Coöperatieve systemen voor alle wegbeheerders



Vergelijkbare documenten
De auto als actuator

Nationaal verkeerskundecongres 2016

Slimmer naar Scheveningen

Inhoud. Dynamisch Verkeersmanagement Beleidskader Verkeerscentrum Dynamisch Verkeersmanagement Instrumenten

DVM in Amsterdam, de ambities waargemaakt door de systemen!

Betere doorstroming door communicerende auto's

Nationale Databank Wegverkeersgegevens. NDW één nationaal loket voor verkeersgegevens

Smart mobility Hoe maakt smart mobility het wegennet futureproof? Emile Oostenbrink en John Boender

Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat.

Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement

Probleem 2. Oplossing 3. Kosten en opbrengsten 4. Impact Gemiddelde automobilist 5 Maatschappij 6. Verdeling van kosten en opbrengsten 7

Werksessie 1 Effectief en efficiënt gebruik van de vaarweg: Blauwe Golf en Verkeersmanagement

Dynamisch Verkeersmanagement kan niet langer zonder een onafhankelijke coördinator

Crash Course Smart Mobility: ontwikkelingen in vogelvlucht

Het informatieprobleem, groot/klein?

Nationale Databank Wegverkeersgegevens. Minder hinder bij wegwerkzaamheden

de digitale wegbeheerder

titel Smart Mobility op de weg: ontwikkelingen in vogelvlucht Onno Tool Rijkswaterstaat Toekomst van de Wegbeheerder 11 oktober 2017, Zwolle

Toekomstradar Assets

Traffic Management 2.0 November 2016

N237 Provincie Utrecht: MBO Systeem

ADVIESCOMMISSIE VERKEERSINFORMATIE

Als de behoefte het grootst is, is de informatie het slechtst

TEN effecten in Den Haag, Duurzaam Dynamisch Verkeersmanagement door integrale afweging van Traffic, Emissie en Noise (TEN) bij inzet van scenario s

Intelligente Verkeers Regel Installatie (ivri) Fase 1. Deliverable H: V-log

B73a CAR in de provincie Zuid-Holland: verkeersmanagement op alle niveaus

Niet meer asfalt maar data tegen dichtslibben wegen 90 mln voor slimme verkeerstechnologie, als voorschot op zelfrijdende auto

Toekomstige ontwikkelingen assetmanagement

Nationaal verkeerskundecongres 2015

Actuele informatie over wegwerkzaamheden binnen handbereik!

ImFlow: BELEIDSMATIG VERKEERS MANAGEMENT

Verkeersplan werk in uitvoering Kempenbaan-Midden

Open voor iedereen. Ook via mobiel en tablet!

C-ITS en automatisch rijden: van techniek en testen naar toepassing

Optimaliseer het gebruik van uw IT en Telecom infrastructuur

Beheer en verkeerscentrales provincies en (kleine) gemeentes

Beter Benutten ITS slimmer, leuker en aantrekkelijker op weg

C-ITS stand van zaken

In car-proeven Resultaten. Folkert Bloembergen

Nationaal verkeerskundecongres 2015

Resultaatgerichte monitoring in het Amphia Ziekenhuis

1. CVIS User Acceptance Study (D.DEPN.4.1) 2. CVIS User Survey (D.DEPN.4.1a)

De Praktijkproef Voertuigdata. Edoardo Felici 12 oktober 2017

Beschrijving idienst

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig

Werkatelier Informatiebeleid Komen tot een actueel, gedragen en verbonden informatievoorziening

Bijlage 1. Spookfiles. Wat is het probleem?

Lessen en ervaringen met Geintegreerd Netwerkbreed Verkeersmanagement (GNV) 6 oktober 2016

Snelheidsbeperkingen in MTM

Bijlage 1. Opzet aanpak Navigatie. inowit. Datum: augustus Versie 4. Pagina 1 van 7

Portability, Interoperability of toch maar Connectivity Portability, Interoperability of toch maar Connectivity.

