Van organisch ontwikkelen naar organisch organiseren lessen over zelforganisatie uit Almere

Vergelijkbare documenten
Leren van zelforganisatie in Almere

Leren van Zelforganisatie in de ontwikkeling van Almere

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie

Grenzen verleggen in Oosterwold

WELKOM IN DE WORKSHOP: BURGERKRACHT: SAMEN VOOR BETER

Samenwerken aan welzijn

Plan van aanpak Nieuwe ruimte 2013

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren

Masterclass Vitaliteit in de buurt 19 oktober 2017

Regel die burgerinitiatieven

Marije van den Berg. knutselt aan een energieke samenwerking tussen overheid, politiek en gemeenschap

omgeving wereld regie vanuit de jongere Jongeren leren organiseren

1. De Vereniging - in - Context- Scan Wijk-enquête De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse Talentontwikkeling...

Burgerkracht in het Groen Relatie burgerinitiatieven en gemeenten

Programma-governance Internationale waterambitie

Even voorstellen: Marleen Sanders. Hoe realiseren we het warmtetransitieplan en van het gas af' Agenda. Even voorstellen: Guido van Loenen

Inwoners. Ik wil vrijwilligerswerk doen, maar kan/ wil die verantwoordelijkheid niet altijd dragen. context: waar sta je?

Stichting Vrienden van PARK VOSSENBERG

Op weg naar een integraal kindcentrum. Janny Reitsma

Procesambitie 1 Wij gaan experimenteren met de in de wet geboden ruimte voor lokale afweging

Netwerkregie. Een rampje op z n tijd is nooit weg! Hoe stuur je samenwerking en co-creatie. Sturingsparadigma creatiemacht. Organisatieregie 1

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Macht. Weten waarvoor je staat. Regievoeren als sturingsvorm. Hans Licht. Doorzettingsmacht versus Creatiemacht. Sturingsparadigma creatiemacht

*V Gemeente rs. Jur Botter, MPA

De Raad en de Omgevingswet

Overheidsparticipatie. Verwachtingen van bewoners.

De geleefde stad is de alledaagse stad waarin bewoners voortdurend (individuele) keuzes maken en initiatieven nemen

WIJ ZIJN ACTIUM EN DIT IS ONZE KOERS STRATEGISCHE KOERS

AANPAK BINNENSTAD SCHIEDAM

De weg naar zinvolle dagbesteding voor mensen met dementie. begeleidingsprogramma voor organisaties die zorg leveren aan mensen met dementie

Samen leren en verbeteren met mijnkwaliteitvanleven.nl

Nieuwe uitdagingen voor New Towns

Vergaderen in West Betuwe. Eerste gemeenschappelijke gedachtevorming binnen de raadswerkgroep Bestuur & Organisatie

De samenwerkende stad tussen strategische allianties en actief burgerschap. Frans Soeterbroek De Ruimtemaker Amersfoort 29 oktober 2018

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING

Bewoners gaan het doen...

Gereedschapskist co-creatie

Leidraad voor omgaan met initiatieven van inwoners of van de gemeente. Korte versie

Delfts Doen! Delftenaren maken de stad

De gemeente van de toekomst

Showcase. Jouke de Jong Lageweg PA Noordlaren mobiel Wat doe je

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN

Op welke manier zou een evenementenloket u kunnen helpen bij de organisatie?

Strategisch Communicatieplan Meedoen in Alblasserdam Augustus 2013

Belangstellingsbijeenkomst leernetwerk

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

OP ZOEK NAAR EEN PLATFORM VOOR DEBAT EN ACTIE: NAAR EEN NETWERK VAN EN VOOR DORPEN.

Ontdek jezelf. En je vak. Ik ben het ID

Informatie over bouwplannen die afwijken van een bestemmingsplan. Voor particuliere grondeigenaren, projectontwikkelaars en woningcorporaties

Profielschets. Hoofd Gebiedsontwikkeling. Gemeente Rotterdam. ERLY the consulting company Datum: december 2016 Adviseur: drs.

Ridderkerk dragen we samen!

Ontwikkelingstraject Omgevingswet

De Bakfiets. Jobcoaching. De Bakfiets. Onze dienstverlening. Coaching / Persoonlijke ondersteuning

Stedelijk netwerken en de verhouding met de publieke. sector. Filip De Rynck. Hogeschool Gent

Terugblik op de Kennisdag Participatie voor gemeenten En wat vinden de burgers ervan?

