Routeplanner. Bestaande Bouw. Toelichting. 5 november Versie 0.5

Vergelijkbare documenten
Routeplanner. Nieuwbouw. Toelichting. 7 november Versie 0.6

GEN Kasstromenmodel. Product beschrijving

Overzicht GEN modellen

Gebieden Energie Neutraal

Kerschoten als voorbeeld voor heel Nederland: Ontwikkelplan voor de bestaande bouw

Impactsessie. In 3 dagen naar een energieneutrale wijk

Bestaande bouw Energie Neutraal. Reisgids voor een gebiedsgerichte aanpak

De wijk- en stakeholderbenadering. De energie van.

Gebieden Energie Neutraal

DE OPGEWEKTE WONING CLUB Samen aan de slag, voor jouw duurzame huis!

Programma Energie Samenvatting Projectplan

Visie duurzaamheid November 2018

Markt functioneert nu mondjesmaat, er is meer potentieel dan nu wordt gerealiseerd, want:

Samenvatting Voorwoord... ii

Energietransitie Utrecht: gebiedsgericht naar een aardgasvrije stad. Hier komt tekst Joop Oude Lohuis. Utrecht.nl

Realisatie energieambitie Wageningen

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.

Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder

Even voorstellen: Marleen Sanders. Hoe realiseren we het warmtetransitieplan en van het gas af' Agenda. Even voorstellen: Guido van Loenen

SMART ENERGY SMART ENERGY CITIES SMART ENERGY CITIZENS SAMEN WERKEN AAN ENERGIE- NEUTRALE & AARDGASVRIJE WIJKEN

Stichting Duurzaam Lopikerwaard

ENERGIEAKKOORD. Gevolgen, verplichtingen en kansen THOMAS KOKSHOORN

Worden de bedrijven en bedrijventerreinen in Apeldoorn Energieke Regio-deelnemer?

Onderwerp Regionale Energiestrategie (RES) regio Noordoost-Brabant. Geachte bestuursleden,

Meer grip op klimaatbeleid

Hoe haal je de particuliere woningeigenaar over de streep?

Programma Welkom / inleiding Rondje Reflectie / pauze Pitches Integratie en afsluiting 21.

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 13 september 2017 ALDUS VASTGESTELD 21 SEPTEMBER Routekaart energietransitieopgave 2030

Raadsvoorsteltot het vaststellen van de kaders Duurzame-energiebedrijf

Position Paper voor het Rondetafelgesprek over het Ontwerp-Klimaatakkoord de tafel Gebouwde Omgeving

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland

FIREW - FInanciering en Realisatie Energietransitie recente Woonwijken Openbaar Eindrapport

De wijk- en stakeholderbenadering. De energie van...

Uitwerking categorie: Overig Hernieuwbaar (of wel de 186 PJ)

PROCES TRANSITIEVISIE WARMTE TIEL; inhoud, planning en inzet

Ontwerp Gezonde Systemen

Convenant. Gemeente Steenwijkerland. N-TRA B.V. (onderdeel van RENDO Holding)

Overijssel maakt werk van nieuwe energie!

Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken. Ingrid Giebels

Agendapunt 5 Opinienota

BIJ. Waar het economische en het sociale met elkaar wordt verenigd en waar vanuit kennis delen initiatieven duurzaam kunnen groeien en bloeien...

Rabin Baldewsingh. 27 juni SBR congres

Wasstraat Duurzaamheid Een katalysator voor verduurzaming van de woningvoorraad. Theo Stauttener

Energietransitie en gebiedsontwikkeling gaan in Zaanstad hand in hand. Marie-Louise Sanders 14 februari 2019 Congres Stedelijke Transformatie

Position paper Regietafel Energietransitie Utrecht

Uw logo. Pieter van der Ploeg. Strategie. Alliander

v o o r d r a c h t 9 juli 2019 Documentnummer: , PPM Dossiernummer : K1261

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

Paragraaf duurzaamheid

NeVER/VMR 18 juni Klimaatakkoord en omgevingsrecht vanuit energierechtelijk perspectief

duurzame energievoorziening voor bedrijventerreinen

Kwaliteitsimpuls kantoren

De Lokale Duurzame Energie Coöperatie. EnergieCoöperatieBoxtel Betaalbaar, duurzaam, eigen en onafhankelijk

Uitvoeringsmaatregelen Hier zijn als beeldvorming de richtingen aangegeven waar het college verder inhoud aan te geven.

Bewoners & duurzame Haagse warmte Initiatieven, uitdagingen, Haagse Krach

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

Position paper regietafel energietransitie utrecht

Samenvattend overzicht bod corporaties reactie gemeente

Piter Jelles Strategisch Perspectief

MVI Verklaring Leverancier - Alliander

Helmonds Energieconvenant

Directiebeoordeling Gebroeders Blokland B.V.

