Inhoud. Voorwoord 5. Afkortingen 9

Vergelijkbare documenten
Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

Belastingen en de boekhouding

Het hoe en waarom van de belastingheffing

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1

Omzetbelasting -- Deel 1

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen

Handel in gebruikte goederen

Btw staat voor: "Belasting toegevoegde waarde", ook wel "Omzetbelasting"

Collegeaantekeningen Fiscale aspecten Registergoederen. Week 1

Inhoud. Voorwoord. 1 Loonbelasting Inleiding Dienstbetrekking Inhoudingsplichtige Loon 13

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

Masterclass 5 Administratie & verzekeringen: een goede basis voor ondernemen in Duitsland

oefententamen omzetbelasting

TIPS. Internationaal zaken doen en BTW (deel 2)

Vermindering van btw voor kleine ondernemers

1 Begrippen en beginselen Overheidsheffingen Indeling en typering van belastingen Beginselen van belastingheffing 26 Opgaven 27

Omzetbelasting oefententamen 1

: 295 per persoon exclusief BTW, inclusief lesmateriaal en broodjes Locatie : Heelsum

Vermindering van BTW voor kleine ondernemers

Inhoud. 1 De intracommunautaire levering van goederen Begrip Onderscheid tussen levering van goederen en diensten 18

Vermindering van BTW voor kleine ondernemers

Special wijziging BTW- factureringsregels Per 1 januari 2013

Als u een bedrijfspand gaat kopen of verkopen

MKB Boekhouder in control

Informatie voor ondernemers

Omzetbelasting oefententamen 2

BTW-gevolgen verhoging verlaagd BTW-tarief van 6% naar 9% per 1 januari 2018

SPD Bedrijfsadministratie. Examenantwoorden FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNE- MINGS DONDERDAG 17 DECEMBER UUR. Belangrijke informatie

De kleineondernemersregeling. Belastingdienst

HRo - Omzetbelasting -- Deel 4

Vermindering van btw voor kleine ondernemers

oefententamen omzetbelasting

Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht

EXAMENPROGRAMMA. Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingwetgeving niveau 5 Niveau

Uit er aar d zijn wij

De omzetbelasting. 1. Inleiding

Als u een bedrijfs pand gaat kopen of verkopen Gevolgen voor de btw

De kleineondernemersregeling

Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013

Belangrijke informatie

Btw bij handel in gebruikte goederen

De kleineondernemersregeling

gemaakt tussen de situatie waarin aan een ondernemer/ rechtspersoon wordt geleverd en de situatie waarin aan een particulier wordt geleverd. Afnemer i

BTW bij handel in gebruikte goederen

Welke BTW tarieven zijn er? 21% luxe goederen 6% primaire levensbehoefte 0% vrijgesteld (export, overheidsdiensten)

De kleineondernemersregeling

21 mei 2019 BTW-nieuwtje : Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020

De kleineondernemersregeling

Administratieve verplichtingen. Marja van den Oetelaar

Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020 De eenmanszaak, maatschap en VOF die in Nederland

38.1.BELASTING OP DE TOEGEVOEGDE WAARDE ( B.T.W.)

Toetstermen STIBEX Moderne Bedrijfsadministratie - Belastingrecht

MODULE 3: Het eigen adviesbureau De eigen winkel (vaardigheidstoets voor de opleidingen Modestyling en Interieuradviseur) Inhoud:

Algemene wet inzake rijksbelastingen

Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN

FISCALE INFORMATIE OVER VAKANTIEWONING IN NEDERLAND

Fiscaal memo (aangifte 2017)

Belastingrecht in Hoofdlijnen

! Het kan voordelig zijn om de ingebruikname van een nieuw pand dat gaat worden gebruikt

INSTRUCTIE. Wat houdt het btw voordeel in? Besluit overheid

Nationale Administrateursdag Carola van Vilsteren

Omzetbelasting II -- Deel 3

Veel gestelde vragen en antwoorden over btw-heffing bij particulieren die zonnepanelen

Cursus financieel management

U krijgt te maken met: inkomstenbelasting onroerendezaakbelasting. En mogelijk ook met: overdrachtsbelasting omzetbelasting forensenbelasting

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

Omzetbelasting oefententamen 2

INSTRUCTIE De Belastingdienst maakt het voor zonnepanelen bezitters leuker: Particulieren met zonnepanelen kunnen btw terugvragen

Hoe een btw- vraagstuk oplossen?

3 Consumentenprijs, BTW en inkoopwaarde van de omzet

DE BTW IN 2019 EN Mevrouw N.W.A.M. (Nathasja) Elsbeek RB

Fiscale informatie over vakantiewoning in Nederland

Overzicht. 1. Wat is BTW?

Foederer. Advieswijzer Vakantiewoning & fiscus 2017

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst.

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

Particulieren met zonnepanelen kunnen ondernemer voor de btw zijn

Freelancers en zzp ers

Freelancers en zzp'ers

Update BTW. 11 november 2011 Carola van Vilsteren

Bedrijfsadministratie Deel I

BTW. Academiejaar samenvatting - Jeroen De Mets 1

Inhoud LIjsT Van Bewerkers afkortingen 17 InLeIdIng BeLasTIngrechT InkomsTenBeLasTIng winst

Veel gestelde vragen en antwoorden over btw-heffing bij particulieren met zonnepanelen.