Nationaal verkeerskundecongres 2017

Onderwerp: EXIN-H bijdrage voor Nationale Databank Wegverkeergegevens

Nationaal verkeerskundecongres 2016

Verkeersborden Nederland voor Onderweg

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

De hoofdstuknummers in deze bundel corresponderen met de hoofdstukken in het diktaat 1 VERKEERSSTROOMTHEORIE OF: HOE ONTSTAAN FILES?

STORAGE AUTOMATION IT MANAGEMENT & OPTIMIZATION DATAGROEI DE BAAS MET EXTREEM BEHEERGEMAK DOOR AUTOMATISERING EN VIRTUALISATIE

IenM maakt grootschalig testen van zelfrijdende voertuigen mogelijk. De minister in de zelfrijdende auto op de A10 eind 2013.

SERVICEPROVIDER IN VM (2.0) Mark Grefhorst BD Manager

DEMONSTRATIE AUTOMATISCH EN COÖPERATIEF RIJDEN

De juiste route! Directe invloed op digitale route adviezen. Praktijkcase Roermond. Workshop:

Innoveren met Floating Car Data. Edoardo Felici 29 juni 2017

Business Scenario. Voorbeeld Archimate Risico Extensie. versie 0.1. Bert Dingemans

: ICT-Onderweg. Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage(n): pag. 7. Inleiding

Eigen route met een frisse blik

Betreft Nota van Inlichtingen Datum 9 maart Van Vitus Zuid Ref. KQPN/2017/1.1

T-Mobile biedt 4G voor alle smartphones, dus ook de iphone 5

DIGITAAL WERKEN OP WEG NAAR 2020

Filebord op rijks-, provinciale en gemeentelijke wegen

De toekomst met (verkeers)data. Bob Veenbrink 11 oktober 2017

Bijdragenr. 32. Verkeerskundig beheer van verkeerslichten en andere verkeerssystemen

Files. We kunnen er samen wat aan doen.

Hoofdvraag: Waardoor wordt in Nederland het fileprobleem veroorzaakt, en op welke wijze kan het worden opgelost?

Regionale BenuttingsVerkenner

Landelijk Verkeersmanagement Beraad

Verkeersinformatie in de praktijk

Ready healthcare. Ready? Actieplan gezondheidszorg. The future is exciting.

In car-proeven Resultaten. Folkert Bloembergen

Ready healthcare. Actieplan gezondheidszorg. Vodafone Power to you

De impact en implementatie van de outsourcing op de bedrijfsvoering is als één van de 6 deelprojecten ondergebracht binnen het project outsourcing.

Beter Benutten. Dennis Hijkoop. 21 april 2015

Roadmap Provincie Utrecht. d.m.v. innovatieve kennis-en diensteneconomie topregio zijn op gebied van mobiliteit

C-ITS in het OV De coöperatieve bus. 6 oktober 2016

EVENEMENTEN. VERANDERING REISGEDRAG VERBETERDE VERKEERSDOORSTROOM REISTIJD REDUCTIE BEREIKBAARDER STADSCENTRUM

Uitkomsten t.b.v. de visie

Van unimodale informatie naar multimodale reisalternatieven

Verkeersborden: Groep A - Snelheid

Aanmeldingsdocument LVO-project Gemeente, overwegnaam

PPA. de essentie. Praktijkproef Amsterdam

Rotterdam- Alexander. Bereikbaarheid in. Bereikbaarheid en verbetering leefomgeving! Samen aanpakken. Meedenken?

Intentieverklaring Fietsdata

Intelligente Verkeers Regel Installatie (ivri) Fase 1. Deliverable D

Rapport. klacht van de heer K. over het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westvoorne

Editorial Media Design Guido Hildebrand Talisa van Dreven Alexander Ringnalda september 2013 Versie 1

REISINFORMATIE- DIENSTEN

IP Services. De grenzeloze mogelijkheden van een All IP -netwerk

NS Poort en u. Stationsgebieden komen tot leven

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Vraagspecificatie Deel A: Algemeen

Transcriptie:

Coöperatieve systemen voor alle wegbeheerders Mattieu Nuijten (architect verkeersmanagement bij Advin B.V. in Hoofddorp) Bert van der Veen (senior adviseur bij Advin B.V. in Hoofddorp) Joep Hintzen (afdelingshoofd Mobiliteit bij Advin B.V. in Hoofddorp) Samenvatting Tijdens de Intertraffic 2010 werd de Showcase Coöperatieve Systemen 2010 gehouden. Overheid en industrie lieten daar zien hoe in drie Europese projecten is gewerkt aan communicatiestandaards (CVIS), verschillende toepassingen voor verkeersmanagement (COOPERS) en een veilige plaats op de weg voor ieder voertuig (SAFESPOT). De boodschap: coöperatieve systemen zijn maakbaar en verbeteren doorstroming, veiligheid en milieu. Bij Advin zien we een nieuw toepassingsgebied: coöperatieve systemen voor het verbeteren van beheer en onderhoud, asset management. Kunnen we vanuit dit toepassingsgebied samen de volgende stap naar de toekomst maken? Trefwoorden Dynamisch verkeersmanagement, Coöperatieve systemen, Beheer en Onderhoud, Asset management, Business model. 0

1. Inleiding Tijdens de Intertraffic 2010 werd de Showcase Coöperatieve Systemen 2010 gehouden. Overheid en industrie lieten zien hoe in drie Europese projecten is gewerkt aan communicatiestandaards (CVIS) en verschillende toepassingen voor verkeersmanagement (COOPERS) en een veilige plaats op de weg voor ieder voertuig (SAFESPOT). De boodschap: coöperatieve systemen zijn maakbaar en ze verbeteren doorstroming, veiligheid en milieu. De ontwikkelingen in deze drie Europese projecten zijn vooral geënt op ontwikkelingen in de auto-industrie en op de ontwikkeling van wegkantapparatuur. De wegbeheerder was nauwelijks in beeld. En als deze in beeld was dan was het vooral vanuit de beleidsmatige oogpunt: in welke mate dragen deze systemen bij aan doorstroming, veiligheid en milieu. De invalshoek van de wegbeheerder als daadwerkelijk, operationeel beheerder van infrastructuur en elektrotechnische systemen langs de weg is daarin onderbelicht. Toch liet de Intertraffic zien dat coöperatieve systemen impact zullen hebben op alle wegbeheerders. Zij zijn het die de systemen langs de weg (laten) plaatsen en dus met investeringen en beheer en onderhoud te maken krijgen of, in business modellen met een afstandelijke overheid: met het toestaan (vergunnen) van apparatuur langs de infrastructuur en het verlenen van vergunningen om daaraan werkzaamheden te mogen verrichten. Wij verwachten dat iedere wegbeheerder te maken krijgt met coöperatieve systemen. In dit artikel willen wij nagaan of deze systemen toegevoegde waarde hebben voor dagelijkse praktijk van de wegbeheerder en hoe de wegbeheerder kan bijdragen aan implementatie van dergelijke systemen. 2. Coöperatieve systemen, waar hebben we het dan over? Coöperatieve systemen is een term die hoort in het rijtje met verkeersbeheersing, incident management, dynamisch verkeersmanagement en de weggebruiker centraal. Om als wegbeherende overheid diensten uit te (laten) voeren zijn technische hulpmiddelen nodig die meten, data verwerken en daarna een advies of uitvoeringsregel aan de weggebruikers geven. Zo meet een parkeerinformatiesysteem de bezetting van parkeerplaatsen en geeft een routeadvies via het parkeerverwijssysteem. Navigatiesystemen worden geladen met een plattegrond van een wegenstelsel en points of interest en informeren op basis daarvan hun gebruikers van A naar B. Veiligheidssystemen kunnen een file detecteren of een naderende tram of trein en waarschuwen of regelen dan het aankomend (weg-)verkeer. Een gladheidmeetsysteem verricht metingen om op basis daarvan de wegbeheerder te informeren over de noodzaak om te gaan strooien. Al deze systemen kennen we en zijn al jaren operationeel als stand-alone maatregel. Ze doen allemaal hun ding. Daarmee optimaliseren ze de verkeersafwikkeling, ieder binnen zijn doelstelling en scope. 1