Nationaal programma Regionale Energie Strategieën (NP RES) Samen aan de slag voor het klimaat

Almere. Uitkomsten van de zoektocht naar dé klimaatneutrale gemeente in Flevoland 2015

SAMEN OP WEG NAAR EEN DUURZAME SAMENLEVING. Wat kunnen wij voor u betekenen?

aanbiedingsnota raad invullen organisatie beeldvorming op 5 oktober 2017 oordeelvorming op n.v.t. besluitvorming op 26 oktober 2017

Aardgasvrij én democratisch? Dag van de Lokale Democratie, 16 november 2018

Naar een duurzame woningportefeuille. Guido van de Wijgert Programmamanager Duurzaamheid 8 november 2018

Routekaart Energietransitie procesafspraken

Werkgroep Techniek & Innovatie. Aansluiten bestaande bouw op warmtenetten. Maurice Verhulst - Weijers Waalwijk Peter Heijboer DWA DREAM

Gebouwde Omgeving. Joop oude Lohuis, Leonie Jansen, Annemie Loozen

Klimaatakkoord: Kijkje in de keuken. Coen Bernoster

Transitieopgave in het kader van de Regionale Energiestrategie. Regio West Friesland

MANIFEST Duurzaam Den Haag

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren

Nieuwbouw aardgasvrij. Akkoord 26 juni 2018

Zonnestroom voor VvE s. Week van de VvE februari 2019 Amsterdam

STRUCTUURVISIE ZON Beleidskader ten behoeve van het opwekken van grondgebonden zonne-energie in het landelijk gebied

Goeree-Overflakkee geeft energie. Managementsamenvatting van de route naar een energieleverend eiland

Energie neutrale Gebiedsontwikkeling

ONTWIKKEL EEN GEZAMENLIJKE VISIE OP HET DUURZAAM BODEMGEBRUIK. Bijeenkomst XXX dag-maand-jaar, Locatie

Lokale initiatieven in het aardbevingsgebied. Plan van aanpak

Adoptie-instrumenten 1

Van Energiebesparen naar CO2-neutraal

Instrument: de Actorenanalyse. 1. Wat is een Actorenanalyse. 2. Doel van een Actorenanalyse. Instrumenten Actorenanalyse

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

PRESENTATIE. Zon op Bedrijfsdaken 01 / INTRODUCTIE 02 / PROJECTCASE TEXEL 03 / ZON OP BEDRIJFSDAKEN 04 / PROJECTCASES

Impuls voor het verduurzamen van de Enschedese woningmarkt. door middel van het oprichten van een. Advies- en Verkooporganisatie

Hooghalen Duurzaam, Energie neutraal in 2020 KENNISMAKING MET STICHTING HOOGHALEN DUURZAAM

dorpsinformatie avond Haarle Energieneutraal

Van klimaatakkoord naar de transitievisie warmte voor de gemeente Heemstede Vind de juiste reispartner

Concessie Duurzame Energievoorziening Nieuw Reijerwaard. Rotterdam, 12 september 2017 tel

Regionale structuren, energieloketten en aardgasvrij

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

s-gravenhage 27 November 2012 Activiteit: OPRICHTEN BUURTENERGIEBEDRIJF IN DE STATIONSBUURT Aanvraag subsidieverlening Planontwikkeling 1

ENERGIETRANSITIE NAAR GASLOZE WIJKEN

GEN Methodiek kansrijk aanbod. Tools voor energieneutrale gebiedsontwikkeling op gebouwniveau

4 oktober Utrecht

Innovatie in de Waterketen. Inleiding

Samen verder In het sociale domein

Transcriptie:

Routeplanner Bestaande Bouw Toelichting 5 november Versie 0.5

Inhoudsopgave 1 / De routeplanner op hoofdlijnen 3 2 / Beschrijving van de tools 6 3 / Beschrijving per station 7 5 november / Versie 0.5 Routeplanner Bestaande Bouw 2

