periode 2007-2011 getoond. Naast de ITKB s en de gemiddelde typering voor de desbetreffende beroepsklasse wordt eveneens aangeduid voor hoeveel procent van de werkenden binnen een beroepsklasse werkgevers (zeer) grote of (vrijwel) geen knelpunten mogen verwachten. De weergegeven percentages zijn gebaseerd op de typeringen van de knelpunten van de onderliggende beroepsgroepen in een beroepsklasse. Prismant 11

Tabel 3.1 Percentage werkenden naar typering van de Indicator toekomstige knelpunten in de personeelsvoorziening voor werkenden naar beroep (ITKB) tot 2012 en gemiddelde ITKB-typering, naar beroepsklasse Beroepsklasse ITKB ITKB- typering (vrijwel) geen knelpunten (zeer) grote knelpunten Pedagogische beroepen 0,773 groot 8 86 Culturele beroepen 0,848 enige 53 23 Agrarische beroepen 0,832 enige 3 51 Technische en industrieberoepen 0,765 groot 2 96 Transportberoepen 0,810 groot 3 97 Medische en paramedische beroepen 0,840 enige 35 6 Economisch-administratieve beroepen 0,847 enige 54 21 Informaticaberoepen 0,826 groot 0 90 Sociaal-culturele beroepen 0,875 vrijwel geen 72 8 Verzorgende en dienstverlenende beroepen 0,871 vrijwel geen 87 6 Openbare orde- en veiligheidsberoepen 0,829 groot 0 57 Totaal (incl. overig) 32 44 Bron: ROA Uit Tabel 3.1 blijkt dat de verwachte knelpunten in de pedagogisch beroepen groot zijn. Dit blijkt ook uit het feit dat ruim 86% van de werkenden met een pedagogisch beroep tot een beroepsgroep behoort waarvoor (zeer) grote knelpunten worden verwacht. De verzorgende en dienstverlenende beroepen, onder meer relevant voor de sector vanwege de hotelfunctie, laten weinig problemen zien 3. Bij economisch administratieve beroepen zien we een gemengd beeld (54% geen knelpunten, 21 wel knelpunten). 3.3 CWI-prognose De meest recente prognose van het CWI is haar Arbeidsmarktprognose 2007 2012. De optiek is vooral gericht op de kansen voor werkzoekenden. Het CWI geeft aan dat het aantal banen in de meeste beroepsgroepen groeit. Alleen het aantal banen in de transport en opslag neemt af als gevolg van de licht dalende werkgelegenheid in de vervoerssector. Daarnaast vragen werkgevers een steeds hogere opleiding. De groei van het aantal hoger opgeleiden is relatief en absoluut sterker dan die van de andere opleidingscategorieën. De beroepsbevolking is ook steeds beter opgeleid, maar opvallend is dat de beroepsgroep productie en onderhoud in de beroepsbevolking afneemt. Beroepen en opleidingen gecombineerd De acht beroepen met de hoogste verwachte vraag zijn alle op hoger of middelbaar niveau. Het gaat vooral om dienstverlenende beroepen. De meeste vraag ontstaat naar middelbaar geschoold administratief en beleidsadviserend personeel. Ongeveer een derde van dit personeel werkt in de IT en overige zakelijke diensten. Op lager niveau zal vooral vraag ont- 3 Bijlage 3 laat zien welke beroepen hier onder vallen: het gaat om een mengeling van zorg en andere beroepen. Prismant 12

