Pensioenen en uitkeringen (P&U)

Vergelijkbare documenten
Stand van zaken in het debat over de toekomst van de pensioenen

Toekomst Pensioenstelsel

Het 2020-plan van Klijnsma in vogelvlucht

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Quiz. Heeft u een telefoon met internet? Ga naar kahoot.it en doe mee

Naar een nieuw pensioencontract

De grote pensioenleugen; er dreigen helemaal geen tekorten ThePost...

Pensioenen Jos Berkemeijer

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN?

Pensjoen Jos Berkemeijer. ALV NVOG 22 november 2017

Pensioenfonds DSM Nederland

10 puntenplan minister Koolmees vergeleken met toetsingscriteria

Op koers blijven voor een goed pensioen: een update van het bestuur

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Naar een nieuw pensioencontract

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

WOORD VOORAF. Beste deelnemers,

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016

De toekomst van ons pensioen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen

- 1. afschaffing van doorsneepremiesystematiek

Actuele ontwikkelingen en trends rond pensioenen in Nederland keynotespeech Mariëtte Hamer Den Haag, 4 oktober 2016

Wat is er aan de hand moet onze pensioenen?

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016

Pensioenscenario s in het licht van de komende verkiezingen. Emile Soetendal 10 januari 2017

4e kwartaal 2016 Den Haag, januari 2017

Geef elke Nederlander een persoonlijke pensioenrekening. Position paper: Toekomst pensioenstelsel

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

In september 2016 werd het contract met Syntrus Achmea Pensioenbeheer opgezegd. In 2017 werd een nieuwe pensioenuitvoeringsorganisatie

WAAR EEN WIL IS, IS EEN WEG Afschaffen van de doorsneesystematiek: wie gaat dat betalen?

RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

Het pensioenstelsel van de toekomst

DNBulletin: Pensioenfondsen gaan in herstelplannen uit van hoge rendementen

Extra informatie pensioenverlaging

Frank van Alphen FD Pensioen Pensioen moet beter bij arbeidsmarkt aansluiten

Pensioennieuwsbrief AC Rijksvakbonden. Februari Ferry Pereboom Angelique Kansouh

3e kwartaal 2016 Den Haag, oktober 2016

ABP: kortingen lopen op tot ruim 18%

Ontwikkelingen op pensioengebied. Gerard Rutten (DSM Pension Services) november 2015

Centraal Beheer APF. voorgesorteerd op het nieuwe pensioenstelsel

Pensioenfonds B&S. Pensioenkrant Pensioen fonds B&S

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Aan: Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

Datum 24 november 2015 Betreft Kamervragen van het lid Krol over het bericht 'In 2020 veel meer mensen gekort dan ufr-rapport veronderstelt'

UITLEG PRINCIPEAKKOORD PENSIOEN

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Debatmanifestatie Pensioenen WELKOM. Senioren

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Pensioen voor de toekomst

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

3e kwartaal 2015 Den Haag, 19 oktober 2015

UW PENSIOEN BIJ SPUN. Bijeenkomst voor pensioengerechtigden Dick Vis, voorzitter Stichting Pensioenfonds Urenco Nederland 22 mei 2018

I. Uitkeringsovereenkomst met degressieve opbouw (zowel een nominale (1A) als een reële variant (1B));

Datum 7 juni 2016 Betreft Kamervraag/vragen van het lid Ulenbelt over het bericht dat de extreem lage rente ook bij de specialisten hard aan komt.

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur

De overstap naar een nieuw pensioencontract Een juridisch forse uitdaging?

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

Later AOW en pensioen

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Naar persoonlijk pensioen met collectieve risicodeling?

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Deutsche Bank Nederland Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

TOETSINGCRITERIA PENSIOENSTELSEL GEZAMENLIJKE OUDERENORGANISATIES

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Pensioenfonds B&S. Pensioenkrant Pensioen fonds B&S

Informatiebijeenkomst

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

VERKORT JAARVERSLAG 2016

1. Uitwerking wetgeving voor de afschaffing van de doorsneesystematiek

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

Verklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Belanghebbendenbijeenkomst 11 oktober 2017

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017

Roel Fonville Drachten, 28 maart

Themadag 3 februari Workshop premieovereenkomst

Ten eerste: afschaffing van de al genoemde doorsneesystematiek en ten

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Nieuw pensioencontract Wat is de huidige stand van zaken?