1 / De routeplanner op hoofdlijnen 1.1 / Inleiding Een derde deel van de CO 2-emissies in Nederland, ofwel ruim 60 miljoen ton per jaar, is gerelateerd aan energiegebruik in gebouwen. Het belangrijkste deel komt voor rekening van de circa 3,5 miljoen bestaande woningen van voor 1975, de helft van de Nederlandse voorraad. In deze woningen valt veel energie te besparen en CO 2-uitstoot te verminderen, maar ook comfort toe te voegen en het gezondheidsklimaat te verbeteren. Kennis en middelen om bestaande woningen én gebouwen te verbeteren zijn daarom van groot belang voor het verwezenlijken van gezamenlijke maatschappelijke en duurzaamheidsdoelstellingen. De voortvarende aanpak van de verduurzaming van de bestaande bouw vergt een gebiedsgerichte benadering. De huidige, individuele gebruikers, eigenaren en bewoners spelen een centrale rol in deze benadering. Zij realiseren de transitie van een bestaand naar een energieneutraal gebied, als zij de voordelen van deze transitie delen en ervaren. Deze gebruikers, eigenaren en bewoners moeten voordelen worden geboden, zoals lagere lasten of meer comfort, langs de weg van een gezamenlijke gebiedsgerichte benadering. Met een routeplanner kan een initiatiefnemer vanaf het begin, namelijk het gezamenlijk formuleren van de stip op de horizon, steeds opnieuw weer een volgende stap zetten, samen met stakeholders en andere initiatiefnemers. Hiermee krijg je beweging in de wijken die je naar energieneutraal wil brengen. Naast de puzzels om energieneutraal ook tegen een gunstige businesscase, ook voor bewoners, te kunnen realiseren, is vooral het starten en de eerste concrete activiteiten voor energieneutraal heel belangrijk. Deze Routeplanner richt zich op initiatiefnemers die aan de slag willen om middels een gebiedsgerichte benadering energieneutrale gebieden te realiseren. Hoe bepaal je de route naar een energieneutraal gebied? Hoe kun je onderweg bepalen of je nog de goede weg volgt? En wie is eigenlijk je reisgezelschap? De Routeplanner kan je helpen bij al deze vragen. 1.2 / Functie van de routeplanner De functie van deze Routeplanner is dat initiatiefnemers voor energieneutrale gebieden goed van start gaan, de route naar energieneutraal kunnen bepalen en gedurende de route vaststellen of nog steeds de goede weg gevolgd wordt. Er zijn twee routeplanners, één voor bestaande bouw en één voor nieuwbouw. Deze toelichting geeft een handleiding voor de routeplanner bestaande bouw. De Routeplanner helpt je aan de start van het initiatief: Reisgezelschap samen te stellen Met andere stakeholders en initiatiefnemers gezamenlijke stip op de horizon te bepalen en daarmee realistische ambities te formuleren die gedeeld worden Te bepalen waar je begint en wat de huidige status quo is (kennis, belangen, energiepotentie) De Routeplanner helpt je onderweg: 5 november / Versie 0.5 Routeplanner Bestaande Bouw 3

steeds opnieuw de kaders voor de volgende stap te bepalen. te schaken en te schakelen op de drie essentiële elementen: beweging, business cases en techniek. relaties te leggen met de omgeving en deze bereid te maken om over te gaan tot actie ( beweging ) en om je reisgezelschap uit te breiden. op te schalen van losse initiatieven tot een zichzelf versterkende beweging voor een gebiedsgerichte aanpak. informatie te verzamelen zodat stakeholders een beslissing kunnen nemen en hun bijdrage kunnen leveren. 1.3 / Doelgroep De gebruikers van de routeplanner zijn partijen in het domein van gebouwde omgeving en/of energie, zoals ontwikkelaars, gemeenten, woningbouwcorporaties, energiebedrijven, netbeheerders die zich als doel energieneutrale gebieden hebben gesteld, dan wel lokale initiatiefnemers met doorzettingsmacht die zich organiseren en het energievraagstuk op gebiedsniveau op willen pakken. Deze noemen we ook wel bewegers. 1.4 / Principe achter de routeplanner Drie lagen: beweging, business cases en techniek De Routeplanner volgt een aanpak die bestaat uit de integratie van drie verschillende lagen: 1. Het streven en de weg naar energieneutraliteit (EN) 2. Op basis van een solide business -case en -model voor iedereen ( ) 3. Met de participatie van zo veel mogelijk bewoners, gebruikers en eigenaren (%P) Deze drie perspectieven of lagen schijnen door elkaar heen. De technisch-financiële mogelijkheden naar energieneutraliteit schijnen door de laag met zakelijk-economische motieven door naar de laag met de participatie en beweging van mensen en organisaties. De eerste twee lagen bieden bewoners en gebruikers een uitdagende stip op de horizon. De bijdragen en resultaten op de verschillende lagen worden gevolgd en gedeeld door bewoners en actoren in het gebied. Dit zorgt voor een gedeeld beeld van de voortgang en maakt dat mensen samen stappen zetten en successen vieren. Ieder van deze lagen kent een eigen stappenplan. Figuur: De drie samenhangende lagen: Beweging (%P, participatie), Business cases (, kosten) en Techniek en energie (EN, energieneutraliteit) 5 november / Versie 0.5 Routeplanner Bestaande Bouw 4

