Deelcontext. Hoofdvraag Welke invloed had de Verlichting op de politieke cultuur, ?

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Geschiedenis examenkatern De Verlichting

Historische context. Verlich/ngsideeën en de democra/sche revolu/es

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie gelijkheid voor iedereen

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 7, pruiken en revoluties

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 1 t/m 9

Samenvatting Geschiedenis Verlichting

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen.

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

Definitie Kant: De bevrijding van de mens uit de onmondigheid waaraan hij zelf schuldig is.

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Samenvatting Geschiedenis Verlichting en revoluties

Samenvatting Geschiedenis H3

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Kenmerkend aspect 31: de Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor de industriële samenleving

Samenvatting Geschiedenis Historische Context De Verlichting

Tijd van burgers en stoommachines Nationalisme en Duitse eenwording.

7,2. 1 Wetenschappelijke revolutie. 2 Gevolgen van de wetenschappelijke revolutie. 3 Kenmerken van de verlichting

Tijd van pruiken en revoluties

8.3 Nationalisme en Duitse eenwording. Onderzoeksvraag: Hoe zorgden nationalistische gevoelens ervoor dat de Duitstalige gebieden één staat werden?

6. Het ontstaan van het liberalisme

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Tijdvak van burgers en stoommachines ( ) / 19 e eeuw

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën


Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8 havo 4

Tijd van pruiken en revoluties

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder)

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

Eindexamen geschiedenis vwo II

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO

1 keer beoordeeld 11 januari 2016

Samenvatting Geschiedenis Franse Revolutie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3.1 t/m

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8

Samenvatting Geschiedenis Module 2: Staatsinrichting van Nederland

Samenvatting Geschiedenis H8 Verlichting en revoluties

7,3. Samenvatting door een scholier 4078 woorden 22 februari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

3,2. Verslag door Lotte 1992 woorden 19 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Tijdvak: Tijd van burgers en stoommachines. Periode:

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Samenvatting Geschiedenis H5

DINGEN DIE JE MOET WETEN

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict

Tijdvak II. november : 30-10:00.

De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy

Naam:.. Fotokopie begrippen

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Samenvatting Geschiedenis HC Verlichtingsidee en democratische revoluties

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Instructie: Landenspel light

GESCHIEDENIS SO3 TV

- Nieuwe Tijd provinciën onder Karel V. - Habsburgse of Spaanse Nederlanden : noorden scheurt zich af Republiek in noorden

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt)

Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5

In 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning

5,4. Politiek. Wat is democratie? Aanvullende kenmerken van een parlementaire democratie. Samenvatting door een scholier 2462 woorden 1 april 2006

31. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legt voor een industriële samenleving.

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7

Het nieuwe eindexamen geschiedenis

Samenvatting Geschiedenis Rechtstaat en Democratie

Les 1: Het ontstaan en de splitsing van het Koninkrijk der Nederlanden ( )

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Opbaring van de gevalle\nen in Maart, 1848 Adolph (von) Menzel, 1848 Olieverf op doek 45 cm 63 cm Hamburger Kunsthalle

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting Begrippen

Eindexamen geschiedenis pilot havo II

bepaalde groep. In de negentiende eeuw waren dat arbeiders, vrouwen en confessionelen.

Werkstuk Geschiedenis Franse revolutie

Examen VMBO-GL en TL 2006

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2, Wetenschappelijke revolutie, Verlichting en Franse Revolutie

Tijd van pruiken en revoluties

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Eindexamen geschiedenis nieuwe stijl havo 2008-II

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

2 keer beoordeeld 20 februari 2016

Transcriptie:

