Bezoekadres Stadhuis, Amstel 1 1011 PN AMSTERDAM Postbus 202 College van B&W 1000 AE AMSTERDAM Telefoon 020 552 2900 Fax 020 552 3223 www.amsterdam.n Retouradres: B&W, Postbus 202, 1000 AE AMSTERDAM Aan de leden van de gemeenteraad Datum 27 september 2013 Behandeld door A. van der Stok en F. Hartog Doorkiesnummer E-mail f.hartog@amsterdam.nl a.vander.stok@dro.amsterdam.nl Bijlage Plan van Aanpak Toegankelijkheid Onderwerp Plan van Aanpak Amsterdam Geachte leden van de Raad, Hierbij bieden wij u het Plan van Aanpak Toegankelijkheid aan. Dit plan is tot stand gekomen naar aanleiding van het initiatiefvoorstel Amsterdam 10x toegankelijker dat in het voorjaar is ingediend door de raadsleden Roosma en Molenaar (beiden Groenlinks). Ons College dankt de indieners van dit initiatief omdat het de aanzet heeft gegeven tot het voorliggende Plan van Aanpak. Er ligt nu een set concrete plannen om er voor te zorgen dat alle inwoners, ongeacht beperking, zoveel mogelijk van de voorzieningen van onze stad gebruik kunnen maken. Cliëntenbelang en de Wmo-adviesraad zijn geraadpleegd voorafgaand aan het opstellen van dit Plan van Aanpak, conform de afspraak in de commissievergadering KSZ van 26 juni. In deze brief geeft ons College een reactie op de tien punten zoals verwoord in het initiatiefvoorstel, zoals is toegezegd en besproken op 26 juni. Hieronder volgen de punten van het initiatiefvoorstel met de beantwoording: 1. Voer in alle stadsdelen de in Noord en Zuidoost gebruikte Checklist Toegankelijkheid in. Op dit moment is invoering van de checklist nog een bevoegdheid van de stadsdelen. Bij de invoering van het nieuwe bestuurlijke stelsel wordt het beleid op centraal stedelijk niveau ontwikkeld en ligt de uitvoering hiervan bij de bestuurscommissies. Ons College is voor een checklist en wil de checklist volgend jaar voor de hele stad invoeren. Een kanttekening hierbij is dat de checklist gebruikt moet worden als een reminder, omdat er soms technische redenen zijn die het niet mogelijk maken deze naar de letter toe te passen. De checklist wordt in samenwerking met Cliëntenbelang geactualiseerd. (zie verder punt 1.1.1. van het PvA.).
Pagina 2 van 5 2. Organiseer de inspraak met ervaringsdeskundigen beter. De verkeerscommissies zijn een goede plek om structureel inspraak te organiseren, dat wordt ook geconcludeerd in het onderzoek Stadsergonomie in de Stadsdelen en dat gebeurt ook al. In bijna elke stadsdeelverkeerscommissie (SVC) zitten belangenverenigingen. Wel is het van belang dat toegankelijkheid daar meer aandacht krijgt. Met de voorgenomen reorganisatie van de verkeerscommissies moet dat worden geregeld, maar die is door de organisatorische veranderingen van de gemeente in tijd doorgeschoven. De betrokken ervaringsdeskundigen vinden het vaak lastig contact met de juiste ambtenaar te leggen. Het beter beleggen van de verantwoordelijkheid voor toegankelijkheid moet dat helpen verbeteren. (zie verder punt 1.6 van het PvA) 3. Sluit met het GVB een convenant over bewustzijn en scholing van personeel. De gemeente gaat in overleg met het GVB over de vraag, hoe het bewustzijn bij de chauffeurs ten aanzien van het rekening houden met mensen met een beperking verbeterd kan worden. Dat kan mogelijk via een convenant, al ligt het wellicht meer voor de hand om dit via de voorwaarden van de concessie voor het OV te regelen. (zie verder punt 2.2 van het PvA) 4. Maak de tram- en bushaltes toegankelijker. DIVV werkt aan het toegankelijker maken van de verschillende haltes. Zo zijn ondertussen al 191 verhoogde bushaltes gerealiseerd en er zijn er nog 357 in voorbereiding. Streven is dat deze eind 2015 toegankelijk zijn gemaakt conform het Programma van Eisen dat met de subsidieverstrekker Stadsregio is afgestemd. Wat betreft de tramhaltes zijn de Stadsregio, DIVV, Dienst Metro en DRO in gesprek om snel te komen tot een programma van eisen (PvE) voor goed toegankelijke tramhaltes. (zie verder punt 1.2 van het PvA) 5. Werk aan een sluitend Hoofdnet Blindegeleiding. Ons College vindt het idee van een Hoofdnet Blindegeleiding sympathiek. Het gaat alleen in tegen het principe dat ten grondslag ligt aan de landelijke richtlijnen voor geleidelijnen van het ProjectBureau Toegankelijkheid. Dat principe is het onderscheid dat wordt gemaakt tussen geleidelijnen en gidslijnen. Gidslijnen zijn de wanden van gebouwen, muurtjes, opstaande randen, traptreden, de randen van plantsoenen, etc, dus alles wat de stad van nature als hulpmiddel te bieden heeft die ter oriëntatie gebruikt kunnen worden. Geleidelijnen worden alleen toegepast op plaatsen waar gidslijnen 2
