Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij

Vergelijkbare documenten
Terugblik 2011 in cijfers

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

Stichting Norit Pensioenfonds

Financieel crisisplan

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 8 september 2014

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Hazerswoude, 2 september 2013

Financieel crisisplan. van de

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

TRANSPARANTIEDOCUMENT

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement intern toezicht. In werking

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Pensioen-Bijeenkomst. 23 maart 2017

Verkort jaarverslag 2012

BIJLAGE 7: Financieel crisisplan Stichting Jan Huysman Wz. Fonds

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 27 juni 2013

COMMUNICATIEBELEID Eigenaar: Document: Versie: Datum: Auteur: Versie Status Datum Omschrijving

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015

Reservetekort weggewerkt, pensioenen verhoogd

Beleidskaders en beleid 2018 Bestuur Stichting Pensioenfonds Scildon (SPS)

Verkort jaarverslag 2013

In werking : 1 juli 2015 Vastgesteld door het bestuur : 26 juni 2015

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

10. Goed pensioenfondsbestuur

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Financieel crisisplan

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 26 juni 2014

Deelnemersbijeenkomsten. Grolsch Pensioenfonds

Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds. Financieel crisisplan

Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij, statutair gevestigd te Enschede, hierna te noemen: "het Fonds"

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015

Bestuur. Deelnemers: 2 Pensioengerechtigden:3 Werkgevers 2. Verantwoording en medezeggenschap

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Financieel crisisplan. van de

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Stichting Dow Pensioenfonds 60. Het Crisisplan. Versie 2016

Het jaarverslag 2012 in vogelvlucht

Stichting Pensioenfonds. voor. Verloskundigen

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Jaarverslag 2012 STICHTING PENSIOENFONDS SLIGRO FOOD GROUP

10. Goed pensioenfondsbestuur

FUNCTIEPROFIEL BESTUUR VOOR LEDEN EN VOORZITTER (BELEGGINGSCOMMISSIE)

Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO

Wet versterking bestuur pensioenfondsen

Stichting Pensioenfonds Henkel Nederland B.V.

Toelichting bij brief aan Stas Klijnsma dd. 14 maart 2014, P.C./MVE/ Mag een pensioenfonds gewogen stemverhoudingen hanteren in het bestuur?

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn:

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING

Verkort Jaarverslag 2013

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Leiden, 3 september 2012

Kamervragen van de leden Omtzigt en Van Hijum (beiden CDA)

Volgens de beleidsregel van De Nederlandsche Bank (DNB) is een financieel crisisplan als volgt te definiëren:

voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV).

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Mijn Pensioen. Pensioen is meer! Onderwerpen van vandaag 23/11/2015. Mijn Pensioen (1) Hoe ziet mijn pensioen eruit?

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Pensioenen... Reglement raad van toezicht

Pension Fund Governance TRANSPARANTIE DOCUMENT UITLEG GEKOZEN PRINCIPES VOOR GOED PENSIOENFONDSBESTUUR

PENSIOENFONDS HORECA & CATERING DIRECTIESTATUUT INZAKE TOEDELING TAKEN, VERANTWOORDELIJKHEDEN EN BEVOEGDHEDEN AAN DE DIRECTIE

stichting pensioenfonds wonen

Communicatiekalender 2017 en 2018

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

Reglement Raad van Toezicht. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

Pensioen in beweging. Lenteakkoord 2012, Hoofdlijnennota herziening FTK en Septemberpakket

Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds. Geacht bestuur,

Wat is nu precies de rol van de werkgever, de vakbonden en het bestuur van het pensioenfonds?

Asset & Liability Management

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling

Nieuwsbrief van uw pensioenfonds

In deze nieuwsbrief geven wij u informatie over de financiële situatie en andere belangrijke ontwikkelingen binnen het fonds.

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Beloningsbeleid Juli 2019

Communicatieplan Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

Later AOW en pensioen

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari Stand van zaken SVG. 1 van 19

27 september Deelnemersvergadering

Deelnemersbijeenkomst

Jaarinformatie Stichting Pensioenfonds C1000 over het verslagjaar (opgesteld op basis van het jaarbericht 2012)

Bijzondere deelnemersvergadering 29 januari 2015

Stichting Pensioenfonds De Fracties

Financieel crisisplan

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 5 februari Stand van zaken SVG. 1 van 20

Oegstgeest, 4 september Deelnemers en Gepensioneerden

Transcriptie:

Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij Brouwerslaan 1, 7548 XA Enschede Postbus 55, 7500 AB Enschede Telefoon: 053-4833 333 Telefax: 053-4833 100 Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 41028047 Verslag over het boekjaar 1-1-2012 t/m 31-12-2012

2

Inhoud Pagina Bestuur en organisatie 5 Meerjarenoverzicht 9 Bestuursverslag Algemeen 11 Uitbestede werkzaamheden 17 Waarmerking en advisering 18 Financiële positie van het fonds en gevolgen economische ontwikkelingen 18 Algemene ontwikkelingen 19 Pensioenregelingen van het fonds 23 Beleggingen 28 Relevante ontwikkelingen 2013 38 Risicoparagraaf 39 Samenvatting actuarieel verslag 43 Visitatiecommissie Verslag Visitatiecommissie 49 Reactie van het bestuur 50 Verantwoordingsorgaan Verslag van het Verantwoordingsorgaan over het boekjaar 2012 51 Reactie van het bestuur 52 Jaarrekening Balans per 31 december 54 Staat van baten en lasten 56 Kasstroomoverzicht 58 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 59 Toelichting op de balans per 31 december 64 Toelichting op de staat van baten en lasten 71 Risicoparagraaf 76 Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij Jaarverslag 2012 3

Pagina Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum 87 Resultaatbestemming 87 Actuariële verklaring 88 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 89 Bijlagen Aangesloten ondernemingen per 31 december 2012 91 Beleggingsoverzicht 91 Begrippenlijst 93 4

Bestuur en organisatie Bestuur Benoemd door de vennootschap: H.J. Thoman voorzitter (per 2013 benoemd tot onafhankelijk voorzitter) P.G. van Rooijen secretaris J.F. Gierveld penningmeester L.D. Hazenberg A.J. Meijerink aspirant bestuurslid (per 24 april 2013) Benoemd door de werknemers en pensioengerechtigden: F.W.M. Domhof plv. penningmeester W.C.M. Vermeulen plv. voorzitter E.H.W. Bosman L.A.V.G. van der Stappen plv. secretaris (vanaf 21 februari 2012) Beleggingsadviescommissie Namens het pensioenfonds: J. Pienaar voorzitter (vanaf 3 april 2012) A.J. Meijerink secretaris J.F. Gierveld W.C.M. Vermeulen Externe deskundigen: A.J.C. Wender F. Ballendux Adviseurs: J. Beenen M. Brandwijk Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij Jaarverslag 2012 5

Communicatieadviescommissie Namens het pensioenfonds: F.W.M. Domhof P.G. van Rooijen F.M.R. Swennenhuis voorzitter Adviseur: R. Mulders Verantwoordingsorgaan Namens de pensioengerechtigden: Th. Hekker voorzitter en secretaris Namens de deelnemers: B. Termijtelen (vanaf 11 februari 2013) J.G. Westendorp (tot november 2012) Namens de werkgever: A.C.M. Oudejans Compliance officer E.S. Ruiter (advocaat en compliance officer vanuit Grolsch) Aangesloten onderneming Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. Organisatie Waarmerkend actuaris Ernst & Young Actuarissen B.V. Antonio Vivaldistraat 150 Postbus 7883 1008 AB Amsterdam Adviserend actuaris AZL actuariaat Akerstraat 92 Postbus 4471 6401 CZ Heerlen Accountant PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Paterswoldseweg 806 Postbus 8060 9702 KB Groningen 6