Nederland belastingparadijs voor uw 2 e en 1 e woning

Handleiding BTW voordeel voor particulieren met zonnepanelen

Veel gestelde vragen en antwoorden over btw-heffing bij particulieren met zonnepanelen.

Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari Bestemd voor: alle ondernemers

Btw bij inkoop van goederen in het buitenland

Handleiding BTW heffing op tabak. De oude en nieuwe BTW-heffing. Veenendaal, 17 juni 2013

Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao. Second Home oktober Utrecht. Maurice De Clercq

In deze instructie leest u wat de handelingen zijn om van het BTW voordeel gebruik te maken.

Als u vragen heeft over dit onderwerp of over de intrekking van mededeling 26, dan kunt u uiteraard contact opnemen

Cliëntenbrief Nieuwe factureringsregels vanaf 1 januari 2013: alle wijzigingen op een rij

Transcriptie:

Inhoud Voorwoord 5 Afkortingen 9 1 Inleiding belastingrecht 11 1.1 Inleiding 11 1.2 Belastingmoraal 12 1.3 Belastingen: inkomstenbron nummer 1 14 1.4 Geschiedenis 14 1.5 Belastingen en tariefstelsels 15 1.6 Belastingen: definitie 16 1.7 Belastingen: manieren van onderscheid 17 1.8 Belastingrecht als rechtsgebied 19 1.9 Materieel en formeel belastingrecht 20 1.10 Legaliteitsbeginsel 20 1.11 Belastingbeginselen 20 1.12 Bronnen van belastingrecht 21 1.13 Opzet van dit boek 25 1.14 Samenvatting 25 2 Inkomstenbelasting 31 2.1 Inleiding 31 2.2 Belastingsubjecten 32 2.3 Binnenlands belastingplichtigen 32 2.4 Buitenlands belastingplichtigen 32 2.5 Het begrip wonen 32 2.6 IB 2001: het boxenstelsel 32 2.7 Samenvatting 43 3 Loonbelasting 49 3.1 Inleiding 49 3.2 Ruim loonbegrip 50 3.3 Wet op de Loonbelasting 1964 51 3.4 Werknemer 51 3.5 Inhoudingsplichtige 52 3.6 Het belastingobject: loon 52 3.7 Loon in natura 53 3.8 Privégebruik auto 53 3.9 Milieubescherming 53 3.10 Loon van de directeur-grootaandeelhouder 53 3.11 Pensioen 54 3.12 Aftrekbare kosten of vrije vergoedingen 54 3.13 Samenvatting 55 4 Vennootschapsbelasting 59 4.1 Inleiding 59 4.2 Klassiek stelsel 60 4.3 Belastingobject: winst 60 4.4 Tarief 61 4.5 Aangifte en aanslag 61 4.6 Dividendbelasting 61 4.7 Samenvatting 62 5 Omzetbelasting 65 5.1 Inleiding 65 5.2 Belastbaar feit 66 5.3 Wanneer omzetbelasting? 66 5.4 Diensten 66 5.5 Belastingsubject 67 5.6 Belastingobject: grondslag van heffing 67 5.7 Tarief 67 5.8 Het lage tarief 70 5.9 Het nultarief 70 5.10 Vrijgestelde prestaties 70 5.11 Aftrek van voorbelasting 70 5.12 Boekhoudverplichting 73 5.13 Tijdvakbelasting en aangiftebelasting 73 5.14 Samenvatting 73

8 6 Gemeentelijke belastingen 79 6.1 Inleiding 79 6.2 Wettelijke basis 80 6.3 Onroerendezaakbelasting 80 6.4 Afvalstoffenheffing 81 6.5 Rioolbelasting 81 6.6 Hondenbelasting 81 6.7 Precariobelasting 82 6.8 Reclamebelasting 82 6.9 Parkeerbelasting 82 6.10 Toeristen- en forensenbelasting 83 6.11 Kwijtschelding 83 6.12 Waterschapsbelasting 84 6.13 Samenvatting 84 7 Erfbelasting en schenkbelasting 89 7.1 Inleiding 89 7.2 Erfbelasting 90 7.3 Tariefgroepen en vrijstellingen 91 7.4 Schenkbelasting 93 7.5 Tariefgroepen 93 7.6 Samenvatting 94 8 Overdrachtsbelasting en assurantiebelasting 99 8.1 Inleiding 99 8.2 Overdrachtsbelasting 100 8.3 Niet alle verkrijgingen zijn belast 101 8.4 Het tarief 101 8.5 Assurantiebelasting 102 8.6 Vrijstellingen 102 8.7 Tarief 102 8.8 Samenvatting 102 9 Formeel belastingrecht 105 9.1 Inleiding 105 9.2 Drie wetten met betrekking tot het formele belastingrecht 106 9.3 Verschillende manieren van heffing 106 9.4 Aanslag- en aangiftebelastingen 106 9.5 Aanslagbelastingen 107 9.6 Aangifte en aanslag 107 9.7 Termijnen 109 9.8 Twee bijzondere aanslagen 109 9.9 Aangiftebelastingen 110 9.10 Fiscale boeten 111 9.11 Samenvatting 113 10 Invordering 117 10.1 Inleiding 117 10.2 Invordering 117 10.3 Handhaving 118 10.4 Betaling en invordering 118 10.5 Dwanginvordering 119 10.6 Tenuitvoerlegging 119 10.7 Uitstel van betaling 119 10.8 Invorderingsrente 119 10.9 Verplichtingen belastingplichtige 120 10.10 Fiscale boeten 120 10.11 Samenvatting 120 11 Rechtsbescherming 125 11.1 Inleiding 125 11.2 Wettelijke regeling 126 11.3 Belastingrecht en de Awb 126 11.4 Besluit 126 11.5 Besluit en belanghebbende 126 11.6 Het stelsel 127 11.7 Algemene aspecten van de bezwaar- en beroepsprocedure 127 11.8 De bezwaarprocedure 129 11.9 De beroepsprocedure 130 11.10 Voorlopige voorziening 132 11.11 Hoger beroep 133 11.12 Cassatie 134 11.13 Samenvatting 134 Register 139