Leerling Gezel Meester Feedback. Zet in een kortcyclisch proces creatieve ideeën, specificaties en concepten om tot werkende prototypes

Hoe geef je nieuwe gastheren de ruimte bij beheer van en initiatieven in de buitenruimte?

Opleidingsprogramma DoenDenken

Aansprakelijkheid bij burgerinitiatieven

WAAROM IS OPDRACHT- GEVERSCHAP BELANGRIJK?

Sociale netwerkstrategie, zelforganisatie burgers en Wmo. GGD Flevoland 21mei 2015

BELEID WIJKGERICHTE BIJDRAGE 2016

Gebiedsontwikkeling. Historische achtergrond:

Nederlandstalige samenvatting [Summary in Dutch]

Kwaliteitszorg en/of het beleidsvoerend vermogen van scholen!? Jan Vanhoof SOK-studiedag 10 december 2010

Lijst Mogelijke ondersteuningsmogelijkheden

waar is ruimte in de stad?

Koning, keizer, admiraal: psychisch kwetsbaar zijn we allemaal.

Raadsvoorstel Modern welstandsbeleid

Integraal coachen. Meedenken en faciliteren bij ambities, dilemma s of problemen op de werkvloer

1 Visie op de webpresentatie

Tabel 3-1 bedragen x 1.000

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

Profielschets Raad van Commissarissen stichting TBV Vastgesteld op

VVG Congres Visie op de toekomst vanuit de markt

Overheidsparticipatie. Verwachtingen van bewoners. EEMSDELTA

Goed onderwijs, daar draait bij ons alles om.

Tendensen bevraging docenten

Teamevaluatie. Klantendag OR-ondersteuning 2019

Evaluatie Klachtencommissariaat. Conclusies en aanbevelingen

Workshop Samenwerken en weerstand

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR

Drempels. droom. werkelijkheid

LEFIER PROFIELSCHETS RAAD VAN COMMISSARISSEN MAART Profielschets raad van commissarissen Lefier ten behoeve van de werving 1

Leidraad communicatie en participatie particuliere (bouw)initiatieven

Geef aan in hoeverre u het eens bent met onderstaande stellingen (1 = volstrekt mee oneens, 5 = helemaal mee eens)

De rekenkamercommissie heeft voor het onderzoek offertes gevraagd aan 3 adviesbureaus en heeft de opdracht gegund aan Partners+Pröpper.

Wij. maken Dordt SAMEN AAN DE SLAG MET INITIATIEVEN. Wij maken Dordt Samen aan de slag met initiatieven

Geleerd in het Westerkwartier. Reflectie op het organiseren van het leren Jifke Sol ECS/SOL

DE STURING OP RUIMTELIJKE KWALITEIT IN DE ONTWIKKELING VAN NIEUWBOUWWIJKEN. 22 juni P5 - Roelof Achterveld

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

DOEL EN OPZET PROGRAMMA


Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 17 mei 2017 U Lbr. 17/028 (070) Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering

Opleidingsprofiel MPPM

9. Gezamenlijk ontwerpen

1. We willen doorgaan met behoud en versterking van de kwaliteiten van de IJsseldelta

MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN. Ruysdael onderzoek 2015

Toezicht- en toetsingskader

Notitie GONS werkwijze Juli 2015

Transcriptie:

Van organisch ontwikkelen naar organisch organiseren lessen over zelforganisatie uit Almere Beitske Boonstra, Ruben Vogel en Adriaan Slob (TNO Strategy and Policy) Paper ingediend voor de Plandag 2014 Thema Regie en Loslaten. Zaandstad, 22 mei 2014 Inleiding Particulieren spelen een steeds grotere rol in de ontwikkeling van de fysieke omgeving. Ondernemers, bewoners en anderen nemen vanuit hun eigen belang en met eigen middelen initiatief en dragen daarmee bij aan de verbetering van stedelijke kwaliteit. Dit betekent een significante trendbreuk met stedelijke ontwikkeling waarbij gemeenten, Rijk, woningcorporaties en ontwikkelaars leidend zijn. Er is dan ook nog weinig ervaring met planologische werkwijzen die inspelen op deze trend. Gemeente Almere brengt wel al sinds enige jaren werkwijzen in praktijk die op deze trend lijken aan te sluiten. Almere Poort werd stap voor stap bouwrijp gemaakt en ontwikkeld middels particulier opdrachtgeverschap. In Almere Nobelhorst wordt een nog meer organische ontwikkeling nagestreefd, waarin de initiatieven van eindgebruikers leidend zijn in het ontwikkelproces. Ook in de bestaande stad wordt steeds meer verwacht van het zelforganiserende vermogen van actoren. De gemeentelijke organisatie is de actieve burger tot dienst met loketten als de Kavelwinkel en het Ondernemersloket, en met de mogelijkheid om budget voor burgerinitiatieven aan te vragen. Dit alles wordt bekrachtigd door één van de Almere Principles: Vanuit de erkenning dat burgers de drijvende kracht zijn in het maken, behouden en verduurzamen van de stad, ondersteunen wij hun streven om hun unieke mogelijkheden te verwezenlijken, met bezieling en waardigheid. (Gemeente Almere, 2008). Almere biedt daarmee interessante lessen over wat het faciliteren van burgerinitiatieven vraagt van een gemeentelijke organisatie. Toch verloopt ook in Almere de interactie tussen burgerinitiatieven en de institutionele wereld van de gemeente niet zonder uitdagingen. Daarom stelden wij ons in dit onderzoek de vraag: Hoe verloopt de interactie tussen burgerinitiatieven en de gemeentelijke organisatie van Almere, en welke lessen en verbeterpunten kunnen daaruit gedestilleerd worden? Doel van het onderzoek was de gemeente inzicht te geven in hun rol ten opzichte van burgerinitiatieven, en om vaardigheden te ontwikkelen gericht op het stimuleren van initiatieven. Vier burgerinitiatieven en twee gemeentelijke uitnodigingsstrategieën zijn onderzocht. De casussen zijn in samenspraak met de gemeente bewust breed gekozen: in de bestaande en in de nieuwe stad, en gericht op de openbare ruimte, woonvoorzieningen en ondernemers. De vier burgerinitiatieven waren Experiment Zelfbeheer Hoekwierde, Vereniging Vrienden van het Cascadepark, Villa Corsini, Corsini Due en Corsini3 (samen de Corsini s ) en Stichting Art Culture (bekend van de City Sjopping Mol). Experiment Zelfbeheer Hoekwierde (EZH) s een initiatief waarbij buurtbewoners van de Hoekwierde (Almere Haven) het groen in hun buurt zelf zijn gaan beheren. Dit werd al langer informeel gedaan, en toen de gemeente bekend maakte bouwplannen 1

