1.Contracteren Opzet memo werkgroep Tarifering Inleiding De inkoop van Jeugdhulp in de regio Dommelvallei+ krijgt vorm via bestuurlijk aanbesteden. Binnen het bestuurlijk aanbesteden wordt gewerkt met het begrip ontwikkelagenda. Hierop staan thema s die door aanbieders en gemeenten gezamenlijk moeten worden uitgewerkt. De ontwikkelagenda is door gemeenten en aanbieders vertaald naar een plan van aanpak. Tot op heden kopen de Dommelvallei+ gemeenten jeugdhulp in met de oude productcodes, zoals deze gebruikt werden door zorgverzekeraars, Rijk en provincie. Dit heeft geleid tot een zeer uitgebreid Producten Diensten Catalogus (PDC), dat voor zowel aanbieders als toegangsteams niet overzichtelijk en inzichtelijk is. De doelstelling is dan ook te komen tot een vereenvoudigde Producten Diensten Catalogus (PDC) die bruikbaar is voor generalisten, zorgaanbieders en gemeenten per 1 januari 2018 met daaraan gekoppeld een passende bekostigingsmethodiek en een redelijk tarief. De doelstelling van deze memo is het inzichtelijk maken van de kaders die betrekking hebben op het financiële gedeelte van de vereenvoudigde PDC. Daarom wordt eerst ingegaan op de theorie rondom de inkoop sociaal domein. In dit perspectief worden ook de eerder gemaakte keuzes van de Dommelvallei+ gemeenten geplaatst. Vervolgens wordt ingegaan op de context van de inkoop door de Dommelvallei+ gemeenten, zoals andere inkoopniveaus en de landelijke ondersteuning van i-sociaal Domein. Ten slotte wordt dit alles gebundeld in een aantal uitgangspunten, om als basis te dienen voor de discussie over de financiële keuzes die gemaakt dienen te worden in het kader van de vereenvoudigde PDC. Inkopen in het sociaal domein: theorie Bij het inkopen van jeugdhulp en Wmo-begeleiding kennen we vijf verschillende deelaspecten die een rol spelen bij inkoop. Deze deelaspecten worden hieronder schematisch weergegeven en beschreven. De deelaspecten zijn gebaseerd op de theorie van Tim Robbe die staat beschreven in het boek De vier-eenheid van inkopen in het sociaal domein. Ook de definities zijn gebaseerd op dit boek. 2. Prestaties 3. Toeleiden 4. Monitoren 5. Bekostigen 1. Contracteren: dit is de wijze waarop een gemeente afspraken maakt over prestaties, toeleiding, monitoring en bekostiging met één of meer zorg- en welzijnsaanbieders. 2. Prestaties: hebben betrekking op dat wat wordt ingekocht, zoals activiteiten, producten, diensten en/of resultaten. 3. Toeleiden: dit is de wijze waarop een gemeente besluit inwoners en zorg- en welzijnsaanbieders bij elkaar te brengen (als in vraag en aanbod bij elkaar brengen).
4. Monitoren: dit is de wijze waarop een gemeente monitort met welke zorg- en welzijnsaanbieders zij afspraken heeft, welke afspraken dat zijn, of partijen deze afspraken nakomen en of de gemeenschap dit soort afspraken ook nodig heeft. 5. Bekostigen: dit is de wijze waarop een gemeente de overeengekomen prestaties financiert. De focus van de werkgroep tarifering ligt op het deelaspect bekostiging. Echter, om te kunnen discussiëren en uitspraken te kunnen doen ten aanzien van bekostiging, is het noodzakelijk om naar de andere deelaspecten te kijken. De deelaspecten hangen uiteraard nauw met elkaar samen en beïnvloeden elkaar. Hieronder wordt nader ingezoomd op de afzonderlijke deelaspecten en tevens worden daarbij de reeds gemaakte keuzes van subregio Dommelvallei+ in beeld gebracht. 