Deelcontext 3 Europa (1815-1848) Hoofdvraag Welke invloed had de Verlichting op de politieke cultuur, 1815-1848? Kenmerkende aspecten 28 Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur een eigentijdse vorm te geven (verlicht absolutisme) 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36 De opkomst van de politiek- maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme Bron 1 De Vrijheid leidt het volk. Schilderij van Eugène Delacroix (1830). 1815 1848 Diverse revoluties in Europa Restauratie conservatieven liberalisme socialisme Europa In 1814-1815 kwamen de landen die Napoleon hadden verslagen (Engeland, Oostenrijk, Pruisen en Rusland) bijeen op het om een vredesverdrag te sluiten. De bondgenoten wilden veilig heid en stabiliteit na de vele oorlogen sinds 1792. De democratische revoluties hadden in hun visie tot niets dan chaos geleid. 30 Daarom herstelden de overwinnaars de meeste gekroonde hoofden in hun macht, zij het nu als constitutionele monarchen. Ook de adel en de kerk kregen in de meeste gevallen privileges terug, terwijl de burgers macht en rechten verloren. Tevens moest er een machtsevenwicht komen tussen de grote landen in Europa. Frankrijk werd nu omringd door sterkere staten, zoals het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden. Aanhangers van deze Restauratie heetten conservatieven. Veel burgers wezen de Franse Revolutie niet in haar geheel af en wilden een aantal hervormingen uit de revolutionaire periode behouden. Aan hangers van het liberalisme bena drukten dat fundamentele rechten van burgers, zoals persvrijheid, vrijheid van vereniging, religievrijheid en vrijheid van bezit, beschermd moesten worden in een grondwet. De vrijheid om je te ontplooien en anderen te overtuigen was volgens liberalen uiteindelijk in het belang van de economie en de staat. Libera len wilden niet voor iedereen gelijke politieke rechten: bestuur door het volk leidde volgens hen tot uitwassen zoals tijdens de regering van de jacobijnen. Alleen de rijkere burgers die ook meer belasting betaalden en de juiste capaciteiten zouden hebben kregen inspraak. Volgens de liberalen zou zo n bestuur de welvaart van het hele land ten goede komen. Zij streefden daarbij naar een vrijemarkteconomie. 36 Aanhangers van het socialisme hadden een heel andere visie op wat goed was voor de samen leving. 36 In de 18e eeuw waren er al denkers die meer nadruk legden op gelijkheid dan op vrijheid, zoals Jean- Jacques Rousseau. Deze stroming werd populairder door de gevolgen van de in dustrialisatie, die vanaf 1800 overal in Europa op gang kwam, en van het economisch liberalisme (of kapitalisme) dat arbeiders onbeschermd liet tegen de macht van ondernemers. Extreem lage lonen, kinderarbeid in fabrieken en gevaarlijke werkomstandigheden kwamen veel voor. In tegenstelling tot liberalen vonden socialisten juist arbeiders de meest nuttige leden van de samenleving: met hun arbeid zorgden ze ervoor dat grondstoffen en halffabricaten in waarde vermeer derden. Die winst ging echter alleen naar de fabriekseigenaren. Socialisten wilden de ongelijk heid in bezit verminderen of zelfs opheffen. 53

Bron 2 Kaart van Europa in 1815. Verlichtingsideeën en de democratische revoluties 1650-1848 Volgens hen hielden koning, rijke burgerij en kerk de bestaande orde in stand. Veel socialisten waren antireligieus en voorstander van een republiek, met algemeen kiesrecht. Zij identificeerden zich nadrukkelijk met de jacobijnen. Pogingen om algemeen kiesrecht te verkrijgen mislukten echter. Sommige denkers, van wie Karl Marx Karl Marx de belangrijkste was, gingen daarom een stap verder en wilden de samenleving met geweld omvormen. Marx meende halverwege de 19e eeuw dat de klassenstrijd, de strijd tussen de klasse die de productiemiddelen bezit (kapitaal, fabrieken en grondstoffen) en de bezitlozen (de arbeiders of het proletariaat), zou eindigen in een revolutie waarin de arbeiders de macht overnemen. Na een periode van dictatuur van het proletariaat waarin de samenleving omgevormd wordt, zouden macht en productiemiddelen in communisme het bezit van de gemeenschap komen. Marx noemde zijn theorie het communisme. 36 Na 1815 bleven burgers betrokken bij de politiek via kranten, tijdschriften en in allerlei verenigingen. Door de industrialisatie (spoorwegen en telegraaf) verspreidden nieuws en revolutionaire ideeën zich Bron 3 Europese leiders bespreken de kaart van Europa op het in 1815. Prent uit de 19e eeuw. 54

