Basisinkomen anders bekeken

Vergelijkbare documenten
28 april 2017 Basisinkomen van OBi naar Negatief IB 5 x vergelijken

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

2 mei 2017 Basisinkomen van OBi tot Neg IB multiplier

Vraag Antwoord Scores

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Domein E: Concept Ruilen over de tijd

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Keuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.

Eindexamen economie havo I

UIT theorie ASAD

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?

Uitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen economie vwo II

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

Koopkracht van 65-plussers

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7

Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.

4.1 Klaar met de opleiding

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002

UIT theorie Fisher

Eindexamen economie havo II

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen economie 1 havo 2004-II

Vraag Antwoord Scores

Algemene economie P3 Auteurs: dr. R. Schöndorff, drs. J.F.B. Pleus en dr. C.A. de Kam

Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I

Eindexamen economie 1-2 vwo II

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD

Eindexamen vwo economie 2014-I

Praktische opdracht Economie Prijsveranderingen door de Euro

Eindexamen havo economie oud programma I

Het rapport van de commissie van Dijkhuizen "Naar een activerender belastingstelsel".

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Vraag Antwoord Scores

Voorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten

9,6. Samenvatting door N woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. Begrippen

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo II

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan euro.

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd?

Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25%

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Eindexamen economie vwo I

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

Mag ik dan nooit meer stoppen met werken?

Examen HAVO. Economie 1

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Praktische opdracht Economie Euro

Eindexamen vwo economie 2013-I

Opdracht Levensbeschouwing AOW-leeftijd

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, De collectieve sector

Zorgtaken voor de gemeente

Eindexamen economie 1-2 vwo I

Samenvatting Economie Jong & Oud

Bruto binnenlands product

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Praktische opdracht Economie De kredietcrisis en verder


Kwalitatieve gevolgen voor de werkgelegenheid op korte termijn van de tegenbegrotingen

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009

Eindexamen vwo economie II

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eindexamen economie 1 havo I

Kinderbijslag op maat voor de toekomst

Koopkrachtverandering van ouderen

Aantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen

Eindexamen economie 1 vwo I

De optelsom van alle bruto toegevoegde waarden die in een land gedurende een jaar zijn gemaakt, is gelijk aan het bbp.

Koersvast in onzekere tijden Miljoenennota 2012

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

H1: Economie gaat over..

Eindexamen economie havo I

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * Als %

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-II

Transcriptie:

Basisinkomen anders bekeken Voorwoord Basisinkomen vernieuwd Alternatief door FNV Uitkeringsgerechtigden Naar aanleiding van een gesprek met de vakbondseconoom die vroeg of op een eenvoudige manier ook bereikt kan worden wat nu met een basisinkomen geprobeerd wordt, zijn hier een paar argumenten op een rij gezet. De minder vergaande maatregelen zijn de afgelopen jaren weggedaan door de politiek. De huidige en voorgaande regeringen ontzeggen mensen met een uitkering recht op economisch rationeel gedrag. Economisch rationeel is bijvoorbeeld samenwerken als dat tot wederzijds voordeel leidt. Mensen in een uitkeringssituatie dienen eventueel voordeel van activiteiten en gedragingen direct in te leveren bij de uitkerende instantie, die dat eist voor de gemeenschap. Dat geldt voor kleine bijbaantjes en klusjes, samen wonen, samen doen, etc. Een eenvoudige aanpak van een onvoorwaardelijke uitkering op minimum niveau, zoals voorgesteld wordt in de negatieve inkomstenbelasting, is niet echt ingevoerd. De mogelijkheid is er, was er, maar er wordt op beknibbeld op allerlei dubieuze gronden. De gemeenschap eist van niet-werkenden dat zij hun uiterste best doen om een baan te vinden. De vraag is of dat verstandig is, een goede werker haalt meer uit zijn of haar baan dan een klein beetje geld. Bovendien ontbreekt het aan voldoende inzicht in de economische werkelijkheid. Dat economische inzicht ontbreekt bij de opdrachtgevers voor het doen van je uiterste best en bij de uitvoerende organisaties en personen. De gestelde eisen en de dwang zijn buitenproportioneel en kosten meer dan ze opleveren. Er zijn geen bedrijven meer waar men met handmatig bloemen vouwen, papier verzamelen, aan elkaar nieten en schoenen poetsen geld verdient. De hoogte van de uitkeringen moest zo nodig omlaag om het werken te stimuleren. Verdere economische krimp werd daarbij voor lief genomen. De politiek heeft als dogma dat ze niet mag interveniëren in het natuurlijke verloop van de markt. Dit is een sprong terug in de tijd. Een machteloze overheid die alleen de gemeenschap mag dwingen zich aan te passen aan de wensen van de natuur van het bedrijfsleven. Erger nog, er zijn mensen die daartoe graag de zweep ter hand nemen als er geen werk is, geen wortel, de ezel moet voort. Opnieuw een gemiste kans voor de gemeenschap. Er lijkt een oorlog aan de gang, een sociale oorlog van de gegoede welvarende middenklasse tegen hen die uitgestoten zijn. Het lijkt alsof de vakbond, zoals wel vaker, de kant gekozen heeft van de gegoede welvarende werkende middenklasse. Men lijkt over het hoofd te zien dat het een verdwijnende middenklasse klasse dreigt te worden. Gelukkig is er FNV Uitkeringsgerechtigden. Nou maar hopen dat Uitkeringsgerechtigden voor FNV het verschil kan maken. Bijvoorbeeld door het basisinkomen als reële politieke en economische optie aan te bieden voor de FNV als geheel. Johan Horeman, 18 augustus 2016 Johan Horeman een politiek economische evaluatie 1 / 9

