Zomaar een brouwdag in mei. Onlangs bedacht ik mij dat er voor de zomer nog wat moest worden gebrouwen. April heeft zoveel warme dagen geleverd, stel je voor dat dit zo doorzet, dan ben ik vóór juni door mijn voorraad bier. Plannen dus. In overleg met mijn eega kwamen we op de meivakantie. Als je nou 2 dagen vrij neemt, 1 winkeldag, de zomerkleren zijn aan vervanging toe, dan kun je de andere dag brouwen. Zo, die 2 dagen zijn dan gevuld. Dan de prangende vraag, wat moet er worden gebrouwen. Een witbier?, de Aldtsjerker Wite? of een Pale ale. In de zomer van 2005 viel die tijdens een feestje wel in de smaak, de 17 liter zijn op 1 middag bijna volledig weggetapt. De keus valt uiteindelijk op de Pale Ale. Dan het recept: Voor 30 liter bier: Verhouding: 3,5 ltr/kg mout, inclusief verliezen geeft dit 32 liter maischwater en 15 liter spoelwater. Totaal 9 kg mout, waarvan 25% pilsmout, 10% cara munich 150, 65% pale ale 7. Hopjes: 40gr Fugles 5,5% en 40gr Saaz 3%. Als smaakmaker voor het laatste kookkwartiertje, 35 gr. Target 10%. Maisschema: 53º 30min, 67 60min, afmaischen op 78º. Nu het recept daar is moeten de grondstoffen worden ingekocht. Ik geef er de voorkeur aan elke keer vers te halen bij Dries van der Kooy in Jubbega. Op vrijdagmiddag, op route van werk naar huis, de spulletjes maar even regelen. 2,5 kg pilsmout, 1 kilo cara munich, de 150 was even niet te vinden, dan maar de 120, 6 kilo pale ale mout van 7 EBC. Dan de gist, ik gebruik bij voorkeur een verse wyeast gist, maak nooit een giststarter dat vind ik een
geknoei van niks. Ik kies bij Dries de scottisch ale 1728. Meestal sla ik de gist een dag van te voren aan, op de kachel en gisten maar. Door de veranderde EBC waarde voor de cara munich nog snel het receptje wat aangepast. Inmiddels is het woensdag 2 mei geworden, de dag na de dag van de arbeid ga ik aan de arbeid. Rond 09:00 beginnen we de mout te vermalen. (we, omdat dat een klusje is waar onze dochter van 7 ook graag bij assisteert). De 9 ½ kg jassen we er in een 20 minuten door. Ik maal met een schijven molen. Voor de watervoorziening maak ik gebruik van een digitale watermeter (flow meter) en een close-in boiler, geschikt voor 15 liter water van 85ºC. Na het malen is er koffie. Na de koffie de maischketel nog even schoonmaken en doorspoelen. Mijn rekenprogramma vertelt mij dat ik 31,5 ltr maischwater van 53 C nodig heb. Al het water in de ketel en nog even opwarmen, roerder aan voor de gelijkmatige verdeling. Pompje al vast vol laten lopen en het rondpompsysteem starten. In mijn geval zit de (magneet)pomp recht onder het vat, ik zet 1 kraan open en de vloeistof loopt zo de pomp binnen, dit pompje kan water omhoog pompen tot ca. 2 mtr. Uitstekend voor mijn installatie. Als de temp. 53ºC is stort ik de mout in zijn geheel bij. De roerder protesteert kort maar zet door en langzaam wordt de mout ondergedompeld. Altijd weer een indrukwekkend gezicht. De pomp verpompt nu witte drab, logisch, zou ik doen. RVS is in principe niet een erg goede warmte geleider in vergelijk met koper. Dat is een nadeel tijdens het opwarmen, een voordeel bij de rust
periodes. Ik hoef maar zelden tijdens de rustperiode de verwarming aan te zetten. Vandaag brouw ik in een tweetraps schema, de eerste sessie is 30 minuten op 53, de tweede 60 minuten bij 67º. Tijdens de rustperiodes maak ik de installaties voor het spoel- en kookproces vast klaar. Nu we toch 30 minuten moeten wachten kan ik wel wat vertellen over mijn installatie. Ik heb een maischketel voor ca. 65 liter, ook de kookketel is geschikt voor 65 liter. Beide RVS De beide ketels zijn nagenoeg identiek. Voor beide heb ik een rooster met 1,5 mm gaatjes ook RVS. De uitloop van de ketels is onderin, aan de zijkant, ca. 10 cm vanaf de conische bodem. Aan de binnenkant heb ik een koperen pijpje, gebogen, gekoppeld aan de uitloop tot een paar millimeter boven de bodem. Aan de buitenkant zit een kraan, daarna een T-stuk met aan weerszijden ook een kraan. Op deze manier kan ik met verschillende slangen en hulpstukken alle aftapmogelijkheden creëren. Onder de maischketel is een magneetpomp geplaatst. Bij de kookketel de warmtewisselaar. Buiten de twee gebogen pijpjes in de ketel is alles uitgevoerd in RVS, de slangen zijn van zuivelkwaliteit. De zwakte in de schakel wordt gevormd door de gardena slangkoppelingen, deze zijn om hygiënische redenen niet echt geschikt en worden voor het volgende brouwseizoen mogelijk vervangen door RVS. Oeps, bijna vergeten, de wekker moet nog gezet, was ik al een kwartier aan het woord? Dan maar op een kwartier zetten. Daarna doorverwarmen naar 67 C, dit duurt ongeveer een kwartier.