natiestaat nationalisme Belgische Opstand Congres van Verona Frankfurter Parlement sneller en makkelijker. De discussies over wie de soevereiniteit zou moeten bezitten, leidden tot meer aandacht voor de eenheid onder burgers van één volk. Tijdens de Franse Revolutie waren de Fransen niet langer onderdaan, maar in theorie lid van een gemeenschap die zichzelf moest besturen en verdedigen. Nationalisten vonden dat mensen verbonden waren door taal, cultuur en een gemeenschappelijk, roemrijk verleden. Zij streefden een natiestaat na, een staat waarin één volk woont. Machthebbers maakten gebruik van dit nationalisme om eensgezindheid onder het volk te stimuleren en hun eigen positie te verstevigen. 36 Maar nationalisme kon ook juist leiden tot een opstand, zoals de Belgische Opstand in 1830. Na het werden de Europese grootmachten al snel geconfronteerd met opstanden en revoluties op allerlei plekken in Europa. Macht hebbers probeerden verspreiding van het revolutionaire gedachtegoed door censuur te voorkomen, revoluties zo snel mogelijk neer te slaan en telkens de oude situatie te her stellen. Zo besloten zij op het Congres van Verona (1822) dat Frankrijk de Spaanse koning mocht helpen bij het herstel van diens absolute macht. Zij konden niet voorkomen dat in 1830 en in 1848 wederom op vele plekken in Europa revoluties plaatsvonden. Nationalistische en liberale burgers eisten een (natie)staat waarin zij macht hadden en hun burgerrechten beschermd werden. In 1848 liep dit in Duitsland, met het zogenoemde Frankfurter Parlement, op niets uit, maar in Frankrijk waren liberalen wel succesvol. De burgerij werd gesteund door het arme volk dat hoopte op een beter bestaan, maar van socialistische of communistische revoluties was in deze tijd nog geen sprake. Bron 4 De Italiaanse componist Guiseppe Verdi maakte in de 19e eeuw zeer populaire, nationalistische opera s en werd zo zelf symbool van het Italiaanse streven naar eenwording. Nationalisten probeerden Victor Emanuel, koning van Sardinië, tot koning van heel Italië te maken. Verdi stond volgens hen ook voor: Vittorio Emanuele Re D Italia (Victor Emanuel Koning van Italië). Tekening uit 1859. Vragen 1 Historici benadrukken achteraf wel eens de fouten die op het zijn gemaakt. a Geef een voorbeeld van een maatregel waarvan je achteraf zou kunnen beweren dat het een verkeerde beslissing is geweest. b Ga uit van de maatregel genoemd bij a. Leg uit waarom deze maatregel vanuit de visie van de aanwezigen op het Congres van Wenen wel logisch was. Leg uit dat ook gebeurtenissen na het van invloed zijn op hoe een maatregel achteraf wordt beoordeeld. 2 Noem twee belangrijke verschillen tussen het socialisme en het liberalisme in de 19e eeuw. 3 Noem drie kenmerken die volgens nationalisten in de 19e eeuw een groep mensen tot één volk maakten. 4 Volgens de eindexamenvoorschriften hoort bij deze deelcontext ook kenmerkend aspect 8, verlicht absolutisme. Je vindt een verwijzing daarnaar niet terug in de tekst. Beredeneer waarom de auteurs ervoor gekozen hebben dit kenmerkend aspect niet op te nemen in de tekst. 30 democratische revoluties, blz. 190-195; 36 opkomst politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, blz. 226-228; opkomst politiek-maatschappelijke stromingen: economisch liberalisme, blz. 209-210; opkomst politiek-maatschappelijke stromingen: socialisme/communisme, blz. 234-237; opkomst politiek-maatschappelijke stromingen: nationalisme blz. 212-217. 55