Figuur 1: Meet- en detectiesystemen langs de weg In de laatste 10 jaar zijn we die stand-alone maatregelen steeds meer met elkaar gaan verbinden. De stand-alone maatregelen worden steeds meer netwerkgewijs ingezet. De optimale groentijd op een kruispunt is nu niet alleen afhankelijk van de verkeersstromen op dat kruispunt maar ook van de bezetting van de parkeergarages en de geopende brug verderop. Met het toepassen van netwerkmanagement wordt op deze manier een hoger optimum bereikt in de verkeersafwikkeling. Weggebruikers krijgen geen groentijd aangeboden in een richting die verderop vertraging heeft of al overbezet is. Daarmee scoren we op tevredenheid bij de weggebruikers en op bereikbaarheid en milieu. Nadeel van de ontwikkeling is dat hoe meer we willen informeren of regelen, hoe meer we informatie moeten inwinnen. Het opzetten van databanken (NDW en ND-OV) komt daaraan tegemoet. Er wordt een bibliotheek met data ingericht waaruit we als wegbeheerder direct de juiste informatie kunnen ophalen en gebruiken. Rest nog het punt van data inwinnen en informatie distribueren. En juist op die twee aspecten spelen coöperatieve systemen een grote rol. Met coöperatieve systemen gaat de ontwikkeling opnieuw een stap verder. De huidige generatie systemen staat vooral langs de wegkant. In de weg bevinden zich detectoren, langs en boven de weg staan de schakelkasten en de hardware om de informatie aan de weggebruikers te geven (van verkeerslicht en parkeerrouteverwijzing tot bermdrip). Als wegbeheerder zijn we er nog vaak op ingesteld om alleen langs die weg te meten en weggebruikers te informeren. Er zijn echter nog twee andere ontwikkelsporen waarvan we dankbaar gebruik kunnen maken: de ontwikkeling van ICT in auto s en de ontwikkeling van ICT en diensten in je binnenzak. In de auto s komen steeds meer sensoren die de bestuurder een veilige plek op de weg bieden. In het Europese project SAFESPOT is dat ver uitgewerkt. De auto s waarschuwen elkaar voor onveilige plekken (ongevallen, gladheid, mist). Dat is informatie die we als wegbeheerder misschien ook wel hadden willen hebben om bijvoorbeeld hulpdiensten of gladheidbestrijding in te zetten. De tweede ontwikkeling is die van de nomadics : alle apparatuur die in of uit de auto kan worden genomen maar wel een rol heeft in de communicatie met de omgeving: navigatieapparatuur, mobiele telefoons, PDA s. Door naar deze nomadics te kijken kan verkeer worden geteld (VID: aantal blue-toothverbindingen dat meetpunt passeert als 2

verkeerstelling; TomTom en Vodafoon: hoeveel telefoonverbindingen bewegen zich hoe snel door het bereik van zendmasten, toegepast als indicatie voor files). De nomadische apparatuur wordt ook ingezet om informatie te distribueren: navigatie- en routeadvies en steeds meer aanvullende diensten (value added services). Daar waar gegevens worden ingewonnen, bewerkt en gedistribueerd in samenwerking tussen wegkantapparatuur, voertuigapparatuur en nomadische apparaten, hebben we het over coöperatieve systemen. De coöperatieve systemen worden aangeduid met V2V (voertuig naar voertuig), V2I (voertuig naar infrastructuur) of I2N cq V2N als de informatie tussen wegkantsystemen (of voertuigen) en de nomadics plaatsvindt. 3. Fase-gewijze ontwikkeling De ontwikkeling van stand-alone systemen naar coöperatieve systemen is geen unieke ontwikkeling. In de jaren 70 van de vorige eeuw definieerde Richard Nolan een ontwikkelcurve voor ICT. Hij stelde dat ieder product, iedere dienst groeit, van een initiatieffase naar volwassenheid en (markt-) verzadiging. Hij gaf dit aan in een s-vormige curve. Na de marktverzadiging moet het product of dienst een vervolg krijgen om in de markt te blijven: een volgende stap, een volgende s-vormige curve. Voor de ICT beschreef hij deze trend, waarin computers eerst stand alone werkten, later in de kantoorautomatisering de samenwerking tussen de losse units werd gedefinieerd (bijvoorbeeld door een standaard formaat floppy disk), netwerken ontstonden en ten slotte systemen zouden ontstaan waarin de samenwerking tussen componenten (scanners, printers, werkstations) volstrekt normaal en geïntegreerd zou zijn. De ontwikkeling van dynamisch verkeersmanagement loopt eveneens volgens deze curve. We zien de Nolan-curve toegepast in het Beleidskader Benutten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat om de ontwikkeling te duiden van verkeersbeheersing met stand-alone systemen, de netwerkgewijze aanpak van het heden, de ontwikkeling naar coöperatieve systemen en naar verdere toekomstige vervoersystemen. Figuur 2: De Nolan-curve toegepast in het Beleidskader Benutten, Ministerie Verkeer en Waterstaat, 2008 3