De routeplanner brengt in beeld op welke wijze en wanneer de drie lagen met elkaar verbonden zijn. Welke stations heb je, en waar zijn de centrale stations. Centrale stations kenmerken zich door een verbinding tussen de drie lagen. De routeplanner geeft een vereenvoudigde weergave van de mogelijke routes naar energieneutraal die belopen kunnen worden. Gebruik van de GEN tools Binnen GEN zijn verschillende tools ontwikkeld. De routeplanner brengt in beeld hoe deze GEN-tools in samenhang ingezet kunnen worden en hoe deze passen binnen de drie lagen. Initiatiefnemers Het initiatief ligt per laag bij een aantal stakeholders. Voor beweging bij bewoners, lokale ondernemers, woningbouwcorporatie, gemeenten, en maatschappelijke organisaties zoals scholen. Voor business bij banken en financiers, woningbouwcorporaties en energiebedrijven. Voor techniek bij energiebedrijven, bouw- en installatiebedrijven, netbeheerders. Het ligt het meest voor de hand dat zij als eerste bij de stations aankomen en vertrekken. 1.5 / Gebruik van de Routeplanner Startpunten: Er zijn meerdere (start)punten waar je in de routeplanner kan opstappen (startpijlen). o Het initiatief wordt genomen door de gemeente of een woningcorporatie die (al dan niet samen) een ambitie voor energieneutraliteit uitspreken. Zij financieren een opdracht aan een organisatie of persoon die de verschillende stappen gaat organiseren. o Er zijn vele initiatieven. Die initiatieven weten elkaar te vinden, en elkaar te versterken. Onder deze lokale initiatiefnemers bevindt zich ook een energie-held, die voldoende doorzettingsmacht heeft om start te maken met energie-organisatie. Hij maakt ook verbinding met instituties en doet verzoek voor financiering voor de energieregisseur. Onder de initiatiefnemers zijn een paar kapitaalkrachtige stakeholders, die (gezamenlijk) een opdracht aan een organisatie of persoon financieren om de eerste stappen te organiseren. Een stakeholder (bv een netbeheerder) denkt na over nieuwe investeringen (bv de afschrijvingstermijn en levensduur van de pijpleidingen nadert zijn einde) en verkent de opties om hiermee om te gaan (bv verduurzaming van het netwerk) Er zijn verschillende manieren om door het schema te lopen. Toch zijn er een aantal essentiële stations die de bewegers moeten passeren. De drie lagen kunnen in verschillende tempi afgelegd worden, er is dus geen sprake van een tijdslijn. Wel is het noodzakelijk dat op bepaalde onderdelen een keuze wordt gemaakt op basis van kennis en informatie uit alle drie de lagen, voordat je naar de volgende halte kan vertrekken. Deze onderdelen zijn gerelateerd aan het willen, verkennen, kunnen, maken van energieneutrale gebieden. Hiervoor is een fase-lijn toegevoegd. Omdat in de bestaande bouw juist ook begonnen kan worden met maken (namelijk een school gaat al zelf van start met een onderwijsprogramma), is de fase-lijn ook schematisch in de omgekeerde volgorde toegevoegd. Een belangrijk kenmerk van de gebiedsgerichte benadering van GEN is dat het een iteratief proces is in een lerende organisatie. Vanuit bijna iedere halte is het mogelijk om naar een vorige halte terug te keren en een terugloop te maken. 5 november / Versie 0.5 Routeplanner Bestaande Bouw 5