Basisinkomen anders bekeken Inhoudsopgave Voorwoord... 1 Een korte inleiding vanuit een politiek economisch gezichtspunt.... 2 Basisinkomen... 2 Negatieve inkomstenbelasting... 2 Vreedzaam... 3 Dynamisch... 3 Doel basisinkomen... 6 Economische groei... 6 Economische groei heroverwogen... 7 Nationale rekening... 8 FNV UG Basisinkomen... 9 Een korte inleiding vanuit een politiek economisch gezichtspunt. Wat is een basisinkomen? Een basisinkomen is een inkomen voor iedere volwassene in de gemeenschap. Dat basisinkomen maakt het mogelijk te functioneren als lid van de gemeenschap. Wil je meer inkomen, dan moet je dat zien te verdienen met activiteiten die geld opleveren. Dat kunnen commerciële activiteiten zijn, werken als zelfstandige maar ook activiteiten in loondienst. Ook is het mogelijk in de gemeenschap actief te zijn zonder daarvoor betaling te verlangen. Hoewel, het kan gaan schuren als sommigen wel en anderen niet betaald worden voor dezelfde werkzaamheden. Vrijwilligerswerk heeft ook een prijs. Waar geen aandacht aan wordt besteed zijn de bijna 50 verschillende regelingen om speciale groepen te beschermen en dan eventuele verkeerde effecten weer ongedaan te maken. Basisinkomen Basisinkomen is een politieke zaak. Waarom? Het heeft te maken met de gezaghebbende toedeling van waarden. Een basisinkomen betreft iedereen, en moet daarom ook door iedereen geaccepteerd worden. Iedereen krijgt een basisinkomen en iedereen moet er naar inkomen aan meebetalen. Gezag is nodig om dat door te kunnen voeren. Gezag wordt wel omschreven als goed kunnen uitleggen. Volksvertegenwoordigers die verstand van zaken hebben voeren het in en leggen uit waarom het goed is. Het is geen wraak van de armen op de rijken, geen nieuwe Robin Hood methode. Het is geen wraak van de rijken op de armen, zoals de huidige participatiewet en de samenlevingskorting. Invoeren van een basisinkomen is een manier om een maatschappij vreedzaam en dynamisch te laten functioneren. Negatieve inkomstenbelasting Mensen die vinden dat een basisinkomen te veel kost, denken vaak aan negatieve inkomsten belasting. Eigenlijk vreemd dat ze dat nog niet ingevoerd hebben. Het heeft net zoveel negatieve effecten als de huidige bijstand, WWB, maar is veel goedkoper. Iedereen zonder inkomen krijgt negatieve belasting, iemand met een beetje inkomen ook. Tot men meer ver- Johan Horeman een politiek economische evaluatie 2 / 9