4. Onze verwachting voor de komende tijd De tijdens de Intertraffic getoonde applicaties voor coöperatieve systemen waren het resultaat van intensief, internationaal onderzoek en ontwikkeling. Grote vraag is wanneer en langs welke weg de coöperatieve systemen nu worden geïntroduceerd. En hoe bereidt je je als wegbeheerder en beheerder van wegkantapparatuur nu voor op de overstap van stand-alone systemen en services naar netwerkgewijze aanpak (Gebiedsgewijs Benutten) en coöperatieve systemen? Bij Advin hebben we, net zoals de meerdaagse weersverwachting, een meerdaagse verwachting opgesteld. De dagen van de weersverwachting zijn nu echter vervangen door drie opvolgende fases. Per fase is gegeven: A. hoe informatie ingewonnen wordt, welke actoren daarin een rol spelen; B. welke informatie aan weggebruikers (en wegbeheerders) wordt gegeven; C. welke middelen worden ingezet om de informatie bij de gebruikers te brengen. C B A Vandaag Morgen Na morgen Figuur 3: Meerdaagse verwachting implementatie coöperatieve systemen Vandaag Fase 1 geeft het beeld van vandaag. Er is een grote hoeveelheid wegkantsystemen beschikbaar (a). Deze winnen informatie in om weggebruikers te informeren over parkeerruimte, een maximale snelheid of het motief van de vertraging (ongeval, file, brug open). In het geval van verkeerslichten wordt de ingewonnen informatie gebruikt om daadwerkelijk het verkeer te regelen. Er zijn talloze toepassingen. De hoeveelheid informatie breidt zich uit en er wordt steeds meer informatie tussen systemen uitgewisseld. De manier 4