Wat moet je kennen en kunnen? Personen Karl Marx (1818-1883) grondlegger van het communisme schrijver van het Communistisch Manifest (1848) en Das Kapital (3 delen: 1867, 1885, 1894) De ideeën van de Duitse denker Karl Marx bouwen voort op het gedachtegoed van socialistische denkers uit de 18e en begin 19e eeuw. Ook zij meenden dat ongelijke bezitsverhoudingen leiden tot ongelijkheid tussen burgers. In Das Kapital onderzoekt Marx vanuit dat perspectief de geschiedenis en concludeert hij dat deze bepaald wordt door de sociaal-economische verhoudingen. De geschiedenis (en ook de toekomst) wordt gedreven door de strijd tussen klassen om het bezit van de productiemiddelen. De Franse Revolutie was in zijn ogen een burgerrevolutie, waarbij niet de armen maar de rijke burgers de macht overnamen en het feodalisme vervingen door een nieuwe sociaal-economische ordening, voortkomend uit het kapitalisme. Deze nieuwe ordening zou volgens Marx onvermijdelijk uitlopen op weer een revolutie, waarna uiteindelijk het communisme een eind zou maken aan de klassentegenstellingen. Zie basisboek, blz. 234-235. Voorbeelden Verlichtingsideeën en de democratische revoluties 1650-1848 1822 Congres van Verona In 1822 kwamen de Europese groot machten (Engeland, Frankrijk, Oosten rijk, Pruisen en Rusland) in Verona bijeen. Zij deden dat sinds het (1815) met enige regelmaat om het machtsevenwicht in Europa te bewaken. Een van de aanleidingen nu was een opstand van liberale burgers en legerofficieren in Spanje tegen hun gerestaureerde koning. De opstandelingen hadden de koning van zijn absolute macht ontdaan en hem in zijn paleis opgesloten. Voortaan berustte de hoogste macht bij het parlement, gekozen door alle volwassen mannen. Ook garandeerde de nieuwe grondwet persvrijheid. De Fransen waren bang dat deze liberale revolutie, net als Bron 5 Een liberale officier die in 1820 tegen de Spaanse koning Ferdinand VII van Spanje in opstand was gekomen, wordt neergeschoten door royalistische troepen. Afbeelding uit de 19e eeuw. de Franse Revolutie, zou ontsporen. In Verona drongen zij aan op ingrijpen. Engeland weigerde echter in te stemmen met de Franse aanval op Spanje, omdat zij Franse machtsuitbreiding vreesde. Oostenrijk, Pruisen en Rusland stemden onder voorwaarden wel toe, waarna Frankrijk in 1823 Spanje binnenviel en de revolutie hardhandig neersloeg. Het meningsverschil over de aanpak van de Spaanse opstand was van grote betekenis. In 1815 hadden de Europese grootmachten afgesproken nauw samen te werken om nieuwe revoluties en veroveraars als Napoleon te voorkomen. Tijdens het Congres van Verona kwam aan die samenwerking een einde. Zie basisboek, blz. 226. 56

Bron 6 Opstandelingen op de Grote Markt in Brussel in september 1830. Schilderij van G. Wappers uit 1835. 1830 De Belgische Opstand Na de opvoering van een nationalistisch toneelstuk in Brussel, in 1830, braken er rellen uit die uitgroeiden tot een opstand tegen de Nederlandse koning. De opstandelingen waren geïnspireerd door de juli-revolutie in Frankrijk, waarbij de koning werd afgezet. Zij ontvingen ook steun uit Frankrijk. Sinds 1815 waren de vroegere Zuidelijke Nederlanden onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. Deze grotere staat was gecreëerd op het, maar al vanaf het begin was er verzet in het Zuiden. Liberale burgers protesteerden tegen de grote macht die de koning in de grondwet van 1815 kreeg en tegen het gebrek aan burgerrechten, zoals persvrijheid. Daarnaast verzetten vooral katholieken zich tegen de pogingen van de (protestantse) koning om de katholieke kerk en katholieke scholen onder staatsinvloed te brengen. Rond 1830 eisten veel katholieken een scheiding van kerk en staat. Daarnaast voelden inwoners in het Zuiden zich tweederangsburgers. Het Nederlands was tot officiële taal gemaakt en zuiderlingen (veelal Franstalig) waren ook ondervertegenwoordigd in het bestuur. Koning Willem I reageerde op deze protesten vooral met repressie en deed slechts enkele concessies. In hetzelfde jaar nog maakte het Zuiden (daarna België) zich los van het Koninkrijk der Nederlanden. Zie basisboek, blz. 229-230. 57