Administrateur AZL N.V. Akerstraat 92 Postbus 4471 6401 CZ Heerlen Vermogensbeheer Vastrentende waarden Pimco Europe Ltd. Rogge Global Partners Zakelijke waarden ING Investment Management Brandes Investment Partners Aberdeen Fund Management Ltd. Allianz Global Investors Europe GmbH CBRE Capital International (aandelen) (aandelen) (aandelen) (aandelen) (onroerend goed) (aandelen) Advisering vermogensbeheer Mercer Investment Consulting B.V. Startbaan 6 Postbus 2271 1180 EG Amstelveen Custodian Kas Bank N.V. Spuistraat 172 Postbus 24001 1000 DB Amsterdam Herverzekering Zwitserleven N.V. Burgemeester Rijnderslaan 7 Postbus 5000 1180 KA Amstelveen Internetsite www.grolschpensioenfonds.nl Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij Jaarverslag 2012 7

8

Meerjarenoverzicht 2012 2011 2010 2009 2008 Aantallen Actieve deelnemers 622 697 755 778 790 Gewezen deelnemers 559 492 448 429 385 Pensioengerechtigden 578 537 513 492 476 Totaal 1.759 1.726 1.716 1.699 1.651 Financiële gegevens (in duizenden euro) Toeslagen Indexatie actieven 0,0% 0,0% 0,0% 2,3% 0,0% Indexatie inactieven 0,0% 0,0% 0,0% 0,3% 0,0% Beleggingen voor risico pensioenfonds Belegd vermogen 1) 292.284 252.610 229.657 199.968 169.599 Beleggingsopbrengsten 32.863 17.573 2) 29.151 16.097-12.852 2) Rendement op basis van total return 13,6% 8,2% 15,7% 11,9% -4,6% Reserves Reserve algemene risico s 10.192 9.377 7.986 7.050 6.805 Solvabiliteitsreserve 26.053 23.926 21.651 16.898 21.580 Algemene reserve 8.176-8.927 13.868 12.659-1.820 Bestemmingsreserve 3) 0 1.541 0 0 0 Totaal reserves 44.421 25.917 43.505 36.607 26.565 Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds 248.929 228.649 193.498 170.410 164.746 Herverzekeringsdeel technische voorzieningen 726 769 597 562 554 Overige technische voorzieningen 646 360 192 258 0 Totaal technische voorzieningen 250.301 229.778 194.287 171.230 165.300 1) Dit zijn de totale beleggingen voor risico pensioenfonds, exclusief lopende intrest en liquide middelen. 2) Aangepast i.v.m. verschuiving kosten onroerende zaken van pensioenuitvoerings- en administratiekosten naar kosten van vermogensbeheer. 3) Zie pagina 55. Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij Jaarverslag 2012 9

2012 2011 2010 2009 2008 Premiebijdragen van werkgever en werknemers 13.741 6.895 6.705 6.167 5.406 Pensioenuitkeringen 7.393 6.696 5.891 5.715 5.712 Dekkingsgraad Aanwezige dekkingsgraad 117,8% 1) 110,6% 122,5% 121,4% 116,1% Vereiste dekkingsgraad 114,5% 114,5% 115,3% 114,0% 117,3% 1) De dekkingsgraad is als volgt berekend: (44.421 + 248.929 + 646) / (248.929 + 646) x 100% = 117,8%. 10

Bestuursverslag Algemeen Inleiding Het fonds, opgericht per notariële akte op 19 augustus 1942, is een ondernemingspensioenfonds verbonden aan de onderneming Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V. Het pensioenfonds heeft de stichting als rechtsvorm en is statutair gevestigd in Enschede. Overeenkomstig artikel 17 van de statuten wordt hierbij verslag uitgebracht over het boekjaar 2012. De in het verslag vermelde bedragen zijn op basis van duizenden euro opgenomen tenzij anders is aangegeven. Doelstelling Het doel van het fonds is gelden bijeen te brengen en te beheren, bestemd om binnen de door de beschikbare middelen gestelde beperkingen, pensioenen uit te keren of te doen uitkeren aan personen, die werkzaam zijn of werkzaam geweest zijn bij de vennootschap of een toegetreden onderneming dan wel aan hen, die door de arbeid van deze personen worden of werden onderhouden. De wijze waarop het fonds deze doelstelling uitvoert, wordt verder geregeld in het pensioenreglement. Om dit doel te bereiken, brengt het fonds de daartoe benodigde middelen bijeen en is tevens verantwoordelijk voor het beheer van deze middelen. De financiering van de pensioenvoorziening vindt plaats door bijdragen van werkgever en werknemers. De afspraken met betrekking tot de financiering en de uitvoering van de pensioenregeling zijn vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst tussen het fonds en de onderneming. Rectificatie jaarverslag 2011 Onder het kopje Foutenherstel op pagina 53 en (herhaald) op pagina 62 van het jaarverslag 2011 is abusievelijk een tekstpassage opgenomen die ten onrechte een onjuist beeld oproept. Ter rectificatie hiervan: wijzigt de eerste zin in: Ten behoeve van de financiering van de overgangsregelingen is een bestemmingsreserve bepaald. ; vervalt de tweede zin, te weten: Het fonds en de werkgever hebben dit destijds besloten en dit is destijds met de PVK afgestemd. Intrekking bestemmingsreserve 2012 In 2012 heeft het bestuur besloten tot het intrekken van het besluit tot vorming van de bestemmingsreserve. In de paragraaf Aanwijzing DNB wordt dit nader uiteengezet. ABTN Het fonds heeft een actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) opgesteld waarin gemotiveerd is omschreven welk beleid wordt gevoerd om de doelstelling van het fonds te kunnen nakomen. In de ABTN (ook wel bedrijfsplan genoemd) wordt nader ingegaan op de organisatie van het fonds, de inhoud van de pensioenregeling (pensioenovereenkomst), de financiële opzet (grondslagen, Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij Jaarverslag 2012 11