1. Contracteren Er zijn vier modellen voor contracteren. Een specifiek model kent soms verschillende namen of nuanceverschillen, maar grofweg kun je spreken van vier modellen. a. Relationeel contracteren. Een vaste overeenkomst met looptijd voor proces, relaties en besluitvorming met daaronder inhoudelijk overeenkomsten die partijen in de uitvoering steeds aan kunnen passen op basis van dat vastgestelde proces. b. Maatschappelijk aanbesteden. Vaak een korte tot middellange subsidierelatie volgend op directe gunning of een tender. Voorafgaand aan de directe gunning of de tender vinden onderhandelingen plaats met één of meer partijen over een maatschappelijk vraagstuk. c. Klassiek contracteren. Vaak een overeenkomst met een korte tot middellange looptijd volgend op een tender. De gemeente start met een bestek, vraag specificatie of een probleemstelling / behoeftestelling. d. Eén op één contracteren. Vaak een subsidierelatie met een korte looptijd na informele besprekingen (onderhandelingen) of zelfs een directe gunning dan wel toewijzing. Gemaakte keuze subregio Dommelvallei+: er is sprake van een bestuurlijke aanbesteding binnen subregio Dommelvallei+ voor de inkoop van jeugdhulp en Wmo begeleiding. Dit betekent dat bestuurlijk aanbesteden binnen de theorie gerelateerd kan worden aan relationeel contracteren. 2. Prestaties De prestaties zijn hetgeen dat wordt ingekocht. In dit geval is dat jeugdhulp en Wmo-begeleiding. Vaak worden prestaties vertaald in: activiteiten, producten, diensten en/of resultaten. Andere termen die hiervoor worden gebruikt zijn: input, throughput, output, outcome, maatschappelijk resultaat. Op dit moment kennen we binnen de bestuurlijke aanbesteding deelovereenkomsten waarin de prestaties zijn opgenomen. Hierbij zijn de prestaties als codes opgenomen waarbij er gewerkt wordt met P*Q (input). Zoals bekend hebben wij het doel om per 1 januari 2018 te gaan werken met een nieuwe productendiensten catalogus; dit betekent dat de prestaties opnieuw gedefinieerd moeten worden. Op dit moment zijn hier nog geen keuzes in gemaakt. 3. Toeleiden De wijze waarop inwoners en zorg- en welzijnsaanbieders bij elkaar worden gebracht kan op vier verschillende manieren gebeuren. a. De inwoners kiest zelf: de inwoner heeft volledige keuzevrijheid uit aanbieders, of beperkte keuzevrijheid uit door de gemeente gecontracteerde aanbieders. b. De gemeente kiest zelf: de gemeente stelt vast welke zorgaanbieders bepaalde inwoners bedienen.
c. De gemeente maakt gebruik van een mechanisme: de gemeente maakt gebruik van een (elektronische) veiling of competitie om een inwoner en zijn vraag toe te wijzen aan een aanbieder. d. De gemeente maakt gebruikt van een derde partij, bijvoorbeeld een regisseur of sociaal wijkteam, om vast te stellen welke aanbieder zorg levert aan een inwoners. Gemaakte keuze subregio Dommelvallei+: het uitgangspunt is dat de inwoner zelf kiest, eventueel op basis van het advies van een derde. Deze inwoner heeft de keuze uit gecontracteerde aanbieders. Wanneer er zorg nodig is van een aanbieder die nog niet gecontracteerd is, dan is er de mogelijkheid voor de aanbieder om alsnog gecontracteerd te worden (binnen de gestelde voorwaarden). In subregio Dommelvallei+ kan de inwoner ondersteunt worden door een derde partij. Deze derde partij kan de inwoner adviseren bij de keuze van aanbieder. In de subregio is deze derde partij het Centrum voor Maatschappelijke Deelname (CMD), het Plusteam of een arts. 4. Monitoren Er zijn drie niveaus van monitoren. a. Contractbeheer: de gemeente legt vast en heeft direct inzicht in de afspraken die zij heeft met zorg- en welzijnsaanbieders en welke zorg- en welzijnsaanbieders dat zijn. b. Contractmanagement: contractbeheer uitgebreid met het vastleggen van en direct inzichtelijk hebben van de nakoming van afspraken door zorg- en welzijnsaanbieders. c. Zinsgevingsmonitor / leveranciersmanagement / reflectieve monitoring: contractmanagement uitgebreid met het vastleggen en direct inzichtelijk maken of de overeengekomen prestaties wel of niet nodig zijn in het sociale domein en waarom (niet). Gemaakte keuze subregio Dommelvallei+: contractbeheer en contractmanagement en leveranciersmanagement worden door de gemeenten uitgevoerd in samenwerking met BIZOB. Subregio Dommelvallei+ heeft samen met de gecontracteerde aanbieders in het plan van aanpak afgesproken dat er een opzet voor reflectieve monitoring ontwikkeld wordt, als aanvulling op het contract- en leveranciersmanagement, om zo directe input vanuit cliënten hierbij te betrekken. 