Beleidsnota onderwijs

Vergelijkbare documenten
3. Regelgevingsagenda

ADVIES Beleidsnota s Onderwijs en Gelijke Kansen

14/02/ Daniël Coens ( ) De verschillende ministers (boek Een kwarteeuw onderwijs in eigen beheer : hoofdstuk 4 4.1)

1. ICT in de Beleidsnota van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming Frank Vandenbroucke

Mia Douterlungne administrateur-generaal

Kunst- en cultuureducatie Recente beleidsopties

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC)

Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014

Infosessie LASSO 29 april 2013

Leerzorg in het onderwijsbeleid. Wim Van Rompu raadgever kabinet onderwijs

Advies over het voorontwerp van decreet betreffende de scholengemeenschappen in het basis- en secundair onderwijs

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.10 - Juli

Relevante regelgeving. 1. Europese en Vlaamse doelstellingen inzake levenslang leren 1 2

BASISONDERWIJS Leerlingen. ALGEMEEN Schoolbevolking. 1 Schoolbevolking in het Vlaams onderwijs. 2 Evolutie schoolbevolking per onderwijsniveau

Resultaten enquête voor directies en schoolbesturen van het gemeentelijk en stedelijk dko

CD&V ONDERWIJS 3 D PLAN STERKER ONDERWIJS, STERKERE TOEKOMST. Sterker onderwijs, Sterkere toekomst ONS 3D PLAN ONDERWIJS

Resultaten enquête voor directies en schoolbesturen van het gemeentelijk en stedelijk dko

Kwaliteit en kansen voor elke leerling. Kwaliteit en kansen voor elke leerling. Structuur rapport Krijtlijnen van vernieuwing

Secundair Onderwijs. Structuur van het rapport. De vraag naar leraren. Arbeidsmarktrapport Basisonderwijs Secundair onderwijs

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

INHOUD. Woord vooraf 11 INHOUD

Ronde van Vlaanderen VVSG

Pedagogisch Project van het Stedelijk Onderwijs

FUNCTIEBESCHRIJVING DIRECTEUR

Terugkoppeling van de workshops. Chris De Nijs (VRT)

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

Hervorming secundair onderwijs

Beleidsnota. Onderwijs ingediend door de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren

Kwaliteit en kansen voor elke leerling

Actualiteitsdebat Hervorming Secundair Onderwijs. Vlaams Parlement, 18 januari 2017

EISENCAHIER. Memorandum Investeren om samen te excelleren

Brussel, 18 februari _Advies_studiefinanciering_HO. Advies. Studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs

Visie op zorg voor leerlingen in het secundair onderwijs

Bisconceptnota. Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap

Buitengewoon onderwijs - Bijkomende of gespecialiseerde opleidingen voor leerkrachten

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Nieuw loopbaanakkoord zet de stap naar maatwerk

Hoorzitting Commissie Onderwijs Conceptnota lerarenopleiding

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December

Onderwijscentrum Gent. Raakpunten GSIW

BELEIDSPLAN LOP OUDENAARDE BASIS Definitieve versie

BELEIDSPLAN LOP GERAARDSBERGEN BASIS

Verslag aan de Provincieraad

VR DOC.0198/1

Een impressie en enkele kwesties van het Vlaams onderwijs

RAPPORT: KWALITEIT EN KANSEN VOOR ELKE LEERLING. Een visie op de vernieuwing van het secundair onderwijs

ADVIES Beleidsnota s Cultuur, Leefmilieu en Natuur

Vraag nr. 158 van 13 december 2012 van ELISABETH MEULEMAN

Beste. Bij verdere vragen neem gerust contact op met beide directies.

Vraag nr. 403 van 8 maart 2013 van MARIJKE DILLEN

Reflectiegesprek: toekomstbeelden

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Specifieke lerarenopleiding Maatschappelijk en beroepsgericht handelen in de onderwijspraktijk

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid

JAARACTIEPLAN Sept 2015 Aug 2016 RTC Vlaams-Brabant VZW

Gedifferentieerde leertrajecten

De afgelopen jaren zijn er een aantal knelpunten in ons onderwijssysteem gedetecteerd:

Instroom Doorstroom - Uitstroom

Advies opgemaakt door Vlaams Instituut Gezond Leven, VAD, Sensoa en VWVJ

B A S I S O N D E R W I J S

De Vlaamse kwalificatiestructuur

Hervorming secundair onderwijs

Oriëntatienota hervorming SO

Engagementsverklaring

Advies ten gronde over certificaatsupplementen

Advies Beleidsnota Onderwijs

Advies. Onderwijsinspectie 2.0. Brussel, 26 juni 2017

De Vlaamse kwalificatiestructuur

leidraad kwaliteitsvol werkplekleren

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Katholieke Scholengemeenschap Oscar Romero Sint-Bavostraat 51, 2610 Wilrijk tel fax

ONDERWIJSWOORDENLIJST VOOR SCHOOLRADERS ALS JE NIET HELEMAAL MEE BENT

Vraag nr. 219 van 14 januari 2013 van ANN BRUSSEEL

S E C U N D A I R O N D E R W I J S in beeld

ADVIES. Algemene Raad. 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002

STEM monitor juni 2015 RITA DUNON

Voorstel van resolutie

Oriëntatie en leerloopbaanbegeleiding. volwassenen. Liv Geeraert

Bestuurlijke optimalisering en schaalvergroting in het katholiek onderwijs. Hoorzitting Commissie Onderwijs 17 mei 2017

Doel: Creativiteit. Middel: ICT onderbenut (bij voorbeeld Sociale media, faceboekgroepen

HERVORMING LERARENOP LEIDINGEN - BASISUITGANGSPUNTE N -

Advies over het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van tijdelijke projecten in het basis- en secundair onderwijs

Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen?