beleidskader en sturingsmiddelen), hoofdlijnen van het interne beheersingssysteem en de opzet van de administratieve organisatie en interne controle alsmede de hoofdlijnen van de uitvoeringsovereenkomst. Het bestuur heeft in het verslagjaar de ABTN geactualiseerd, versie december 2012. Belangrijke wijzigingen betreffen: De actualisering van het premie- en toeslagbeleid van het pensioenfonds overeenkomstig het overleg in het kader van de door DNB gegeven aanwijzing (zie ook de paragraaf Aanwijzing DNB ); Toevoeging van een bijlage met het nieuwe Financieel crisisplan van het pensioenfonds; Enige tekstuele wijzigingen, mede rekening houdend met de geldende wet- en regelgeving. Financieel crisisplan Rekening houdend met de Beleidsregel financieel crisisplan van DNB heeft het pensioenfonds in het verslagjaar een financieel crisisplan opgesteld. In dit plan is beschreven wanneer er sprake is van een crisissituatie en met welke maatregelen het pensioenfonds deze crisis zal bestrijden als deze zich in toekomst voordoet. Als crisis beschouwt het pensioenfonds met name de situatie als er in voorkomend geval niet voldoende herstel binnen de gestelde wettelijke termijnen is te verwachten om de dekkingsgraad weer op het minimaal vereiste niveau te brengen. Het bestuur neemt dan extra maatregelen om de dekkingsgraad op het minimaal vereiste niveau te brengen. Dit zijn dan dus maatregelen die naast het huidige beleidskader nodig zijn vanwege onvoldoende herstel en/of een crisissituatie die langer aanhoudt. Met dit financieel crisisplan is het pensioenfonds al van tevoren voorbereid op een dergelijke situatie en heeft besproken hoe met een dergelijke situatie wordt omgegaan. Uitgangspunt hierbij is dat op evenwichtige wijze de belangen van de (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden, werkgever en andere belanghebbenden op evenwichtige wijze worden behartigd. Het bestuur heeft op 26 april 2012 het financieel crisisplan voor het pensioenfonds vastgesteld, opgenomen als bijlage bij de ABTN en ingediend bij DNB. Het bestuur beziet de actualisering van dit plan, rekening houdend met de uitkomsten en voorbeelden uit een sectorbreed onderzoek die DNB en AFM eind oktober 2012 hebben gepubliceerd. Statuten De statuten van het fonds zijn in het verslagjaar niet gewijzigd. Uitvoeringsovereenkomst De uitvoeringsovereenkomst tussen het pensioenfonds en de werkgever is per oktober 2012 bijgewerkt met de recente wijzigingen. Het betreft met name de vastlegging en andere uitwerking van de getroffen maatregelen in het kader van de door DNB gegeven aanwijzing. Voor de basisregelingen geldt een vaste premie van 20%. Bovenop deze 20% zal het fonds een premienota indienen bij de werkgever ter bekostiging van de overgangsregelingen. Bestuur Het bestuur van het fonds bestond 2012 uit acht bestuursleden waarvan drie gekozen door de deelnemers (werknemersvertegenwoordigers), één vertegenwoordiger namens de pensioengerechtigden en vier aangewezen door de werkgever (werkgeververtegenwoordigers). De bestuurders die zijn benoemd namens de deelnemers en pensioengerechtigden zijn benoemd voor een periode van vier jaar en treden af volgens een rooster van aftreden. Na afloop van de zittingsperiode kunnen deze bestuursleden wederom worden benoemd. Per 21 februari 2012 werd de heer Van der Stappen benoemd tot vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden in het fondsbestuur. In 2012 is de heer Vermeulen aangewezen als plaatsvervangend voorzitter en de heer Van der Stappen als plaatsvervangend secretaris van het pensioenfonds. Het bestuur vergaderde vijf keer in het verslagjaar regulier, namelijk op 14 februari, 24 april, 12 juni, 29 oktober en 11 december 2012. Voorts vond op 4 september 2012 de jaarlijkse beleidsdag plaats. Tijdens de beleidsdag vergaderde het bestuur daarnaast gezamenlijk met de beleggingsadviescommissie. 12

In december 2012 heeft het bestuur besloten om per 2013 invulling te geven aan de statutaire mogelijkheid om een onafhankelijk voorzitter (zonder stemrecht) en daartoe de heer Thoman te benoemen. Het aantal bestuursleden stijgt dientengevolge van acht naar negen. De vertegenwoordiging van het fonds is daarbij zodanig ingericht dat zowel de onafhankelijk voorzitter als ook diens plaatsvervanger tezamen met telkens een bestuurslid uit beide geledingen het fonds kunnen vertegenwoordigen. De heer Meijerink is door de werkgever voorgedragen als nieuw werkgeverslid ter invulling van de vacante bestuurszetel en neemt vanaf 24 april 2013 als (aspirant) bestuurslid deel aan de bestuursvergadering. Naleving Principes Goed Pensioenfondsbestuur Het bestuur onderschrijft de principes voor goed pensioenfondsbestuur die de Stichting van de Arbeid heeft vastgesteld en die in de Pensioenwet zijn opgenomen. Het bestuur streeft er naar om deze principes na te leven. De principes hebben betrekking op de volgende onderdelen: zorgvuldig bestuur, transparantie, openheid en communicatie, deskundigheid en functioneren van het bestuur, verantwoording en intern toezicht. Verantwoordingsorgaan Overeenkomstig de principes voor goed pensioenfondsbestuur heeft het fonds een verantwoordingsorgaan ingesteld. De heer Termijtelen is per 11 februari 2013 benoemd als werknemersvertegenwoordiger in het verantwoordingsorgaan ter opvolging van de heer Westendorp. Het bestuur legt jaarlijks verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan als vertegenwoordiger van de bij het fonds betrokken deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever. In dit jaarverslag wordt separaat verslag gedaan van de bevindingen van het verantwoordingsorgaan. Op 12 juni en 11 december 2012 vergaderde het verantwoordingsorgaan tezamen met het bestuur. Besproken onderwerpen waren onder meer de gegeven aanwijzing door DNB (zie ook paragraaf de paragraaf Aanwijzing DNB), het jaarverslag, de financiële positie, het communicatiebeleid en -plan, deskundigheidsbevordering evenals het premie-, indexatie- en beleggingsbeleid inclusief het bijbehorende integraal beleidskader van het fonds. Intern toezicht en visitatiecommissie Het bestuur heeft invulling gegeven aan het interne toezicht door middel van een visitatiecommissie die minimaal eens per drie jaar, voor het eerst in 2009, het functioneren van het fonds evalueert en toetst. Het gaat dan om een beoordeling van de beleids-, bestuursprocedures en -processen en de controleomgeving van het fonds. Tevens behelst het een beoordeling van de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd alsmede een beoordeling van de wijze waarop door het bestuur wordt omgegaan met de risico s op de langere termijn. De werkwijze van de commissie is vastgelegd in een reglement visitatiecommissie. Het bestuur heeft aan VC Holland opdracht gegeven om een visitatie te verrichten over het jaar 2012. Het bestuur heeft daarbij in het bijzonder aandacht gevraagd voor de wijze waarop het fonds uitvoering heeft gegeven aan de aanwijzing door DNB. Communicatieadviescommissie De communicatieadviescommissie is belast met de voorbereiding van de informatieverstrekking aan alle betrokken partijen overeenkomstig de informatieverplichtingen in de Pensioenwet. De commissie maakt en onderhoudt in dit kader een communicatieplan. De commissie heeft het communicatieplan 2011-2013 vastgesteld, rekening houdend met een positief advies van het verantwoordingsorgaan. Belangrijk aandachtspunt is ook de website van het fonds. De website van het fonds onderscheidt verschillende doelgroepen en biedt informatie op maat. Regelmatig publiceert het fonds nieuwsberichten om de belanghebbenden op de hoogte te houden van actuele zaken en ontwikkelingen. Het fonds heeft het jaarlijkse Uniform Pensioen Overzicht (UPO) verstrekt aan deelnemers en gepensioneerden. De opgaven voor actieve deelnemers worden in historie bewaard op de website, zodat een deelnemer ook over voorgaande jaren opgaven kan raadplegen. Iedere deelnemer kan daartoe via de website in een beveiligde omgeving zijn eigen UPO en de opgave van de jaarlijkse waardeaangroei van de pensioenaanspraken (factor A genoemd) digitaal bekijken. De gewezen deelnemers ontvangen eens per vijf jaar een UPO. In 2010 heeft het fonds alle gewezen deelnemers voorzien van hun actuele UPO. Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij Jaarverslag 2012 13

