Beleidsplan 2014 2015 Sociale dienst Veluwerand Voorsorteren op de toekomst! 131216 Beleidsplan 2014-2015 Versie 3.0, 09.12.2013, SDV 1
Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Ontwikkelingen... 3 3. Beleidsvoornemens... 4 3.1 Verbinding met andere beleidsterreinen... 5 3.2 Voorbereiding Participatiewet... 5 3.3 Arbeidsmarktbeleid / werkgeversbenadering... 6 3.4 Participatiebeleid... 7 3.5 Handhaving... 8 3.6 Minimabeleid... 8 4. Beoogde effecten... 9 5. Randvoorwaarden... 9 131216 Beleidsplan 2014-2015 Versie 3.0, 09.12.2013, SDV 2
1. Inleiding In de gemeenschappelijke regeling is vastgelegd dat de SDV tweejaarlijks een beleidsplan opstelt. Het nu volgende beleidsplan beslaat formeel de jaren 2014 en 2015 maar is niet los te zien van ontwikkelingen op langere termijn. De omgeving van de SDV is meer dan ooit in beweging. De SDV bereidt zich voor op de invoering van de Participatiewet in 2015. Daarnaast wordt door de gemeenten Ermelo, Harderwijk en Zeewolde georiënteerd op verdergaande samenwerking op het sociaal domein. De drie decentralisaties in het sociaal domein (Participatiewet, Awbz Wmo en Jeugdzorg) zijn een concrete aanleiding om nog intensiever samen te werken op een breder terrein waarbij door de gemeenten gesproken wordt over de mogelijkheid van één uitvoeringsorganisatie. Dit is het kader waarin de beschreven ontwikkelingen moeten worden geplaatst. Hoewel deze toekomstige ontwikkelingen van grote invloed zullen zijn op de organisatie, is het vertrekpunt van dit beleidsplan de huidige situatie waarin de SDV de Wet werk en bijstand uitvoert en voorbereidingen treft voor de uitvoering van de Participatiewet. Het jaar 2014 kan gezien worden als een voorbereidingsjaar op de Participatiewet. Aan het eind van deze beleidsperiode zal de situatie van de SDV naar verwachting sterk veranderd zijn. Het beleidsplan is daarom op hoofdlijnen beschreven en schetst de beleidskeuzes die worden gemaakt voor de komende periode in het licht van de verwachte ontwikkelingen. Veel bestaand beleid wordt gecontinueerd maar de komende ontwikkelingen vragen ook om een aantal keuzes. Het biedt de gemeenteraden de mogelijkheid om, voor zover in dit stadium mogelijk, voor te sorteren op de toekomst. Halverwege 2014 wordt de raden een beleidsplan aangeboden over de periode 2015 2018, waarin de beleidskeuzes voor de Participatiewet centraal staan. 2. Ontwikkelingen Aanhoudende economische crisis De gevolgen van de economische crisis zijn in het werk van de SDV dagelijks merkbaar. Sinds de jaren 80 is de werkloosheid niet meer zo hoog geweest als in 2013. De bijstandspopulatie voor de SDVgemeenten is in de afgelopen beleidsperiode opgelopen van ca. 950 naar ruim 1200 bijstandsgerechtigden. De verwachting is dat de werkloosheid het komende jaar nog verder zal toenemen. De prognoses voor de langere termijn zijn onzeker. Daarnaast is de economische crisis mede de oorzaak van verdere bezuinigen op de sociale zekerheid ; er zijn structureel minder middelen beschikbaar voor regelingen in het sociaal domein. Decentralisaties sociaal domein De verzorgingsstaat wordt omgevormd tot een participatiesamenleving. De overheid trekt zich meer en meer terug en de burger is aan zet. Dit uit zich in landelijke programma s als De kanteling binnen de Wmo en Welzijn nieuwe stijl. Parallel aan deze terugtredende beweging van de overheid decentraliseert de rijksoverheid in de komende jaren drie belangrijke taken aan de gemeenten. Gemeenten worden verantwoordelijk voor delen van de jeugdzorg, delen van de Awbz worden overgeheveld naar de Wmo en daarnaast worden gemeenten verantwoordelijk voor arbeidsinpassing van nieuwe doelgroepen met een arbeidsbeperking door de invoering van de Participatiewet. De gemeentelijke verantwoordelijkheid voor Passend onderwijs wordt wel als de vierde decentralisatie aangeduid. De (financiële) verantwoordelijkheid van gemeenten neemt hiermee fors toe. Tegelijkertijd krijgen gemeenten ook meer beleidsvrijheid door ontschotting van budgetten. Dit vraagt om fundamentele keuzes van gemeenten over dienstverlening aan de burger. 