Belanghebbendenbijeenkomst 12 oktober 2016

We willen het zelf doen

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Perspectiefnota toekomstig pensioenstelsel

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling

Wat is het probleem? 2

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen

Voorlichtingsbijeenkomsten pensioen

Stichting CRH Pensioenfonds. 20 februari 2013 Utrecht-De Meern

PENSIOEN IN BEWEGING! KLAAR VOOR DE TOEKOMST? SAMEN DELEN, EEN STERKE KEUZE

Toekomst van het Pensioenstelsel

Transcriptie:

Pensioenen en uitkeringen (P&U) PENSIOENEN ONDER WATER? VERWARRING EN ONZEKERHEID ALOM! Openbare informatievoorziening aan deelnemers en gepensioneerden De onrust onder (aanstaande) gepensioneerden, die uitgesteld loon (verplicht) hebben gestald bij een pensioenfonds, neemt door de diverse recente publicaties toe. Volgens een bericht van De Nederlandsche Bank (DNB) van 26 juli 2016 is de gemiddelde beleidsdekkingsgraad (het gemiddelde van de dekkingsgraad over de laatste kol bd KLu J. van Harmelen 12 maanden wordt beleidsdekkingsgraad genoemd), onder de 100 procent gekomen, hetgeen onder het vereiste minimum ligt. Van april tot en met juni daalde de gemiddelde beleidsdekkingsgraad met 2,3 procentpunt naar 99,6 procent. Die onrust wordt mede gevoed door publicaties in de schriftelijke media. Onder meer de Telegraaf, de Volkskrant en het Financieel Dagblad (FD) hebben uitgebreid aandacht besteed aan de melding van DNB. Volgens de Volkskrant is de penibele staat van de pensioenfondsen vooral te wijten aan de historisch lage rente en onderbouwt die stelling als volgt: De Europese Centrale Bank (ECB) liet zijn belangrijkste rentetarief tussen 2008 en 2014 al dalen van 4,25 procent naar 0,05 procent; afgelopen maart stelden ECB voorzitter Mario Draghi en consorten het tarief zelfs bij naar de huidige 0,00 procent. Hoe lager de rente, hoe meer geld de pensioenfondsen moeten reserveren om de oude dag van hun deelnemers uit te betalen. bericht op zijn minst een maagzuuraanval op maar soms ook slapeloze nachten. Bij verder lezen in het FD artikel worden ter compensatie van de kop enige geruststellende stukjes tekst weergegeven: Pensioenfondsen met een te lage dekkingsgraad moeten jaarlijks een herstelplan indienen, waarin ze aangeven wat ze gaan doen om er weer bovenop te komen. Alleen in het uiterste geval zijn kortingen nodig, benadrukt DNB. Of er volgend jaar gekort moet worden op de pensioenen, hangt af van de situatie op 31 december 2016. Dat is de jaarlijkse peildatum. Echter in hetzelfde artikel worden die geruststellende woorden weer teniet gedaan door op te merken dat de grootste pensioenfondsen ABP, Zorg & Welzijn, PMT en PME al een paar maanden waarschuwen dat ze mogelijk moeten korten in 2017. Hun actuele dekkingsgraden staan gevaarlijk dicht bij de ondergrens van ongeveer 90 procent en dan komen de kortingen toch echt in zicht. Fondsen die het ondanks de tegenwind van de lage rente beter doen In het Telegraaf verhaal wordt ook nog enig zout in de open wond van de lage dekkingsgraad gewreven door de volgende tekst: Pikant is dat er ook fondsen zijn die (mede door een uitgekiend beleggingsbeleid) hun dekkingsgraad wel weten op te voeren. Zo draait het fonds van de ING uitstekend: daar liep de dekkingsgraad in de maand juni op van 135,6 naar 138,1. Ook de medewerkers van De Nederlandsche Bank kunnen gerust zijn, omdat de dekkingsgraad van hun pensioenfonds opliep van 114,5 naar 116,5. De Telegraaf wist zelfs al voor de publicatie van DNB te melden dat de vier grootste pensioenfondsen diep in de rode cijfers zitten: De dekkingsgraden van de vier grote fondsen zitten ver onder de 100; een dekkingsgraad van 100 geeft aan dat er precies voldoende geld in kas is om de pensioenen nu en in de toekomst te betalen. Maar om eventuele tegenslagen op te vangen, is een buffer vereist. De fondsen moeten eigenlijk een dekkingsgraad van minimaal 104 hebben, oftewel 104 euro in kas voor 100 euro aan pensioenverplichtingen. De grote fondsen zijn echter ver van die verplichte 104 verwijderd. Het ABP (ambtenaren) komt op 90,6, Zorg &Welzijn (zorg en aanverwante sectoren) zit op 89, fonds PMT (metaal en techniek) op 92 en PME (metaal en elektrotechniek) op 90,8. Het Financieel Dagblad vermeldt de mededeling van DNB onder de kop 6,5 miljoen pensioenen staan onder water. Voor de (aanstaande) gepensioneerden levert een dergelijk 6