2 / Beschrijving van de tools Gebiedsatlas De gebiedsatlas ordent en structureert de informatie van het gebied. Deze informatie betreft onder meer informatie over de fysieke omgeving, gebruikers van het gebied en het energieverbruik. Dit dient als basis voor het verkennen van de mogelijkheden voor energieneutraliteit. Impactsessie Een impactsessie staat voor het maken van een routekaart naar een energieneutrale wijk in 3 dagen. Dat doen experts van GEN samen met lokale partijen, midden in de wijk. Tijdens deze driedaagse gaan we aan de slag met verschillende kant-en-klare tools om beweging en kansen in de wijk te realiseren, technische oplossingen te bedenken en business cases te ontwikkelen voor een energieneutrale wijk. Wijk- en stakeholderbenadering Deze aanpak draagt bij aan participatie van de gebruikers van het gebied (bestaande bouw) en aan borging bij bestuurders gedurende de ontwikkeling van een gebied naar energieneutraliteit. Gebruikers kunnen zijn bewoners, bedrijven, winkels, woningbouwcorporaties, maatschappelijke organisaties, investeerders, overheden etc. De benadering brengt in kaart welke organisaties en mensen er zijn in de wijk en wie een rol kan en wil vervullen, en biedt handvatten om dit te stimuleren en faciliteren. Rekentool Micro Een rekeninstrument voor woningen in energieneutrale gebieden waarmee passende maatregelen in woningen kunnen worden geselecteerd en vergeleken op de woonlasten voor de bewoner. Macro afwegingsmodel Het macro afwegingsmodel maakt de mogelijkheden voor centrale duurzame opwekking (gebied) van energie inzichtelijk en biedt een kader om deze opwektechnieken op energetisch en financieel potentieel te vergelijken. Het Energiemodel Het energiemodel geeft weer hoe de energie opwekking en het gebruik zich in de komende jaren op gebiedsniveau ontwikkelt en maakt daarmee inzichtelijk in welke mate energieneutraliteit in de looptijd wordt bereikt. Businessmodellen De keuzewijzer businessmodellen geeft inzicht welk business model realisatie van oplossingen mogelijk maakt. Door te ondersteunen in de keuze en informatie te verschaffen zet de keuzewijzer partijen aan tot actie. Kasstromenmodel Een kasstromenmodel maakt het mogelijk om de financiële impact van een pakket aan maatregelen (of route) te bepalen. Het kasstromenmodel geeft weer welke financiële stromen er in bestaand gebied lopen. Het model gaat uit van een situatie waarin er één eigenaar is voor het gebied die alle kasstromen beheert. Daarmee wordt duidelijk of het financieel in principe mogelijk is een gebied energieneutraal te maken. 5 november / Versie 0.5 Routeplanner Bestaande Bouw 6

3 / Beschrijving per station Gebiedsgerichte ambitie vaststellen (B, T, Bc) Het start allemaal met een gebiedsgerichte ambitie. Deze ambitie kan afkomstig zijn van verschillende partijen. Dit kan de gemeente samen met de woningcorporatie zijn, een lokale ondernemer zijn die op de juiste niveaus verbindingen kan leggen en medestanders verzamelt en een gezamenlijk doel vaststelt, of de netbeheerder die voor een investeringsbeslissing staat en een heel gebied erbij betrekt. Zolang deze partijen nog niet gezamenlijk een gebiedsgerichte ambitie hebben geformuleerd, kan er geen volgende stap gezet worden. Een ambitie die zich richt op energieneutraal tegen lage woonlasten kan je zien als een stip op de horizon. Of die ambitie ook gerealiseerd wordt is sterk afhankelijk van lokale omstandigheden en lokale energie. De ambitie kan bijgesteld worden in de loop van het proces, op verschillende momenten vindt borging van de ambitie plaats. Verzamelen informatie (B, T, Bc) Voor het verzamelen van informatie over de omgeving, business case en techniek kan gebruik gemaakt worden van de GEN tool Gebiedsatlas, die deze informatie structureert en ordent. Informatie heeft betrekking op macht en invloed van stakeholders, ruimtelijke plannen, fysieke mogelijkheden, energiebalans en kasstromen. De volgende stap is het vinden van een antwoord op de vraag of de ambitie realistisch is, met behulp van de verzamelde informatie. Het verzamelen van informatie kan door alle partijen geïnitieerd worden. Als de GEN tool Impact case ingezet wordt, wordt in een snelkookpansessie het antwoord gezocht. Kijken naar het gebied (B) Een eerste stap in de wijk- en stakeholder benadering is goed kijken naar het gebied. Aanvullend op de onderdelen die ook in de Gebiedsatlas genoemd worden, staan in deze stap de sociale elementen centraal. Naast informatie over leeftijdsopbouw, het inkomen, de afkomst en de sociale structuur van de wijk is het belangrijk dat de initiatiefnemers zicht hebben op de organisatiegraad (zoals samenwerkingsverbanden) in de wijk en hetgeen er speelt en leeft in de wijk. Het is ook relevant stakeholders in kaart te brengen en hun belang (materieel of immaterieel) bij de ontwikkeling van een energieneutraal gebied. Luisteren naar het gebied (B) Door te luisteren gaan de initiatiefnemers op zoek naar energie in het gebied. Vragen die bij deze stap centraal staan, zijn: hoe kunnen partijen bewogen worden om mee te gaan doen, wat zijn hun wensen, behoeftes en interesses? En wat zijn hun drijfveren om in beweging te komen en kan hier met energie(neutraliteit) op aangehaakt worden? Zo kan de benadering van de stakeholders afgestemd worden op de behoeften. Identificeren van bouwstenen (T) Met behulp van de GEN tools en op basis van de vastgestelde ambitie en de verzamelde informatie identificeren de initiatiefnemers welke technische bouwstenen op gebouw (micro) en op gebiedsniveau (macro) passen in het gebied, vanwege fysieke/ruimtelijke inpasbaarheid, financiële potentie, bestuurlijke/maatschappelijke inpassing. Op basis van een eerste analyse en uitwerking van kansrijke bouwstenen kan daarna een keuze voor de energieinfrastructuur gemaakt worden. 5 november / Versie 0.5 Routeplanner Bestaande Bouw 7