131216 Beleidsplan 2014-2015 Versie 3.0, 09.12.2013, SDV 3
Participatiewet Het kabinet heeft het voornemen om per 01-01-2015 de Participatiewet in te voeren. Deze wet is een vervolg op de Wet werk en bijstand. Deze wet blijft in stand maar wordt uitgebreid door afbouw van de Wajong en stopzetten van de Sociale werkvoorziening. Instroom in de Sociale werkvoorziening stopt per 01-01-2015. Personen met een Wajong- uitkering worden herkeurd en bij gebleken arbeidsmogelijkheden vallen zij onder de Participatiewet. De wet heeft als doel meer mensen met een arbeidsbeperking te laten werken in een zo regulier mogelijke omgeving. Opdracht aan gemeenten is om, in samenwerking met werkgevers en sociale partners, meer kansen te bieden aan burgers met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Als werk in een reguliere omgeving geen optie is dan organiseert de gemeente een vorm van beschut werk. De huidige sociale werkvoorziening verdwijnt op termijn. De positie en rol van huidige SW- bedrijven is afhankelijk van gemeentelijke keuzes. Financieel kent de Participatiewet een fors risico. Gelet op de herkeuring in de Wajong, de afbouw in de Sociale werkvoorziening en aanscherping van andere regelingen zal het bestand naar verwachting aanzienlijk toenemen. Tegelijkertijd neemt het budget in dezelfde periode met circa 25% af. Het rijksbudget voor de Sociale werkvoorziening wordt samengevoegd met het huidige Participatiebudget. Een groot deel van dit ongedeelde budget is nodig om loon te betalen aan werknemers die een beschutte werkplek hebben. Risico is dat er weinig middelen overblijven om burgers met arbeidsmogelijkheden te begeleiden naar activering of werk. Stedenvierkant Arbeidsmarktregio s nemen een steeds prominentere plaats in bij de uitvoering van arbeidsmarktbeleid en werkgeversbenadering. De SDV gemeenten (en buurgemeenten Elburg, Nunspeet en Putten) zijn onderdeel van de regio Stedenvierkant, samen met Apeldoorn, Zutphen en Deventer. In dit verband wordt, met UWV als partner, gewerkt aan gecoördineerde werkgeversbenadering en aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Gezamenlijk worden acties ondernomen om regionaal tot betere afstemming tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te komen. Ook de Werkkamers, als uitvloeisel van het sociaal akkoord, worden op het niveau van arbeidsmarktregio vormgegeven. Positionering in dit speelveld is van toenemend belang. 3. Beleidsvoornemens Bij de uitvoering van de beleidsvoornemens staan de visie (wat wil de SDV zijn) en de missie (wat doet de SDV) centraal. Visie De SDV ontwikkelt zich tot een effectieve uitvoeringsorganisatie van de Participatiewet. De SDV heeft volledige regie over de activiteiten op het gebied van participatie- en re-integratieactiviteiten en voert deze waar mogelijk zelf uit. De SDV is betrouwbaar en slagvaardig in inkomensverstrekking aan burgers die hier terecht een beroep op doen. Missie De SDV biedt dienstverlening op het gebied van participatie en re-integratie voor burgers die tijdelijk behoefte hebben aan deze ondersteuning en, indien noodzakelijk, een inkomensvoorziening om in noodzakelijke kosten van het bestaan te kunnen voorzien. De SDV stimuleert zelfredzaamheid van de burger maar biedt snel en betrouwbaar ondersteuning aan burgers die het (tijdelijk) niet op eigen kracht redden. 131216 Beleidsplan 2014-2015 Versie 3.0, 09.12.2013, SDV 4