1848 Het Frankfurter Parlement In het revolutiejaar 1848 kwamen ook in de Duitse staten burgers in opstand tegen hun vorsten. Zij dwongen concessies af en bovendien kwam er in Frankfurt een nationaal parlement met afgevaardigden uit alle Duitse staten bijeen. Dat moest zorgen voor een nieuwe grondwet voor een verenigd Duitsland. De grondwet, die een jaar later in maart 1849 gereed was, voorzag in burgerrechten en een federatief Duitsland. Aan het hoofd zou een Duitse keizer komen wiens macht beperkt werd door een parlement met wetgevende macht. De grondwet loste de voornaamste wensen in van nationalistische, liberale burgers. Radicale, soms communistische, revolutionairen, die steun kregen van arbeiders en handwerkslieden, was men tegemoetgekomen door het invoeren van algemeen kiesrecht voor één van de twee kamers in het parlement (maar er kwam geen sociale gelijkheid of republiek). Toen afgevaardigden van het Frankfurter Parlement de keizerskroon aan de Pruisische koning aan boden, omschreef de koning deze echter als een kroon uit het slijk en de grondwet noemde hij een ijzeren band van het knechtschap. Zijn politieke draai had alles te maken met het feit dat de Duitse vorsten kort daarvoor de revo lutie hadden neergeslagen. Het Frankfurter Parlement had daardoor geen machtsbasis meer. Zo mislukte het liberaal nationalisme van de Duitse burgerij. Zie basisboek, blz. 214-215. Bron 7 Het ging goed, maar het gaat niet. Duitse spotprent uit 1849. Naast de Pruisische koning Frederik Willem IV staan de Russische en Oosten rijkse keizer en de (kleine) Duitse vorsten. Onder druk van de opstandelingen had de koning zich eerder nadrukkelijk aan het hoofd gesteld van de liberale, nationale beweging toen hij zei: Einheit mit Freiheit. In 1849 kwam hij op die woorden terug. Jaartallen 1815 1822 1830 1848 Congres van Verona Belgische Opstand Frankfurter Parlement Diverse revoluties in Europa Verlichtingsideeën en de democratische revoluties 1650-1848 Begrippen communisme Stroming binnen het socialisme die het lot van de arbeidersklasse wil verbeteren door middel van een revolutie, die moet leiden tot een klasseloze samenleving en gemeenschappelijk bezit van de productiemiddelen. Congres dat gehouden werd na de overwinning op Napoleon en dat als doel had om het machtsevenwicht in Europa te herstellen. conservatisme Behoudende politieke stroming die zich keerde tegen de maatschappelijke vernieuwingen van de Franse Revolutie, het liberalisme en het socialisme. liberalisme Politieke stroming die het opneemt voor de vrijheid van het individu tegenover de macht van de staat. natiestaat Een staat waarin het gehele volk woont en waarin zijn cultuur sterk domineert. nationalisme Sterke voorliefde voor de taal, de geschiedenis en de cultuur van het volk waartoe men zich rekent en het streven naar de eenheid van dat volk binnen een nationale staat. Restauratie Herstel van maatschappelijke en politieke verhoudingen van vóór de Franse Revolutie. socialisme Politieke stroming die opkomt voor de arbeidersklasse, hetzij door een revolutie, hetzij door te streven naar kiesrechtuitbreiding en hervormingen langs parlementaire weg. 58