te hebben voor dat groen, kwam de buurt in opstand. De gemeente was tegelijkertijd bezig om bewoners bij het groot groen onderhoud in de wijk te betrekken, en in samenspraak is vervolgens gezocht naar een manier waarop het zelfbeheer formeel kon worden. De Vereniging Vrienden van het Cascadepark (VVvhCP) is opgericht toen bleek dat de plannen die de gemeente had voor het Cascadepark (Almere Poort) niet aansloten op de ideeën die de bewoners van Almere Poort hierover hadden. Wijkbewoners richtten een vereniging op om het overleg met de gemeente te structureren en ontwikkelden een eigen Programma van Wensen voor het park. De uitdaging is om het park stap voor stap te ontwikkelen volgens de wensen van de bewoners, ook al zorgt dit voor wrijving met de originele gemeentelijke plannen. Stichting Art Culture is ontstaan uit het idee om kunstenaars en creatieve ondernemers een podium te bieden en met elkaar in contact te brengen. Het begon met een festival en resulteerde in vier keer een Sjopping Mol, waarvan twee in het centrum van Almere (de City Sjopping Mol), en een reeks andere kunstprojecten. Het initiatief kreeg regelmatig hulp van de gemeente bij het leggen van contact met andere partijen, maar deed ook veel op eigen initiatief. De Corsini s ontstonden als initiatief voor collectief particulier opdrachtgeverschap voor starters. Nadat de eerste initiatiefnemers hun woonproject hadden gerealiseerd, Villa Corsini, besloten ze hun opgedane kennis in te zetten om andere bouwgroepen te begeleiden. Dit doen ze vanuit hun bedrijf 3CPO. De gemeente, die met name in Almere Poort graag meer bouwgroepen zou willen zien, betrekt 3CPO daarin als partner, zoals in de projecten Corsini Due en Corsini3. De twee onderzochte gemeentelijke strategieën gericht op het uitnodigen tot initiatief zijn Nobelhorst, Stadsdorp voor initiatieven en Zelf Bedacht Zelf Gedaan. Voor Nobelhorst, Stadsdorp voor Initiatieven, heeft de gemeente samen met woningbouw corporatie Ymere een uitnodigingsstrategie opgezet om initiatiefnemers in staat te stellen om dit nieuwe stadsdeel met hun eigen woonideeën te realiseren. Dit gebeurt onder andere met buurtcoöperaties die hun eigen collectieve voorzieningen ontwikkelen en beheren. Zelf Bedacht Zelf Gedaan is een vierjarig project waarbij bewoners van Almere Centrum en Almere Stad West initiatieven kunnen indienen om de leefbaarheid, veiligheid en sociale cohesie in hun wijk te verbeteren. Als een initiatief wordt goedgekeurd door een door de bewoners geleide regiegroep, wordt budget toegekend voor de uitvoering ervan. De casussen zijn geanalyseerd aan de hand van het door TNO ontwikkelde model voor zelforganiserend gedrag, waarmee verschillende vormen en fasen van zelforganisatie stap voor stap ontleed worden. Dit model onderscheidt vier typen gedrag, die tegelijkertijd kunnen plaatsvinden: 1) het in gang zetten van iets nieuws, 2) het verkennen van opties en medestanders, 3) het kiezen van focus en organisatievorm en 4) het werken met bestaande structuren (Boonstra, 2014). Dit model brengt het ontstaansproces van een initiatief in kaart, en maakt inzichtelijk welke posities particuliere initiatieven en professionele partijen ten opzichte van elkaar innemen om tot synergie te komen. Uitgaande van een aanpak die buiten start bij het initiatief en vandaar stap voor stap naar binnen de gemeentelijke organisatie in werkt, hebben we in eerste instantie gesproken met initiatiefnemers en in tweede instantie met diverse betrokkenen vanuit de gemeente. In derde instantie hebben we (beleids)notities over initiatieven, ruimtelijk beleid en organische gebiedsontwikkeling doorgenomen. De werelden van discipline en rhizoom Uit de analyse komt in eerste instantie een beeld naar voren van twee verschillende werelden. De ene wereld is die van het initiatief. Dit is een fluïde wereld, die met het moment meebeweegt en voortdurend in verandering is. Hij ontwikkelt zich organisch ontwikkelt, in netwerken en zonder vooropgezet stappenplan, door voortdurend nieuwe koppelingen met anderen te leggen. Deze wereld vertoont overeenkomsten met wat door de filosoof Gilles Deleuze rhizoom wordt genoemd. Een rhizoom is een ondergronds wortelstelsel dat zich uitstrekt in alle richtingen. Kiemen schieten 2