3.1 Verbinding met andere beleidsterreinen De decentralisatie van taken van de rijksoverheid naar gemeenten gaat gepaard met meer beleidsvrijheid voor gemeenten. Dit betekent dat budgetten en beleid meer in samenhang kunnen worden benaderd. Binnen de drie transities (zie onder ontwikkeling) wordt actief gezocht naar verbindingen tussen de verschillende beleidsterreinen om effectiever en efficiënter te kunnen werken. Verbinding van beleidsterreinen is ook bij de SDV- gemeenten actueel. De gemeenten hebben het voornemen om de Wmo en toekomstige Participatiewet zowel beleidsmatig als in uitvoering meer in samenhang te benaderen. Organisatorisch kan de participatieopdracht vanuit de Wmo in samenhang bezien worden met de participatietaak van gemeenten binnen de Participatiewet. Individuele voorzieningen voor burgers vanuit de Wmo worden gekoppeld aan uitkeringsvoorzieningen (Wwb, bijzondere bijstand, minimabeleid etc.). De SDV sluit logischerwijs aan bij de ontwikkelingen die binnen gemeenten zijn ingezet op het gebied De kanteling en het versterken van eigen kracht bij de burger binnen de Wmo en verwacht positieve effecten van meer samenhang in beleid en uitvoering. Hierbij is het streven naar vereenvoudiging van toegang (één gezin, één plan, één regisseur) een belangrijk uitgangspunt. Wijkteams kunnen een middel zijn om dit doel te bereiken. De SDV heeft het voornemen om te participeren in wijkteams en in de komende periode actief aan de slag te gaan in een aantal wijken. Zo kan het gemeentelijke plan om komen tot vereenvoudiging van toegang concreter gemaakt worden. Het streven naar één gezin, één plan, één regisseur moet wel in een realistische context worden geplaatst: het gaat om het achterliggende doel dat de burger betere toegang heeft tot de geboden dienstverlening. In het kader van betere toegang tot dienstverlening en verbinding van beleidsterreinen is ook integratie met bijvoorbeeld schuldhulpverlening en welzijnstaken denkbaar. Op deze manier kan de uitvoering van schuldhulpverlening meer in lijn worden gebracht met overige dienstverlening aan de burger waardoor meer effectiviteit en efficiëntie te bereiken is. Integratie van (onderdelen van ) welzijn met de Participatiewet en Wmo kan de samenhang verder vergroten. Daarnaast kan ook aansluiting worden gezocht bij de transitie van jeugdzorg. - De SDV zet in op beleidsmatige en uitvoerende samenhang met de Wmo om burgers effectiever en efficiënter te kunnen bedienen. - De SDV levert een actieve bijdrage aan vereenvoudiging van toegang in het sociaal domein: deelname aan wijkteams kan een middel zijn om dit te realiseren. - De SDV zet zich actief in om in 2014 in minimaal drie wijken / kernen te experimenteren met wijkgericht werken. - De SDV ziet een duidelijke meerwaarde in integratie van flankerende beleidsterreinen, zoals schuldhulpverlening en welzijn, en investeert actief in deze integratie. 3.2 Voorbereiding Participatiewet Het jaar 2014 zal, naast de genoemde integratie met andere beleidsterreinen in het sociaal domein, in het teken staan van de voorbereiding op de Participatiewet. De eerste helft van 2014 zal beleidsontwikkeling en afstemming met stakeholders centraal staan, in de tweede helft van 2014 vindt concrete voorbereiding op de uitvoering van de wet plaats. Deze voorbereiding vraagt nu al om keuzes. Zoals bij de ontwikkelingen is aangegeven heeft één van de belangrijkste en meest risicovolle beleidskeuzes betrekking op het organiseren van beschut werk. De huidige sociale werkvoorziening verdwijnt op termijn. Gemeenten hebben keuzevrijheid in de manier waarop zij beschut werk organiseren. De sociale werkvoorziening is door gemeenten in het verleden bewust op afstand gezet 131216 Beleidsplan 2014-2015 Versie 3.0, 09.12.2013, SDV 5