Identificeren individuele business cases (Bc) Als de vraag beantwoord is of de ambitie realistisch is, gaat de volgende fase in. Dit betekent voor de business case laag dat de individuele business cases (dus per stakeholder of per project) geïdentificeerd gaan worden. De initiatiefnemers gaan bijvoorbeeld in gesprek met de belangrijke stakeholders (particulieren, woningcorporaties en het energiebedrijf) en bekijken of er bij hun al plannen of interesse bestaat voor business cases. Ook bepalen ze voor de kansrijke bouwstenen of de business case ervan positief is. Dit doen ze dan voor bijvoorbeeld collectieve opwekmethoden (zon, wind, biomassa) of bijvoorbeeld een warmtenet. Vragen die centraal staan zijn rendement van de oplossing voor de stakeholder, voor- en nadelen, potentiele investeerder, en verdeling van risico s. Identificeren van koploperprojecten (B) Veelbelovende initiatieven krijgen vorm in zogenaamde koploperprojecten, die goed zichtbaar zijn in de wijk. In koploperprojecten werken stakeholders van het gebied samen met elkaar of met anderen buiten het gebied, en brengen ze de initiatieven tot concrete business cases en (afspraken over de) uitvoering. In dit eerste deel van de stap centraal zetten van koploperprojecten worden op basis van stakeholderanalyses en resultaten uit de Gebiedsatlas koploperprojecten geïdentificeerd, die een bijdrage kunnen gaan leveren aan de gebiedsgerichte energie-ambitie door de energie in de wijk zichtbaar te maken. Soms kan een bepaalde bouwsteen vanuit energie en technisch perspectief zeer interessant zijn; de initiatiefnemers kunnen dan ook proberen op deze bouwsteen een koploperproject te initiëren. Er wordt dan dus verbinding gezocht met zowel de business case laag als de techniek laag. Het eerste centrale station verbindt de stappen identificeren van bouwstenen, individuele business cases en koploperprojecten. Dit station laat zien dat je informatie uit alle drie de lagen nodig hebt om te kunnen selecteren en een volgende stap te kunnen zetten. Uitwerken van micro-bouwstenen (T) De bouwstenen die als kansrijk naar voren komen werk je verder uit. Welke specifieke technieken passen bij de bestaande woningen? Leveren deze ook voldoende comfort? Hoe werken deze technieken goed met elkaar samen? Welke kosten zijn acceptabel? De kansrijke micro-bouwstenen bepalen ook of er nog een aanvulling of aanpassing van het bestaande netwerk nodig is. De GEN-Rekentool Micro helpt de initiatiefnemers om kosten van bouwstenen te bepalen, en om te bepalen tot welk energieverbruik de bestaande woningen dan leiden. Dit station kan ook als startpunt dienen, bijvoorbeeld omdat een technische aanpassing van een gebouw de vraag bij de aanbiedende partij doet rijzen of er niet een optimaler ontwerp mogelijk is. Uitwerken van macro-bouwstenen (T) De bouwstenen die als kansrijk naar voren komen werk je verder uit. Over welke macro-technieken praten we dan specifiek? Welke type windmolens hebben we dan bijvoorbeeld nodig? Hoe zit het met de interferentie tussen verschillende macro-opwekkers? Hoe robuust zijn deze technieken? Welke kosten zijn acceptabel? De GEN-tool Afwegingsmodel Macro is behulpzaam bij het selecteren van de kansrijke macrobouwstenen. Integreren in energie-infrastructuur (T) De micro-en macro-bouwstenen, waarop is voorgesorteerd, bepalen ook of er een aanpassing van het bestaande netwerk nodig is. In de bestaande bouw zal naast een gas- en elektriciteitsnetwerk soms ook al sprake zijn van een warmtenet. Indien er op de korte termijn onderhoudsinvesteringen gepleegd moeten worden in de netwerken, is het interessant om een koppeling te leggen met energieneutraliteit. Deze onderhoudsinvesteringen zouden ook een van de startpunten voor de gebiedsgerichte ambitie kunnen zijn. Omdat de vrijheidsgraden in bestaande 5 november / Versie 0.5 Routeplanner Bestaande Bouw 8

