Ing. R.B.M. Aagten namens Struisvogel en recreatieboerderij Vrieswijk

Transcriptie

1 MEMO Aan Van Betreft Gemeenteraad Montferland Ing. R.B.M. Aagten namens Struisvogel en recreatieboerderij Vrieswijk Aanvullende informatie inzake Bestemmingsplan Buitengebied derde herziening Datum 12 januari 2016 Bijlage Notitie inspraak commissievergadering d.d. 10 januari 2016 Geachte raadsleden, Afgelopen dinsdag hebben we tijdens de vergadering van de commissie Ruimte en Financiën ingesproken namens Struisvogel- en recreatieboerderij Vrieswijk. We hebben toegelicht dat met het nieuwe bestemmingsplan de mogelijkheden voor bouwkundige voorzieningen zijn ingeperkt en dat het wenselijk is (in beperkte mate) te mogen parkeren bij het bedrijfsdeel aan de zuidzijde van het bedrijf. De inspraaknota ontvangt u hierbij als bijlage. We zijn van mening dat u door het college van B&W niet volledig en niet juist bent geïnformeerd. Hierom stuur ik u deze notitie. Ten aanzien van bouwkundige voorzieningen Volgens het vigerende bestemmingsplan mogen op het bedrijf van cliënt naast de agrarische activiteiten nevenactiviteiten plaatsvinden. Een kookstudio, vergaderruimte, workshops en daaraan ondersteunende horeca zijn toegestaan binnen de gebouwen binnen het gedeelte van het bouwvlak aan de zuidkant van de Oude Maatsestraat. Spelactiviteiten, kleinschalige ondersteunende horeca en voorlichting/educatie zijn toegestaan binnen de aanduiding aan de noordkant van de Oude Maatsestraat. In artikel onder f (van het vigerende bestemmingsplan) is bepaald dat het is toegestaan om in bestaande gebouwen bouwkundige voorzieningen te treffen ten behoeve van de nevenactiviteiten. Hier zitten geen restricties aan. In de definitie van kleinschalige ondersteunende horeca is echter opgenomen dat geen specifieke bouwkundige voorzieningen mogen worden getroffen die verder gaan dan hierop van toepassing zijnde regelgeving. Deze bepaling lijkt strijdig te zijn aan artikel onder f. Mede om de discussie omtrent bouwmogelijkheden ten behoeve van kleinschalige ondersteunende horeca op te lossen wordt in de derde herziening één en ander aangepast. Tijdens de commissievergadering werd de onduidelijkheid omtrent bouwkundige voorzieningen tbv horeca ook genoemd als aanleiding van voorgestelde wijzigingen. 1

2 Thans wordt u voorgesteld om in te stemmen met de volgende regel: (bouwkundige) voorzieningen (bouwwerken, andere werken geen gebouwen zijnde, installaties etc) in bestaande gebouwen ten behoeve van nevenactiviteiten en de daarbij behorende ondergeschikte horeca zijn toegestaan uitsluitend voor zover die voorzieningen op grond van weten regelgeving vereist en/of noodzakelijk zijn om het gebouw geschikt te maken voor de betreffende nevenactiviteit. Omdat deze formulering bij ons de nodige vragen opriep, hebben we contact gehad met de ambtenaar. Hieruit is gebleken dat de passage vereist en/of noodzakelijk betrekking heeft op wet- en regelgeving. Of te wel, een bouwkundige voorziening mag enkel als aangetoond kan worden dat wet- en regelgeving vereisen dat die voorziening wordt gerealiseerd. De voorwaarde dat sprake moet zijn van noodzaak vanuit wet- en regelgeving geldt straks dus niet alleen meer voor horeca-activiteiten, maar voor ALLE nevenactiviteiten. Hiermee worden met de derde herziening van het Bestemmingsplan Buitengebied de mogelijkheden voor bedrijven met nevenactiviteiten ingeperkt. Ondanks dat dit niet is erkend door de wethouder (tijdens de commissievergadering) wordt dit thans wel bevestigd door de ambtenaar. Voor cliënt betekent dit bijvoorbeeld dat het niet meer mogelijk is om voorzieningen te treffen voor spelactiviteiten. Dit is wel mogelijk vanuit het vigerende bestemmingsplan. Niet alleen cliënt wordt hiermee benadeeld, de inperking geldt voor alle bedrijven met nevenactiviteiten. Ik kan me niet voorstellen dat zij hier zo maar mee in kunnen stemmen. Een oplossing is eenvoudig te bedenken: handhaaf de huidige regeling die in het vigerende bestemmingsplan staat (artikel onder f) en vul deze aan met de bepaling dat ten behoeve van ondergeschikte horeca enkel bouwkundige voorzieningen mogen worden getroffen indien dit vereist en/of noodzakelijk is op grond van wet- en regelgeving. Concreet voorstel artikel Toegestane bouwwerken binnen bouwvlakken Binnen elk bouwvlak op de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd: a. ( ) b. ( ) c. ( ) d. ( ) e. ( ) f. bouwkundige voorzieningen in bestaande gebouwen ten behoeve van nevenactiviteiten uitsluitend daar waar dat op grond van de tabel opgenomen in lid 3.1 onder j als nevenactiviteit is toegestaan, alsmede bouwkundige voorzieningen ten behoeve van nevenactiviteiten uitsluitend in bestaande gebouwen en in een omvang zoals dat op grond van lid 3.5 sub kan worden en wordt toegestaan. Bouwkundige voorzieningen ten behoeve van ondergeschikte horeca mogen enkel worden getroffen indien dit vereist en/of noodzakelijk is op grond van wet- en regelgeving. g. ( ) 2