Deze cijfers vragen om een verklaring van de grote vier pensioenfondsen en met name van het ABP. Wat heeft het ABP anders gedaan (en dus slechter gepresteerd) dan ING en DNB? Dit soort vragen roept om een benchmark vergelijking door het ABP teneinde de bijna drie miljoen deelnemers een duidelijker beeld te verstrekken van de huidige situatie en de te verwachten situatie (zie en lees ook de bijdrage van collega Bas Vooijs in het nr. 219 betreffende nette en foute pensioenfondsen). Onduidelijkheid ten top voor deelnemers en gepensioneerden Ten slotte is er weer een artikel verschenen van de onafhankelijk publicist Aysso Reudink. Ook de kop van dat artikel: De grote pensioenleugen; er dreigen helemaal geen tekorten, brengt de deelnemers en gepensioneerden nog meer in verwarring dan dat ze al zijn door de eerder genoemde publicaties. Volgens Reudink worden de dreigende pensioentekorten niet onderbouwd. Daarentegen is sprake van een enorme vermogensgroei van het totale pensioenvermogen van 490 miljard euro in 2003 tot 1.100 miljard euro in 2013 (ondanks de crisis). Op dit moment is volgens Reudink de pensioenreserve gestegen naar 1.450 miljard euro, een toename van 350 miljard euro in drie jaar! Vervolgens onderbouwt hij de stelling dat de pensioenfondsen schathemeltje rijk zijn en pleit hij voor afschaffing van de rekenrente systematiek. In de plaats daarvan stelt hij voor te rekenen met het werkelijk rendement op de pensioenbeleggingen. Deze systematiek wordt ook aanbevolen door de Europese toezichthouder op de pensioenfondsen EIOPA (European Insurance and Occupational Pensions Authority oftewel de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) namelijk om het gemiddelde van de rendementen van de afgelopen 60 jaar als maatstaf te nemen. Recente informatie van het ABP aan de gepensioneerden in dat fonds In het meest recente pensioenbericht dat de gepensioneerden van het ABP mochten ontvangen is onder meer de volgende verklaring opgenomen voor de stelling dat mogelijk toch in 2017 gekort moet worden op de pensioenuitkeringen: De dekkingsgraad van ABP is eind juni vrijwel gelijk aan de dekkingsgraad aan het einde van het vorige kwartaal: 90,6%. We hebben onze dekkingsgraad vrij stabiel kunnen houden. Dat komt vooral door goede beleggingsresultaten, zowel voor als na de uitslag van het Britse referendum. De gevolgen van de Brexit-uitslag waren aan het eind van het tweede kwartaal beperkt. Verlaging van pensioen in 2017 blijft een reële mogelijkheid, aldus bestuursvoorzitter Corien Wortmann-Kool. De actuele dekkingsgraad was eind juni 90,6%. Het rendement over het tweede kwartaal was 3,9%. Dat komt neer op 13,9 miljard euro. Het vermogen is gegroeid naar 372 miljard. Aan de andere kant stegen de verplichtingen met ongeveer hetzelfde bedrag als gevolg van de gedaalde rente. De beleidsdekkingsgraad, het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden, komt aan het einde van het tweede kwartaal uit op 94,4%. Ten slotte besluit de voorzitter van het ABP-bestuur het pensioenbericht met nog het volgende, nauwelijks opbeurende, statement: Een verlaging in 2017 blijft een reële mogelijkheid. Om dat te voorkomen moet de dekkingsgraad van eind december dit jaar boven de kritische grens van ongeveer 90% blijven. Als de dekkingsgraad eind december zou uitkomen op de huidige stand (90,6%) hoeven we de pensioenen niet te verlagen. Maar de maandelijkse dekkingsgraad kan stijgen en dalen. De ontwikkeling in het komende half jaar van de rendementen en de rente zijn daarvoor van bepalend belang. Verderop in de mededeling staat dat het ABP nu inschat dat het de komende 5 jaar het pensioen niet of nauwelijks kan verhogen (ergo geen indexatie). De laatste dekkingsgraad bedroeg eind juli 89,9% (volgens de website van het ABP), hetgeen betekent dat de kans dat het ABP de pensioenen in 2017 moet verlagen groter is geworden. Aysso Reudink daarentegen heeft in zijn artikel nog wel persoonlijk, positief nieuws. Aangezien hij in het verleden in Duitsland pensioen heeft opgebouwd kreeg hij recent bericht van de Deutsche Rentenversicherung dat zijn Duitse September 2016 7