TABELLEN. Deel 1. LEERLINGEN. Buitengewoon lager onderwijs : Schoolbevolking naar type... 88

Duaal leren Een succesverhaal volgens GO! / Commissie Onderwijs 5 maart 2015

Intentieverklaring. inzake onderwijssamenwerking tussen Nederland en Vlaanderen

Hoofdstuk I: Eindtermen de basics

GEÏNTEGREERD EVC-BELEID. Lieselotte Bommerez

Advies. Onderwijsdecreet XXVII - Volwassenenonderwijs. Brussel, 25 januari 2017

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

FLEXIBELE LEERTRAJECTEN

ONTWERP VAN DECREET. betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN

Krijg ik een bed in de Vlor?

Decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau goedkeuringsdatum : 30 NOVEMBER 2007 publicatiedatum : B.S.

Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen. Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014

VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID

VLAAMSE OUDERENRAAD. Standpunt De verdere ontwikkeling en de financiering van de oudereneducatie

Een versterkte positie voor het hoger beroepsonderwijs in Vlaanderen

Over thuis, buurt, kinderopvang, kleuteronderwijs en transitie

Transcriptie:

ALGEMEEN ONDERWIJSBELEID Beleidsnota onderwijs 2009-2014 E en nieuwe Vlaamse legislatuur is ingezet. Na het regeerakkoord passeren nu de beleidsnota s de revue.wat heeft de Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel voor onderwijs in petto? Hoe kijkt het VSKO daar tegenaan? Beleidsnota onderwijs 2009-2014 Een beleidsnota geeft de grote strategische keuzen en opties van het beleid voor de duur van de regeerperiode weer. De nota is de weergave van de visie van de functioneel bevoegde minister en vormt de basis van een debat in het Vlaams Parlement. In voorkomend geval zullen de uitvoeringsmaatregelen, daar waar nodig, ter goed - keuring aan de Vlaamse Regering of het Vlaams Parlement worden voorgelegd. De beleidsnota onderwijs 2009-2014 werkt onder de titel Samen grenzen verleggen voor elk talent verder de krijtlijnen uit die in het regeerakkoord 2009-2014 in het kader van Vlaanderen in Actie als Doorbraak 1. De lerende Vlaming: elk talent telt uitgezet zijn. Het eerste deel van de beleidsnota is een omgevingsanalyse die naast de demo - grafische ook de cultureel-maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste jaren schetst en eveneens bijzondere aandacht vraagt voor de relatie onderwijs en arbeidsmarkt. De beleidsambities van de minister worden ontwikkeld via strategische en operationele doelstellingen. Vooraleer we die kort belichten is het goed om aandacht te hebben voor enkele uitgangspunten die de minister in de inleiding van zijn beleidsnota aangeeft. Uitgangspunten School maak je samen is een basisgedachte van de minister van onderwijs. Hij is er van overtuigd dat onderwijs zijn doelstellingen pas ten volle kan realiseren indien er op lokaal vlak een hecht partnerschap bestaat tussen school, leerlingen en ouders. Anderzijds geeft hij ook aan dat op macroniveau intens overleg tussen overheid, onderwijsnetten en vakorganisaties onontbeerlijk is. De minister wil tegen deze achtergrond een grote luisterbereidheid aan de dag leggen. Hij waarschuwt er echter voor dat dit niet betekent dat hij van een wit blad vertrekt. In de vorige legislatuur zijn immers een paar dossiers goedgekeurd die afgewerkt moeten worden en ook het regeerakkoord moet uitgevoerd worden. In zijn beleidsnota stelt de minister van onderwijs onomwonden dat onderwijs geen sociaal-economische activiteit is. Opvoed ing en opleiding van jongeren in die termen beschrijven, vindt hij verschralend en ronduit verkeerd. Hij stelt dat als we accepteren dat scholen de waarden van de toekomst beïnvloeden, we ons niet kunnen neerleggen bij een consumptieve benadering van de school. In het kader van Gelijke kansen bieden verwijst de beleidsnota naar vier uitdagingen voor het Vlaams onderwijs. We moeten zorgen voor minder ongekwalificeerde uitstroom, de zwakkere leerlingen moeten opgetild worden, de sociale erfelijkheid van lage scholing moet doorbroken worden en we moeten de sterkere leerlingen en studenten beter doen presteren. Daarom wil de minister van onderwijs deze legislatuur in het teken zetten van grenzen verleggen voor elk talent. Om de participatie aan het hoger onderwijs verder te verhogen, gaat de minister streven naar een evenwichtig aanbod van hoger beroepsonderwijs en professionele bachelors, gaat hij de studiefinanciering verruimen en de studentenvoorzieningen moderniseren. Strategische doelstellingen De beleidsnota stelt acht strategische doelstellingen voorop die elk uitgewerkt worden in een aantal operationele doelstellingen. De lerende komt hierbij op de eerste plaats: de eerste vier doelstellingen gaan over de groei die de minister van onderwijs bij leerlingen, studenten en cursisten wil realiseren. De laatste drie strategische doelstellingen gaan over het creëren van een gezonde voedingsbodem daarvoor. Centraal komt een doelstelling over de leerkrachten, die de spil van het leerproces vormen. Hieronder volgt een samenvattend overzicht van deze doelstellingen die de minister in deze regeerperiode wil realiseren. Open, veelzijdige en sterke persoonlijkheden vormen Deze strategische doelstelling gaat niet over wat we vinden dat leerlingen moeten kennen en kunnen, maar over wie we vinden dat onze leerlingen op school moeten leren zíjn. Een brede basisvorming zorgt ervoor dat kinderen en jongeren hun toekomst niet moeten ondergaan, maar zelf vorm kunnen geven. Kunst- en cultuureducatie moet voor alle kinderen en jongeren deel uitmaken van deze basisvorming. Het deeltijds kunst - onderwijs moet het leerplichtonderwijs hierbij ondersteunen en moet tegelijk zijn eigen artistieke opleidingen meer leerlinggericht gaan organiseren. Dit en andere vernieuwingen zullen in een decreet voor het deeltijds kunstonderwijs opgenomen worden. Jong zijn vandaag, is echter niet altijd gemakkelijk. Met een breed decreet leerlingenbegeleiding wil de minister de begeleiding en ondersteuning van leerlingen verbeteren. Hij wil werk maken van de aanpak van antisociaal gedrag en de preventie van pesten, zelfdoding en psychische problemen. Ook sport en beweging wil hij stimuleren. Kansen geven aan elk talent De tweede strategische doelstelling, bundelt alle operationele doelstellingen die in het teken staan van het bieden van gelijke 5