5. Bekostigen Er zijn vier modellen voor de bekostiging van prestaties. a. Beschikbaarheid: het betalen voor het beschikbaar houden van een dienst of functie. b. Populatiegebonden: is het verstrekken van een budget aan een of meer instellingen voor het bedienen van een doelgroep of populatie. c. Productie: het betalen van bedragen per verrichting of per persoon. d. Resultaat: het verstrekken van een vergoeding of beloning voor een resultaat of outcome bij een persoon of groep. Op dit moment kennen we binnen de bestuurlijke aanbesteding deelovereenkomsten waarin model c is opgenomen. Dit zijn verrichtingen die als codes zijn opgenomen waarbij er gewerkt wordt met P*Q (input) bekostiging. Zoals bekend hebben wij het doel om per 1 januari 2018 te gaan werken met een nieuwe PDC; dit betekent dat zowel de prestaties als de bekostiging opnieuw bepaald moeten worden. Dit proces pakken we gezamenlijk met aanbieders op in werkgroepen. Wanneer er keuzes zijn gemaakt in de wijze van bekostiging, dan zal er een vervolgproces moeten plaatsvinden, namelijk de prijsbepaling. Je kunt hierbij denken aan een prijsopbouw en kostprijsberekening.
Omgeving: De inkoop van jeugd en Wmo gebeurt op verschillende niveaus. Deze zijn van invloed op Dommelvallei+. Inkoop WMO De inkoop van zorg voor de WMO gebeurt op twee niveau s: beschermd wonen wordt ingekocht door de centrumgemeenten. In de regio Zuidoost Brabant zijn de centrumgemeenten Eindhoven en Helmond. De subregio Dommelvallei+ koopt voor de vier gemeenten WMO Begeleiding in. Inkoop jeugdhulp Voor jeugd vindt de inkoop plaats op de volgende niveaus: Landelijk Bovenregionaal Regionaal Subregionaal Client De cliënt staat centraal. Daaromheen zijn verschillende zorgvormen beschikbaar. De landelijke zorgvormen zijn zeer specialistisch, komen maar weinig voor en staan daarom ver weg. Zij moeten echter wel beschikbaar zijn indien nodig. Daarom zijn hier door de Vereniging van Nederlandse Gemeente (VNG) afspraken over gemaakt namens alle gemeenten in Nederland, in de vorm van raamcontracten. Daarnaast vindt er bovenregionaal inkoop plaats door het landsdeel Zuid Nederland. Dit bestaat uit de provincies Limburg, Zeeland en Noord-Brabant. Gezamenlijk kopen zij JeugdzorgPlus (ook wel bekend als gesloten jeugdzorg ) in. Namens de gemeenten in Zuidoost Brabant, neemt Eindhoven deel aan dit inkoopproces. Ook op regionaal niveau, met de 21 gemeenten van Zuidoost Brabant, vindt inkoop plaats. Dit gebeurt voor verschillende zorgvormen, zoals Jeugdbescherming, Jeugdreclassering, Spoedeisende Zorg, Veilig Thuis en ADHD Ziekenhuis zorg. Door de subregio Dommelvallei+ wordt op het gebied van jeugdhulp de ambulante jeugdhulp en jeugdhulp met verblijf en dagbehandeling ingekocht. De inkoop van jeugdhulp valt dus uiteen in meerdere onderdelen. Dit maakt het een complex geheel. Om gemeenten en zorgorganisaties hierbij te ondersteunen, hebben VNG en i-sociaal domein een ondersteuningsprogramma. Zij geven adviezen om de inkoop zo goed mogelijk te laten verlopen en om de administratieve lasten te verminderen. Zo zijn er een aantal kaders die zij meegeven, om het