pensioen per 1 juli 2016 met 4,2 procent is verhoogd!! Naar aanleiding daarvan is hij van mening dat er in Nederland met zuivere rendementen moet worden gerekend en niet langer met gefingeerde failliete rekenrentes. Verder maakt hij, mogelijk ten overvloede, duidelijk dat pensioenfondsbestuurders er zijn voor de belangen van de pensioendeelnemers en niet voor de belangen van de politiek, de financiële markten en ook niet voor de toezichthouders. Immers, pensioen is uitgesteld loon waarvoor is betaald. Het is eigendom van de pensioendeelnemers en daar hebben anderen (DNB, politiek Den Haag en Brussel ) vanaf te blijven. Tot slot In het nummer 219 heb ik al aangegeven dat er op korte termijn in het overleg tussen Tweede Kamer, werkgevers en werknemers en andere betrokkenen op pensioengebied met staatssecretaris Klijnsma niets zal veranderen aangezien zij de besluitvorming over het dossier pensioenen voor zich aan het uitschuiven was. Op 8 juli 2016 heeft zij aan de voorzitter van de Tweede Kamer de Perspectiefnota Toekomst Pensioenstelsel aangeboden (zie verderop in het de bijdrage van Marianne Meijer Zaalberg). Aan de hand van de DNB rapportage over de dekkingsgraden aan het eind van het eerste kwartaal 2016 en aan de hand van het SER-advies van 20 mei jl. is slechts een opsomming van mogelijkheden gepresenteerd zonder dat er van de regering uit keuzes worden gemaakt. Kortom, een zwaktebod. Nu eerst maar de Miljoenennota op 20 september aanstaande afwachten en zien wat de regering voor de ouderen en gepensioneerden in petto heeft en daarna maar eens onderzoek doen naar de programma s van de politieke partijen en hun insteek voor de gepensioneerden bij de verkiezingen van maart 2017. Naar verwachting zullen de kranten ook de rest van het jaar 2017 wel weer bol staan van de (zogenaamde) pensioenproblematiek. HET AOW-GAT (VERVOLG) Op 25 augustus 2016 heeft de meervoudige kamer van de bestuursrechter de zaak van vele oud- militairen, veelal juridisch bijgestaan door de VBM, AFMP/MARVER, NOV en GOV/MHP, inhoudelijk behandeld. Het ging hier over het AOW-gat, waarover vorige maand al uitspraken waren gedaan voor burgerpersoneel werkzaam bij Defensie. De zaak is zeer omvangrijk; honderden beroepsschriften zijn bij de rechtbank ingediend. Op de zitting zijn een aantal UGM-zaken behandeld die representatief zijn voor de hele groep volgens de website van de VBM. De rechtbank Den Haag zal over zes weken uitspraak doen over het AOW-gat voor oud-militairen, dus ruimschoots na Prinsjesdag. Die termijn kan overigens nog eens met zes weken worden verlengd. Wanneer de brief van de minister van Defensie aan de Tweede Kamer van 30 maart 2016 over dezelfde problematiek wordt behandeld is nog zeer onduidelijk. Immers, eerst was de idee ontstaan dat die behandeling pas zou plaatsvinden nadat de rechtbank uitspraak zou hebben gedaan. Wordt vervolgd. Jan van Harmelen PERSPECTIEFNOTA TOEKOMST PENSIOENSTELSEL EN UITKOMSTEN CPB-ANALYSES Marianne Meijer Voortgang nadere verkenning toekomst pensioenstelsel Het zal nog wel even duren voordat duidelijk is hoe ons toekomstig pensioenstelsel er uit zal gaan zien. Er zijn wel weer enige ontwikkelingen op dat terrein te melden, maar waar het uiteindelijk op uit zal komen, naar verwachting in 2020, is nog onduidelijk. Op 8 juli 2016 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna SZW), mevrouw Klijnsma, de Perspectiefnota Toekomst pensioenstelsel uitgebracht. In het juninummer van het informeerde ik u over het SER-advies, gepubliceerd op 20 mei 2016, over de toekomst van ons pensioenstelsel. Op verzoek van de SER heeft het Centraal Planbureau (hierna CPB) de SER-varianten doorgerekend op de uitkomsten bij ongunstige, mediane en gunstige scenario s. De resultaten daarvan zijn op 7 juni 2016 gepubliceerd. Aanvullend daarop heeft SZW gevraagd om analyses van de SER-varianten op grond van meer extreme scenario s en om een analyse van het 10-puntenplan van de jongerenorganisaties van D66, PvdA en VVD. Dit plan gaat uit van een pensi- 8