staan naar verkoopbedienend en commercieel personeel. Dit personeel werkt met name in de detailhandel. Een duidelijke banenkrimp wordt alleen verwacht voor lager opgeleid transport- en opslagpersoneel. We zien zowel bij de banen als de beroepsbevolking globaal dezelfde ontwikkelingen: een hogere vraag naar hoger opgeleiden gaat samen met een hoger opleidingsniveau van de beroepsbevolking. Wordt gekeken naar beroepsgroep, dan valt het volgende op. Bij de volgende groepen neemt de vraag naar personeel duidelijk sneller toe dan het aanbod: Productie- en onderhoudspersoneel (vooral onderhoudspersoneel). Verkoop-, bedienend en commercieel personeel (zoals winkelpersoneel). In twee andere beroepsgroepen (onderwijs en zorg) neemt de vraag fors toe, maar zal naar verwachting de beroepsbevolking eveneens stijgen. Op deelmarkten kunnen evenwel knelpunten ontstaan. Zo zal vermoedelijk vooral de vraag naar leerkrachten in het mbo- en hbo-onderwijs relatief hard stijgen. De verschillende ontwikkelingen van vraag en aanbod leiden tot discrepanties op de arbeidsmarkt. In werkelijkheid kunnen de discrepanties meevallen: In de praktijk zijn er substitutieprocessen. Daardoor zullen de discrepanties in werkelijkheid kleiner zijn dan hier berekend. Bijvoorbeeld werkgevers kunnen als zij een vacature moeilijk kunnen vervullen hun functie-eisen aanpassen. Ook werkzoekenden kunnen een functie op een lager niveau accepteren. Laag opgeleiden hebben deze uitwijkmogelijkheid niet. De ontwikkelingen per beroepsgroep en opleidingsniveau zijn hier berekend door trends uit het verleden te extrapoleren. Zij zijn onafhankelijk van elkaar geprognosticeerd, dus zonder rekening te houden met terugkoppelingsmechanismen. In werkelijkheid zijn er wel terugkoppelingsmechanismen. Zo zal bijvoorbeeld iemand die niet aan de slag kan komen als schoonmaker proberen zich om te laten scholen als beveiliger. In zijn algemeenheid geldt dat als werkzoekenden zich flexibel opstellen, bijvoorbeeld door zich te richten op verwante beroepen of door omscholing, de kansen op werk aanzienlijk vergroot kunnen worden. Het CWI geeft om genoemde redenen verder geen gedetailleerd beeld van vraag en aanbod naar beroep. Prismant 13

Prismant 14

4. Samenvatting Beroepsgroepen zijn in de beschikbare statistische bronnen in de sector Zorg en Welzijn niet volledig te achterhalen. De gebruikelijke dataverzamelingen houden meer rekening met functie dan beroep. Bij zorgberoepen is dat doorgaans geen probleem: de band tussen functie en beroep doorgaans nauw, bij ander beroepen is deze minder strak. Ruim een kwart van de werknemers oefent een niet-patiëntgebonden en daarmee een niet specifieke zorgfunctie uit. In de helft van die gevallen gaat het om administratief en algemeen personeel (121.000). 10% van de werknemers (93.800) heeft een hotelfunctie (productie, civiel onderhoud, distributie of dienstverlening). 7.800 worden gerekend tot het terreingebonden personeel. Van slechts een aantal van deze categorieën is een nadere beroepsaanduiding te geven (zie Tabel 2.4). Door het ROA en het CWI wordt regelmatig economiebreed gerapporteerd over vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. De recente ROA rapportage meldt dat de arbeidsmarktpositie voor schoolverlaters in de technisch richtingen verbeterd: oftewel voor de werkgevers is er sprake van een krappere arbeidsmarkt. De vooruitzichten voor jongeren in economische en sociaal- culturele richtingen zijn volgen het ROA minder goed: de arbeidsmarkt voor werkgevers verruimt hier. Het CWI signaleert knelpunten bij onderhoudspersoneel en verkoop-, bedienend en commercieel personeel (zoals winkelpersoneel). Prismant 15

Prismant 16

Bijlage 1 Het niet personeelsgebonden personeel per branche AZWinfo 2005 Ziekenhuizen fte personen Algemeen en administratief personeel 34.280 47.710 Hotel personeel 17.860 29.030 Terreingebonden personeel 2.620 2.780 Overig personeel 120.240 161.140 Totaal personeel in loondienst 175.000 240.660 AZWinfo 2005 Geestelijke gezondheidszorg fte personen¹ Algemeen en administratief personeel 11.160 10.649 Hotel personeel 3.690 5.311 Terreingebonden personeel 650 Overig personeel 37.798 45.842 Totaal personeel in loondienst 52.648 62.452 ¹ op basis LKG (beslaat niet hele branche) AZWinfo 2005 Gehandicaptenzorg fte personen Algemeen en administratief personeel 10.531 14.279 Hotel personeel 5.300 10.929 Terreingebonden personeel 938 1.184 Overig personeel 68.899 114.222 Totaal personeel in loondienst 85.668 140.614 AZWinfo 2003 Verpleeghuizen fte personen Algemeen en administratief personeel 5.263 7.460 Hotel personeel 13.427 22.137 Terreingebonden personeel 1.156 1.317 Overig personeel 58.652 85.226 Totaal personeel in loondienst 78.498 116.140 AZWinfo 2005 Verzorgingshuizen fte personen Algemeen en administratief personeel 8.475 14.215 Hotel personeel 14.218 26.416 Terreingebonden personeel 1.533 1.868 Overig personeel 40.467 69.177 Totaal personeel in loondienst 64.693 111.676 Prismant 17