Om de relevantie van de arbeidsmarktgerichte opleidingen te verzekeren, is werkplekleren noodzakelijk, ook in het volwassenenonderwijs kansen. Dit is een aandachtspunt voor alle onderwijsniveaus, van kleuterschool tot universiteit. De omkadering van het kleuteronderwijs zal uitgebreid worden om meer aandacht aan zorg te kunnen besteden. Er zal een draagvlak gecreëerd worden om de geleidelijke uitvoering van het decreet leerzorg te kunnen aanvatten. De hervorming van het secundair onderwijs zal op de sporen gezet worden. Om de participatie aan het hoger onderwijs verder te verhogen, gaat de minister streven naar een evenwichtig aanbod van hoger beroepsonderwijs en professionele bachelors, gaat hij de studiefinanciering verruimen en de studenten voorzieningen moderniseren. Hij zal er ook voor zorgen dat meer studenten de kans krijgen om een periode in het buiten land te studeren. Ook de participatie aan levenslang leren moet omhoog. Het tweedekansonderwijs en de examen - commissies moeten zo georganiseerd worden dat het gemakkelijker wordt werk en gezin te combineren met het op latere leeftijd behalen van het diploma secundair onderwijs. Om de financiële drempels weg te nemen, zal hij voor deze cursisten ook studie financiering voorzien, net als voor de cursisten in het hoger beroepsonderwijs. Er zal een uniek loket opgericht worden voor de erkenning van competenties die mensen via niet-formeel en informeel leren hebben verworven. Alle aanbieders van opleidingen voor volwassenen zullen aangezet worden om afstandsleren in Vlaanderen kwaliteitsvol verder uit te bouwen. Het leren van het Nederlands en vreemde talen stimuleren om mee te doen in de geglobaliseerde samenleving Bij deze derde strategische doelstelling is het streefdoel dat elk kind, elke jongere uitstekend Nederlands spreekt, met daarnaast een degelijke kennis van twee of meer vreemde talen. De eindtermen taalvaardigheid Nederlands voor het basis- en secundair onderwijs zullen worden herzien. De minister zal nagaan of het wenselijk is om op cruciale momenten in de schoolloopbaan taaltoetsen te gebruiken om een overzicht van het beheersingsniveau van het Nederlands te krijgen. Het leren van vreemde talen zal worden geïntensifieerd. Er zal bekeken worden wat we kunnen leren uit de experimenten i.v.m. het leren van Frans of Engels in zaakvakken. Scholen zullen gestimuleerd worden om actief deel te nemen aan uitwisselingen tussen de drie Belgische taalgemeen schappen. Leerlingen voorbereiden op een succesvolle start op de arbeidsmarkt. Deze laatste strategische doelstelling i.v.m. de leerlingen wil de minister bereiken in nauwe samenwerking met de beleidsdomeinen Vorming en Werk. Een belangrijke stap hierbij is talenten, competenties, zichtbaar maken. Dit zal gebeuren via de kwalificatiestructuur. Om de relevantie van de arbeidsmarktgerichte opleidingen te verzekeren, is werkplekleren noodzakelijk, ook in het volwassenenonderwijs. De minister wil kwaliteits standaarden voor werkplekleren uitwerken en deze opnemen in de schooldoorlichtingen en visitaties. Verder wil hij de diverse statuten, vergoedingen en premies die nu bestaan, vereenvoudigen. Om flexibel te kunnen inspelen op de evoluties op de arbeidsmarkt ( vb. groene technologie, de toenemende vraag in de zorgsector, ), moeten de programmatieprocedures voor de arbeidsmarktgerichte opleidingen vereenvoudigd en versneld worden. De leraar erkennen als sleutelfiguur in de vorming van open, veelzijdige en sterke persoonlijkheden Deze strategische doelstelling is ingegeven door het uitgangspunt dat kwaliteitsvol onderwijs staat of valt met goede leer - krachten. Zij zijn de echte bouwstenen van een school. De minister zal een beleid ontwikkelen om het dreigende lerarentekort om te buigen. De werkomstandigheden van beginnende leerkrachten moeten worden verbeterd en hun werkzekerheid verhoogd. Hij wil ook initiatieven nemen om loop - banen in het onderwijs uitdagender te maken en ervaren leraren langer aan het Samen met zijn collega s van de beleidsdomeinen Cultuur, Jeugd, Sport, Welzijn, zal de minister van onderwijs een beleid ontwikkelen dat Brede Scholen aanmoedigt. Hij zal eventuele hindernissen in het openstellen van schoolgebouwen wegwerken. werk te houden. Om een professioneel personeelsbeleid mogelijk te maken zal hij de discussie over inzetbaarheid en bekwaamheidsbewijzen aangaan. De kwaliteit van de instroom in het lerarenberoep wil hij bewaken door de lat in de initiële leraren - opleiding hoger te leggen. Zo wil hij bijvoorbeeld, samen met de leraren - opleidingen, de ontwikkeling van een starterstoets taalbeheersing bespreken. De maatschappelijke verwevenheid van onderwijs met lokale, regionale en internationale netwerken versterken. Deze strategische doelstelling vindt haar bronnen in het verwachtingspatroon van de samenleving ten opzichte van scholen. Maar de school mag daarbij niet alleen staan. Samen met zijn collega s van de beleids - domeinen Cultuur, Jeugd, Sport, Welzijn, zal de minister van onderwijs een beleid ontwikkelen dat Brede Scholen aanmoedigt. Hij zal eventuele hindernissen in het openstellen van schoolgebouwen wegwerken. Via het lokaal flankerend onderwijsbeleid kunnen lokale besturen de scholen van de verschillende netten op hun grondgebied ondersteunen. De regierol van de gemeenten in het lokaal flankerend onderwijsbeleid zal verstevigd worden. Daarbij heeft de minister bijzondere aandacht voor het onderwijs in de centrumsteden en in Brussel. In functie van internationale contacten wil hij de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma s sneller erkennen. Ervoor zorgen dat elke onderwijs - instelling topkwaliteit kan bieden Met het nieuwe decreet op de kwaliteit van het onderwijs beschikken we over een kader voor de taakverdeling tussen de onderwijsinstellingen, de pedagogische begeleidingsdiensten en de onderwijsinspectie. Dit vormt de basis om de interne kwaliteitszorg van de instellingen te versterken en de externe kwaliteitszorg verder uit te bouwen. Voor het hoger onderwijs wordt gewerkt aan een gewijzigd accreditatiestelsel. Een randvoorwaarde voor kwaliteit is uiteraard financiering. In het basis- en secundair onderwijs zal de minister het omkaderingssysteem zo hervormen dat dit rekening houdt met factoren van achterstelling van leerlingen, net zoals in het nieuwe systeem voor de werkingsmiddelen. Zo wordt thuistaal een onafhankelijke indicator in de berekening van de omkadering. Het budget voor het hoger onderwijs wil hij in de komende regeerperiode substantieel ver - hogen, met een stijging van 10%. 6