oenstelsel met individuele pensioenrekeningen, het beleggingsbeleid volgens een levenscyclus (risicovol(ler) beleggen op jonge leeftijd en afbouw van het risico met het stijgen van de leeftijd), beperkte risicodeling (alleen het individuele langlevenrisico), pensioenplicht voor alle werkenden (inclusief zelfstandigen) met een minimuminleg over het inkomen tot bijvoorbeeld tweemaal modaal en individuele keuzevrijheid van een erkende pensioenuitvoerder (pensioenfonds of verzekeraar). De aanvullende CPB-analyses zijn op 20 juli 2016 gepubliceerd (zie www.cpb.nl; Aanvullende analyses toekomst pensioenstelsel). Perspectiefnota Toekomst pensioenstelsel De perspectiefnota geeft een schets van een nieuw pensioenstelsel dat het kabinet voor ogen staat. Daarin blijft collectiviteit en solidariteit behouden, maar het stelsel sluit beter aan bij de veranderende arbeidsmarkt. De volgende vier hoofdlijnen zijn uitgewerkt: 1. toereikend pensioen voor alle werkenden, ook voor zelfstandigen en flexwerkers; 2. afschaffen van de doorsneesystematiek: geen oneerlijke herverdeling meer van jongere naar oudere werknemers en van laag- naar hoogopgeleiden en geen hogere werkgeverspensioenpremie meer voor oudere werknemers dan voor jongere werknemers; 3. nieuwe pensioenovereenkomst: daarbij wordt ingegaan op de nieuwe pensioenovereenkomsten die door de SER in kaart zijn gebracht. Twee SER-varianten zijn al vanaf september 2016 mogelijk door de invoering van de Wet verbetering premieregeling, waarbij doorbelegd wordt na pensionering en de mogelijkheid om daarbij ook risico s te delen binnen groepen ouderen. 4. Keuzevrijheid en maatwerk: daarbij zijn diverse opties in beeld gebracht. Geconcludeerd wordt dat de opties rondom minder premie-inleg en opname van een bedrag ineens interessant zijn en nader onderzocht moeten worden. De invoering van een nieuw stelstel moet zijn beslag krijgen in 2020. De staatssecretaris geeft in de perspectiefnota aan welke activiteiten tijdens deze kabinetsperiode er nog verricht moeten worden om dat mogelijk te maken en welke partijen daarbij hun bijdrage dienen te leveren. De uit te werken onderwerpen betreffen: De transitie: - De verschillende transitiepaden voor afschaffing van de doorsneesystematiek. Onderzoeken van de Pensioenfederatie, het Actuarieel Genootschap en Netspar leveren hier een bijdrage aan. - mogelijkheden voor verkorting van de transitieperiode en de gevolgen daarvan voor het transitiekader, waaronder het fiscale kader. - Uitwerking van het wettelijke transitiekader, waarbij tevens moet worden bezien of het fiscale kader voor pensioenopbouw kan worden vereenvoudigd. Verkenning van de wijze waarop de nieuwe pensioencontracten binnen de randvoorwaarden van het kabinet kunnen worden ingevuld. Hierbij zal ook het toezicht kader worden meegenomen. Dit zal het kabinet doen samen met de toezichthouder, sociale partners en pensioensector. Uitwerking van de mogelijkheid om het individueel bezwaarrecht bij collectieve waardeoverdracht te wijzigen, om het onderbrengen van bestaande rechten in een nieuwe pensioenovereenkomst te faciliteren. Het kabinet zal hierover contact houden met het pensioenveld. vervolgonderzoek naar de reden waarom een deel van de werknemers in de witte vlek geen pensioen opbouwt, terwijl de werkgever wel een regeling aanbiedt. bezien hoe samenwerking tussen verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen kan worden vormgegeven. onderzoek naar de mogelijkheid om bij pensionering een bedrag ineens te ontvangen, waarbij de resterende maandelijkse uitkering (annuïteit) ten minste gelijk is aan de lage uitkering van de bestaande hoog-laagconstructie (een aantal jaren een hogere uitkering en daarna een lagere uitkering binnen een verhouding van minimaal 100:75). de positie van zelfstandigen in het toekomstige pensioenstelsel. De SER zal zich hier de komende maanden over buigen. medio 2017 komt er een wetsvoorstel om het recht op afkoop van kleine pensioenen om te zetten in een plicht tot waardeoverdracht. Uitkomsten aanvullende CPB-analyses Samenvattend (zie CPB Notitie 20 juli 2016, pag. 3, 4 en 13) komt uit de aanvullende CPB-analyses betreffende de SERvarianten naar voren dat: het pensioenresultaat in alle varianten sterk afhankelijk is van de financieel-economische ontwikkeling, maar uitgebreide risicodeling beperkt de verschillen in pensioenresultaat tussen de verschillende generaties; een gunstige initiële financiële positie bij individuele contracten bijna volledig ten goede komt aan ouderen en bij collectieve contracten meer gedeeld wordt met jongeren; afdekking van het renterisico in het belang van oud en jong is. Zonder aanpassing van de premie aan structurele veranderingen in de kostprijs van pensioen kunnen uitkeringen sterk uiteenlopen tussen verschillende generaties. Uit de conclusies van de CPB-analyse (zie CPB Notitie 20 juli 2016, pag. 3, 4, 17 en 18) van het 10-puntenplan van de jongerenorganisaties komt naar voren dat: het plan aansluit bij de individuele variant van de premieovereenkomst en bij de SER-variant IV-A. De Wet verbetering premieovereenkomst, die per 1 september 2016 in werking treedt, maakt deze individuele pensioencontracten met beperkte risicodeling al mogelijk; verplichte deelname aan pensioensparen voor iedereen (niet alleen voor werknemers die onder een verplichtstelling vallen) wellicht een stap te ver is, met name bij zelfstandigen. Een mogelijke tussenvorm kan zijn automati- September 2016 9