dient dan de negatieve inkomstenbelasting, dan gaat men belasting betalen. Dat is demotiverend als je weinig verdient. Waarom zou je een beetje werken? Veel verdienen dat loont. Groot voordeel van negatieve inkomstenbelasting is wel dat de intensieve controle niet nodig is. Blijkbaar wil men anderen nog steeds veel controleren, ondanks de herhaalde roep om minder regels. Vreedzaam Men is vreedzaam en bevrijd als gevolg van de invoering van het basisinkomen, omdat niemand iets te kort komt. Het is dynamisch omdat iedereen zijn of haar plannen kan proberen te realiseren. Vreedzaam en dynamisch zijn de kernwoorden voor mensen die een basisinkomen voorstaan. Belangrijk is ook dat niemand op achterstand geplaatst wordt door problemen in de omgeving, zoals nu gebeurt in de participatiemaatschappij. Daar worden mensen verplicht werkzaamheden te verrichten die hen niet aan werk helpen, maar de regerende elite helpt werk tegen minimale (soms geen) kosten te laten uitvoeren. Ze noemen het participeren en wederkerigheid, maar het is dwang en moeten werken voor iets waar je recht op hebt volgens de grondwet 1. Het is een hedendaagse invulling van horigheid of serfdom, die mensen gebonden aan stad of land verplicht diensten voor de heersers te verrichten, z.g. Herendiensten 2. Dynamisch Als mensen vrijgemaakt zijn van de ballast van de zorgen voor het directe bestaan, en vrij zijn gemaakt van de vele controlerende dwangmaatregelen van de huidige overheden, zowel nationaal als gemeentelijk, ontstaat de basisvoorwaarde voor het individu zich in vrijheid te ontwikkelen. Bovendien wordt hiermee ruimte gecreëerd in de bestedingen van de overheid. Controle en dwang zijn niet kosteloos. De behoefte aan controle en wraak van politici kost veel geld en veroorzaakt veel lijden. Voor de gezaghebbende toedeling van waarden moeten eerst de persoonlijke waarden tegen het licht gehouden worden. Wat is een argument tegen de welvarende Nederlander die zegt geen behoefte te hebben aan extra geld in de vorm van een basisinkomen? Wat is het argument tegen de rechtlijnige Nederlander die zegt dat iedereen moet werken voor zijn brood? Het antwoord ligt in het principe dat in een natuurlijke staat iedereen de kans en de mogelijkheid heeft de natuur te bewerken. Die mogelijkheid is er nu niet meer. De opbrengst van de natuur wordt aan de gemeenschap verder geleid door het heffen van belastingen. Die belastingen geven de mogelijkheid om iedereen een basisinkomen te geven. Zo houden we contact met elkaar en het werk in ons land. Het economische beeld Met economische grafieken kan snel duidelijk gemaakt worden hoe een en ander, het huidige stelsel en het basisinkomen, uitwerkt voor de gemiddelde Nederlander in zijn groep. In de volgende grafiek wordt de overgang getoond van de groep Nederlanders die volwassen zijn, 18 jaar en ouder, en geen inkomen hebben. Zij krijgen als volwassen Nederlanders het basisinkomen. Er is geen studie-inkomen en kinderen tot de leeftijd van 16 jaar geen kindinkomen. Dat wordt gezet naast het idee van een basisinkomen van 9.714 gemiddeld per jaar. 1 artikel 20 grondwet bestaanszekerheid. 1. De bestaanszekerheid der bevolking en spreiding van welvaart zijn voorwerp van zorg der overheid. 2. De wet stelt regels omtrent de aanspraken op sociale zekerheid. 3. Nederlanders hier te lande, die niet in het bestaan kunnen voorzien, hebben een bij de wet te regelen recht op bijstand van overheidswege. 2 Een herendienst is een dienst die een bepaalde groep personen aan een vorst of edele moet leveren. In de Bijbel wordt regelmatig gewag gemaakt van herendiensten die aan overwonnen vijanden werden opgelegd. In de Middeleeuwen waren de horigen verplicht om herendiensten aan hun heer te verlenen. Deze bestonden uit een aantal bij contract afgesproken werkdagen. [Wikipedia] Johan Horeman een politiek economische evaluatie 3 / 9