Gedurende 2012 en het eerste kwartaal 2013 heeft het fonds een aantal informatiebijeenkomsten georganiseerd voor de (gewezen) deelnemers c.q. gepensioneerden over actuele pensioenontwikkelingen. Daarnaast zijn de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden gedurende het jaar regelmatig schriftelijk geïnformeerd over de actuele ontwikkelingen rondom het pensioen en het pensioenfonds. Beleggingsadviescommissie De beleggingsadviescommissie doet voorstellen aan het bestuur inzake de beleggingen van de pensioengelden, voert overleg met de vermogensbeheerders en houdt zich bezig met het beoordelen van de gerealiseerde resultaten door de vermogensbeheerders. De heer Pienaar trad in 2012 toe tot de beleggingsadviescommissie en volgde de heer Gierveld vanaf 3 april 2012 op als voorzitter van de commissie. De beleggingsadviescommissie is verantwoordelijk voor en rapporteert pro-actief uit eigen beweging aan het bestuur van het fonds ten aanzien van: Het effectueren van bestuursbesluiten over het beleggingsbeleid binnen de kaders die het bestuur van het fonds heeft meegegeven bij deze effectuering; Het signaleren van actuele ontwikkelingen die relevant kunnen zijn voor het beleggingsbeleid van het fonds; Het voorbereiden van de formulering van het beleggingsbeleid in relatie tot de actuariële principes; Het erop toezien dat het vermogensbeheer, zoals uitgevoerd door externe beheerders dan wel binnen geselecteerde beleggingsfondsen, binnen de richtlijnen valt die door het bestuur zijn vastgesteld; Het erop toezien dat de strategische benchmark geschikt is om de beleggingsdoelstellingen van het fonds te realiseren; Het op basis van die strategische benchmark definiëren van beleggingsmandaten en benchmarks voor te onderscheiden portefeuilles en/of beleggingsfondsen; Het selecteren van externe vermogensbeheerders voor (een deel van) de beleggingsportefeuille; Het controleren dat de mandaten door de beheerders in acht zijn genomen; Het zorgdragen voor de vaststelling van het rendement van de portefeuille; Het evalueren van zowel de beleggingsresultaten van het totaal der beleggingen als van dat der deelportefeuilles ten opzichte van de vastgestelde benchmarks over de meest recente vier kwartalen alsook over langere perioden; Het beoordelen van (de consistentie van) het door de aangestelde beheerders gevoerde beleggingsbeleid in het licht van de marktontwikkelingen en de beleggingsbenadering van de betrokken vermogensbeheerders; Het monitoren van en rapporteren aan het bestuur over alle relevante zaken, in het bijzonder de evaluatie van de behaalde rendementen, de dekkingsgraad en de economische omgeving. De beleggingsadviescommissie werkt hierbij met een checklist die daartoe telkens wordt doorlopen; Het voorbereiden van (beleggings)voorstellen aan het bestuur van het fonds ter besluitvorming. Deze voorstellen vergezelt de beleggingsadviescommissie van onderliggende overwegingen, eventuele alternatieven en een uiteenzetting van de voorbereiding van deze voorstellen tijdens de vergaderingen van de beleggingsadviescommissie inclusief onderliggende overwegingen. Eén maal per jaar evalueert de commissie het vastgestelde strategische beleggingsbeleid, de geïmplementeerde structuur en de aangestelde beheerders alsmede de bewaarnemer. Indien relevant wijst de commissie bij die gelegenheid tevens de te beleggen middelen toe voor het komende jaar binnen de geldende uitgangspunten. Over deze punten, alsmede over de resultaten van het boekjaar brengt de commissie schriftelijk verslag uit aan het bestuur. Periodiek rapporteert de beleggingsadviescommissie aan het bestuur. Zelfevaluatie en deskundigheid Overeenkomstig de principes voor goed pensioenfondsbestuur heeft het bestuur in artikel 31 van de statuten een procedure opgenomen teneinde zijn eigen functioneren periodiek te evalueren. Deze zelfevaluatie vindt jaarlijks plaats. Naast de jaarlijkse collectieve zelfevaluatie worden met ingang van 2013 ook individuele functioneringsgesprekken gehouden. De bevindingen van de collectieve evaluatie heeft het bestuur in vervolg op de beleidsdag besproken en hierover praktische werkafspraken gemaakt. 14

Het bestuur besteedt actief aandacht aan deskundigheidsbevordering van bestuursleden en leden van het verantwoordingsorgaan en in dit kader hebben leden van bestuur c.q. verantwoordingsorgaan opleidingen gevolgd. Gedurende het gehele jaar heeft het bestuur de actuele pensioenontwikkelingen gevolgd. Het bestuur werkt met een deskundigheidsplan en een deskundigheidsmatrix waarin rekening wordt gehouden met de actuele samenstelling van het bestuur en het verantwoordingsorgaan evenals het plan van aanpak ter deskundigheidsbevordering van de pensioenkoepels. Integere bedrijfsvoering Het bestuur is van mening dat het in het verslagjaar zoveel als mogelijk heeft voldaan aan de meest recente principes van goed pensioenfondsbestuur en dat het heeft zorggedragen voor een integere bedrijfsvoering. Het bestuur heeft 2012 aandacht besteed aan de principes voor goed pensioenfondsbestuur. Naleving wet- en regelgeving Het afgelopen jaar zijn aan het fonds geen dwangsommen of boetes opgelegd, noch is een bewindvoerder aangesteld of is bevoegdheidsuitoefening van organen van het fonds gebonden aan toestemming van de toezichthouder. Aanwijzing DNB Er is door DNB een aanwijzing aan het pensioenfonds gegeven om een aantal maatregelen te treffen. Het betrof: Het teniet doen van een premietekort over de jaren 2009 t/m 2011 binnen de grenzen van de geldende uitvoeringsovereenkomst, pensioenregeling en ABTN. Het fonds houdt daarbij conform afstemming met DNB geen rekening met premiedemping. Tevens heeft het fonds in vervolg hierop ook de nodige maatregelen getroffen voor een sluitende financiële opzet vanaf 2012. Het voorgaande houdt m.n. verband met een verschil in inzicht dat bestond tussen DNB het pensioenfonds over de financiering van de geldende overgangsregelingen die het fonds in de periode vanaf 1997/1998 in overleg met de werkgever heeft getroffen; Het intrekken van het besluit tot vorming van de bestemmingsreserve in de jaarrekening; De nieuwe besluitvorming over de toeslagverlening en toepassing van de geldende overgangsregelingen waarbij een evenwichtige belangenafweging plaatsvindt inzake de allocatie van beschikbare middelen aan alle voorwaardelijke regelingen, e.e.a. rekening houdend met de overige getroffen maatregelen; De wijziging van alle relevante documenten die noodzakelijk zijn voor de rechtsgeldige implementatie van een gedempte premie voor de financiering van de betreffende onderdelen in de pensioenregeling; Het teniet doen van een premietekort over het jaar 2012; Het nemen van maatregelen in het kader van een beheerste en integere bedrijfsvoering met bijbehorende evenwichtige belangenafweging en informatievoorziening aan de toezichthouders; Een verklaring van de waarmerkend actuaris waaruit blijkt dat is voldaan aan de hiervoor beschreven maatregelen; Een maandelijkse voortgangsrapportage aan DNB. De uitkomsten van deze maatregelen zijn verwerkt in dit jaarverslag. Het fondsbestuur heeft de aanwijzing inmiddels geheel opgevolgd. Dit is in februari 2013 schriftelijk door DNB bevestigd. Gedragscode Jaarlijks wordt door de bestuursleden bevestigd dat zij de gedragscode nageleefd hebben. Ook voor 2012 heeft dit plaatsgevonden. Compliance officer De compliance officer bewaakt dat het fonds voldoet aan de gedragscode van het fonds en bijbehorende regelgeving. Als compliance officer vanuit Grolsch fungeert mevrouw Ruiter. Er zijn geen bijzonderheden te melden. Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij Jaarverslag 2012 15