Investeren in duurzame en moderne infrastructuur. Recente ontwikkelingen in onderwijs en samenleving stellen andere en nieuwe eisen aan een hedendaags schoolgebouw dan vroeger. Scholen uitbouwen tot uitnodigende en stimulerende werk- en leefomgevingen kan enkel in een constructieve wissel - werking tussen alle betrokkenen. De minister wil samen met leerlingen, leerkrachten, koepels, architecten de school en het les - lokaal van de toekomst uittekenen. Alle scholen die worden gebouwd in het kader van de lopende grootschalige inhaal - operatie moeten voldoen aan de E70-norm, wat 30% energiezuiniger is dan gangbaar. In de centrumsteden zijn de capaciteits - problemen het meest acuut. Om deze aan te pakken zal hij het mogelijk maken te plannen op basis van de toekomstige evolutie van het leerlingenaantal i.p.v. op basis van het huidige leerlingenaantal en zal een faire aanpassing van de financiële normen nodig zijn. In Brussel zal de capaciteits uitbreiding gericht gebeuren. De volledige beleidsnota onderwijs 2009-2014 vindt u op www.vsko.be. De inhoudsopgave ervan vindt u op het einde van deze bijdrage Een eerste VSKO-reactie De inkt van de beleidsnota is op het moment van het schrijven van deze bijdrage nog niet droog. Ze is dan ook te aanzien als een eerste voorlopige en daarom onvolledige reactie na diagonale lezing. Algemeen De beleidsnota is vrij compact en daardoor op sommige punten nog vrij vaag. Af en toe vallen nochtans duidelijke stellingen op, maar ook tegenstrijdigheden. De uitwerking in strategische en operationele doelstellingen verheldert maar schept onevenwichten in die zin dat het belang en het gewicht van sommige operationele doelstellingen heel veel groter is dan van andere. Er worden eveneens heel wat onderzoeken en evaluaties aangekondigd. Dit is voor een stuk natuurlijk heel vrijblijvend en laat ook veel open. Het VSKO is het wel eens met het feit dat het er in deze zeker zal op aan komen om nuttige en/of relevante informatie van overtollige en/of gemanipuleerde informatie te onderscheiden. Het VSKO kan zich vinden in de visie van de minister van onderwijs dat scholen meer moeten doen dan de minimale competenties Scholen hebben inderdaad een veel ruimere verantwoordelijkheid in de opvoeding en opleiding van de volgende generaties. Tegen deze achtergrond apprecieert het VSKO de houding van de minister tegen een consumptieve benadering van het schoolgebeuren en zijn pleidooi tegen juridisering. nastreven bij leerlingen. Scholen hebben inderdaad een veel ruimere verantwoordelijkheid in de opvoeding en opleiding van de volgende generaties. Tegen deze achtergrond apprecieert het VSKO de houding van de minister tegen een consumptieve benadering van het schoolgebeuren en zijn pleidooi tegen juridisering. Opvoeding en waardenoverdracht zijn immers nadrukkelijk verbonden met het pedagogisch project van de school. Het VSKO stelt dan ook met genoegen vast dat het regeerakkoord nadrukkelijk bepaalt dat in de beleids uitvoering in elk geval de grondwettelijke vrijheid van initiatief en inrichting in deze legislatuur voorop zal staan. Voor het VSKO betekent dit ook dat, meer dan in het verleden, de overheid nadrukkelijker ruimte zal moeten geven aan de autonomie en beleidskracht van de schoolbesturen en schoolteams en dat ze zich een terugtredende rol toebedeelt. Open, veelzijdige en sterke persoonlijkheden vormen In het kader van de operationele doel - stelling Jongeren voorbereiden op actief burgerschap (OD 1.1) wil de minister de vrijwillige samenwerking tussen de aan - bieders van levensbeschouwelijke vakken stimuleren om, naast de huidige keuzemogelijkheden binnen het officieel onderwijs, een gezamenlijk aanbod levensbeschouwing mogelijk te maken. Het VSKO wil hier niet verkrampt reageren doch vraagt zich af of de minister hier op zoek is naar een collectieve vrijstelling voor het volgen van een levensbeschouwelijk vak in het officieel onderwijs. Het VSKO stelt zich hierbij vragen met betrekking tot de mate van sturing door de overheid van het stimulerend karakter van de vrijwillige samenwerking. Het blijft ook de vraag of dit initiatief wel spoort met de huidige bepalingen van de grondwet. Binnen dezelfde eerste strategische doelstelling vindt het VSKO dat bij de uitklaring van ieders rol en verantwoordelijkheid op het gebied van leerlingenbegeleiding (OD 1.6) het accent moet liggen op schoolnabije en specifieke leerlingenbegeleiding. Dat dit hoe dan ook moet gekoppeld worden aan de nodige werkingsmiddelen en omkadering is een goed uitgangspunt. Het VSKO ziet het werken aan vredes - educatie en herinneringseducatie(od 1.02), het inzetten op educatie van duurzame ontwikkeling (OD 1.3) en meer en betere kunst- en cultuureducatie (OD 1.4) als elementen waarover enkel kan gediscussieerd worden in het kader van de brede basis - vorming. Kansen geven aan elk talent Het VSKO is benieuwd om te vernemen aan welke indicatoren de overheid denkt in functie van de opvolging van de hefboomfunctie van onderwijs in de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Is het niet belangrijker om met alle betrokkenen te reflecteren over de maatregelen die moeten genomen worden om effectieve hefbomen te creëren? De beleidsnota is onduidelijk over de afstemming van de financiële tegemoet - koming voor jonge kleuters en de schooltoelage anderzijds. Het VSKO blijft vragende partij om de bijzonder lage maximum - factuur in het kleuteronderwijs(20 euro) substantieel op te trekken. Het VSKO benadrukt dat in het kader van het in het vooruitzicht gestelde debat rond de hervorming van het secundair onderwijs het rapport van de commissie Monard een goed uitgangspunt is maar dat de inhoud ervan niet a priori als een verworvenheid mag beschouwd worden. Dat de overheid inziet dat voldoende middelen nodig zijn voor leerzorg en de uitbouw van een zorgcontinuüm is goed. Dat men het overleg met alle betrokkenen wil hervatten om het concept te verbeteren en het onderwijskundig draagvlak te vergroten is hoopvol. We hebben wel vragen bij het (nog) op te richten Vlaams Centrum voor Diagnostiek. Wat is de band met het project Protocollering van Diagnostiek (Prodia)? Welk statuut zal dit centrum hebben? Hoe dan ook, gezien de klemtoon op handelingsgerichte diagnostiek en werken, is de betrokkenheid van onderwijs cruciaal. Als de examencommissie zich mede mag baseren op de erkenning van competenties om een studiebewijs uit te reiken, wordt het 7