Ongeveer 21% van de Nederlandse bevolking is jonger dan 18 jaar 3, vandaar dat de toekenning van het basisinkomen begint bij het 22 ste percentiel van de bevolking. De grafieken laten zien wat men nu krijgt rond de 18 jaar, en wat men zou krijgen als er een basisinkomen wordt ingevoerd volgens de wensen van FNV Uitkeringsgerechtigden. De verschillen zijn meteen interessant opvallend. 12.000 inkomens en belastingen in de volkshuishouding rond volwassenheid 12.000 FNV UG Bi inkomens en belastingen in de volkshuishouding rond volwassenheid 10.000 10.000 8.000 8.000 6.000 6.000 4.000 4.000 2.000 2.000 - -2.000-4.000 13 14 15 16 17 18 19 20 nw gemidd ink per percentiel 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 gemidd belasting 31 32 33 - -2.000 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28-4.000 nw opgesch gemidd ink per percent gemidd belasting 29 30 31 32 33 Uit dit bovenstaande beeld blijken nog een paar vooronderstellingen. Over elk inkomen wordt belasting betaald, directe belasting; het basisinkomen van 9.714 is daarvan vrijgesteld; In het huidige belastingstelsel bestaat een negatief inkomen, 2.242, bij het basisinkomen niet 4. Alle uitgaven die met het beschikbare inkomen gedaan worden dienen BTW te betalen, indirecte belasting; De bedragen hebben betrekking op het gemiddelde inkomen van 1% groepen van de bevolking waarbij verschillen optreden tussen inkomen, belastingafdracht, besteedbaar/beschikbaar inkomen, en BTW betaling. Duidelijk zichtbaar is dat eventueel ondernemersverlies, 22 ste percentiel, leidt tot minder belastingafdracht. Gaat men meer verdienen, vanaf het 23 ste percentiel, waar de negatieve inkomstenbelasting geldt, dan neemt de belastingafdracht toe en blijft het besteedbaar inkomen gelijk. Vanaf het 27 ste percentiel neemt het inkomen meer toe dan 2.242, dan neemt het beschikbare inkomen toe, maar minder dan dat het inkomen toeneemt. Dat lijkt terecht. Voor de bovenstaande berekeningen is gebruik gemaakt van het huidige systeem van inkomstenbelasting, met belastingvrije voet en de vier schijven met 36,55%, 2 x 40,40% en 52,00% voor al het meerdere inkomen boven de 66.421. Voor het FNV UG basisinkomen gelden andere cijfers. Er zijn 6 schijven. Schijf 0 betreft het basisinkomen met 0% belasting. schijf 1 tot 10.000 eist 50% belasting, schijf 2 van 10.000 tot 30.000 eist 52,5%, schijf 3 van 30.000 tot 50.000 eist 57,5%, schijf 4 van 50.000 tot 100.000 eist 60%, schijf 5 van 100.000 tot 180.000 eist 65%, en schijf 6 eist 70% van al het inkomen boven 180.000. 3 De cijfers wisselen regelmatig. Nu lijkt de vergrijzing door te zetten maar het is even een dipje. 4 Het toepassen van de nieuwe vorm van heffingskorting en arbeidsaftrek op alle inkomens laat het beschikbare (besteedbare) inkomen 20 mld. (7,2%) hoger uitkomen. Wordt een negatief inkomen ter hoogte van het basisinkomen ingevoerd, dan is het beschikbare inkomen 45 mld. (14,5%) hoger, maar het BNP daalt. Johan Horeman een politiek economische evaluatie 4 / 9