ALM-studie Het bestuur houdt zich regelmatig bezig met de afstemming tussen de bezittingen versus de verplichtingen van het fonds. Hiertoe wordt periodiek een ALM (Asset liability Management) studie verricht. De uitkomsten van de ALM-studie leiden tot beleidsadviezen aan het bestuur. Ook bij bijzondere gebeurtenissen, zoals een introductie van een nieuw pensioenreglement, wijziging van toezichtbeleid en/of wijziging van het beleggingsbeleid kan een ALM-studie aan de orde zijn. Met behulp van deze studie formuleert c.q. actualiseert het bestuur het fondsbeleid zoals omschreven in de ABTN. De actuele ALM-studie dateert van 2010. De bevindingen uit deze studie heeft het bestuur betrokken bij actualisering van het fondsbeleid. Continuïteitsanalyse Om te toetsen of het beleid op lange termijn tot de gewenste ontwikkeling leidt, voert het fonds ten minste eens in de drie jaar een continuïteitsanalyse uit. De meest recente continuïteitsanalyse dateert van 2009. Het bestuur heeft inmiddels een nieuwe continuïteitsanalyse laten uitvoeren. Deze is in 2012 opgestart en in 2013 afgerond. Uit de continuïteitsanalyse is gebleken dat er consistentie is tussen toezegging, financiering, beleid en ambitie. Het fonds kent daarbij geen gericht toeslagenbeleid. De premie neemt gedurende de jaren af door de afname van de VPL-bijdrage over de jaren heen. De premie is daarbij vastgesteld als 20% van de salarissom plus de premie op basis van marktwaarde voor de VPL overgangsregelingen. Daarnaast wordt verwacht dat de dekkingsgraad langzaam toeneemt door onder andere het positieve verwachte overrendement. Beleidsdag 2012 Op 4 september 2012 is door het fonds de jaarlijkse een beleidsdag georganiseerd. Het doel van de beleidsdag is om op een professionele en zorgvuldige wijze na te denken over de huidige opzet en werkwijze van het fonds en het besturen van het fonds in de toekomst. Centraal stond de opvolging van de aanwijzing van DNB en de behandeling van het strategisch fondsbeleid inclusief het beleid inzake premie, indexatie en overgangsregelingen. Belangrijke onderwerpen waren in 2012 voorts de mogelijkheden en gevolgen van het pensioenakkoord voor de pensioenregeling, het bestuur en de organisatie van het fonds, zelfevaluatie en deskundigheidsbevordering. Het beleggingsbeleid besprak het bestuur in een gezamenlijke bijeenkomst met de beleggingsadviescommissie. In deze gezamenlijke bijeenkomst kwam ook de financiële positie en risicobeheersing c.q. -afdekking aan bod. Daarnaast is de jaarkalender inclusief de beleidsdag voor 2013 vastgesteld. Risicobeheersing Integriteit is verankerd in de wet en vormt een integraal onderdeel van het toezicht van DNB. Het bestuur werkt met een integrale risicoanalyse waarin op basis van de methodiek van DNB, FOCUS c.q. FIRM (Financiële Instellingen Risicoanalyse Methode), de relevante risico s zijn geanalyseerd en vastgelegd in een beheersingsplan. Het bestuur werkt de risicoanalyse doorlopend bij op basis van lopende en verrichte activiteiten, bevindingen, vernieuwde inzichten en ontwikkelingen. Het bestuur houdt daarbij rekening met de aard en het belang van het betreffende risico. Uitvoeringskosten In november 2011 heeft de Pensioenfederatie de Aanbevelingen uitvoeringskosten gepresenteerd. Hierin worden de pensioenfondsen opgeroepen om de kosten van het pensioenbeheer, vermogensbeheer en transactiekosten te publiceren. Deze kosten moeten naar de mening van de Pensioenfederatie volledig bekend zijn binnen het pensioenfonds en beschikbaar zijn voor deelnemers. De aanbevelingen luiden als volgt: Rapporteer de kosten van pensioenbeheer in euro per deelnemer; Rapporteer de kosten van het vermogensbeheer in % van het gemiddeld belegd vermogen; Rapporteer separaat (eventueel geschatte) transactiekosten in % van het gemiddeld belegd vermogen. Het pensioenfonds deelt de mening van de Pensioenfederatie en wenst volledige transparantie te realiseren ten aanzien van deze kosten. Dit gaat dus verder dan alleen de direct in de jaarrekening te verantwoorden kosten. Het transparant maken van alle kosten en 16

mogelijk afzetten tegen een benchmark is daarbij een middel om de kosten verder te beheersen. Met onderstaand overzicht geeft het pensioenfonds sinds 2011 gevolg aan de aanbevelingen van de Pensioenfederatie. Het fondsbestuur voert een stringent kostenbeleid. Kostenoverzicht 2012 Pensioenbeheer Kosten in euro per deelnemer 1) 593,33 Vermogensbeheer Kosten in % van het gemiddeld belegd vermogen 2) 1,13% Transactiekosten in % van het gemiddeld belegd vermogen 0,54% Uitbestede werkzaamheden Administratie De deelnemers-, uitkeringen- en financiële administratie van het fonds zijn uitbesteed aan AZL. AZL draagt zorg voor de volgende zaken: de pensioen- en deelnemersadministratie; de financiële administratie; de jaarverslaglegging; de bestuursadvisering. AZL verstrekt jaarlijks een ISAE 3402-rapportage, type I en II. Het betreft een rapportage over de resultaten van een ISAE 3402 audit die bij AZL door een externe accountant heeft plaatsgevonden en die gericht is op de opzet, het bestaan en de werking van de beheersen controlemaatregelen, processen en procedures van AZL. Zie ook de paragraaf Niet financiële risico s. De beleggingsadministratie is uitbesteed aan Kas Bank N.V. Beleggingsadviseur/vermogensbeheerders Het bestuur heeft het beheer van het belegd vermogen uitbesteed aan Pimco Europe Ltd en Rogge Global Partner voor wat het belegd vermogen in vastrentende waarden betreft. Het beheer van het belegd vermogen in zakelijke waarden is uitbesteed aan ING Investment Management (aandelen), Brandes Investment Partners (aandelen), Aberdeen (aandelen), Allianz (aandelen), CBRE (onroerend goed) en Capital International (aandelen). Het vermogen is belegd in door de vermogensbeheerder beheerde producten. Vooraf is nagegaan of de specificaties en strategieën van deze fondsen aansluiten op het binnen de ALM-studie ontwikkelde strategische beleggingsbeleid. De vermogensbeheerder 1) Kosten van het pensioenbeheer bestaan uit de kosten van uitbesteding, bestuurskosten en de kosten van toezicht. De totale kosten bedragen 712.000. Om de kosten per deelnemer te berekenen is conform de aanbeveling van de Pensioenfederatie het aantal deelnemers gedefinieerd als de som van het aantal actieve deelnemers en pensioengerechtigden. Gewezen deelnemers tellen dus niet mee. Dit in tegenstelling tot de methode normdeelnemer waarbij elk type deelnemer een weging krijgt in het totale aantal deelnemers. Een pensioengerechtigde en gewezen deelnemer kosten immers minder dan een actieve. 2) Kosten van het vermogensbeheer kunnen in twee categorieën worden onderscheiden. De eerste categorie betreft de kosten zoals die in de jaarrekening zijn verwerkt. Daaronder vallen de beheervergoeding van de vermogensbeheerder(s) en overige beheervergoedingen. Dit betreft een bedrag van 1.619.000. De tweede categorie betreft kosten die rechtstreeks ten laste van het beleggingsrendement zijn gebracht. Deze kosten zijn dus niet inbegrepen in de kosten van de vermogensbeheerder(s) zoals opgenomen in de jaarrekening en zijn geschat op 1.466.000 De totale kosten vermogensbeheer komen daarmee uit op circa 3.085.000. Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij Jaarverslag 2012 17