omhoog op onverwachte plekken en momenten, en kennen geen specifiek begin of einde. Iedere kiem is uniek, maar vertoont ook weer overeenkomsten met andere kiemen, zonder dat hun oorsprong eenduidig is of dat ze voldoen aan algemene kenmerken. Een rhizoom is een open en bewegend systeem waarbij het gaat om specifieke situaties, voortdurend experiment en tijdelijkheid (Van Tuinen et al. 2009). Dit is de wereld waarin initiatieven zich thuis voelen: gewoon [iets leuks] doen, van het een komt het ander en sterk geleid door de mogelijkheden van het moment. Anderzijds is er de wereld van de gemeente, gericht op het bieden van zekerheden, procedures, controle, randvoorwaarden en beleid. Deze wereld is sterk analoog met wat door de filosoof Michel Foucault discipline wordt genoemd. Volgens Foucault zijn wetten, gebouwen, infrastructuur, gewoontes en normen de consolidatie van machtsverhoudingen en is discipline gericht op het in standhouden daarvan. Het doel van discipline is normalisatie: onderscheid maken tussen datgene wat normaal (en dus gebruikelijk) is en wat daar buiten valt, buiten de wet, buiten de kaders van het beleid. Discipline werkt vanuit afgebakende gebieden, is gericht op het controleren van activiteit, richt zich op het opleiden tot binnen scholen en instituties en het stroomlijnen van processen. Ruimtelijke ordening is daarmee een typisch disciplinerende activiteit: onderscheid maken tussen wat wel en niet binnen het bestemmingsplan en zoneringen kan, en het stroomlijnen van verschillende ideeën en initiatieven richting één gedeeld plan (Hillier 2002). Sporen van deze wereld kwamen we tegen in de (beleids)notities over initiatieven, ruimtelijk beleid en organische gebiedsontwikkeling. AromA bijvoorbeeld, het Algemeen Ruimtelijk Ontwikkelingsmodel Almere, onderkent dat initiatieven van zowel bewoners, private ontwikkelaars, corporaties en de gemeente zelf kan komen. Maar ongeacht van wie het initiatief komt, stelt AromA dat geen ruimtelijk proces kan beginnen zonder startbesluit. Daarvoor zijn een ruimtelijke, planologische, juridische en financiële onderbouwing nodig (Gemeente Almere 2010). De publicatie Sturen en Loslaten richt zich op kaders waarbinnen initiatieven kunnen plaatsvinden, maar geeft ook de mogelijkheid om van regelgeving af te wijken als een ontwikkeling in zijn geheel een positieve bijdrage levert aan het plangebied (Gemeente Almere 2013). Het Manifest Uitnodigingsplanologie bevestigd dat de gemeente behoefte heeft om vast te leggen, maar dat het voor uitnodigingsplanologie is eerste instantie alleen maar nodig is om visie te bepalen, die pas uitgewerkt hoeft te worden als er iets gebeurt (Gemeente Almere 2012). De fundamentele verschillen tussen deze werelden zorgen regelmatig voor schuring, onbegrip en verwarring. Maar ze hebben elkaar ook nodig. Omdat een particulier initiatief uit een specifieke lokale context ontstaat en sterk wordt ingekleurd door de individuen die het initiatief trekken, laat het zich niet zo makkelijk in procedures of standaard benaderingen vangen. Toch zoeken ook initiatieven houvast en structuur waaraan ze zich kunnen hechten, en hadden behoefte aan vaste contactpersonen vanuit de gemeente om ze verder te helpen. Bij de gemeentelijke uitnodigingsstrategieën zien we juist een ontwikkeling in de richting van meer rhizomatisch werken. Regels en randvoorwaarden worden wel degelijk gesteld, maar deze geven steeds meer ruimte voor eigen invulling en dynamiek. Ambtenaren die zelf betrokken waren bij initiatieven benadrukten, net als de initiatiefnemers, het denken vanuit de lokale context, het stap voor stap opbouwen en meebewegen met het moment. De gemeente was een partner in de projecten en schakelde mee tussen partijen en diensten. Zij bood tegelijkertijd structuur en ondersteuning, door te faciliteren, aan te moedigen, te investeren en budget te verlenen. Tegelijkertijd werd geprobeerd om van ervaringen te leren, nieuwe werkvormen te ontdekken en nieuwe procedures op te stellen. Bij elk initiatief en strategie is zodoende sprake van overlap tussen disciplinerend en rhizomatisch werken. Het ene initiatief heeft weinig met de gemeente te maken en regelt veel zelf, het andere vormt zich meer naar de wereld van de gemeente. De ene uitnodigingsstrategie richt zich meer op de kaders, de andere meer op het meebewegen. Ieder initiatief en strategie bevindt zich zodoende op een eigen plek tussen de wereld van discipline en rhizoom in. 3

< Afbeelding 1: casussen op de schaal tussen discipline en rhizoom. > Initiator, navigator, wegbereider en disciplinair In de interactie tussen initiatief en gemeente, tussen wereld van discipline en rhizoom, herkenden we vervolgens vier rollen die keer op keer in de verschillende casussen terug kwamen. De initiator zegt: Dit gaan we doen! Dit kan een individuele bewoner zijn, een groep van actieve burgers, een ondernemer, een kunstenaar. Kenmerk van een initiator is dat hij een nieuwe weg in durft te slaan, het anders wil gaan doen en in beweging komt om een bepaalde situatie te veranderen. Hij geeft richting aan, brengt dingen in beweging en zet ambities om in concrete acties. De initiator werkt vanuit de unieke mogelijkheden die een bepaald moment en bepaalde plek bieden, vanuit een intrinsieke motivatie. Daarbij brengt hij een eigen netwerk, eerdere ervaringen en opgedane vaardigheden en zijn eigen persoonlijkheid mee. Zijn rol refereert aan het zelforganiserend gedrag van het anders willen doen en is sterk verankerd in de rhizomatische wereld. De navigator zegt: We zien gaandeweg wel hoe we moeten lopen. Navigatie staat voor het voortdurend bepalen van plek en situatie, om zodoende nieuwe en onvoorziene paden in de toekomst te vinden (Hillier 2011). Om gerealiseerd te kunnen worden, zal een initiatief zijn weg door verschillende gemeentelijke afdelingen heen moeten vinden, of er doorheen geloodst worden. Soms moeten bepaalde vraagstukken naar boven gesignaleerd worden om barrières te doorbreken. Dit alles is het werk van de navigator. De navigator maakt dingen mogelijk die nog niet vanzelfsprekend zijn, door met het initiatief mee te bewegen, uit te nodigen, te verleiden en verbindingen te leggen. Hij werkt vaak vanuit een professionele rol, bijvoorbeeld als gebiedsmanager, programmamanager, kwartiermaker, beleidsmedewerker of wijkregisseur. Toch is deze rol niet per sé aan een bepaalde functie of positie in de gemeentelijke organisatie gekoppeld. Of iemand navigator is, is veel meer afhankelijk van persoonlijke competenties en drijfveren. Iemand van de afdeling Vergunningen of een vakinhoudelijk expert kan net zo goed navigator zijn. In de onderzochte casussen komen we 4