gevaar groter dat leerlingen die op school een oriënteringsattest B (of C) hebben gekregen, dit willen omzeilen via het behalen van een analoog studiebewijs bij de louter retrospectief oordelende examencommissies. Hierdoor komt de prospectieve rol van een delibererende klassenraad de facto op de helling te staan. Het leren van het Nederlands en vreemde talen stimuleren om mee te doen in de geglobaliseerde samenleving Ten onrechte suggereert de beleidsnota dat de eindtermen taalbeschouwing en taalvaardigheid Frans en Engels ASO, KSO, TSO worden toegepast vanaf 1 september 2010. De invoering gebeurt pas vanaf 1 september 2012. Hoe verhoudt de aangekondigde herziening van de eindtermen taal - beschouwing en taalvaardigheid Frans en Engels in de tweede en derde graad zich tot de introductie van gelijkaardige eindtermen in 2012? We hebben de indruk dat er nauwelijks iets gebeurd is met het negatief advies van de VLOR bij de eindtermen taalbeschouwing Nederlands van de tweede en derde graad ASO, TSO en KSO. Het tijdpad van ontwikkeling naar introductie van nieuwe eindtermen moet transparanter worden. Het statuut van het VLOR-advies moet (opnieuw) worden verstevigd. Nu lijkt het alsof de Entiteit Curriculum een vrijgeleide krijgt. Dat de eindtermen taalvaardigheid Nederlands in het basis- en secundair onderwijs zullen worden herzien, is nieuw. Moedertaalverwerving is wel van een andere orde dan verwerving van een tweede taal. We hebben sterk het gevoel dat er nauwelijks iets gebeurd is met het negatief advies van de VLOR bij de ontwikkelings - doelen Nederlands voor de OKAN. De minister schijnt ook te vergeten dat de invoering van (nieuwe) eindtermen en ontwikkelings doelen gebeurt door ze in leerplannen in te werken. Hoewel het aanmoedigen van een taalbeleid in elke school een interessant idee kan zijn meent het VSKO dat taaltoetsen enkel een metende functie kunnen hebben en zeker niet determinerend kunnen zijn. Leerlingen voorbereiden op een succesvolle start op de arbeidsmarkt. Het is positief dat men alle actoren wil betrekken bij het uittekenen van de Vlaamse kwalificatiestructuur. Het VSKO zal waakzaam blijven opdat bij de uitwerking van de kwalificatiestructuur de BuSO-leerlingen niet systematisch terechtkomen in de groep ongekwalificeerde uitstroom. Het VSKO heeft ernstige vragen bij COMPETENT als instrument. Het systeem om beroeps - competentieprofielen te schrijven is niet of moeilijk toepasbaar op onderwijs. Voor het VSKO is er geen rol weggelegd voor de RTC s (Regionaal Technologische Centra) bij de realisatie van werkplekleren. Stages en werkplekleren komen tot stand in een persoonlijke relatie tussen school en stagegever/werkplek. Het VSKO ziet geen heil in bruggenbouwers. Hoe ver staat het eigenlijk met het RTC-netwerk? Wordt de taak van het RTC niet te veelomvattend? Ook het VSKO is vragende partij om de programmatie procedures voor beroeps - gerichte opleidingen te vereenvoudigen en versnellen. De leraar erkennen als sleutel - figuur in de vorming van open, veelzijdige en sterke persoonlijkheden Het VSKO is vragende partij om structureel betrokken te worden bij alle cao-onder - handelingen. Het VSKO juicht het engagement van de minister toe in verband met het verder blijven stimuleren van de professionalisering van de schoolbesturen in het gesubsidieerd (vrij) onderwijs. Het VSKO kan zich vinden in de grote lijnen waarbinnen de minister een professioneel personeelsbeleid mogelijk wil maken. Het verwerpt echter de idee van de oprichting van een materialenbank. Lesvoorbereidingen komen niet centraal tot stand maar zijn ingebed in een school(team)werking. Het VSKO wijst er op dat bij het in rekening brengen van diensten buiten onderwijs in het basisonderwijs dit ook mogelijk moet zijn in de ambten van administratief medewerker, zorgcoördinator en ICT-coördinator. Het VSKO vindt dat leraren met een academische opleiding in het basisonderwijs moeten kunnen werken, en als master betaald worden. Dit zorgt voor meer diversiteit in een team, en betekent dus een meerwaarde. Het basisonderwijs is echter geen vragende partij voor de inzet van vakleraren. Hoewel het aanmoedigen van een taalbeleid in elke school een interessant idee kan zijn meent het VSKO dat taaltoetsen enkel een metende functie kunnen hebben en zeker niet determinerend kunnen zijn. Het VSKO deelt de zorg van de minister met betrekking tot de instroom, doorstroom en uitstroom in de diverse lerarenopleidingen. Het VSKO is vragende partij voor de integratie van de personeelsstatuten in het hoger onderwijs. Het kijkt dan ook belangstellend uit naar de ter zake aangekondigde conceptnota. De maatschappelijke verwevenheid van onderwijs met lokale, regionale en internationale netwerken versterken Het VSKO vindt dat het pedagogisch partner schap met de ouders in de eerste plaats een werkpunt is voor de school. Het opsporen van goede praktijkvoorbeelden in verband met ouderbetrokkenheid is zeker geen taak van het LOP (Lokaal overlegplatform). Het is onduidelijk of de minister in zijn pleidooi voor de realisatie van brede scholen ook de voorschoolse kinderopvang meeneemt. Hoe dan ook zal het VSKO er over waken dat het concept brede school niet de verzwaring van de huidige opdracht van de personeelsleden en de directie meebrengt. Voor het VSKO kan een gemeente pas haar regierol ten volle opnemen wanneer ze uitvoering geeft aan de afspraken van het kerntakendebat rond verzelfstandiging van haar scholen en het niet meer toekennen aan haar scholen van middelen voor onderwijs gebonden kosten van leerlingen die erin school lopen. Het VSKO vraagt nadrukkelijk de evaluatie van de effectiviteit, de efficiëntie en de opdracht van de LOP s. Over het versterken van de scholen - gemeenschappen is de beleidsnota zeer vaag. Het regeerakkoord is nochtans zeer duidelijk waar het stelt dat het begrip scholen gemeenschap betekenisvol zal versterkt worden tegen 2011. 8