Hoofdstuk 5 Omzetbelasting Na dit hoofdstuk kun je: de principes van de omzetbelasting, ofwel de btw, uitleggen; aangeven welke goederen onderworpen zijn aan de omzetbelasting/btw; de termen belastingsubject en belastingobject verklaren; de tarieven van de btw toepassen: hoog tarief, laag tarief, nultarief; de vrijstellingen van de btw begrijpen, plus het verschil tussen vrijstelling en nultarief; de verleggingsregeling voor internationale ondernemerstransacties begrijpen; een btw-factuur opstellen; de regeling omtrent de voorbelasting bij de btw inzichtelijk maken; de omzetbelasting indelen als aangiftebelasting, tijdvakbelasting en indirecte belasting. Casus Bram Vlaardijk heeft een bedrijf waarin hij zijn kennis op het gebied van computers en software benut om er een goede boterham mee te verdienen. Hij verkoopt hardware, zoals computers, monitoren en allerlei onderdelen, plus accessoires, waaronder computerboeken. Daarnaast levert hij software en verricht hij diensten voor iedereen die met een probleem zit op het gebied van hardware of software. Hij verwijdert virussen, installeert allerlei programma s en helpt particulieren, bedrijven en gemeenten met het installeren van netwerken. Kortom, Bram is een bezig baasje. Natuurlijk heeft Bram ook te maken met de omzetbelasting. Hij betaalt omzetbelasting via zijn leveranciers en hij moet omzetbelasting in rekening brengen bij zijn klanten. En uiteraard moet hij het verschil daartussen afdragen aan de fiscus. Hij wil natuurlijk geen cent te veel betalen, dus is Bram een ministudie omzetbelasting begonnen. Hij kwam daarbij ook tegen hoe het gaat met de verschillende tarieven en de vrijstelling, maar ook met de verleggingsregeling. Bram werkt namelijk ook voor een Belgisch bedrijf. 5.1 Inleiding In de hoofdstukken 2 en 3 hebben we achtereenvolgens de inkomsten- en loonbelasting behandeld. In dit hoofdstuk staat de derde grote belasting die in Nederland geheven wordt centraal: de omzetbelasting. De omzetbelasting staat beschreven in de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB 1968). Bij de loon- en inkomstenbelasting gaat het om een personele belasting. Bij de omzetbelasting wordt belasting geheven over een (economische) activiteit: de levering van goederen en het verrichten van dien-