rapporteert per kwartaal over de resultaten van de uitvoering van het beleggingsbeleid. Het bestuur wordt door middel van periodieke rapportages van zowel de uitvoeringsorganisatie alsmede van externe adviseurs in staat gesteld de risico s en fondssituatie goed te monitoren. De juistheid van de geregistreerde gegevens wordt getoetst door functionarissen van financiële afdeling van Grolsch, de onafhankelijke accountant van het pensioenfonds en de adviserend c.q. waarmerkend actuaris van het fonds. Daarbij wordt er op toegezien dat ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid de controles uitvoert, waardoor zekerheden worden ingebouwd ten aanzien van de juiste registratie van de gegevens die van belang zijn voor het vaststellen van de verplichtingen. De administrateur rapporteert periodiek schriftelijk en/of mondeling tijdens de bestuursvergaderingen, alsmede eenmaal per jaar door middel van een financieel jaarverslag aan het bestuur. Waarmerking en advisering Actuariaat Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen adviserende en waarmerkende werkzaamheden. Het bestuur heeft de waarmerkende werkzaamheden vanaf boekjaar 2012 in goed overleg met Mercer Certificering B.V. te Amstelveen overgedragen naar Ernst & Young Actuarissen te Amsterdam. De adviserende werkzaamheden heeft het bestuur opgedragen aan AZL Actuariaat. Controle De controle van de jaarrekening is opgedragen aan PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. te Groningen. Financiële positie van het fonds en gevolgen economische ontwikkelingen Het belegd vermogen van het fonds (inclusief lopende interest en liquide middelen) nam in het verslagjaar toe met 45,8 miljoen tot 299,1 miljoen (2011: 253,3 miljoen) als gevolg van de beleggingsresultaten en de gedane pensioenbetalingen. Het gemiddelde rendement op basis van total return bedroeg in 2012: 13,6% (2011: 8,2%). De voorziening pensioenverplichtingen is ultimo 2012 vastgesteld op 248,9 miljoen (2011: 228,6 mln), hetgeen resulteert in een (aanwezige) dekkingsgraad van 117,8%. De benodigde solvabiliteit onder FTK dient zodanig te zijn dat het fonds met 97,5% zekerheid volgend jaar nog voldoende vermogen heeft om de verplichtingen op marktconforme basis over te dragen. De benodigde solvabiliteit wordt bepaald met behulp van een door DNB aangereikt standaardmodel. De benodigde dekkingsgraad ultimo 2012 bedraagt 114,5%. Per eind mei 2013 bedroeg de (geraamde) aanwezige dekkingsgraad van het fonds op basis van de beschikbare gegevens 117,8%. Herstelplan In maart 2009 heeft het fonds een langetermijnherstelplan ingediend bij DNB. Na een tijdelijk herstel was er vanaf het najaar 2011 weer sprake van een reservetekort. Het bestuur heeft vervolgens besloten het bestaande herstelplan te handhaven. Het pensioenfonds heeft DNB over het voorgaande ingelicht. Het pensioenfonds heeft gedurende 2012 zijn (geraamde) dekkingsgraad maandelijks gerapporteerd aan DNB. 18

Per eind 2012 was de aanwezige dekkingsgraad inmiddels gestegen naar een hoger niveau dan vereist. Zodra er gedurende drie achtereenvolgende kwartalen geen sprake meer is van een reservetekort, zal het pensioenfonds niet meer in een herstelplansituatie verkeren. Evaluatie herstelplan Het pensioenfonds evalueert jaarlijks de voortgang van het herstel en rapporteert hierover aan DNB. Begin 2013 heeft het pensioenfonds het herstelplan geëvalueerd. Deze evaluatie is in februari 2013 aan DNB gerapporteerd. Op basis van het ingediende herstelplan zou ultimo 2012 een dekkingsgraad van 120,7% worden verwacht. De werkelijke dekkingsgraad ultimo boekjaar 2012 is 117,8%. Het fonds loopt daarmee achter op het herstelplan. Belangrijker is echter om te kijken naar de evaluatie van het herstelplan. Uit de evaluatie van het herstelplan eind 2011 blijkt dat het fonds ultimo 2012 een dekkingsgraad verwacht van 112,0%. De dekkingsgraad van het fonds is derhalve hoger dan de verwachte dekkingsgraad uit de evaluatie van het herstelplan. Gezien de voorlopige dekkingsgraad ultimo december van 117,8% behoeft het pensioenfonds uit hoofde van het herstelplan geen extra maatregelen te treffen. De evaluatie van het herstelplan voorzag voor ultimo 2012 een dekkingsgraad van 112,0%. De dekkingsgraad ultimo 2012 is hoger (117,8%). Dit betekent dat het fonds voorloopt op het herstel dat werd beoogd bij de evaluatie van het herstelplan primo 2012. De dekkingsgraad is ultimo 2012 hoger dan de vereiste dekkingsgraad. Als de dekkingsgraad van het fonds de komende twee kwartaaleinden boven de vereiste dekkingsgraad ligt, wordt het herstelplan beëindigd. Algemene ontwikkelingen De ontwikkelingen op het gebied van pensioen volgen elkaar in snel tempo op. De hieronder opgenomen algemene ontwikkelingen geven de situatie weer tot maart 2013. Algemeen Het invoeren van een nieuw type pensioencontract, althans het wettelijke faciliteren van het reële pensioencontract als alternatief voor de huidige nominale contracten, laat op zich wachten. Sommige pensioenfondsen willen voortgang maken met de implementatie van een reële pensioencontract, andere staan sceptisch tegenover de effecten van een dergelijk contract. In het verslagjaar werd de discussie over een ander pensioencontract, mondeling en in diverse publicaties, op levendige wijze voortgezet, een en ander echter op basis van nog onvolledige informatie. Deze situatie veranderde in het verslagjaar nauwelijks nadat demissionair minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zijn Hoofdlijnennota Herziening FTK (Financieel ToetsingsKader) publiceerde. Deze nota ging vergezeld van de resultaten van drie onderzoeken. De juridische mogelijkheden van het invaren van oude pensioenrechten werden onderzocht, alsmede de effecten van het nieuwe contract op de intergenerationele solidariteit. Voorts werden de hoofdkenmerken van het reële pensioencontract getoetst aan de Europese pensioenwetgeving. Niettemin liet ook de Hoofdlijnennota vitale onderdelen onuitgewerkt, waardoor de fondsbesturen en hun uitvoeringsorganisaties nog steeds niet verder komen dan oriëntatie op en analyse van beperkte informatie. Dit ondanks het feit dat de toezichthouders, DNB en AFM, in december in een speciale nieuwsbrief de pensioensector opriepen om alvast aan de slag te gaan. De huidige situatie stimuleerde opvattingen dat binnen het bestaande nominale kader maatregelen mogelijk zijn die de toekomstbestendigheid en financiële houdbaarheid van de aanvullende pensioenregelingen bevorderen. Het zogenaamde Septemberpakket van demissionair staatssecretaris van SZW, de heer De Krom, is hiervan een illustratie. Kortings- en premievoorschriften op basis van de huidige Pensioenwet en FTK konden zonder nadere wetgeving worden vervangen door maatregelen die min of meer vooruit liepen op het reële pensioencontract. Zoals een eerdere verhoging van de pensioengerechtigde Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij Jaarverslag 2012 19