en bij de Regio Noord Veluwe (RNV) belegd. Voor Zeewolde is de uitvoering van de Sociale werkvoorziening belegd bij Concern voor Werk, onderdeel van de IJsselmeergroep. Dit maakt sturing complex. Zeker in deze tijd, waarin financiële risico s toenemen, wordt dit door het bestuur van de SDV niet als wenselijk gezien. Opdracht is dan ook om de sociale werkvoorziening (en beschut werk binnen de Participatiewet) zo te organiseren dat gemeenten direct regie kunnen voeren. In het voorbereidingstraject op de Participatiewet zal het vormgeven van beschut werk verder worden uitgewerkt. Bij het terughalen van regie op beschut werk hanteert de SDV de komende jaren de volgende uitgangspunten: - Het organiseren van kwalitatief goede beschutte werkplekken is leidend; burgers die niet in een reguliere werkomgeving kunnen werken moeten de mogelijkheid hebben om te werken en hun eigen loon te verdienen. - Beschutte werkplekken worden zo dicht mogelijk bij de woonomgeving van de burger georganiseerd. Integratie met een wijkgerichte aanpak en organiseren van arbeidsmatige dagbesteding biedt kansen. - Het organiseren van beschut werk is een gemeentelijke verantwoordelijkheid, zowel inhoudelijk als budgettair; gemeentelijke sturing is vereist. - Sociale werkvoorziening is in de toekomst bij voorkeur rechtstreeks onderdeel van de gemeentelijke organisatie. - Vanaf begin 2014 wordt kritisch gekeken naar de instroom in de huidige Sociale werkvoorziening en de wachtlijst om de kosten zoveel mogelijk in de hand te houden. 3.3 Arbeidsmarktbeleid / werkgeversbenadering Ontwikkelingen op het gebied van arbeidsmarktbeleid en werkgeversbenadering worden steeds meer vormgegeven op het niveau van arbeidsmarktregio s. De rijksoverheid heeft deze samenwerkingsvorm vastgelegd in de SUWI- wetgeving (Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen). De SDV heeft een ambtelijke en bestuurlijke afspraak met de gemeenten Putten, Elburg en Nunspeet dat zij hen vertegenwoordigt in de arbeidsmarktregio Stedenvierkant. Afstemming in het Stedenvierkant vindt zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau plaats. In de eerste fase van samenwerking heeft de Noord Veluwe een enigszins afwachtende houding aangenomen; een bewuste keuze om zicht te krijgen op de meerwaarde van de samenwerking voor de burgers van de eigen gemeenten. Inmiddels is de SDV overtuigd van de meerwaarde van samenwerking op regionale schaal en ziet kansen om actief te participeren in het Stedenvierkant. Iedere arbeidsmarktregio heeft de opdracht om afstemming tussen ondernemers, onderwijs en overheid te organiseren. In het sociaal akkoord is dit nogmaals bekrachtigd. De SDV streeft ernaar om namens de Noord Veluwe (SDV- gemeenten, Nunspeet, Putten en Elburg) volwaardig partner te zijn in de op te richten Werkkamer en zoekt aansluiting bij de Strategische Board Stedendriehoek. In dit overlegplatform zijn ondernemers, overheid en onderwijs vertegenwoordigd en dit wordt als basis gezien voor de toekomstige Werkkamer. In de Werkkamer worden, als uitwerking van het sociaal akkoord, afspraken gemaakt tussen sociale partners over arbeidsplaatsen voor mensen met een