66 sten. Als burgers hebben we dagelijks met de omzetbelasting te maken. Zowat elke aankoop die wij doen of dienst die we afnemen, is belast met een percentage aan omzetbelasting. Omzetbelasting is natuurlijk beter bekend als btw: de belasting die geheven wordt over de toegevoegde waarde. De betekenis van deze bekende afkorting zal verderop worden uitgelegd. 5.2 Belastbaar feit Bij de omzetbelasting wordt een belasting geheven op leveringen van goederen en het verrichten van diensten. De levering van een goed Bij de levering van een goed moet het gaan om de overdracht of overgang van de macht om als eigenaar over een goed te beschikken. Het zal veelal gaan om een levering in het kader van een koopovereenkomst. Onder goederen in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 moet worden verstaan: alle voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten, alsmede elektriciteit, gas, warmte, koude en dergelijke. (Het begrip goed in de zin van de omzetbelasting is daarmee een beperkter begrip dan het begrip goed in het vermogensrecht in het Burgerlijk Wetboek (BW)). Een goed in de zin van het vermogensrecht omvat alle zaken en vermogensrechten.) 5.3 Wanneer omzetbelasting? Paul koopt in boekhandel Libris het nieuwe boek van Dan Brown, Inferno. De verkoper van het boek brengt aan de koper de koopprijs in rekening vermeerderd met een bedrag aan omzetbelasting. In dit eenvoudige voorbeeld zijn drie voorwaarden opgenomen waaraan moet worden voldaan, wil er sprake zijn van heffing van omzetbelasting: De levering geschiedt door een ondernemer (in het economisch verkeer). De levering vindt plaats onder bezwarende titel. De levering vindt plaats in Nederland. De eerste voorwaarde is dat de levering moet plaatsvinden in het economisch verkeer. Daarvan is sprake in het voorbeeld: de boekhandelaar uit het voorbeeld is immers ondernemer. Zijn bedrijf bestaat uit het in- en verkopen van boeken om zo winst te behalen. De levering van het boek vindt plaats onder bezwarende titel, dat betekent dat de een levert en de ander een tegenprestatie geeft: de koopsom. Paul sluit met de boekhandel een koopovereenkomst. Paul betaalt de koopprijs, waarop de boekhandelaar hem het boek levert. De verkoopprijs is opgebouwd uit twee elementen: de prijs (het bedrag dat de verkoper aan de koper in rekening wil brengen) en de btw (het bedrag aan omzetbelasting dat de verkoper de koper in rekening moet brengen, in dit geval het lage tarief van 6%, omdat boeken onder het lage tarief vallen). Derde voorwaarde is dat de levering plaatsvindt in Nederland. Boekhandel Libris is gevestigd in Den Haag. Omer verkoopt voor 10.000 zijn fraaie BMW-sportwagen via Marktplaats aan een enthousiaste liefhebber van dit Duitse merk. Deze verkoop (en levering) valt niet onder de heffing van de omzetbelasting. De levering vindt immers niet in het economisch verkeer plaats. De verkoper behoeft geen btw in rekening te brengen en af te dragen. 5.4 Diensten Aan de heffing van omzetbelasting is naast de levering van goederen ook het verrichten van diensten onderworpen. Dienstverlening is dus ook belast met btw. Denk hierbij aan de diensten die worden verleend door vrijberoepsbeoefenaren, zoals advocaten, notarissen, belastingadviseurs of architecten. Maar ook de diensten verricht door de fietsenmaker, loodgieter en tuinman zijn met omzetbelasting belast. Voor al die diverse werkzaamheden wordt aan de klant een beloning/honorarium in rekening gebracht. Deze vergoeding voor verleende diensten wordt verhoogd met een percentage aan btw. Ook hier geldt de eis dat de verrichting van de dienst in het economisch verkeer moet plaatsvinden door

een ondernemer en dat tegenover de dienst een tegenprestatie staat. Het zit Miriam niet mee. De waterleiding in de keuken is gescheurd en levert continu lekkages op. Ze belt het loodgietersbedrijf Zuidema BV op. Het bedrijf repareert de leiding. Na de werkzaamheden krijgt ze de factuur gepresenteerd. Het bedrijf brengt voor de verrichte werkzaamheden arbeidsloon en materialen in rekening. Het totaal wordt vermeerderd met btw. Zie figuur 5.1. 5.5 Belastingsubject Wie is onderworpen aan het betalen van omzetbelasting? Met andere woorden wie is het belastingsubject? De Wet OB 1968 schrijft voor dat de belasting wordt geheven van de ondernemer die de levering of de dienst verricht. De ondernemer is voor de omzetbelasting de belastingplichtige. Hij is degene die verplicht is aangifte te doen en de verschuldigde belasting te betalen. Bij hem komt de Belastingdienst de verschuldigde belasting zo nodig incasseren als deze niet worden betaald. Tegelijkertijd hebben we gezien dat de koper, de afnemer van het goed of de dienst, degene is die de omzetbelasting daadwerkelijk betaalt. De ondernemer fungeert feitelijk als doorgeefluik voor de Belastingdienst. Daarmee komt een heel belangrijk en opvallend verschil aan het licht met de inkomsten- en loonbelasting. We hebben de inkomsten- en loonbelasting directe belastingen genoemd, waarbij de belasting wordt geheven van en betaald door de persoon om wiens inkomen het gaat. De omzetbelasting heeft het karakter van een indirecte belasting, wat inhoudt dat de feitelijke betaling van de belasting wordt overgeheveld van de belastingplichtige (de ondernemer) naar een derde (de afnemer). Het is de afnemer (vaak de klant) die de belasting betaalt, aan hem wordt de btw in rekening gebracht. De ondernemer incasseert de btw en draagt deze vervolgens af. Zie figuur 5.2. 5.6 Belastingobject: grondslag van heffing De volgende vraag is waarover omzetbelasting wordt geheven: de maatstaf van heffing. De wet geeft aan dat de (omzet)belasting wordt berekend over de vergoeding zoals die door de afnemer wordt betaald. Let op: het gaat niet om de (economische) waarde van het geleverde goed of de verleende dienst, maar bepalend is de hoogte van de tegenprestatie die door de afnemer wordt voldaan of aan die afnemer in rekening wordt gebracht, exclusief omzetbelasting. De factuur of kassabon geeft wettelijk verplicht inzicht hierin: wat het verkoopbedrag inclusief en exclusief btw is. 5.7 Tarief De Wet OB 1968 kent een algemeen tarief, ook genoemd het hoge tarief. Dit tarief is bij het schrijven van het boek 21% (peildatum: 2014).! Elk belastingtarief kan natuurlijk steeds worden gewijzigd door de overheid. Zo is in het Lenteakkoord (van VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie) van voorjaar 2012 afgesproken dat op 1 oktober 2012 het hoge btw-tarief werd verhoogd van 19% naar 21%. De wet kent twee afwijkende percentages van het hoge btw-tarief: het lage tarief (nu: 6%); het nultarief (0%). Daarnaast bestaan ook nog de vrijstellingen van de btw (zie par. 5.10). 67