bouw beperkter zijn dan in de nieuwbouw gaat het in deze halte vooral over de vraag of de kansrijke bouwstenen passen in het huidige netwerk, danwel of aanpassing van de infrastructuur echt gerechtvaardigd is. Het kan zijn dat een eerder geselecteerde kansrijke bouwsteen toch minder goed scoort dan eerst werd gedacht en dus een nieuwe selectie van bouwstenen nodig is, en er een terugloop nodig is. Organiseren en sturen (B) Energie-initiatieven ontstaan vaak van onderop. Nieuwe partijen en samenwerkingsverbanden ontstaanen vervangen de traditionele rollen. Het is zaak om de belangrijkste stakeholders bij elkaar te brengen en de energie van deze partijen te verbinden aan de doelstelling energieneutraliteit. Zo kunnen nieuwe samenwerkingsvormen en netwerken ontstaan. Deze partijen moeten uiteindelijk beslissingen nemen, de samenwerking aangaan, investeringen doen en stappen zetten. Integraal vergelijken van bouwstenen (T, Bc) De macro- en microbouwstenen worden vergeleken op de drie perspectieven uit de drie lagen: beweging, business case en techniek. Deze vergelijking kan worden uitgevoerd door de initiatiefnemer of zijn adviseur. De resultaten van deze vergelijking worden gebruikt om vervolgens de bouwstenen tot routes samen te stellen, waarbij vooral informatie over de business case en over de techniek van belang is. Samenstellen van bouwstenen tot routes (T, Bc) Een route is samengesteld uit meerdere micro- en macro-bouwstenen, die uit de integrale vergelijking gunstig naar voren komen. Iedere route gebruikt een ander palet aan bouwstenen, kent een eigen ontwikkeltempo, en ook het eindresultaat in energiebalans, participatie en totale businesscase is verschillend. In welke mate routes verschillen en in hoeverre elke route de gebiedsgerichte ambitie realiseert kunnen de initiatiefnemers vaststellen tijdens de integrale vergelijking van de routes. Integraal vergelijken van routes (B, T, Bc) Voor een goede keuze voor het integrale eindbeeld of energie-ontwerp op wijkniveau zullen de routes met elkaar vergeleken moeten worden. Deze integrale vergelijking vindt plaats op basis van de energieprestatie, de gebiedsbusinesscase en het kunnen aansluiten bij de beweging en de energie van de wijk. Voor het vaststellen van de energieprestatie kan het GEN Energiemodel gebruikt worden. Dit model berekent over de gekozen looptijd de resterende energievraag, afhankelijk van wanneer welke maatregelen worden genomen. De gebiedsbusinesscase kan bepaald worden met het GEN Kasstromenmodel. De initiatiefnemers hebben inmiddels (via de halte Signaleren, stimuleren en faciliteren ) informatie verzameld en kunnen een inschatting maken van de mate waarin de bewoners in het gebied mee gaan doen en op hun woning energiemaatregelen gaan nemen. Een route met een positieve gebiedsbusinesscase, een positieve energiebalans (er wordt minstens evenveel energie opgewekt als gebruikt in het gebied) en aansluitend bij de positieve energie in de wijk is optimaal, maar vaker zal voorkomen dat de gebiedsbusinesscase of de energiebalans negatief is. Afhankelijk van wat de initiatiefnemers willen bereiken, kunnen ze er ook voor kiezen een terugloop te maken naar halte samenstellen van bouwstenen tot routes. Signaleren, stimuleren en faciliteren (B) Succesvolle initiatieven functioneren als vliegwiel naar de rest van het gebied. Door initiatieven te signaleren, stimuleren en faciliteren kan een kiem ontplooien tot een koploper project. Het etaleren van tussenresultaten om bewustwording te vergroten en energie los te maken in het gebied draagt bij aan het draagvlak voor energieneutraliteit bij de stakeholders van het gebied. Signaleren is het actief opzoeken en opsporen van stakeholders die bezig zijn met initiatieven op het gebied van energie en/of duurzaamheid of interesse hebben om 5 november / Versie 0.5 Routeplanner Bestaande Bouw 9