bovendien navigators tegen als initiatiefnemers die zelf het contact tussen bewoners en de gemeentelijke diensten onderhouden, en adviserende organisaties die tussen de gemeente en de initiatiefnemers laveren. De rol van navigator kan per casus door één iemand worden ingevuld, maar vaak ook zijn er meerdere navigators actief per casus. De rol van navigator refereert aan het zelforganiserende gedrag gericht op het verkennen van verschillende mogelijkheden, het zoeken naar focus, richtingen en wegen om te gaan. Hij staat daarbij dicht tegen de rhizomatische wereld van het initiatief aan. De wegbereider slijpt eenmaal gevonden paden verder uit totdat een geijkte route is ontstaan, waar van gezegd kan worden: deze route nemen we voortaan. De wegbereider probeert uit de experimenten een logica te halen en deze te vertalen naar nieuwe procedures om onzekerheden en belemmeringen uit de weg te helpen. Zij zijn de mensen achter de programma s, werkwijzen, loketten etc. die de route van initiatieven bepalen. In Almere kunnen bijvoorbeeld de Kavelwinkel als geijkte ingang voor particulier opdrachtgeverschap, het Ondernemersloket voor vestigingsinitiatieven, en de uitnodigingsstrategieën Zelf Bedacht Zelf Gedaan en Nobelhorst Stadsdorp voor initiatieven, tot de producten van wegbereiders gerekend worden. De rol van wegbereider refereert aan het zelf-organiserende gedrag van het bepalen van focus en het vastleggen daarvan in bestaande structuren. De wegbereider staat hiermee een heel stuk dichter tegen de disciplinerende wereld van de gemeente aan. Niet buiten de paden treden! is tenslotte het uitgangspunt van de disciplinair. Hierbij gaat het niet meer zozeer om de individuele ambtenaar zelf, maar om het toepassen van elementen uit het ruimtelijke ordenings- en overheidssysteem, zoals een stedenbouwkundig ontwerp, budgeten, lopend beleid, vergunningen, bestemmingsplannen, planprocedures, criteria en randvoorwaarden. Het gaat hier ook om de kaders en randvoorwaarden waarbinnen de weg-bereidende programma s werken. Het doel van de disciplinair is het tegengaan van onzekerheden, het creëren en handhaven van eenduidigheid en het in stand houden van de gebruikelijke manier van werken. De disciplinair maakt daarbij gebruik van een onpersoonlijke wereld van papier en regelgeving. De rol van de disciplinair refereert aan het zelf-organiserende gedrag van het in stand houden van bestaande structuren. Dit is de kern van de gemeentelijke wereld: het bestuur zet lijnen uit, de disciplinair werkt deze uit tot beleidslijnen en legt daarover weer verantwoording af naar het bestuur. Van de vier beschreven rollen staan de disciplinair en de initiator het verst van elkaar af. Een initiator komt in contact met de disciplinair als een vergunning of subsidie wordt aangevraagd, of als er wrijving is tussen gemeentelijk beleid en het initiatief. Deze rol van de gemeente kan belemmerend werken ten opzichte van initiatieven, maar de initiatieven ook verder helpen in het bieden van houvast. Van alle rollen is echter de navigator de belangrijkste in het bij elkaar brengen van gemeente en initiatief. Zijn rol staat echter ook het verst af van het traditionele opereren van de overheid en voelt daardoor zeer expliciet het spanningsveld tussen de twee werelden. 5