68 Figuur 5.1 Btw-factuur van een onderneming voor een particulier

69 Figuur 5.2 Btw-factuur van een onderneming voor een andere onderneming

70 Wanneer is de levering van een bepaald goed of een bepaalde dienst belast met een ander tarief dan het hoge tarief? Onder het nultarief vallen leveringen van diensten en zaken, zoals bijvoorbeeld goederen die men exporteert, of die men levert aan een schip of vliegtuig. Verder vallen ook de visvangst en accijnsgoederen onder het nultarief. 5.8 Het lage tarief In Tabel I zijn de goederen en diensten opgenomen waarop het lage tarief van toepassing is. In het algemeen wordt gezegd dat het bij dat lage tarief gaat om de eerste levensbehoeften. Als je de lijst doorloopt, blijkt dat sommige zaken overigens niet echt onmisbare levensbehoeften zijn. Het betreft onder meer: goederen: voedingsmiddelen, geneesmiddelen, verbandmiddelen, water, bloemen en planten, boeken en kunstvoorwerpen geleverd door de maker; diensten: diensten verricht door fietsenmakers, schoenmakers, kappers en personenvervoerders.! De overheid kan bepaalde diensten verplaatsen van het ene tarief naar het andere. Zo waren diensten op het gebied van de kunst en theater verplaatst van het lage btw-tarief naar het hoge btw-tarief. Kaartjes voor concerten en dergelijke werden in één klap flink duurder. Later is afgesproken dit weer terug te draaien. Zo vielen podiumkunsten en beeldende kunsten weer onder het lage btw-tarief. Dat heeft dus betrekking op bijvoorbeeld concerten, musicals, toneelvoorstellingen en dergelijke. Een en ander maakt duidelijk dat belastingtarieven zeker niet eeuwigdurend zijn. De overheid wijzigt tarieven onder andere uit budgettaire overwegingen. Met andere woorden om meer geld in de staatskas te krijgen. 5.9 Het nultarief 5.10 Vrijgestelde prestaties Naast het nultarief bestaan ook de zogenoemde vrijgestelde prestaties. In de Wet OB 1968 is een groot aantal leveringen van goederen en verrichtingen van diensten vrijgesteld van de heffing van omzetbelasting. De ondernemer die deze prestaties verricht, doet dit dus vrij van btw. Een bekend voorbeeld is de levering van onroerende zaken. Maar let op: Nieuwe onroerende zaken vallen wel onder de btw. Bestaande onroerende zaken zijn vrijgesteld van btw. Nieuwe onroerende zaken zijn bijvoorbeeld nieuwbouwwoningen. Dus als een woning aan de eerste eigenaar wordt geleverd, dan valt deze onder de btw. Deze levering valt niet onder de overdrachtsbelasting, die we verder behandelen in hoofdstuk 8. Bestaande onroerende zaken zijn bijvoorbeeld woningen die door een eigenaar worden verkocht en geleverd aan een koper. Bij deze levering is dus geen btw verschuldigd, maar wel overdrachtsbelasting. Zie verder hoofdstuk 8. Vrijgesteld zijn tevens medische verrichtingen, dus de diensten van een arts, tandarts en dergelijke. Ook dienstverlening door financiële instellingen, zoals banken, is gedeeltelijk vrijgesteld van btw. 5.11 Aftrek van voorbelasting De ondernemer die zijn goed levert of dienst verricht, zal om zijn prestatie te kunnen verrichten veelal zelf op zijn beurt goederen moeten inkopen of diensten moeten afnemen die met btw zijn belast. De fietsenmaker die aan de klant een fiets verkoopt, zal deze vooraf hebben ingekocht bij de groothandelaar. De fietsenmaker heeft aan de groothandel btw betaald. De notaris die voor zijn cliënt werkzaamheden verricht, huurt kantoorruimte die met btw is belast.