Ervoor zorgen dat elke onderwijsinstelling topkwaliteit kan bieden Het VSKO vindt het noodzakelijk dat scholen kunnen beschikken over hun gegevens uit het datawarehouse van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming. Het VSKO had nadrukkelijk verwacht dat in de beleidsnota ten behoeve van het leveren van topkwaliteit in het basisonderwijs bijkomende administratieve omkadering zou voorzien worden en de uitbouw van een middenkader in het vooruitzicht zou gesteld worden. Dit blijft een nadrukkelijke vraag van het VSKO. Het VSKO apprecieert het engagement van de minister om de inspanning verder te zetten om het budget van het hoger onderwijs met 10% te laten stijgen in de komende regeerperiode. Het VSKO wijst er wel op dat de problematiek van de financiering van de banaba s niet uit het oog mag verloren worden. Investeren in duurzame en moderne infrastructuur Het VSKO dringt er bij de minister op aan om in deze legislatuur daadwerkelijk een definitieve regeling uit te werken voor de financieringslasten van scholen die in het kader van het Nationaal Waarborgfonds gebouwd hebben. De beleidsnota laat ons op onze honger zitten wanneer het gaat om concrete echt operationele doelstellingen met betrekking tot de schoolinfrastructuur. Tot slot De beleidsnota rept met geen woord over de besparingen die ons te wachten staan bij het begin van deze legislatuur. Het gaat om een bedrag van 72 miljoen euro in het begrotingsjaar 2010 en 142 miljoen euro in 2011. Waarop zal bespaard worden leest u in een bijdrage in het Forumnummer van januari 2010. Paul Wille Secretaris-generaal VSKO Dienst Beleidscoördinatie Zie ook persbericht 16 november 2009, p. 27 OMGEVINGSANALYSE 1. Demografische ontwikkelingen 1.1. Toenemende instroom in het onderwijs 1.2. Aanhoudende immigratie 1.3. Vergrijzing van bevolking en lerarenkorps 2. Onderwijs en arbeidsmarkt 2.1. De vraagzijde: tertiarisering en polarisering van de banenstructuur 2.2. De aanbodzijde: toenemende scholingsgraad 2.3. Mismatch tussen vraag en aanbod: de persistentie van de knelpuntberoepen 2.4. Levenslang leren: hardnekkige Mattheüseffecten 3. Cultureel-maatschappelijke ontwikkelingen 3.2. Laaggeletterdheid en ICT vaardigheden 3.3. Gender maakt nog steeds het verschil 3.4. Milieubewustzijn bij jongeren kan nog beter 3.5. Veranderende positie van onderwijs in de maatschappij 3.6. De wijzigende samenleving 9