Pagina 3 van 5 niet toereikend zijn. Een Hoofdnet Blindegeleiding suggereert de hele stad vol moet worden gelegd met blindegeleidelijnen. Dat correspondeert niet met het principe dat optimaal gebruik wordt gemaakt van dat wat de stad van nature te bieden heeft. Overigens wordt op dit moment de laatste hand gelegd aan een Handleiding Blindegeleiding in Amsterdam. In die handleiding is een tekst opgenomen die tegelijkertijd in de leidraad van de Centrale Verkeerscommissie is opgenomen over waar geleidelijnen moeten worden toegepast. Volgens die tekst moeten geleidelijnen in ieder geval altijd liggen bij oversteken met een zebra en/of verkeerslicht en bij OV haltes. Daarmee wordt een groot deel van de ontbrekende schakels tussen gidslijnen verbonden. [zie verder punt 1.1.2 van het PvA] 6. Zorg voor meer bewustzijn over (vrije) toegankelijkheid van de openbare ruimte. Ons College onderstreept het belang van meer bewustzijn op dit punt. We werken aan een plan om het bewustzijn van organisaties en instellingen omtrent toegankelijkheid te verbeteren door betere informatievoorziening en trainingen op het gebied van toegankelijkheid. Daarbij wordt ook de (openbare) ruimte rondom de betreffende organisatie betrokken. Onder organisaties en instellingen worden ook ondernemersverenigingen en scholen gerekend. (zie verder punt 2.2 en 2.4 van het PvA) 7. Vergemakkelijk melden blokkades op straat, neem knelpunten weg en handhaaf. Ons College heeft gevraagd te kijken bij 14020 hoe blokkades kunnen worden gemeld en om vervolgens door te sturen naar het betreffende stadsdeel. Bij het stadsdeel wordt dan aangedrongen op handhaving van de voorwaarden die gesteld zijn aan grotere en langdurige wegopbrekingen. Ook wordt bij stadsdelen meer aandacht gevraagd voor over handhaving bij kleinere knelpunten, zoals foutgeparkeerde fietsen. Dit wordt meegenomen in het kader van de communicatie, als onderdeel van Sociale toegankelijkheid. 8. Communiceer kleine straatopbrekingen via vananaarbeter.nl, of wellicht via een speciale routeplanner? Zorg dat rolstoel-/ scootmobielgebruikers in ieder geval altijd kunnen passeren. Van A naar Beter is een landelijke website waar werkzaamheden in de A en N wegen op worden aangegeven. Hier heeft de gemeente Amsterdam geen toegang toe. Wel is er in Amsterdam de site: http://www.amsterdam.nl/parkeren-verkeer/wegwerkzaamheden/. Deze site geeft de grote werkzaamheden aan het hoofdverkeerssysteem van de stad weer. De vraag is echter of een dergelijke site geschikt is voor kleine 3
Pagina 4 van 5 werkzaamheden, want van het type werkzaamheden waar het hier over gaat zijn er vele duizenden per jaar. Ons College heeft gevraagd een oplossing zoeken om langs digitale weg meer duidelijkheid te geven over kleinere werkzaamheden 9. Pas vaker fietsparkeervakken toe, dat levert een toegankelijker openbare ruimte op. Ons College omarmt deze aanbeveling. In het Meerjarenplan Fiets zal samen met de stadsdelen worden gekeken naar drukke bestemmingen, waarbij deze oplossing kan worden ingezet (zie verder punt 1.1.3 van het PvA) 10. Maak rijksmonumenten en openbare gebouwen binnen een redelijke termijn voor iedereen toegankelijk. Monumenten zijn, juist omdat ze monument zijn, beschermd tegen veranderingen die nodig zijn om de toegankelijkheid ervan te waarborgen. Aan die status kan niet zomaar voorbij gegaan worden. Voor zover aanpassingen mogelijk zijn, zullen dat dure ingrepen zijn, omdat binnen de monumentale kaders aangepast zou moeten worden. Bovendien doet het gegeven dat het om historische bebouwing gaat vermoeden dat de benodigde ingrepen fors zullen zijn, wat wederom de kosten zal doen toenemen. Rijksmonumenten en openbare gebouwen zijn maar voor een heel klein deel gemeentelijk bezit en alleen voor die gevallen kan daarover besloten worden. Er wordt i.s.m. Clientenbelang een inventarisatie gemaakt van publieke monumenten én andere openbare gebouwen, om grip te krijgen op de omvang van de problemen, de mogelijke oplossingen en de eraan verbonden kosten. (zie verder punt 1.4 van het PvA) In het Plan van Aanpak (zie bijlage) staan meerdere plannen om Amsterdam tot een toegankelijke stad te maken, in fysieke en sociale zin. Bij de verdere uitwerking van deze plannen worden Cliëntenbelang en de Wmo Adviesraad actief betrokken Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van Amsterdam, Mr. A.H.P. van Gils Mr. E.E. van der Laan 4
Pagina 5 van 5 gemeentesecretaris burgemeester 5