leeftijd, maar vooral door toepassing van het (pseudo) levensverwachtingaanpassingsmechanisme (LAM). Ook uitbreiding van de bestaande beleidsstaffels met een indexatiebeleid bij lage dekkingsgraden past in het reële kader. Invaren oude pensioenrechten Invoering van het reële pensioencontract maakt het wenselijk om de in het verleden opgebouwde pensioenaanspraken en ingegane pensioenen in het nieuwe regime in te passen. Anders zouden de beoogde effecten van het reële kader te gering zijn. Dit gevoelige onderwerp heeft inmiddels voor veel maatschappelijke onrust gezorgd en mobiliseert diverse belanghebbende groeperingen. Organisaties verdedigen namens de ouderen dan wel jongeren hun deelbelangen. Het heeft er alle schijn van dat, hoe de materiële uitkomsten van een reëel pensioencontract ook mogen zijn, de ontevreden doelgroep(en) de gang naar de rechter zal (zullen) maken. Hier en daar zijn fondsbesturen zelfs op voorhand al aangeklaagd voor een onevenwichtige belangenafweging. Het onderhavige onderwerp is in ieder geval met juridische risico s omgeven. De Stichting van de Arbeid (STAR) heeft het kabinet dan ook om meer wettelijke bescherming ter zake gevraagd. Deze bescherming zou een bevestiging kunnen betekenen van de politieke noodzaak tot herziening van het aanvullende pensioenstelsel. Vooralsnog worden de risico s bij sociale partners en fondsbesturen neergelegd. Een apart aspect in dit verband is de conversie van oude pensioenaanspraken, thans nog met een ingangsdatum op de 65-jarige leeftijd, naar 67 jaar. Een en ander op collectieve basis en zonder noodzakelijke individuele instemming van de rechthebbenden. Om deze mogelijkheid is door de pensioenfondsen gevraagd en zou de pensioenadministratie aanmerkelijk vereenvoudigen. Staatssecretaris Klijnsma van SZW acht onder voorwaarden deze mogelijkheid al aanwezig en is van oordeel dat daaraan dus geen wettelijke grondslag behoeft te worden gegeven. Communicatierapport en uitstel Na de publicatie van de hiervoor genoemde Hoofdlijnennota volgde in juni nog een rapport over de communicatieaspecten van het nieuwe pensioencontract. Het is vooral op dit terrein dat naar de mening van de toezichthouders alvast voorbereidingen kunnen worden getroffen. Dit mede in reactie op de beslissing van staatssecretaris Klijnsma om de herziening van het FTK met een jaar uit te stellen tot 1 januari 2015. Hierdoor worden sociale partners en fondsbesturen met een extra overgangsjaar 2014 geconfronteerd, waarin mogelijk in navolging van het Septemberpakket aanvullende maatregelen van overheidswege zullen worden getroffen. Nieuw kabinet en regeerakkoord Ondertussen kwamen in het verslagjaar een nieuw kabinet en regeerakkoord tot stand en bleek het kabinet-rutte II nog enige andere maatregelen voor de pensioensector in petto te hebben die de aanvullende pensioenen raken. Deze maatregelen liggen onder meer op het terrein van de AOW, Anw en de fiscale facilitering van de pensioenopbouw (het Witteveenkader ). Versnelde verhoging van de AOW-pensioengerechtigde leeftijd De bestaande synchronisatie tussen de AOW en de aanvullende pensioenregelingen staat onder druk. In het verslagjaar is met ingang van 1 april de ingangsdatum van het AOW-pensioen gewijzigd van de eerste dag van de maand, waarin de 65-jarige leeftijd wordt bereikt, naar de verjaardag zelf. Voorts is met het verhogen van de pensioenleeftijd een geheel eigen traject en tempo gevolgd, terwijl de aanvankelijke plannen tot vervroeging en verlate ingang van de AOW (flexibilisering) zijn geschrapt. Tenslotte wil het nieuwe kabinet de verhoging van de AOW-leeftijd nog versnellen en het LAM pas introduceren, nadat de 67-jarige leeftijd is bereikt. De eigen koers met de AOW stelt de pensioenfondsen, strevend naar gelijktijdige uitbetaling van AOW en aanvullend pensioen, voor uitvoeringstechnische problemen. Naast de kabinetsvoornemens met betrekking tot de AOW heeft het voorstel tot een inperking van de uitkeringsduur in de Anw mogelijk gevolgen voor het nabestaanden- en Anw-hiaatpensioen niet missen. De concretisering van dit voorstel zal moeten worden afgewacht. 20