arbeidsbeperking. Logische stap lijkt in deze context om (op termijn) in de regio Noord Veluwe de coördinatie van afstemming tussen onderwijs, arbeidsmarkt en ondernemers bij de SDV te beleggen. Zo kan de aansluiting met de structuur in de Stedenvierkant verbeteren. De SDV streeft er verder naar om op onderdelen de lead te nemen in de arbeidsmarktregio om haar positie te verstevigen en nog meer rendement te halen uit de samenwerking. Een voorbeeld hiervan is dat in de regio Stedenvierkant is afgesproken dat de SDV het voortouw neemt bij het verwerven van aanvullende 131216 Beleidsplan 2014-2015 Versie 3.0, 09.12.2013, SDV 6
middelen, bijvoorbeeld vanuit het Europees Sociaal Fonds (ESF) en de provincie. De meerwaarde van een regionale aanpak wordt optimaal benut maar het belang van lokale werkgeverscontacten is cruciaal. - De SDV fungeert als vooruitgeschoven post voor de regio Noord Veluwe (SDV- gemeenten, Nunspeet, Putten en Elburg) in de Stedenvierkant. - De SDV neemt op specifieke onderdelen een leidende rol in de Stedenvierkant. Concreet voorbeeld is dat de SDV het voortouw neemt bij het verwerven van additionele middelen. - De SDV blijft actief investeren in de samenwerking met partnergemeenten op de Noord Veluwe (Nunspeet, Putten en Elburg) die onderdeel zijn van dezelfde arbeidsmarktregio. - De Noord Veluwe is volwaardig partner in de op te richten Werkkamer in de arbeidsmarktregio Stedenvierkant en zoekt actief aansluiting bij de Board Stedendriehoek. 3.4 Participatiebeleid Het Participatiebeleid van de SDV is het komende jaar gericht op de voorbereiding op de Participatiewet. Match! speelt een centrale rol in bemiddeling van werkzoekenden met een reële kans op werk. Er wordt actief samengewerkt met lokale werkgeversinitiatieven en bedrijvenkringen. Match! werkt, waar dit van meerwaarde is, samen met private partijen om maximaal resultaat te halen voor de doelgroep. Voorbeeld hiervan is de intensieve samenwerkingsrelatie die inmiddels met uitzendbureaus is opgebouwd. De activiteiten in het concept Participatiehuis (training, assessment, coaching) fungeren als voorschakeltraject. In 2014 wordt het project Gildenetwerk opgezet. Binnen bedrijven worden leermeesters gezocht die werkzoekenden een vak willen leren. Voor werkgevers die hieraan deelnemen wordt een arrangement aangeboden waarin een tegemoetkoming in de loonkosten, vergoeding van scholing of inzet van coaching deel kan uitmaken. Dit project kan in lijn gezien worden met de voorbereiding op de Participatiewet; de verwachting is dat de bredere toekomstige doelgroep (inclusief de herkeurde Wajongers en SW- doelgroep) op deze manier meer kans heeft om te werken naar vermogen. Sociale ondernemingen kunnen participeren in dit netwerk. Ook wordt hier actief aansluiting gezocht bij het onderwijs. De noodzaak voor het ontwikkelen van specifiek doelgroepenbeleid is minder aanwezig door gewijzigde wetgeving. Zo is de Wet Inburgering vervallen en is ook de Wet Investeren in Jongeren (WIJ) afgeschaft. De mogelijkheid blijft bestaan om, waar van toegevoegde waarde, doelgroepgericht beleid te ontwikkelen of doelgroepgerichte activiteiten op te zetten. Hierbij kan worden gedacht aan netwerkgroepen voor hoger opgeleiden of trainingen voor cliënten met een niet-nederlandse achtergrond. Uitgangspunt is dat elke cliënt een plan van aanpak heeft waarin terugkeer op de arbeidsmarkt centraal staat. Voor wie dit niet haalbaar is wordt een tegenprestatie naar vermogen afgesproken. Dit bestaat uit maatschappelijk nuttige werkzaamheden voor een beperkt aantal uren per week. Deelname aan re-integratieactiviteiten of de tegenprestatie naar vermogen is niet vrijblijvend; vanuit een uitkeringssituatie bestaat de verplichting om hieraan mee te werken. Bij het niet naleven van deze verplichting kan een maatregel worden opgelegd (zie 3.5). - Elke uitkeringsgerechtigde krijgt een plan van aanpak voor activering waarin afspraken worden vastgelegd. Dit is niet vrijblijvend. - Elke cliënt die (op termijn) kan werken wordt geactiveerd. Eigen kracht staat voorop, ondersteuning wordt ingezet waar nodig. 