Een belangrijk inkomen in de inkomensdiscussie is vaak het modale, het meest voorkomende, inkomen. Dat is volgens het CPB tegenwoordig ca. 36.500. Hier telt het oplichtende kolomgemiddelde van het 74 ste percentiel met 36.078 voor de bestaande inkomensverdeling. Er wordt 12.900 belasting afgedragen om ruim 23.000 inkomen beschikbaar te hebben voor bestedingen. Gaan we uit van opgeschoonde inkomens, d.w.z. inkomens zonder uitkeringen, dan ligt het modale inkomen van de verdiende inkomens rond 36.500. Hier telt het oplichtende kolomgemiddelde van het 78 ste percentiel met 36.523 voor de opgeschoonde inkomensverdeling. Duidelijk is te zien dat de belasting hoger is in de grafiek van FNV UG Bi. Het modale inkomen wordt pas bereikt als 77% van de bevolking voorbij is gegaan. Het beschikbare inkomen is bij het modale inkomen praktisch 27.000 bij een belastingafdracht van 19.250. 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 - -10.000-20.000-30.000 inkomens en belastingen in de volkshuishouding rond modale inkomen 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 82 83 84 85 nw gemidd ink per percentiel gemidd belasting 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 - -10.000-20.000 inkomens en belastingen in de volkshuishouding rond modale inkomen FNV UG Bi 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 82 83 84 85-30.000 nw opgesch gemidd ink per percent gemidd belasting Het effect van de FNV UG progressieve inkomstenbelasting werkt vooral bij de hoogste inkomens door. Hoewel, het effect is daar kleiner. De veelverdiener vangt minder meer, en betaalt daar meer belasting over. De echt hoge inkomens worden door de massa weggefilterd. Publieke hoge inkomens zoals die van 1.500.000 5 zitten in de laatste 1%, het 100 ste percentiel, dat een gemiddeld inkomen van slechts 209.000 toont. inkomens en belastingen in de volkshuishouding richting top 250.000 inkomens en belastingen in de volkshuishouding richting top FNV UG Bi 250.000 150.000 150.000 50.000 50.000-50.000 80 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100-50.000 80 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100-150.000 nw gemidd ink per percentiel gemidd belasting -150.000 nw opgesch gemidd ink per percent gemidd belasting De voordelen van het basisinkomen voor veelverdieners vallen tegen door twee oorzaken. De eerste oorzaak is een progressieve inkomstenbelasting en de neiging om meer dure zaken te kopen. De tweede oorzaak is de relatieve waarde van meer geld. 1 meer als je al 5 Zoals de bestuursvoorzitter van Achmea die daarmee ver boven de Balkenendenorm van nu, 178.000 zit. Balkenende zelf trouwens ook. Hij strijkt meer dan vier ton op bij Ernst en Young, E-Y accountants en adviseurs. Wat te denken van de staatsbank ABN Amro top die meer dan 600.000 op de bankrekening ontving. Johan Horeman een politiek economische evaluatie 5 / 9