AZWinfo 2005 Ouderenzorg fte personen Algemeen en administratief personeel 13.738 21.675 Hotel personeel 27.645 48.553 Terreingebonden personeel 2.689 3.185 Overig personeel 99.119 154.403 Totaal personeel in loondienst 143.191 227.816 AZWinfo 2005 Thuiszorg fte personen Algemeen en administratief personeel 7.427 11.831 Hotel personeel Terreingebonden personeel Overig personeel 61.416 127.158 Totaal personeel in loondienst 68.843 138.989 Oproepkrachten 2.542 16.987 Alpha-helpenden 6.153 49.941 AZWinfo 2002 Welzijn fte personen Algemeen en administratief personeel 8.552 14.843 Hotel personeel Terreingebonden personeel Overig personeel 45.151 73.502 Totaal personeel in loondienst 53.703 88.345 N.B. Bij sommige branches bestaat de mogelijkheid om verder onder te verdelen. Maar ook dan gaat het om functies en niet om beroepen. Prismant 18

Bijlage 2 Het niet-patiëntgebonden personeel per branche (Werknemersenquête 2007) Tabel 4.1 Het niet-patiëntgebonden personeel per branche in % (FTE s) algemeen nietpatiëntgebonden personeel directie/leidinggevend/ staf/ondersteunend hotelfunctie overig nietpatiëntgebonden personeel Totaal Ziekenhuis 25 2 5 2 34 Verpleging/verzorging 14 4 10 4 32 Gehandicaptenzorg 14 2 2 2 20 Thuiszorg 9 5 0 7 22 GGZ 21 3 3 1 28 Welzijn MD 8 32 1 1 42 Jeugdzorg 2 25 0 0 27 Kinderopvang 2 0 0 0 2 Totaal ZW 16 5 5 3 29 Bron: Werknemersenquête 2007 Prismant 19

Prismant 20

Bijlage 3 Rubricering ROA Beroepsklassen en onderliggende beroepsgroepen Pedagogische beroepen Leraar basisonderwijs Docenten exacte, medische en verzorgende vakken (2e graads) Docenten exacte, medische en verzorgende vakken (1e graads en WO) Docenten landbouw en techniek (2e graads) Docenten landbouw en techniek (1e graads en WO) Docenten economisch-administratieve vakken (2e graads) Docenten economisch-administratieve vakken (1e graads en WO) Docenten talen en expressie Docenten letteren (1e graads en WO) Docenten sociale vakken (2e graads) Docenten sociale vakken (1e graads en WO) Docenten 2e graads zonder specialisatie Docenten 1e graads zonder specialisatie Onderwijskundig medewerkers Onderwijskundigen en pedagogen Rij-instructeur Zweminstructeurs Sportinstructeurs Culturele beroepen Tolken, vertalers en schrijvers Bibliotheekassistenten Bibliothecarissen Grafisch ontwerpers Kunstenaars Geestelijk verzorgers Geestelijken Journalisten Taalkundigen Agrarische beroepen Agrarische hulparbeiders Agrarische arbeiders Agrarische vakkrachten Milieuhygiënisten en agrarisch vertegenwoordigers Landbouwkundigen Landbouwmachinebestuurders en vissers Agrarische bedrijfshoofden Technische en industrieberoepen Productiemedewerkers Laboratorium-assistenten Laboranten Technisch analisten Natuurwetenschappers Conciërges Hoofden technische dienst Werktuigbouwkundigen Prismant 21