131216 Beleidsplan 2014-2015 Versie 3.0, 09.12.2013, SDV 7
- Cliënten die (nog) niet in staat zijn om te werken worden geactiveerd om vrijwilligerswerk of een tegenprestatie te verrichten. - Match! blijft hét publieke instrument voor lokale werkgeversbenadering en matching van vraag en aanbod. Match! werkt nauw samen met werkgevers(organisaties). - Het Participatiehuis is een centrale plaats voor ontwikkelactiviteiten van doelgroepen. - De SDV zet het project Gildenetwerk op als voorbereiding op werken naar vermogen binnen de Participatiewet. - De SDV voert geen doelgroepgericht beleid maar ontwikkelt specifieke activiteiten voor doelgroepen als deze behoefte bestaat. 3.5 Handhaving Om draagvlak te behouden voor het verstrekken van uitkeringen in de samenleving is handhaving van groot belang. Een uitkering is enkel bedoeld voor burgers die (tijdelijk) niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Deze groep burgers heeft recht op een goede en betrouwbare dienstverlening van de overheid. Het ontvangen van een uitkering is niet vrijblijvend; hier zijn naast rechten ook plichten aan verbonden. De SDV handhaaft deze plichten actief en investeert in toenemende mate in een goede voorlichting. Een goede voorlichting voorkomt fraude en oneigenlijk gebruik; daarom zal elke cliënt uitgebreid worden geïnformeerd over rechten en plichten. De SDV investeert daarnaast ook in bestrijding van fraude en oneigenlijk gebruik. In dit kader wordt meer gebruik gemaakt van risicoprofielen waardoor gerichter kan worden gecontroleerd. Verder is een team vrijgemaakt dat actief controleert en handhaaft. Misbruik en fraude worden gesanctioneerd. Momenteel is een goede basis aanwezig. Deze basis wordt de komende jaren verstevigd en uitgebouwd. Handhaving kan ook worden ingepast in de ontwikkeling van een wijkgerichte aanpak. Signalen van fraude en oneigenlijk gebruik komen vaak uit de directe woonomgeving van de burger. - Elke burger die recht heeft op een uitkering krijgt snelle en betrouwbare dienstverlening. - De SDV blijft actief inzetten op handhaving en fraudebestrijding, zowel preventief als repressief, en verstevigt de aanpak verder. - Misbruik en fraude worden gesanctioneerd. - Frequenter gebruik van risicoprofielen biedt de mogelijkheid om gerichter te controleren en meer resultaat te halen bij fraudebestrijding en voorkomen van oneigenlijk gebruik. 3.6 Minimabeleid Op basis van een minima-effectrapportage van Nibud in 2012 is het minimabeleid van de gemeenten Ermelo, Harderwijk en Zeewolde eind 2012 herzien. Uit de rapportage van Nibud blijkt dat de gemeenten een solide financiële ondersteuning bieden aan de minima. Het huidige beleid zal in de komende periode worden voortgezet. Eén van de speerpunten in het nieuwe beleid is deelname van de gemeenten aan het Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds waardoor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen toch de mogelijkheid hebben om deel te nemen aan sportieve of culturele activiteiten. De SDV ziet kansen door het minimabeleid in een breder kader te zien en de samenhang met flankerende beleidsterreinen als Wmo (voorzieningen), schuldhulpverlening en welzijn te vergroten. De SDV zal actief inzetten op verdere samenhang tussen deze terreinen. Eén van de speerpunten uit de vorige beleidsperiode, het tegengaan van niet- gebruik, blijft actueel. Als er extra middelen beschikbaar worden gesteld voor het minimabeleid zal in overleg met de gemeenten bestaand beleid worden bijgesteld of nieuw beleid worden ontwikkeld. 131216 Beleidsplan 2014-2015 Versie 3.0, 09.12.2013, SDV 8