waarop de informatie wordt gepresenteerd ontwikkelt zich mee: van de beperkte mogelijkheden van een kantelwalsbord of een vrij/vol -indicatie voor een parkeergarage via DRIP s met tekst naar een grafische weergave van een deel van het netwerk met daarop de vertraging ingekleurd. Morgen In de overgang naar het weerbeeld van morgen (Fase 2) zien we als informatiedrager (op laag c)de navigatiesystemen binnenkomen. In eerste instantie vervingen zij de papieren kaart met daarop ingetekend een geplande route. Inmiddels nemen de meest geavanceerde systemen vertragingen onderweg mee om tijdens de route een nieuw optimale route te berekenen. Ook het type waarschuwingen en routes dat wordt weergegeven verandert. Zo kunnen routes voor gevaarlijke stoffen of routes die gesloten zijn voor bepaalde typen voertuigen worden meegenomen in de basiskaart van het navigatiesysteem. Dat vraagt wel dat de beslissingen van de wegbeheerder om bepaalde routes te openen of te sluiten voor groepen weggebruikers, niet alleen met borden langs de weg wordt aangegeven maar ook wordt aangegeven aan de kaartbeheerders achter de navigatiesystemen. Voor het meest up-to-date navigatiesysteem zouden de dagelijkse verkeersbesluiten van B&W dus moeten doorwerken in de elektronische kaart waarmee het navigatiesysteem zijn optimale route berekent. Dat geldt zeker als de verkeersbesluiten het toewijzen van routes voor gevaarlijke stoffen betreft, geslotenverklaringen voor vrachtauto s en op termijn ook het toewijzen van bijvoorbeeld parkeerplaatsen voor invaliden. Andersom opent deze fase ook nieuwe mogelijkheden voor de wegbeheerder. Sommige dienstverleners voor navigatie bieden hun gebruikers al de mogelijkheid aan om verbeteringen in de kaart aan te brengen. Er ontstaat een soort prille community van gebruikers die informatie over de kwaliteit van de route uitwisselen. Wij denken dat wegbeheerders daarop zouden kunnen inspelen door zo n community (mee) op te bouwen. Bijvoorbeeld met hun weginspecteurs of gemeentelijke toezichthouders. Zowel gebruikers als toezichthouders zouden dan snel waargenomen defecten kunnen doorgeven. De wegbeheerder kan dan sneller reageren met onderhoud of reparatie. In dit stadium van coöperatieve systemen komt er dan een vierde doelstelling voor deze systemen bij. Waar zij in het heden en verleden (fase 1) werden ingezet om de veiligheid, de doorstroming of het milieu te verbeteren, worden zij dan ook ingezet om het beheer en onderhoud (of asset management) te verbeteren. Na morgen In de derde fase verwachten wij dat de grootste verandering zit in de wijze van inwinnen. In plaats van weggebonden inwinnen, zullen sensoren in de voertuigen de wegbeheerder informeren over mist, (verwachte) gladheid en vertragingen. Het is het toekomstbeeld uit de drie genoemde Europese projecten. Nieuw is echter dat we die informatie uit voertuigen niet alleen gebruiken voor beleidsmatige doeleinden (bereikbaarheid / doorstroming, veiligheid en milieu) maar dat we de in te winnen data ook inzetten voor beheer. Op basis van de ingewonnen gegevens uit voertuigen gaat de wegbeheerder beslissen om een strooiploeg op pad te sturen of een reparatieploeg voor wegdek of wegmeubilair. 5

5. STOF tot nadenken Onze stelling is: de coöperatieve systemen komen er aan. Vraag is hoe je er aan meedoet om er zelf wat aan te hebben. Op grond van onze ervaringen bij opdrachtgevers en onze meerdaagse verwachting, richten we ons als eerste op de veranderingen bij de wegbeheerder. Daar veranderen werkwijzen rond het beheer van de openbare ruimte en zijn er verbeteringen of vereenvoudigingen mogelijk in het dagelijks beheer: de services veranderen. Het opstellen van een business model helpt de besluitvorming. Het business-model volgens het STOF-principe 1 ordent achtereenvolgens: Services: welke (nieuwe) dienstverlening aan de klanten (weggebruikers, omwonenden, personeel) wordt beoogd; Techniek: welke techniek moet daarvoor beschikbaar zijn, hoe verhoudt deze zich met de aanwezige techniek en hoe kan een overgang in gang worden gezet; Organisatie: welke impact heeft de implementatie van nieuwe diensten en nieuwe techniek op de organisatie, en omgekeerd: welke impact heeft bijvoorbeeld de (on-) beschikbaarheid van personeel op de keuze voor technieken of services; Financiën: wat is de impact van de nieuwe services, technieken en organisatie op mijn financiën en hoe kan ik binnen mijn financiële randvoorwaarden een transitiepad inzetten? Met een afweging langs dit denkmodel kunnen we onze gedachten en financiën ordenen om de zin van investeren in coöperatieve systemen te overwegen; voor bereikbaarheid, veiligheid, milieu en nieuw: voor beheer en onderhoud. Figuur 4: STOF-model volgens Faber et al (2003) voor het opstellen van business modellen voor ICT-diensten 1 Faber, E., P. Ballon, H. Bouwman, T. Haaker, O. Rietkerk & M. Steen (2003) Designing business models for mobile ICT services. Paper presented to Workshop on concepts, metrics & visualization, at the 16th Bled Electronic Commerce Conference etransformation, Bled, Slovenia, June 9-11, 2003. 6