iets te gaan doen. De tool Energieregisseur speelt hierbij een belangrijke rol. Het stimuleren en faciliteren is het verder helpen van initiatieven van deze stakeholders. Dit kan door het opheffen en wegnemen van belemmeringen en barrières en het helpen vinden van duurzame investeerders en het bedenken van slimme financiële constructies. Verankeren van koploperprojecten (B) Als koploperprojecten inderdaad verder tot wasdom komen, zullen deze verankerd moeten worden, zodat daadwerkelijk de bijdrage aan energieneutrale gebieden geleverd kan gaan worden. Hier kan ook een nieuw initiatief beginnen, omdat een tot dan toe onbekende stakeholder start met een activiteit die naadloos past in de bewegingslijn en de gebiedsgerichte ambitie ook weer een stap dichterbij brengt. Uitwerken businessmodel op gebiedsniveau (Bc) Bij een negatieve gebiedsbusinesscase kan met behulp van de GEN tool Businessmodellen gezocht worden naar andere businessmodellen bij bepaalde bouwstenen, waarmee de gebiedsbusinesscase positief kan worden. Deze halte levert een overzicht op van de businesscases die positief zijn, en die dus verder georganiseerd kunnen worden, businesscase die twijfelachtig zijn, en waar nog aan gesleuteld moet worden, en businesscases die nog niet positief zijn, en die voorlopig niet verder worden opgepakt. De op te zetten gebiedsorganisatie heeft als een van de rollen om deze negatieve businesscases te blijven monitoren, om te zien wanneer de tijd wel rijp is (bijvoorbeeld door de komst van nieuwe technologieën, goedkopere productie of andere regelgeving). Energieconcept (Bc, T) De integrale vergelijking van routes heeft als uitkomst een route, waarbij een bepaald energie-concept hoort. Voor de gebouwen betekent dit dat vervolgens per individuele woning een kansrijk aanbod moet worden uitgewerkt. Hiervoor kan de GEN subtool Methodiek Kansrijk Aanbod benut worden. Voor de opwekkers op gebiedsniveau kunnen de voorbereidingen voor realisatie gestart worden. Opzetten gebiedsorganisatie (B, Bc, T) Voor het realiseren van de gebiedsgerichte ambitie is een gebiedsorganisatie nodig die opgezet moet worden. Deze samenwerking bundelt de krachten op het niveau van het gebied en kan inkoop- en financieringsvoordelen bewerkstelligen. Een dergelijke bundeling van vermogen is interessanter voor financiers, dit biedt zo een betere toegang tot aantrekkelijk vreemd kapitaal. Het opstellen van een bewegingsplan helpt om te sturen en moet later bijdragen aan een hoge participatie van bewoners aan het nemen van energiemaatregelen. De gebiedsorganisatie heeft een aantal rollen (zie de vier stappen die volgen), waarmee ook weer een nieuwe start begint, ambities kunnen worden bijgesteld, en het integrale energie-concept met businesscases weer kan wijzigen. Een nieuwe cyclus start. Informeren en communiceren (B, Bc, T) Informeren en communiceren zijn belangrijke activiteiten van de gebiedsorganisatie om mensen en organisaties in beweging te krijgen. Communiceren over het energievraagstuk en over de ambitie van een energieneutraal gebied is belangrijk om de bewustwording in een gebied te vergroten. Communicatiedoelstellingen worden altijd beschreven in termen van kennis, houding en gedrag. Wat moeten welke doelgroepen weten, vinden en/of doen. De GEN subtool Energieregisseur speelt een belangrijke rol in het opschrijven van de communicatiedoelstellingen, doelgroepen en concrete communicatieactiviteiten in de vorm van een communicatieplan. 5 november / Versie 0.5 Routeplanner Bestaande Bouw 10

Initiëren en committeren (B, Bc, T) De gebiedsorganisatie kan ook een voedingsbodem bieden voor het ontplooien van initiatieven, cruciaal voor het in beweging houden van het gebied. Hierbij valt te denken aan het enthousiasmeren van verscheidene partijen in het gebied met het doel om woningen energetisch te verbeteren, gedrag te veranderen en nieuwe initiatieven te ontplooien. Borgen en regisseren (B, Bc, T) Een energiebewuste beweging leidt niet zondermeer tot een energieneutrale wijk. Het borgen en regisseren in de gebiedsorganisatie ziet toe op de sturing en op de voortgang in de doelstellingen en activiteiten van het gebied. De basis voor de sturing ligt in een Bewegingsplan in combinatie met de gekozen route. Faciliteren van realiseren (B, Bc, T) De gebiedsorganisatie moet zich tevens richten op het faciliteren van realiseren. Huiseigenaren zullen bijvoorbeeld energetische en bouwtechnische maatregelen aan hun gebouwen gaan uitvoeren. De focus zou dan onder andere moeten liggen op de facilitatie van de uitwisseling van ervaringen en inzichten rond deze uitvoering. De collectieve rol rond de uitvoering en realisatie kan bestaan uit voorlichting geven aan particulieren, ondernemers en anderen. Maar ook uit het bundelen van de behoefte bij particulieren aan concrete maatregelen en het faciliteren van een collectief inkooptraject of het registreren van de afgifte van maatwerkadviezen, referenties en ervaringen, gericht op de verbetering van het traject van maatwerkadvisering. 5 november / Versie 0.5 Routeplanner Bestaande Bouw 11