De Wet op de omzetbelasting 1968 kent het begrip aftrek van voorbelasting. Dit principe is opgenomen in de Wet OB 1968. Wat ermee wordt bedoeld, is dat de ondernemer de omzetbelasting die aan hem in rekening wordt gebracht bij door hem afgenomen leveringen of diensten in het kader van zijn onderneming, mag verrekenen met de door hem van zijn afnemers ontvangen omzetbelasting. Het bedrag aan omzetbelasting dat de ondernemer aan het einde van het tijdvak moet afdragen, is daarom een saldobedrag. Gezegd wordt wel: de ondernemer draagt het verschil tussen de verkoopen inkoop-btw af aan de Belastingdienst. Fietsenmaker Willemsen heeft een bestelling gekregen van zijn vaste klant Harmsma. Harmsma heeft een luxe herenfiets besteld. Willemsen gaat de fiets afhalen bij de groothandel en betaalt hiervoor een bedrag van 907,50, inclusief 21% btw. De inkoopprijs van de fiets is 750. Aangezien de groothandelaar ook ondernemer is, wordt aan Willemsen btw in rekening gebracht. De prijs die Willemsen afrekent bij de groothandel is dus als volgt opgebouwd: Inkoopprijs fiets, excl. btw 750 Btw 21% 157,50 + Totaalprijs, incl. btw 907,50 Willemsen wil de fiets te verkopen voor een prijs (excl. btw) van 1.000. Als ondernemer moet hij de klant eveneens btw in rekening brengen. De verkoopprijs wordt dan als volgt opgebouwd: Verkoopprijs excl. btw 1.000 Btw 21% 210 + Totaalprijs 1.210 De vraag is hoe aan het eind van het tijdvak de btw in de aangifte voor de omzetbelasting moet worden verwerkt. Als omzet zal de fietsenmaker een bedrag van 1.000 (ex btw) opgeven. Aan btw moet dus in totaal worden betaald een bedrag van 210. De bij de inkoop van de fiets aan de groothandel betaalde btw mag hij uiteraard aftrekken: Btw over verkopen 210 Voorbelasting (reeds betaalde btw) 157,50 -/- Af te dragen btw 52,50 Dus: De groothandel draagt 157,50 btw af aan de fiscus, het btw-bedrag dat de fietsenmaker aan de groothandel heeft betaald. De fietsenmaker draagt 52,50 btw af aan de Belastingdienst (= 210 minus 157,50). Dus: de Belastingdienst ontvangt aan btw voor de verkoop van de fiets: Van de groothandel 157,50 Van fietsenmaker Willemsen 52,50 + Totaal aan btw ontvangen 210 Het totaal af te dragen bedrag door beide ondernemers komt overeen met het bedrag dat Harmsma bij de koop van zijn fiets aan fietsenmaker Willemsen heeft betaald. De beide ondernemers dragen het bedrag aan verschuldigde btw, maar Harmsma betaalt als eindafnemer/consument daadwerkelijk de btw. De omzetbelasting is dus een indirecte belasting.! Is er verschil tussen een dienst die valt onder het nultarief en een dienst die valt onder de vrijstellingen? Beide kennen geen btw. En toch is er verschil. De ondernemer die een dienst verleent in het nultarief mag wel de door hem betaalde voorbelasting verrekenen. Deze ondernemer heeft bijvoorbeeld een computer gekocht en daarop btw betaald. Deze betaalde btw mag hij terugvorderen van de Belastingdienst. Bij een vrijstelling geldt die verrekening van de betaalde voorbelasting niet. Immers, vrijgestelde dienstverleningen vallen helemaal niet onder de omzetbelasting. Dus bijvoorbeeld een arts die btw betaalde op een door hem gekochte computer, kan deze btw niet terugvorderen. (Dit geldt natuurlijk alleen als de arts uitsluitend diensten verricht die vrijgesteld zijn.) 71

72 Figuur 5.3 Factuur met verlegging van de btw naar een onderneming in een ander EU-land (intracommunautaire transactie)

! Verleggingsregeling: btw en buitenlandse ondernemingen Zoals je weet, moet een ondernemer die diensten verleent of goederen verkoopt aan een andere ondernemer daarover de omzetbelasting in rekening brengen. Zie bovenstaand voorbeeld, waarin de fietsenmaker aan de groothandel btw betaalt over de ingekochte fiets. Het wordt echter anders bij leveringen aan een ondernemer in een ander land. Dan geldt de zogeheten verleggingsregeling. Dat leggen wij uit door middel van het volgende voorbeeld. Het gaat over transacties tussen bedrijven in verschillende EU-landen. Met een lastige term noemt men dit intracommunautaire transacties (intra = binnen en communautair = de gemeenschap betreffend, dat wil zeggen de Europese Unie). Een Nederlandse ondernemer verleent diensten aan een Belgische ondernemer. Hij geeft bijvoorbeeld adviezen voor een bedrag van 10.000 (excl. btw). Zoals gezegd zou hij daar eigenlijk btw over moeten berekenen aan de Belgische ondernemer. Deze Belgische ondernemer zou dan de Nederlandse btw moeten terugvragen en de Belgische btw moeten berekenen aan zijn klanten. Dat is erg omslachtig. De verleggingsregeling houdt nu het volgende in: de Nederlandse ondernemer maakt een factuur op, zonder daarbij btw te rekenen. Hij zet daarbij op de factuur: btw verlegd of geen btw op grond van verleggingsregeling. Daarbij moet het btw-nummer van beide ondernemingen zijn vermeld. De Nederlandse ondernemer draagt dus geen btw af aan de Nederlandse fiscus. De Belgische ondernemer betaalt dus geen Nederlandse btw en hoeft deze dan ook niet terug te vorderen. Hij betaalt alleen in België de volledige btw aan de Belgische fiscus. Er is dan natuurlijk ook geen sprake van vooraftrek. Zie figuur 5.3. 5.12 Boekhoudverplichting De ondernemer is verplicht van de door hem verrichte leveringen en verleende diensten een nauwkeurige administratie bij te houden waaruit zijn verrichtingen en belastingverplichtingen voor de omzetbelasting duidelijk blijken. Voor zover de ondernemer leveringen of diensten heeft verricht aan een andere ondernemer is hij verplicht aan hem een factuur uit te reiken. De factuur moet worden uitgereikt voor de vijftiende dag na de maand waarin de levering of de dienst is verricht. 5.13 Tijdvakbelasting en aangiftebelasting De omzetbelasting wordt berekend over een tijdvak en is daarom een tijdvakbelasting. Het tijdvak betreft voor de omzetbelasting op grond van de Uitvoeringsregeling AWR meestal het kwartaal. In bepaalde gevallen wordt de omzetbelasting per maand afgedragen. Sommige ondernemers hebben niet zo n grote omzet en hoeven dus ook niet veel omzetbelasting af te dragen. Zij kunnen vragen om een aangifte van de btw per jaar. De belastingplichtige ondernemer is verplicht de in het tijdvak verschuldigde belasting binnen één maand na afloop van het tijdvak overeenkomstig een door hem gedane aangifte te voldoen aan de ontvanger. De omzetbelasting is een aangiftebelasting, waarbij het aan de belastingplichtige wordt overgelaten het verschuldigde belastingbedrag te berekenen en af te dragen aan de ontvanger. 5.14 Samenvatting Omzetbelasting kennen we in het dagelijks leven beter onder de naam btw. Lang niet iedereen weet wat die afkorting betekent en wat btw inhoudt. Btw staat voor belasting over de toegevoegde waarde. In elke schakel in het productieproces wordt er waarde aan het product toegevoegd en hierover wordt belasting geheven. 73