proces van sturing en bekostiging zo goed mogelijk te laten verlopen en tips in het kader van de vergemakkelijking van de implementatie. Zij koppelen dan ook de wijze van bekostigen aan het administratieve proces en informatie uitwisseling en noemen dit geheel uitvoeringsvarianten. Zij onderscheiden er drie: De benamingen van i-sociaal Domein verschillen van de benamingen die Tim Robbe gebruikt en hierboven worden genoemd. Ze zijn echter wel vergelijkbaar: Benaming Tim Robbe Beschikbaarheid Populatiegebonden Productie Resultaat Benaming i-sociaal Domein Taakgericht Taakgericht Inspanningsgericht Outputgericht i-sociaal Domein geeft aan, dat het belangrijk is om een zuivere keuze te maken. Daarmee bedoelen ze niet dat er voor de gehele inkoop maar één uitvoeringsvariant mogelijk is. Ze bedoelen hiermee dat, wanneer eenmaal de keuze voor een uitvoeringsvariant bij een bepaalde zorgvorm is gemaakt, men in de uitvoering en informatievoorziening, geen tegenstrijdige zaken mag vragen. Bijvoorbeeld: bij taakgerichte bekostiging, kan men wel informatie krijgen over de gehele populatie, maar niet op individueel niveau. Wanneer informatie op individueel niveau gewenst is, dan is inspanningsgerichte of outputgerichte bekostiging beter passend. DBC s Per 1-1-2018 is er de mogelijkheid om binnen de jeugd GGz niet meer te werken met de huidige Diagnose Behandel Combinaties. De Dommelvallei+ gemeenten hebben de wens om de Jeugd GGz op te nemen in reguliere PDC. Deze zorgvormen worden dan ook apart meegenomen in de afwegingen per zorgvorm.
Eerder genoemde uitgangspunten Binnen de bestuurlijke aanbesteding Dommelvallei+ hebben gemeenten en aanbieders vaker uitgangspunten met elkaar gewisseld die leidend zouden moeten zijn bij de inkoop van Wmo begeleiding en jeugdhulp. Hieronder hebben we deze uitgangspunten neergezet. 1. Keuzevrijheid cliënt Wij vinden het belangrijk dat de cliënt de zorg / ondersteuning kan gebruiken bij de zorgaanbieder naar wens, zowel ZIN als PGB. 2. Geen wachtlijsten Wij vinden het belangrijk dat de wijze van bekostiging ervoor zorgt dat de cliënt altijd terecht kan bij de zorg / ondersteuning die hij of zij nodig heeft. 3. Maatwerk in zorg voor de cliënt en professionals Wij vinden het belangrijk dat de cliënt de zorg / ondersteuning krijgt die hij of zij nodig heeft; dus geen standaardpakketten die niet aansluiten, die teveel of te weinig bieden. 4. Maatwerk in de bekostiging Wij vinden maatwerk in de bekostiging belangrijk. Dit betekent dat: - bekostigingsdifferentiatie mogelijk moet zijn, zodat er bijvoorbeeld een andere wijze van bekostiging mogelijk is voor jeugdhulp met verblijf als voor ambulante jeugdhulp. - maatwerk in tariefdifferentiatie mogelijk moet zijn op basis van objectieve maatstaven. 5. Tarieven zijn gebaseerd op een objectieve kostenberekening Wij vinden het belangrijk om de prestaties te bekostigen met een tarief dat aan de hand van een objectieve kostenberekening is vastgesteld. Op deze manier is helder waarom een tarief van toepassing is op de betreffende prestatie. De sociale verantwoordelijkheid van zowel gemeente als aanbieders zijn hierbij belangrijk: voor de aanbieders is het belangrijk dat zij hun medewerkers een salaris kunnen bieden conform de geldende cao, de gemeente heeft als taak de beschikbare budgetten in ogenschouw worden genomen. 6. Omgevingsbewust, minder bureaucratie en zuivere keuzes Wij vinden het belangrijk om de bekostiging van Wmo begeleiding en jeugdhulp in te richten op een manier waarbij bureaucratie wordt verminderd. Dit is op meerdere manieren mogelijk. Bijvoorbeeld door bewust te zijn van de omgeving. Ook is het belangrijk om gemaakte keuzes, zoals uitvoeringsvarianten op een zuivere wijze door te voeren. De manier van monitoren kan differentiëren, maar moet hier wel goed op aansluiten. 7. Mogelijkheid tot doorontwikkeling Al doende leert men. Gemeenten en aanbieders zijn dan ook nog volop aan het leren en ontdekken wat de mogelijkheden van het nieuwe systeem zijn. De verwachting is niet, dat deze ontdekkingstocht per 1 januari 2018 is afgerond. De nieuwe PDC moet dan ook ruimte bieden om nieuwe ervaringen en inzichten te verwerken.