SD1. Open, veelzijdige en sterke persoonlijkheden vormen OD 1.1 Jongeren voorbereiden op actief burgerschap OD 1.2 Werken aan vredesopvoeding en herinneringseducatie OD 1.3 Inzetten op Educatie voor Duurzame ontwikkeling OD 1.4 Meer en betere kunst- en cultuureducatie voor alle leerlingen uitwerken OD 1.5 Het deeltijds kunstonderwijs (DKO) verdiepen en verbreden OD 1.6 De begeleiding en ondersteuning van leerlingen versterken OD 1.7 De aanpak van spijbelen en antisociaal gedrag versterken OD 1.8 Vanuit een preventief perspectief de psychische en fysieke gezondheid van leerlingen verhogen OD 1.9 Genderdiversiteit in het beleid van de scholen integreren OD 1.10 Meewerken aan het Vlaams Jeugdbeleidsplan SD2. Kansen geven aan elk talent OD 2.1 De armoede bestrijden en de sociale inclusie bevorderen OD 2.2 De participatie aan het kleuteronderwijs maximaliseren OD 2.3 Leerzorg en een zorgcontinuüm uitbouwen OD 2.4 De hervorming van het secundair onderwijs op de sporen zetten OD 2.5 Het tweedekansonderwijs (TKO) en de werking van de examencommissies bijsturen OD 2.6 Het hoger beroepsonderwijs concreet vorm geven OD 2.7 Het hoger onderwijslandschap vorm geven en rationaliseren OD 2.8 De participatie aan het hoger onderwijs verhogen, in het bijzonder van jongeren uit kansengroepen OD 2.9 Studeren in het buitenland stimuleren OD 2.10 Participatie aan levenslang leren verhogen OD 2.11 De digitale kloof wegwerken SD3. Het leren van het Nederlands en vreemde talen stimuleren om mee te doen in de geglobaliseerde samenleving OD 3.1 OD 3.2 OD 3.3 OD 3.4 OD 3.5 OD 3.6 OD 3.7 SD4. OD 4.1 OD 4.2 OD 4.3 STRATEGISCHE (SD) EN OPERATIONELE (OD) DOELSTELLINGEN Nieuwe eindtermen implementeren Nieuwe eindtermen ontwikkelen Het leren van het Nederlands in de scholen versterken Nederlands als tweede taal stimuleren Strategisch Plan Geletterdheid verder uitvoeren Het leren van vreemde talen intensifiëren Een taalbeleid in elke school aanmoedigen Leerlingen voorbereiden op een succesvolle start op de arbeidsmarkt Duurzaam samenwerken tussen Onderwijs, Werk en Vorming De Vlaamse kwalificatiestructuur invullen Werkplekleren uitbreiden en de kwaliteit ervan verzekeren 10

