nett ehrlich hilfsbereit tierlieb treu chaotisch lieb schüchtern spontan Was sind deine Hobbys? Was machst du am liebsten am Wochenende? Was machst du in deiner Freizeit? Treibst du Sport? Spielst du ein Instrument? Ich spiele Fußball / Tennis / Volleyball. Ich spiele Klavier / Geige / Flöte. Ich segele / rudere gern. Ich mag Autos/ ausgehen/ Computerspiele. In meiner Freizeit koche/ bastele/ fotografiere ich gern. Ich lese gern. Ich kann gut lernen. Ich kann gut in einer Gruppe präsentieren. Ich kann schnell neue Informationen verarbeiten. Ich habe mein Diplom für Maschinenschreiben. Ich kann gut mit Computern umgehen. Ich bin eine soziale Person. Ich kann mich gut auf Deutsch ausdrücken. Ich spreche fließend Englisch. der Schwachpunkt schlimm
behulpzaam eerlijk aardig chaotisch trouw van dieren houden spontaan schuchter lief Wat doe jij in je vrije tijd? Wat doe jij het liefst in het weekend? Wat zijn jouw hobby's? Ik voetbal / tennis/ volleybal. Bespeel jij een instrument? Sport jij? Ik hou van auto's/ uitgaan/ computerspelletjes. Ik zeil / roei graag. Ik speel piano / viool / fluit. Ik kan goed leren. Ik lees graag. In mijn vrije tijd kook/ knutsel/ fotografeer ik graag. Ik heb mijn typediploma. Ik kan snel nieuwe informatie verwerken. Ik kan goed voor een groep presenteren. Ik kan me goed in het Duits uitdrukken. Ik ben een sociaal iemand. Ik kan goed met computers omgaan. erg de zwakke kant Ik spreek vloeiend Engels.
Ich bin ein schlechter Verlierer. Ich möchte immer Recht haben. Ich kann schlecht mit Kritik umgehen. Ich bin ziemlich chaotisch. Ich bin sehr ungeduldig. Ich bin immer unentschlossen. Ich könnte geduldiger sein. Ich könnte auch mal einer anderen Person Recht geben. Ich könnte ordentlicher sein. Recht haben Ordentlich sein Unentschlossen sein Recht geben Ungeduldig Chaotisch sein Wann sind Sie denn mit der Schule fertig? Ich mache im nächsten Sommer meinen Abschluss. Ich habe ein Praktikum bei Firma XYZ gemacht. Wie viele Praktika haben Sie gemacht? Während der Schulzeit habe ich zwei Praktika gemacht. Ich habe einen Sprachkurs in Berlin gemacht. Wo haben Sie schon gearbeitet? In den Ferien habe ich auf einem Campingplatz in Frankreich gearbeitet. Ich hatte viele verschiedene Aufgaben. Ich arbeite gern mit anderen Leuten zusammen. Haben Sie einen Führerschein? Warum haben Sie sich gerade bei uns beworben? Es gibt mehrere Gründe / warum mir diese Stelle gefällt. Ich mag die praktische Arbeit. Ich habe gern Kontakt mit Kunden.
Ik kan slecht met kritiek omgaan. Ik wil altijd gelijk hebben. Ik kan slecht tegen mijn verlies. Ik ben altijd besluiteloos. Ik ben zeer ongeduldig. Ik ben redelijk chaotisch. Ik zou meer geordend kunnen zijn. Ik zou ook een keer iemand anders gelijk kunnen geven. Ik zou geduldiger kunnen zijn. Besluiteloos zijn Geordend zijn Gelijk hebben Chaotisch zijn Ongeduldig Gelijk geven Ik heb stage gelopen bij firma XYZ. Ik doe volgende zomer examen. Wanneer doe je examen? Ik heb een talencursus gevolgd in Berlijn. Tijdens de schoolopleiding heb ik twee keer stage gelopen. Hoe vaak heb je stage gelopen? Ik had veel verschillende taken. In de vakantie heb ik op een camping in Frankrijk gewerkt. Waar heb je al gewerkt? Waarom heb je juist bij ons gesolliciteerd? Heb je een rijbewijs? Ik werk graag met andere mensen samen. Ik hou van het contact met klanten. Ik doe graag praktisch werk. Er zijn verscheidene redenen waarom deze baan me leuk lijkt.
Was würde ich da verdienen? Bekomme ich Fahrtkostenerstattung? Wie viele Urlaubstage habe ich? ungewöhnlich tätig sein herausfordern Das ist eine Weile her. die Kenntnisse die Fachsprache jemanden einstellen jederzeit die Entfernung zu dritt
Hoeveel vakantiedagen heb ik? Krijg ik reiskostenvergoeding? Wat zou ik dan verdienen? uitdagen actief zijn buitengewoon de vaktaal de kennis Dat is een tijd geleden. de afstand te allen tijden ieman aannemen met z'n drieën