Het wort krijgt al een aardig kleurtje. Waarom ik rondpomp?? heel simpel eigenlijk. De verwarming zit onder de ketel, ik heb het gevoel dat dan de onderste regionen van de ketel ook het warmst zijn. Bij mij is dat onder de filterplaat, daarboven zit de compacte massa aan maisch, niet echt warmte overbreng bevorderend, eerder isolerend. Dus middels een pomp de vloeistof onder het filter vandaan halen en bovenin inbrengen. OK, niet nieuw, maar ik gebruik dit al 7 jaar. Voordat ik een RIMS had gezien, RIMSte ik al. Inmiddels is de 67ºC bereikt. Om een overshoot te voorkomen stop ik 3 graden vóór de wenstemp. met verwarmen. Ervaring. Ik heb nu een uur de tijd. Tja. Ik had het al over onze dochter van 7, een brouwster in de dop. Ze is ook al aardig op weg. Ze is de hele ochtend al bezig met haar eigen brouwinstallatie. Veel water, gemalen mout, een emmer, een teil, lege sinasflessen en brouwen maar. Een geweldig gezicht. Extra schoonmaakwerk vanavond. Als de wekker gaat wordt de verwarming weer opgestart en afgemaischt. De rest van de installatie staat inmiddels klaar en we kunnen nu eerst eten. Als ik aan het brouwen ben is het bij ons een goede gewoonte dat de lunch wordt gepland aan de hand van mijn brouwproces en toevalligerwijs altijd plaatsvindt tijdens de rustperiode tussen het maischen en het aftappen voor koken.
Ook vandaag, het is inmiddels 12:30 en we kunnen aanvallen. De maischketel rust. Stilte a.u.b. Vermeldenswaardig voor hen die het persé willen weten; de rustperiode in het brouwproces bij mijn kleine meid valt precies gelijk met de mijne. Om gemaks redenen vul ik mijn maisch ná het maischen altijd aan met het spoelwater ik spoel nooit na. Mijn ketel is ook voldoende groot. Na de lunch even de pomp aanzetten totdat het wort helder afloopt, pomp uit, slang overhangen in de kookketel en pomp weer aan, de uitloopkraan uit de maischketel bepaalt de loopsnelheid. Na ca. 20 minuten is het gehele beschikbare wort overgepompt naar de kookketel. De verwarming onder de kookketel start ik al zodra het eerste wort instroomt. Zodra het wort kookt gaat de eerste hop erin. Ik durf het nu wel aan; de geur van het maischen is aangenaam, die van het koken met hop is dat absoluut niet. (vinden mijn huisgenoten ook, mijn dochter is inmiddels gaan spelen bij een vriendinnetje). Tussenbalans: SG na maischen is 1040. Nog even een uurtje doorkoken. Intussen is er tijd voor het schoonmaken van de maischketel. Altijd een kleverig karweitje. De bostel gaat linea-recta de groene container in. Het schoonmaken is ook voor mij altijd een vervelend werk.
Zeker met alle kranen, koppelingen, slangen e.d. is het goed doorspoelen een serieuze zaak. Inmiddels wordt ook het gistvat klaar gemaakt voor gebruik. Goed omspoelen, desinfecteren met sulfiet en citroenzuur. Weer spoelen. Kurk ontsmetten, slangen ontsmetten, noem maar op. Ik heb meerdere vaten, allen van plastic, zuivelkwaliteit, gekocht bij onze grondstoffen leverancier, variërend van 5 liter tot 50 liter. Inmiddels is de kooktijd verstreken en neem ik een SG monster. 1046. niet slecht. 1049,7 was er berekend. Shit, het Target kwartiertje vergeten. De 35 gram kunnen nu nog wel, even goed doorroeren. Een tien minuutjes wachten, nog even goed rondroeren, whirlpoolen, (ook in de kookketel zit een filterplaat) langzaam de kraan opendraaien en de tegenstroomkoeler laten vullen met wort. De koudwaterkraan
open en koelen maar. Ook de temp van de uitloop wordt gemeten. Na wat meer en minder koelwater instellingen is het geheel na een half uurtje veranderd van een kokende massa naar een rustgevende 32 liter bier in wording. Het gekoelde wort wordt vanaf het prille begin belucht met een steriel aquariumpompje en de gist ligt ook al op de bodem, klaar om aan tafel te gaan. Als al het wort is opgevangen wordt het gistvat in de badkamer geplaatst, dé ruimte bij uitstek waar de gemiddelde temperatuur rond de 22º is. 32 kilo wort, ver boven het ARBO gewicht, wordt op een karretje verreden. Klopt, wij hebben een badkamer beneden. Dan het laatste traject, de schoonmaak van de kookketel en aanverwante zaken. De inhoud van de ketel is een groenige, kleverige, drab. Ook direct de clicko in. Veel en heet water doet de rest, een RVS spons is onontbeerlijk en veel ruimte idem-dito. De emmer met sulfietoplossing wordt verwerkt in de gehele ketel en leidingwerk, nagespoeld en klaar. Nu alles nog opruimen. Uiteindelijk staat alles weer onder zeil rond 17:00 uur. Tijd voor een biertje. Nu dit stukje is afgewerkt is het inmiddels oktober. De Pale Ale van dit verhaal heeft het overleefd en zit nu deels in flesjes en deels in een sodakeg en die staat weer in de vriezer. (hier kom ik nog op terug) Het eindresultaat is een bier met een sterk karakter, 5,5% vol. alc. Iets te zoet, (te lang op 67 C?), lage bitterheid, instabiele schuimkraag. Het brouwsel van onze dochter heeft the day after niet overleefd. Gerrit Admiraal