74 Btw officieel: omzetbelasting is een belasting die wordt geheven over de door een ondernemer verrichte leveringen van goederen en diensten in het economisch verkeer. De prijs van een goed of dienst wordt verhoogd met een percentage aan omzetbelasting. Er is dan ook sprake van een kostprijsverhogende belasting. Omzetbelasting is tevens een indirecte belasting: belastingplichtig is de ondernemer, het bedrag aan belasting wordt doorberekend aan de afnemer (veelal de consument). De consument betaalt de btw, de ondernemer int deze en draagt ze vervolgens op aangifte af aan de Belastingdienst. Omzetbelasting is een aangiftebelasting. Bij een dergelijke wijze van belastingheffing berekent de belastingplichtige (de ondernemer) zelf wat hij moet afdragen, doet de juiste aangifte en zorgt voor tijdige betaling. Het bedrag aan verschuldigde belasting betreft meestal een saldobedrag. De ondernemer heeft recht op aftrek van voorbelasting: belasting die hij reeds heeft betaald op zijn inkopen en dergelijke. Zo zal een fietsenwinkel de fiets eerst inkopen bij een leverancier. De leverancier levert de fietsen aan de fietsenmaker inclusief btw. Deze btw is voor de fietsenmaker weer aftrekbaar als hij de btw moet afdragen die hij van de klant heeft ontvangen. De omzetbelasting kent een standaardtarief (het hoge tarief van 21%). Daarop zijn twee afwijkingen mogelijk: het lage tarief van 6% en het nultarief. Een aantal in de wet opgenomen leveringen en diensten is vrijgesteld. Let op: tarieven kunnen worden gewijzigd. Leveringen of diensten met bijzondere tarieven zijn opgenomen in Tabel I en II, die bij de wet zijn opgenomen. Het 6%-tarief betreft over het algemeen eerste levensbehoeften zoals voedings- en geneesmiddelen en werkzaamheden van bijvoorbeeld de schoenmaker. Behandeling van het nultarief is achterwege gelaten. Verder zijn bijvoorbeeld medische handelingen vrijgesteld van de btw. De ondernemer is met het oog op zijn administratieve verplichtingen voor de omzetbelasting verplicht zijn administratie zorgvuldig bij te houden.

75 Kernbegrippen Omzetbelasting Belasting die geheven wordt over het leveren van goederen en het verrichten van diensten. Belastingsubject Degene die de belasting moet betalen. Indirecte belastingen Belastingen die door degene die ze betaalt, kunnen worden afgewenteld op/doorberekend aan een ander. Grondslag van de heffing (= heffingsgrondslag) De basis waarover belasting wordt berekend. Vrijgestelde prestaties Leveringen van goederen en verrichtingen van diensten die niet vallen onder de btwheffing. Voorbelasting Omzetbelasting die de ondernemer reeds vooraf betaald heeft via de factuur van zijn leverancier. Verleggingsregeling Regeling waardoor de ondernemer die handelt met een onderneming in het buitenland de btw doorschuift (verlegt) naar de buitenlandse onderneming. Aangiftebelasting Een belasting waarbij de belastingschuld ontstaat door het doen van een aangifte, waarbij tevens de belastingschuld wordt betaald. Tijdvakbelasting Belasting die wordt berekend over een bepaald tijdvak (maand, kwartaal, jaar).