sche deelname met een mogelijkheid tot opzegging voor wie bewust niet wil deelnemen; de vrije keuze van pensioenuitvoerder voor- en nadelen kan hebben. Concurrentie tussen uitvoerders kan prikkelen tot innovatie en kostenreductie, maar kan ook leiden tot hogere kosten wegens klantenwerving. Een goede marktwerking vereist dat aanbieders de belangen van de klant centraal stellen en dat klanten zich verdiepen in de producten en zich kritisch opstellen. Echter, pensioenen zijn complexe financiële producten die niet eenvoudig onderling te vergelijken zijn; vrije keuze van pensioenuitvoerder in combinatie met meer uitgebreide risicodeling niet goed mogelijk lijkt. Invoering van een acceptatieplicht en van verevening van langleven risico tussen uitvoerders kunnen hieraan bijdragen, hetgeen wel een belangrijke beperking is in vergelijking tot de bestaande situatie van risicodeling; een actieve rol van de overheid, sociale partners of werkgever bij de opzet van een regeling en bij afsluiting van contracten kan bijdragen aan kostenbeheersing en zorgen voor transparantie en daarmee bijdragen aan een goed pensioenresultaat. Nog (te) veel onduidelijk, maar wordt vervolgd Hoe het nieuwe pensioenstelsel in Nederland er uit zal zien blijft nog grotendeels onduidelijk. Omdat er met name aan de collectiviteit en solidariteit/risicodeling wordt gesleuteld, en de wijze van transitie van bestaande pensioenaanspraken en -rechten in het nieuwe stelsel nog uitgewerkt moet worden, is ook nog niet aan te geven welke effecten de verschillende stelsels hebben voor de diverse groepen van belanghebbenden bij de pensioenregeling. Marianne Meijer-Zaalberg 10