Bouwvakkers Aannemers en installateurs Architecten en bouwkundig projectleiders Weg- en waterbouwkundigen Weg- en waterbouwkundige arbeiders Weg- en waterbouwkundige vakkrachten Weg- en waterbouwkundig ontwerpers en projectleiders Metaalarbeiders Bankwerkers en lassers Bedrijfshoofden metaalbewerking Assembleurs Monteurs Werktuigbouwkundig ontwerpers en hoofden technische dienst Elektronicamonteurs Monteurs en controleurs elektrotechnische producten Elektromonteurs Elektrotechnisch ontwerpers en bedrijfshoofden Elektrotechnici Grafisch productiepersoneel Grafische vakkrachten Mechanisch operators Procesoperators Procestechnologen Materiaalkundigen Confectie-arbeiders Schoen- en kleermakers Transportberoepen Laders en lossers Chauffeurs Schippers en conducteurs Vliegers, scheepskapiteins en leidinggevenden transport Stewardessen Medische en paramedische beroepen Verpleeghulpen en leerling-verpleegkundigen Verplegenden en doktersassistenten Therapeuten en verpleegkundigen Artsen Apothekersassistenten en medisch laboranten Medisch analisten Apothekers Afdelingshoofden zorginstelling Economisch-administratieve beroepen Kantoorhulpen, inpakkers en colporteurs Ondersteunende administratieve hulpkrachten Bedrijfshoofden Economen Productieplanners Organisatie-adviseurs Organisatiedeskundigen Receptionisten en administratieve employés Prismant 22

Boekhouders en secretaresses Assistent accountants Accountants Verzekeringsagenten Commercieel employés Commercieel medewerkers Technisch-commercieel employés Technisch-bedrijfskundig medewerkers Juridisch en fiscaal medewerkers Juridisch, bestuurlijk medewerkers Juristen Administratieve transportemployés Leidinggevenden Managers Medisch secretaresses Informaticaberoepen Programmeurs Systeemanalisten Informatici Technisch systeemanalisten Sociaal-culturele beroepen Activiteitenbegeleiders en medewerkers arbeidsbemiddeling Medewerkers sociaal-cultureel werk en personeel en arbeid Hoofden sociaal-cultureel werk en personeel en arbeid Sociaal-wetenschappelijk medewerkers Sociaal-wetenschappelijk onderzoekers Verzorgende en dienstverlenende beroepen Vakkenvullers Interieurverzorgers Verkopers Winkeliers Hulpkrachten horeca en verzorging Ziekenverzorgenden Verzorgend personeel Café- en snackbarhouders Bedrijfshoofden horeca Bakkers en slagers Openbare orde- en veiligheidsberoepen Aspirant politieagenten, soldaten en beveiligingshulpkrachten Politieagenten, onderofficieren en beveiligingsemployés Politie-inspecteurs en officieren Brandweerlieden Beroepsgroepen Per beroepsgroep zijn de hieronder weergegeven variabelen verkrijgbaar. De betreffende arbeidsmarktinformatie is afkomstig uit het Project Onderwijs-Arbeidsmarkt (POA). aantal werkenden percentage vrouwen percentage allochtonen percentage jongeren (15-29 jaar) en ouderen (50-64 jaar) Prismant 23

gemiddelde leeftijd percentage werkenden naar opleidingsniveau percentage deeltijdarbeid percentage flexibel en vast werk van arbeidskrachten in loondienst percentage werkenden in het midden- en kleinbedrijf percentage zelfstandigen percentage werkenden dat deelneemt aan scholingstrajecten korter dan zes maanden percentage werkenden dat deelneemt aan scholingstrajecten van zes maanden of langer gemiddeld bruto uurloon van werknemers belangrijkste bedrijfssectoren uitwijkmogelijkheden naar verschillende bedrijfssectoren belangrijkste opleidingstype substitutiemogelijkheden tussen mensen met uiteenlopende opleidingsachtergronden conjunctuurgevoeligheid van de werkgelegenheid verwachte uitbreidingsvraag verwachte vervangingsvraag verwachte baanopeningen indicator toekomstige knelpunten in de personeelsvoorziening naar beroep (ITKB) Prismant 24