over 100.000 beschikt is een toename van 1/100.000 (0,00001) terwijl een toename met 1 als je over 100 beschikt een toename van 1/100 (0,01) is, duizend keer zo veel. Dezelfde omgekeerde redenering geldt voor kopen van dingen. Alles is goedkoper als je rijk bent. De prijs is een principe, geen bestedingsprobleem. Vraag het maar aan de minima, die kennen het vanaf de andere kant. Doel basisinkomen Doel van een basisinkomen is mensen zonder inkomen, of met weinig inkomen, een zekere bestaansbasis te geven opdat ze maatschappelijk en economisch beter kunnen functioneren. Nevendoel is dat door de toegenomen inkomens de economie zal groeien. Mensen met weinig of geen inkomen hebben veel onbevredigde behoeften die ze zullen gaan bevredigen. Hun geld wordt snel omgezet in koopkrachtige vraag, wat leidt tot economische groei. Dat leidt weer tot meer banen. Een inzicht dat de huidige regering niet wil(de) hebben. Voor de hogere inkomens zal dat minder gelden. Zij hebben minder onbevredigde behoeften en zullen eerder geneigd zijn geld opzij te zetten. Dit oppoteffect zal enigszins worden voorkomen door progressieve belastingen. (Wat zij niet uitgeven wordt hen afgenomen.) Anderen zien meer inkomen bij de middenklasse en de hogere middenklasse juist als manier om de economie te stimuleren. Dit geld zal naar beneden druppelen doordat welgestelden het uitgeven. Zo komt het geld in hele economie terecht. Ook bij lage inkomensgroepen die het weer snel zullen uitgeven. De laatste jaren hebben echter laten zie dat dit niet werkt. De lage inkomens werden beperkt in hun mogelijkheden. De hogere inkomens hadden genoeg, gegeven de stabiele inkomens met lagere prijzen en geen inflatie. De welvaart van de hogere inkomens druppelde niet de economie in omdat er angst gecreëerd werd over de toekomst, gesteund door draconisch beleid dat geïmplementeerd werd om het over 20 jaar beter te laten gaan. Opgemerkt moet ook worden dat, als men het over 2 x modaal heeft, over 73.000, dat dit inkomens zijn in de laatste 5% van het inkomensgebouw. 95% van de inwoners van Nederland hebben minder inkomen. Of het met de recente belastingverlagingen beter zal gaan is de vraag. Het is een belastingverlaging voor groepen inkomens tot 98% van de bevolking, de groep die het toch al goed ging. Het zoet dat uitgestrooid wordt voor de verkiezingen is niet effectief als het geloof in de economische opleving niet bevestigd wordt. De media doen hun best door telkens groei te melden en te voorspellen, maar dat doen ze al jaren. Waar zit het minimumloon, waar zit de bijstand? In het model van de huidige inkomensverdeling zit het minimumloon in het 53 ste percentiel en de bijstand, 70% van het minimumloon, in het 42 ste percentiel. Het minimumloon houdt een beschikbaar inkomen van 13.262 over terwijl het paar in de bijstand 9.469 beschikbaar heeft. In de berekening volgens het de voorwaarden van FNV UG Bi zijn die bedragen en posities anders. De positie van het minimumloon is nu in het 58 ste percentiel met een beschikbaar inkomen van 19.061. Een inkomen ter grootte van de bijstand, die niet meer bestaat maar gebruikt wordt als referentie, zit dan in het 49 ste percentiel en heeft een beschikbaar inkomen van 16.407. Of het met een basisinkomen beter zal gaan hangt ook af van hoe de maatschappij reageert. Als de hogere inkomens hun geld verder oppotten en niet uitgeven zal er weer geen doordruppeleffect optreden. Dat doordruppelen is niet het doel van het basisinkomen, maar het zal wel helpen. Economische groei Het doel voor invoeren van een basisinkomen is de lagere inkomens de mogelijkheid te geven om hun (uitgestelde) behoeften te bevredigen waardoor de economie wel een stimulans krijgt. Deze stimulans komt niet van de staat in de vorm van investeringen in collectieve goe- Johan Horeman een politiek economische evaluatie 6 / 9