OD 4.4 OD 4.5 OD 4.6 OD 4.7 OD 4.8 OD 4.9 Leren en werken consolideren De beroepsopleidingen versterken Werk maken van de beroepskolom De Regionale Technologische Centra verder uitbouwen Stimuleren van loopbanen in wetenschap en technologie Topsportscholen evalueren SD5. De leraar erkennen als sleutelfiguur in de vorming van open, veelzijdige en sterke persoonlijkheden OD 5.1 OD 5.2 OD 5.3 OD 5.4 OD 5.5 OD 5.6 De lat voor de initiële lerarenopleiding hoger leggen Hoger gekwalificeerden inzetten Nascholing en werkplekleren stimuleren Het beleidsvoerend vermogen van scholen versterken Een professioneel personeelsbeleid mogelijk maken De rechtspositie in het hoger onderwijs stroomlijnen SD6. De maatschappelijke verwevenheid van onderwijs met lokale, regionale en internationale netwerken versterken OD 6.1 OD 6.2 OD 6.3 OD 6.4 OD 6.5 OD 6.6 OD 6.7 Het pedagogisch partnerschap tussen scholen en ouders ondersteunen Brede scholen realiseren De regierol van de gemeenten in het lokaal flankerende onderwijsbeleid verstevigen Scholengemeenschappen versterken Het onderwijs in de centrumsteden versterken De internationale dimensie van het onderwijs(beleid) verder vorm geven Gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma s sneller erkennen SD7. De maatschappelijke verwevenheid van onderwijs met lokale, regionale en internationale netwerken versterken OD 7.1 De interne kwaliteitszorg van de instellingen versterken OD 7.2 Informatierijke omgevingen ontwikkelen OD 7.3 De externe kwaliteitszorg verder uitbouwen OD 7.4 Kwaliteitszorg in het hoger onderwijs herzien OD 7.5 Wachtrijen bij de inschrijvingen oplossen OD 7.6 Een nieuw omkaderingssysteem uittekenen om de middelen gerichter in te zetten waar ze het meest nodig zijn OD 7.7 Nieuwe financiering leerplichtonderwijs en de maximumfactuur evalueren OD 7.8 Financiering van het hoger onderwijs evalueren, bijsturen en verhogen OD 7.9 Regelgeving vereenvoudigen en transparanter maken OD 7.10 Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs verbeteren SD8. OD 8.1 OD 8.2 Investeren in duurzame en moderne infrastructuur Scholen uitbouwen tot uitnodigende en stimulerende werk- en leefomgevingen Aandacht voor het duurzaam karakter van de schoolinfrastructuur 11