Krimpend Witteveenkader De overheid is de pensioensector tegemoet gekomen om niet in twee maar in één stap de fiscale begeleiding van de aanvullende pensioenopbouw aan te passen aan de gewenste verhoging van de pensioeningangsleeftijd. Twee stapjes in 2013 (naar 66 jaar) en 2015 (naar 67 jaar) werden tot één stap in 2014 (van 65 naar 67 jaar) teruggebracht. Hierdoor kan de aanpassing van de diverse pensioenregelingen en administratie beperkt blijven tot één operatie. Dit voordeel lijkt overigens te verdwijnen als het kabinet-rutte II met ingang van 2015 besluit tot een nog verdergaande beperking van de maximale jaarlijkse pensioenopbouw. De Tweede Kamer heeft het kabinet om een rapportage van de effecten voor de diverse generaties gevraagd. Daarnaast bestaat het voornemen om de fiscale facilitering te beperken tot een inkomen van 100.000 (aftopping). Vervolgens is in dit kader in april 2013 het Sociaal Akkoord gepubliceerd. In een duidelijk slinkende tweede pijler doet het kabinet evenwel, meer dan ooit, een beroep op pensioenfondsen en spreekt hen aan op hun maatschappelijke functie ofwel hun bereidheid om te investeren in Nederlandse bedrijfssectoren zoals de woningmarkt, infrastructuur, duurzame energie en het MKB. Evaluatie van de herstelplannen en het Septemberpakket Het reële pensioencontract moet schokken op de financiële markten kunnen opvangen. Zolang dit type contract niet is ingevoerd, moeten de bestaande korte- en langetermijnherstelplannen nog langs de weg van huidige regels en aanwijzingen worden uitgevoerd. Het vorenstaande neemt niet weg dat DNB in het begin van het verslagjaar eraan twijfelde of de te hanteren rentetermijnstructuur (RTS) op maandbasis nog een juiste weergave was van de prijsvorming op de (verstoorde) interbancaire swapmarkt. Met ingang van het jaar mocht daarom worden gerekend met een gemiddelde RTS over de periode van 1 oktober tot en met 31 december 2011. Hoewel de toezichthouder het tijdelijke karakter van deze maatregel benadrukte, mocht deze middeling gedurende het gehele boekjaar worden toegepast. Voorts werd per ultimo september de Ultimate Forward Rate (UFR) ingevoerd. Deze UFR maakte onderdeel uit van het reeds genoemde Septemberpakket. Dit pakket bevatte enkele voorwaarden waaronder pensioenfondsen hun aangekondigde kortingen mochten mitigeren (uitsmeren over een langere periode) en/of hun premie voor 2013 lager konden vaststellen. In het verslagjaar heeft een kort onderzoek of beter gezegd pilot plaatsgevonden naar premieterugstortingen naar de sponsorende ondernemingen in het verleden. Dit naar aanleiding van een door de Tweede Kamer aangenomen motie van het CDA-kamerlid Omtzigt. De huidige herstelposities van pensioenfondsen worden weleens mede verklaard met de omstandigheid dat die terugstortingen destijds ten onrechte hebben plaatsgevonden. Staatssecretaris Klijnsma heeft de Tweede Kamer voorgesteld om na de pilot geen breder onderzoek hiernaar te doen. Het is moeilijk om het verleden volledig te achterhalen, terwijl de onderzoekskosten hoog zouden zijn. De algemene conclusie werd getrokken dat de terugstortingen juridisch correct en met instemming van alle betrokkenen plaatsvonden. In het verslagjaar moesten alle pensioenfondsen uiterlijk 1 mei bij DNB een financieel crisisplan indienen. Doel van dit plan is om, los van concrete herstelplannen, beter voorbereid te zijn op een eventuele volgende financiële crisis. DNB heeft inmiddels de financiële crisisplannen geëvalueerd en is tot de conclusie gekomen dat de kwaliteit kan worden verbeterd. Governance De governance van pensioenfondsen, op onderdelen onderwerp van jarenlange discussie binnen de pensioensector en van politieke belangstelling, liet in het onderhavige verslagjaar enkele nieuwe ontwikkelingen zien. Wet Koser Kaya/Blok In het verslagjaar is de Eerste Kamer akkoord gegaan met voorstellen tot vergroting van de medezeggenschap van gepensioneerden bij pensioenfondsen. Deze voorstellen zijn voortgekomen uit een initiatief van de Tweede Kamerleden Koser Kaya (D66) en Blok (VVD). De inwerkingtreding is vervolgens door staatssecretaris Klijnsma bepaald op 1 juli 2013. In de ogen van het kabinet biedt de Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij Jaarverslag 2012 21

onderhavige wet evenwel slechts een oplossing op een deelterrein en worden de eigen voorstellen (zie hierna) als een integrale benadering van de problematiek beschouwd. Wet versterking bestuur pensioenfondsen Het wetvoorstel tot versterking van het bestuur van pensioenfondsen gaat niet alleen in op de hierboven bedoelde positie van de gepensioneerden. Het kabinet wil namelijk de deskundigheid van fondsbesturen bevorderen, het intern toezicht versterken en de diverse organen en taken stroomlijnen. Onderdeel is het aanbieden van alternatieve bestuursmodellen voor het bestaande paritaire model. Eén van de beweegredenen voor deze modellen is dat straks over de invoering van het reële pensioencontract kan worden beraadslaagd door deskundiger fondsbesturen, waarin de onderscheiden doelgroepen onderling beter vertegenwoordigd zijn. Het ligt in het voornemen van staatssecretaris Klijnsma om haar wetsvoorstel eerder in werking te laten treden dan de Wet Koser Kaya/ Blok. Laatstgenoemde wet is in het wetsvoorstel overigens geïntegreerd, zij het niet volledig. Door de inwerkingtreding van de Wet Koser Kaya/Blok te bepalen op 1 juli 2013 dwingt de staatssecretaris zichzelf haar wetsvoorstel tijdig door het parlement te loodsen. Voor de volledigheid wordt nog gemeld dat in het wetsvoorstel van het kabinet een op de pensioensector toegesneden regeling is opgenomen die het bekleden van bestuurs- en toezichtfuncties bij pensioenfondsen wil maximeren. Deze regeling wijkt van de algemene voorschriften voor financiële ondernemingen af om te bereiken dat de schaarse deskundigheid en ervaring met betrekking tot pensioen- en vermogensbeheervraagstukken optimaal worden benut. Code Pensioenfondsen In het verband van de governance wordt tenslotte aangegeven dat de Pensioenfederatie werkt aan een herziening van de STARprincipes voor goed pensioenfondsbestuur in de vorm van een code pensioenfondsen. Deze zal naar verwachting in 2013 zijn beslag krijgen. De Algemene Pensioeninstelling Alle facetten van het aanvullende pensioenterrein staan ter discussie. De inhoud van de pensioenregelingen via de ontwikkeling van een reëel kader, de bestuursstructuur van pensioenfondsen in de vorm van alternatieve modellen voor de huidige paritaire samenstelling en tenslotte de wijze van uitvoering van de pensioenregelingen door het creëren van zogenaamde open pensioenfondsen. Als laatste wapenfeit presenteerde voormalig minister Kamp van SZW namelijk zijn voorstellen om de huidige pensioenfondsen in staat te stellen de pensioenregelingen van andere ondernemingen uit te voeren. Het is naar zijn mening niet nodig om naast de bestaande fondsen een nieuw uitvoeringsvehikel, de algemene pensioeninstelling (API), in het leven te roepen. Hij wil, met andere woorden, de domeinafbakening afschaffen. Met deze afschaffing, het bestaan van de multi-opf en de komende wet versterking bestuur pensioenfondsen (met name de mogelijkheid van fondsbesturen die enkel uit onafhankelijke professionals bestaan) is deze API, aldus de voormalige minister, bijna al een feit. Inmiddels heeft staatssecretaris Klijnsma deze voorstellen overgenomen en een consultatieronde met onder meer de pensioensector aangekondigd. De ideeën passen in een verdergaande trend naar consolidatie en integratie van diensten en op de pensioenmarkt opererende, dienstverlenende ondernemingen. Doelstelling hiervan is een efficiënte en goedkopere uitvoering en vergroting van de professionaliteit en deskundigheid, gegeven de omstandigheid dat pensioenfondsen het in toenemende mate moeilijk hebben om de fondsorganen te bemensen. In dit kader kan nog gemeld worden dat in het verslagjaar de uitvoeringskosten van pensioenfondsen wederom konden rekenen op kritische aandacht; er kwamen bijvoorbeeld meerdere publicaties van onderzoeken ter zake tot stand. Elders in dit jaarverslag worden de eigen uitvoeringskosten van het fonds inzichtelijk gemaakt. Toezicht DNB voerde in het onderhavige verslagjaar weer enige themaonderzoeken uit. Onderzocht werden onder meer de risico s van commercieel vastgoed en uitbesteding, alsmede de effectiviteit van het bestuur. Ook de AFM verricht naast zijn toezichttaken onderzoek. Een en ander komt op een tijdstip dat de toezichtkosten en dus de uitvoeringskosten van pensioenfondsen omhoog gaan, 22