76 Vragen en opdrachten 5.1 Bram Vlaardijk heeft een bedrijf in ICT, verkoop en service. Hij verkoopt hardware, zoals computers, monitoren en allerlei onderdelen, plus accessoires, waaronder computerboeken. Daarnaast levert hij software en verricht hij diensten voor iedereen die met een probleem zit op het gebied van hardware of software. Hij verwijdert virussen, installeert allerlei programma s en helpt particulieren, bedrijven en gemeenten met het installeren van netwerken. a De gemeente Gilze en Rijen geeft Bram opdracht een upgrade van haar netwerk te installeren. Het netwerk moet worden klaargemaakt voor IP V6, het nieuwe internetprotocol. Hij levert nieuwe routers en andere apparatuur en hij installeert op veel computers van de gemeente nieuwe software. Tevens levert hij studieboeken voor de afdeling helpdesk van de gemeente. Wat is in dit geval het belastbaar feit voor de omzetbelasting? b Wie is in bovenstaand geval het belastingsubject? c Wat betekent het dat de btw die Bram in rekening brengt een indirecte belasting is? d Wat betekent het dat de btw die Bram in rekening brengt een tijdvakbelasting is? e Wat betekent het dat de btw die Bram in rekening brengt een aangiftebelasting is? f Noem uit vraag a de onderdelen die zullen vallen onder het hoge btw-tarief. g Noem uit vraag a de onderdelen die zullen vallen onder het lage btw-tarief. h Levert Bram ook prestaties die vallen onder de vrijstellingen voor de omzetbelasting? Motiveer je antwoord. i Bram heeft voor deze opdracht goederen gekocht bij de groothandel in computeronderdelen. Daarvoor heeft hij natuurlijk ook btw betaald. Kan hij deze betaalde btw verrekenen bij het afdragen van de door hem ontvangen btw? Motiveer je antwoord. j Bram bracht aan de gemeente Gilze en Rijen 10.000 in rekening, exclusief btw. Stel dat hij 1.900 aan btw ontvangt. Moet hij dat gehele bedrag aan de Belastingdienst betalen? Motiveer je antwoord. k l Bram vertelt zijn huisarts over de verrekening van betaalde btw. De huisarts heeft daar wel oren naar. Hij heeft namelijk zojuist van Bram een nieuw computersysteem gekocht. Kan de huisarts de door hem betaalde btw op deze factuur als voorbelasting in mindering brengen op de door hem te betalen belastingen? Motiveer je antwoord. Bram levert ook een computersysteem aan een Belgische winkel. Nu krijgt hij te maken met de verleggingsregeling. Wat houdt dat in? 5.2 Bram en zijn vrouw Gerry hebben een andere woning gekocht. Het is een nieuwbouwwoning in een uitbreiding van het dorp Molenschot. a Moeten zij op de verkrijging van deze woning btw betalen? Motiveer je antwoord. b Moeten zij op de verkrijging van deze woning overdrachtsbelasting betalen? Motiveer je antwoord. c Stel dat door onvoorziene omstandigheden het uitbreidingsplan van Molenschot niet doorgaat. Zij besluiten dan een leuke oude boerderij te kopen. Moeten zij op de verkrijging van deze woning btw betalen? Motiveer je antwoord. d Moeten zij op de verkrijging van deze boerderij overdrachtsbelasting betalen? Motiveer je antwoord. 5.3 Bram vraagt Gerry om hem te helpen door hem uit het boek te overhoren. Zij geeft hem weer allerlei zinnetjes, waarin hij dan de juiste vakterm moet invullen. Of zij geeft hem een stelling, waarop hij moet reageren. Controleer zijn werk en geef aan of zijn antwoorden juist/ onjuist zijn. Motiveer ook waarom. a De omzetbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting. b De winkelier is het belastbaar feit voor de omzetbelasting. c De klant is het belastingsubject voor de omzetbelasting. d De klant is het belastingobject voor de omzetbelasting. e Als ik mijn oude fiets verkoop aan mijn buurman, moet ik daarover het hoge tarief voor de btw berekenen.

f Boeken vallen onder het lage tarief van de omzetbelasting. g Eten en drinken vallen onder het hoge tarief van de omzetbelasting. h De diensten van een huisarts vallen onder het nultarief voor de omzetbelasting. i De levering van een nieuwbouwwoning valt onder het nultarief voor de omzetbelasting. j Ondernemers binnen Nederland berekenen elkaar geen btw in verband met de verleggingsregeling. k De omzetbelasting is een aanslagbelasting. l De omzetbelasting is een indirecte belasting. m De ondernemer is verplicht zijn administratie met betrekking tot de omzetbelasting zorgvuldig bij te houden. 77 5.4 Bram heeft een conflict met een klant gekregen over de betaling van zijn factuur. De twee komen er samen niet uit en Bram is genoodzaakt een advocaat in te schakelen om zijn belangen te behartigen. Het lukt de advocaat om de vordering van Bram volledig geïnd te krijgen, zonder dat er een rechter aan te pas heeft hoeven komen. Twee weken later ploft de declaratie van de advocaat bij Bram in de bus. De advocaat brengt aan Bram drie uur in rekening voor verrichte werkzaamheden. Zijn uurtarief is 150 excl. 21% btw. Bereken hoeveel het totale bedrag is dat Bram moet betalen aan zijn advocaat. 5.5 Het zit Gerry niet mee. De auto staat voor een grote beurt in de garage. Gerry moet zolang op de fiets naar haar werk. Op de eerste dag al krijgt ze een lekke band en Gerry brengt haar fiets naar de fietsenmaker. De fietsenmaker moet de band vervangen. De fietsenmaker brengt haar 31,80 (incl. 21% btw) in rekening. Bereken het bedrag aan btw dat in dit bedrag is opgenomen.