deren en diepte-investeringen volgens het Keynesiaanse model. Dat versterkt meestal wel de economie, maar ook de bestaande verhoudingen. De invoering van het basisinkomen creëert vrijheid van consumeren en ondernemen voor mensen die daarvan tot nu toe voor een groot deel uitgesloten waren door geldgebrek. Het heeft een andere benadering van de economie. Koopkracht aan alle mensen gegeven, niet aan de gevestigde posities 6. Het is ook een manier om het geloof in de markt, de consumptieve vraag, en het aanbod van ondernemende mensen te ondersteunen. Het is geen groei die uit het buitenland moet komen omdat Nederland nou eenmaal een handelsland is. De export groeit al jaren. Het overschot op de handelsbalans ook. De Nederlandse economie is een beetje een parasitaire economie. Als anderen de economie stimuleren dan profiteren we graag mee. Zelf zijn we de motor liever niet. Juist dat verandert als het basisinkomen wordt ingevoerd. Dan kan de eigen vraag de economie stimuleren. Niet de berekenende en risicomijdende consumptie van de hogere inkomensgroepen, maar de consumptie van mensen die echte behoeften hebben. Economische groei heroverwogen Economische groei ontstaat als er meer bestedingen zijn dan productiecapaciteit. De toenemende vraag kan eerst tot prijsstijgingen leiden en dan tot nieuwe productie. Dat wat de ECB wil bereiken door meer geld in de economie te pompen, en wat niet werkt. Hoe staat het met de cijfers van de totale economie? Die pakken minder goed uit. totalen persoonlijk inkomen en belasting in volkshuishouding 500.000.000.000 totalen persoonlijk inkomen en belasting in volkshuishouding FNV UG Bi 500.000.000.000 300.000.000.000 300.000.000.000 100.000.000.000 100.000.000.000-100.000.000.000 1 6 11 16 21 26 31 36 41 46 51 56 61 66 71 76 86 91 96-100.000.000.000 1 6 11 16 21 26 31 36 41 46 51 56 61 66 71 76 86 91 96-300.000.000.000 belastbaar inkomen basisinkomen beschikbare inkomen BTW afdracht besteedbaar inkomen belasting-opbrengst totale belasting -300.000.000.000 belastbaar inkomen basisinkomen beschikbare inkomen BTW afdracht besteedbaar inkomen belasting-opbrengst totale belasting Maar, het basisinkomen is geen kostenpost 7. Door het basisinkomen te zien als besteedbaar inkomen brengt het een bestedingsmultiplier voor de economie op gang. Het basisinkomen is meer dan een kostenpost voor de overheid, het is koopkracht voor de economie. Koopkracht die wordt besteed brengt economische activiteit, werk, nieuw inkomen, nieuwe bestedingen, etc. op gang. Dat is de bestedingsmultiplier die in Nederland grofweg 6 is. Die multiplier heeft de regering lange tijd voor krimp gebruikt. Als het basisinkomen, de inkomensoverdrachten, als inkomen wordt gezien, als productie net als de lonen van de overheid, dan gaat alles goed. Het BBP stijgt van 703,7 mld. naar 827,5 mld. en de schuld neemt virtueel en reëel af naar 49,4% ( 409,0 mld., was 64,5% en 6 Het recente (rampzalige?) beleid van de centrale banken van de toenemende geldhoeveelheid (QE) leidt niet tot stijgende bestedingen en investeringen. De afvoerputjes van de financiële sector lijken nog niet (over)vol. 7 Mogelijk ingegeven door zuinigheid en betaalbaarheid dreigde FNV UG een krimpende economie te creëren. Een deel van het nationale inkomen dat bestaat uit inkomensoverdrachten verdwijnt en wordt vervangen door het basisinkomen. De hogere belasting lijkt de economie te laten krimpen. Belasting haalt economische vraag uit de markt als niet meteen aangegeven wordt hoe het wordt uitgegeven. Hier is het basisinkomen het punt. Afwachten blijft hoe de mensen in de Nederlandse samenleving vorm gaan geven aan de nieuwe economie. Johan Horeman een politiek economische evaluatie 7 / 9