< Afbeelding 2: de vier rollen, hun werelden en interacties. > Navigatie in zelforganisatie In het laatste deel van het onderzoek hebben wij ons specifiek gericht op de rol van de navigator. Een navigator kent de belangen van zowel het initiatief als de gemeente en tracht hier een weg tussen te vinden. De route is onbekend, waardoor het van belang is om snel te schakelen en verbindingen te leggen tussen verschillende disciplines. Een navigator kan vervolgens net zo goed als een initiator oplopen tegen de kaders van de disciplinair, of de criteria van de wegbereider. De uitdaging verschuift daarmee: in plaats van dat de initiator met de spanning tussen wereld van initiatief en wereld van gemeente te maken krijgt, neemt de (gemeentelijke) navigator deze voor zijn rekening. Uit de analyse en de interviews over de interacties tussen burgerinitiatieven en het ambtelijk apparaat zijn drie dilemma s geïdentificeerd waar navigators keer op keer tegen op blijven lopen. Deze dilemma s zijn teruggekoppeld aan gemeenteambtenaren en initiatiefnemers in een interactieve workshop, waarin de deelnemers aanbevelingen konden formuleren ter verbetering van de posities van navigators. Expertise delen en doorgeven. Ieder burgerinitiatief is uniek en specifiek voor de betreffende locatie en situatie. Betrokken personen brengen hun eigen ervaringen en competenties mee, en bouwen in het initiatief ook weer nieuwe, unieke ervaringen en competenties op. Dit maakt kennisopbouw lastig: er is geen eenduidigheid in de manieren van werken, weinig is vast te leggen in functieprofielen of protocollen, en kennis is verspreid over individuen die zelf ook mobiel zijn. Continuïteit en kennisopbouw zijn daarom niet vanzelfsprekend. Juist daarom is het waardevol om de ervaringen en expertises die door de initiators en navigators wordt opgebouwd, beter te delen, aan te spreken, te verbinden en door te geven. Als mogelijke nieuwe richtingen worden in de workshop genoemd: deel informatie tussen initiatiefnemers en gemeente, maak jezelf vindbaar voor initiatiefnemers en collega s, evalueer wat er rondom een initiatief gebeurt, zorg voor continuïteit bij overdracht. 6

Verantwoording en verantwoordelijkheid. Het navigeren vindt plaats tussen de wereld van experimenteren zonder voorop gezet plan en de wereld van gemeenschapsmiddelen, algemeen belang, verantwoording in uren en budget, een politieke afrekencultuur. Voorbeelden van zulke dilemma s zijn toezeggingen zonder collegebesluit, of bewoners die iets op eigen risico willen doen maar zich toch aan gemeentelijke richtlijnen moeten houden. Meerdere navigators geven aan regelmatig tussen ambtelijke organisatie en initiatief klem te zitten: soms samen met de initiatiefnemers tegenover collega s, en soms samen met collega s tegenover de initiatiefnemers. Daarnaast kost het laveren tussen gemeente en initiatieven vaak veel tijd, wat niet altijd gedekt wordt als het niet als kerntaak van de gemeente wordt gezien. Vier mogelijke nieuwe richtingen worden genoemd die hier verandering in kunnen brengen: (ver) deel verantwoordelijkheid tussen initiatief en gemeente, en accepteer als gemeente dat je niet alle verantwoordelijkheid hoeft te hebben; durf te (be)vragen, niet alle regels staan even vast; regel ruimte, risico, rugdekking bij bestuur; claim succes zodat het zichtbaar wordt wat je doet. Navigatie-instrumenten. Bij navigeren moet men gaandeweg de te bewandelen paden vinden. Zonder instrumenten en plaatsbepaling gaat dit niet. Hoe verder een navigator van de gemeente afstaat hoe groter het gevaar is dat hij los zingt van de organisatie, maar juist hoe beter ze het doen voor het initiatief. Hoe beter mensen in staat zijn om ver af te gaan staan en toch de verbinding met de gemeente te houden (communicatie met de organisatie), hoe beter de interactie kan verlopen. Een belangrijke vaardigheid van deze contactpunten is communicatiegevoeligheid (met de organisatie, met het initiatief), omgaan met onzekerheid en improvisatievermogen. Als mogelijke nieuwe richtingen worden genoemd: leg en onderhoud contacten en kies bewust je locatie; voorzie in informatie; adopteer een initiatief. En tot slot: navigeer! Of wel: gewoon doen. Organisch organiseren De PlanDag 2014 richt zich op het vraagstuk Regie en Loslaten, een vraagstuk dat noopt tot een kritische reflectie op onze huidige planningspraktijk. In Nederland doet zich momenteel een (voorzichtig) economisch herstel voor, maar de beweging van particuliere initiatieven die leek te ontstaan uit economische stagnatie, neemt een steeds structurele rol in de stedelijke ontwikkeling in. Met andere woorden: de initiatieven zijn here to stay. Daarom zullen overheden en planners ook moeten blijven zoeken naar manieren om dit soort ontwikkelingen te faciliteren en te stimuleren. Puur blijven werken vanuit bestaande instituties is belemmerend, maar het volledig in handen geven van ruimtelijke ontwikkeling aan maatschappelijke partners is ook zeker niet aan de orde. In Vlaanderen heeft dit immers geleid tot een sterk versnipperde eigendomsstructuur, onontwikkelde plekken en een eindtoestandsplanning die vaak ver van de zich ontwikkelende realiteit afstaat. Het is ook geen of / of verhaal, zo blijkt uit het onderzoek in Almere. Om de interactie met burgerinitiatieven te optimaliseren, een faciliterende overheid te zijn die ruimte geeft aan initiatief en organische ontwikkeling stimuleert, staat de gemeentelijke organisatie voor een tweeledige uitdaging. Enerzijds moet de gemeentelijke organisatie de traditionele rol van disciplinair blijven invullen, anderzijds moet zij ook de rollen van navigator en wegbereider oppakken en binnen de organisatie mogelijk maken. De uitdaging zit dan niet zozeer in het opstellen van plannen, richtlijnen of procedures die organische ontwikkeling mogelijk maken, maar in het ontwikkelen van werkwijzen die in de dynamiek van burgerinitiatieven kunnen meebewegen. In plaats van kiezen tussen regie en loslaten, is het zaak om een planningsstrategie te vinden die laveert tussen afbakening en meebewegen. Uit het voorbeeld van Almere zijn voor beiden landen aanknopingspunten voor zo een planningsstrategie. De gemeentelijke organisatie zal zich niet alleen moeten richten op organisch ontwikkelen, maar juist ook op organisch organiseren. 7