- De SDV continueert het in 2012 vastgestelde minimabeleid - De SDV vergroot de samenhang tussen minimabeleid en flankerende beleidsterreinen zoals schuldhulpverlening en welzijn. - De SDV blijft inzetten op het tegengaan van niet-gebruik door bekendheid van minimavoorzieningen te vergroten. 4. Beoogde effecten In deze tijd van sterke verandering, zoals ook in hoofdstuk 2 beschreven, is een betrouwbare voorspelling over de te bereiken resultaten niet eenvoudig. Veel is afhankelijk van economische ontwikkelingen en nieuwe wet- en regelgeving. Ondanks deze onzekere situatie wil de SDV toch sturen op een aantal concrete effecten en doelen. - In 2015 is de SDV een volwaardig partner in de Stedenvierkant en vervult de organisatie een voorbeeldrol in de regio Noord Veluwe. - Eind 2015 is het werkgeversnetwerk van de SDV uitgebreid met minimaal 50 (sociale) ondernemingen die actief meewerken en meedenken over het plaatsen van doelgroepen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. - Het streven is om op de uitstroom naar betaald werk minimaal 5% beter te scoren dan het landelijk gemiddelde. - De SDV blijft actief investeren in de doelgroep die niet direct betaald werk kan verrichten. Aansluiting met de Wmo biedt hiervoor een uitgelezen kans. - Begin 2015 heeft iedere uitkeringsgerechtigde een plan van aanpak; dit is gericht op activering richting betaald werk, vrijwilligerswerk, mantelzorg of het verrichten van een tegenprestatie naar vermogen. - Handhaving is in 2015 onderdeel van het DNA van de SDV; preventie en voorlichting zijn cruciaal. Misbruik, fraude en oneigenlijk gebruik worden actief opgespoord en leiden tot sancties. 5. Randvoorwaarden Zoals is weergegeven onder ontwikkelingen en beleidsvoornemens is 2014 een overgangsjaar voor de SDV. De organisatie bereidt zich voor op de invoering van de Participatiewet en op mogelijke nieuwe samenwerkingsvormen in het sociaal domein. Dit betekent dat veel geïnvesteerd moet worden in kennisontwikkeling en voorbereiding van medewerkers op nieuwe ontwikkelingen. Tegelijkertijd gaan de dagelijkse werkzaamheden gewoon door. Dit betekent dat er veel gevraagd zal worden van de organisatie en haar medewerkers. In 2013 is het proces ingezet om de taken op het gebied van werk en ontwikkeling (doelmatigheid) en het verstrekken van uitkeringen (rechtmatigheid) te herpositioneren. Dit proces wordt in 2014 verder doorgezet. Om de organisatie optimaal voor te bereiden op de komende ontwikkelingen zijn in elk geval de volgende randvoorwaarden van belang: 131216 Beleidsplan 2014-2015 Versie 3.0, 09.12.2013, SDV 9
- Investering in opleiding en ontwikkeling van medewerkers zal noodzakelijk zijn om de organisatie optimaal voor te bereiden op de toekomstige taken. - Inspelen op nieuwe ontwikkelingen gaat samen met dagelijkse werkzaamheden. Tijdelijke inhuur van medewerkers (bijvoorbeeld bij sterke toename van de instroom) is naar verwachting niet te voorkomen. - Om voordeel te halen uit verbinding van beleidsterreinen is een goede samenwerking met gemeentelijke afdelingen cruciaal. 131216 Beleidsplan 2014-2015 Versie 3.0, 09.12.2013, SDV 10