453,9 mld.), terwijl het begrotingstekort een overschot wordt van 5,4% ( 44,9 mld., was - 1,2%, - 8,4 mld.). Dit is economie als betekenis geven, halfvol of halfleeg. Het past bij de theorie over de spending multiplier die het effect van een bestedingsstijging aangeeft 8. Voor Nederland geldt dat SM NL = 12,5-16,7. Het betekent dat het effect van een stijging van het besteedbaar inkomen sterk doorwerkt. Voor België geldt SM B = 6,3. Dat is veel minder. De uitgaven voor het basisinkomen worden gedekt door meer rechtvaardige belastingopbrengsten en meer economische activiteit. Dat brengt de economie er weer bovenop, dat brengt meer kans op goed werk voor iedereen. Dat verandert er in het stroommodel van de Nederlandse volkshuishouding. Uitgangspunt is het beeld dat geschetst is in de Macro Economische Verkenningen voor 2016. Daarbij wordt aangegeven wat de limieten zijn volgens het EU verdrag van Maastricht. Dat zijn maximaal 3% financieren van overheidsuitgaven en maximaal 60% overheidsschuld. Alles in relatie tot het BBP, het bruto binnenlands product. Dat kun je krampachtig benaderen met een krimpende economie. Je kunt het vreedzaam, bevrijdend en dynamisch benaderen door de kracht van de economie te gebruiken en haar te laten groeien. Nationale rekening De voorstellen van FNV UG hebben waarschijnlijk schokeffecten op de economie. Om de uitkeringen naar het basisinkomen te laten stijgen, moeten de belastingen sterk stijgen. In het model van MEV 16 wordt nog gewerkt met een belastingaftrek van 74,8 mld. (92% meer dan de betaalde inkomstenbelasting). Dat bedrag zou een groot deel van het basisinkomen van 126,7 mld. kunnen betalen. Het nationale inkomen moet flink stijgen om die belastingen te kunnen betalen en te blijven produceren wat ervoor werd geproduceerd. Het nationale inkomen, het BBP, neemt eerst af. Dat is als het Basisinkomen er niet bijgeteld wordt als inkomen, als bestedingen. Wordt het Basisinkomen wel als deel van het nationale inkomen gezien dan wordt het BBP wel groter. Dat is het verschil tussen Bi als kosten of Bi als inkomen. Er is een aantal bijverschijnselen, welke om afstemming vragen. Om te beginnen, is er het verdrag van Maastricht. Het tekort op de begroting verandert van een tekort van 1.2% naar een tekort van 2,0%. De omvang van de overheidsschuld verandert van 64,5% naar 67,1%. De normen zijn maximaal 3% en maximaal 60%. Een schokgolf. Ook bezuinigingen in het overheidsapparaat door het verdwijnen van de noodzaak tot intensieve controle tellen mee. Het gaat weliswaar om beperkte bedragen en creëert vrijheid voor mensen die een langdurig vaste arbeidsrelatie voor zichzelf als levensinvulling zagen. De politiek zegt al jaren te streven naar minder overheid. Dit is hun kans. 25% van de ca. 60 mld. voor openbaar bestuur is ongeveer 15 mld. De inverdieneffecten van het basisinkomen kunnen 55 mld. bedragen, afhankelijk van de invulling. Maar er is een demping. FNV UG wil niet in een hypotheekrenteaftrek discussie terecht komen. Daarom wordt de aftrek zoals die gold voor de percentages van FNV UG, toegepast op 8 Samuelson-Hansen nemen het effect van de belasting mee. Voor Bi FNV UG betreft dit 62% van de totaal betaalde belasting van het beschikbare inkomen, 46,7% belasting over het belastbare inkomen. Dat halveert het effect grofweg, maar er blijft toch een positief effect van de bestedingsmultiplier. Johan Horeman een politiek economische evaluatie 8 / 9

de inkomstenbelasting. Hierdoor komt de HRA flink hoger uit. Maar de dalende rente maakt de HRA nu minder relevant. FNV UG Basisinkomen Het lijkt dat de benadering van FNV UG om een heroverweging vraagt. Daarvoor kunnen de bijlagen met nationale rekeningen gebruikt worden. In deze benadering is gebruik gemaakt van het verdwijnen van de huidige uitkeringen en deze te vervangen door een eenheidsuitkering van 9.714 per volwassene per jaar. Dat is de AOW uitkering. Het basisinkomen niet deel uit laten maken van het nationale inkomen, verlaagt het nationale inkomen. De normen van Maastricht worden niet gehaald door de hogere belastingen maar ook door economische groei. Die hogere belastingen van FNV UG Bi bevoordelen de HRA maar maken het niet onmogelijk. De volksverzekeringen zijn als uitgavenpost gehandhaafd, maar de bron van inkomen is voor de gemeenschap gefiscaliseerd. Iedereen betaalt er aan mee. In de bijlagen zitten een aantal bladen met de uitwerkingen van het inkomensmodel dat gemaakt is om discussie standpunten te evalueren. De mogelijkheden van het model zijn niet gebruikt in de meningsvorming. De methodiek om te rekenen met zoveel mogelijk referentie aan bestaande invullingen van het huidige belasting- en zekerheidssysteem lijkt kansen te laten liggen en mogelijke inzichten te voorkomen. Reden om er nog een keer goed naar te kijken. Johan Horeman, 20 augustus 2016 Johan Horeman een politiek economische evaluatie 9 / 9