Om organisch organiseren mogelijk te maken, zullen de rollen van disciplinair, wegbereider en navigator binnen de gemeentelijke organisatie verder geoptimaliseerd moeten worden. Hiervoor is een continue verander- en leerproces nodig waarin representanten van de verschillende werelden elkaar regelmatig ontmoeten. Dan gaat het vooral om het delen en uitwisselen van percepties en ervaringen, en het vinden van nieuwe relaties en nieuwe samenwerkingen, naast het onderhouden van bestaande rollen en relaties, het werk van de initiators en navigators. Pas in laatste instantie zou dit alles vertaald moeten worden naar nieuwe procedures, nieuwe manieren van organiseren of nieuwe structuren in de gemeente (cf. Van Buuren et al., 2010). Dat is het werk van wegbereiders en disciplinairs. Hun opgave is om in de gemeentelijke organisatie een cultuur creëren waarin de navigator optimale bewegingsruimte heeft en de disciplinair zijn lijn optimaal kan beheren. Dit proces van verandering en leren kost tijd, maar is wel een belangrijke basis onder het rhizomatisch werken. Literatuur Boelens, L. (2009), The urban connection an actor-relational approach to planning. Uitgeverij 010: Rotterdam Boonstra, B. (2014), Mapping the Trajectories of Self-organization Four Types of Behavior and two Danish Eco-Villages. In: Town Planning Review Special Issue on Self-organization. Forthcoming. Gemeente Almere (2008), Almere Principles Gemeente Almere (2010), AromA Algemeen Ruimtelijk Ontwikkelingsmodel Almere Gemeente Almere (2011), Ontwikkelstrategie Almere Oosterwold Gemeente Almere (2012), Manifest Uitnodigingsplanologie Gemeente Almere (2013), Sturen en Loslaten Hillier, J. (2002), Shadows of Power An Allegory of Prudence in Land-Use Planning. Routledge: London Hillier, J. (2011), Strategic navigation across multiple planes Towards a Deleuzean-inspired methodology for strategic spatial planning. In: Town Planning Review, 82 (5) 2011 doi:10.3828/tpr.2011.30 Van Buuren, A.W., J.M. Buijs, A.F.L. Slob (2010), Consolidating Governance Capacity in Complex Networks, Changing Perceptions, Relations and Institutions in Different Contexts, International Public Management Review, 2010, 11, 1, 34-512 Van Tuinen, S., Schuilenburg, M. and Romein. E. (2009), Qu est-ce que la philosophie? De voorwaarden van het denken volgens Deleuze and Guattari. In : Romein, E., Schuilenberg, M. and Van Tuinen, S (eds.), Deleuze Compendium, p. 21-46. Boom: Amsterdam 8