3 Ten aanzien van parkeren Nogmaals willen we aandacht voor het aspect parkeren aan de zuidzijde. Wij zijn van mening dat dit sowieso toelaatbaar is vanuit de regels die gelden voor agrarisch gebied (zie motivering in toegevoegde inspraaknotitie). Het college van B&W denkt hier anders over. Er mag enkel geparkeerd worden op de bestaande parkeerplaats aan de noordzijde van het bedrijf. Omdat de impact van enkele parkeerplekken (voor minder validen) aan de zuidzijde minimaal is, terwijl het belang voor de deze mensen groot is, willen we toch aandringen op een oplossing. De wethouder gaf tijdens de commissievergadering als reactie dat het niet noodzakelijk is om bij het zuidelijk deel te kunnen parkeren. Immers de bestuurder van de auto waar de minder valide persoon bij in zit, kan de minder valide persoon uitlaten aan de zuidzijde en vervolgens de auto verderop parkeren. Genoemde is uiteraard geen optie indien de minder valide persoon zelf de bestuurder van de auto is. Onderhavige situatie is vergelijkbaar met de parkeerplaatsen voor minder validen bij bijvoorbeeld uw eigen gemeentehuis. Deze parkeerplaatsen zijn ook gelegen direct nabij de ingang. Ik vertrouw erop u hiermee goed en volledig te hebben geïnformeerd en vertrouw erop dat u deze informatie betrekt bij de aanstaande vaststelling van het bestemmingsplan. Mocht er behoefte zijn aan een nadere toelichting (eventueel binnen uw fractie) neemt u dan zeker contact op met ondergetekende. U kunt me bereiken via het telefoonnummer Vriendelijke groeten, Rob Aagten Bijlage: notitie inspraak commissievergadering 10 januari

4 BIJLAGE INSPRAAK Aan Van Betreft Commissie Ruimte en Financiën / Gemeenteraad Montferland Ing. R.B.M. Aagten namens Struisvogel en recreatieboerderij Vrieswijk Inspraak Bestemmingsplan Buitengebied, derde herziening Oude Maatsestraat 16 Didam Datum 10 januari 2016 Geachte Commissieleden, Op de agenda staat vanavond de behandeling van het bestemmingsplan Buitengebied, derde herziening. De heer en mevrouw Peters-Jansen van Struisvogelboerderij Vrieswijk hebben een zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan ingediend. Omdat met het voorstel van Burgemeester en Wethouders de bezwaren voor cliënt onvoldoende zijn weggenomen, richt ik me namens cliënt tot u. Cliënt exploiteert aan de Oude Maatsestraat 16 in Didam een agrarisch bedrijf met melkrundvee en struisvogels. Naast de agrarische activiteiten vinden nevenactiviteiten plaats. Zo zijn er aan de noordzijde van het bedrijf mogelijkheden voor spelactiviteiten, voorlichting en educatie en is aldaar (volgens het vigerende bestemmingsplan) kleinschalige ondersteunende horeca toegestaan. Aan de zuidzijde zit een kookstudio en vergaderruimte en mogen workshops worden gegeven. Aan deze zijde is volgens het vigerende bestemmingsplan ondersteunende horeca toegestaan. Bouwkundige voorzieningen Waarschijnlijk bij u wel bekend is dat we al enige tijd discussie hebben met het college van B&W en de ambtenaren over het gebruik van de locatie in relatie tot het bestemmingsplan. Deze discussie wordt in belangrijke mate veroorzaakt door onduidelijkheden in de regels en de definities in het vigerende bestemmingsplan. Mede hierom heeft cliënt een zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan ingediend. Met de voorgestelde wijzigingen in de regels wordt een deel van de discussie opgelost. Echter -waarschijnlijk onbedoeld- worden hiermee de bouwmogelijkheden voor nevenactiviteiten ingeperkt ten opzichte van het thans vigerende bestemmingsplan. Ik licht als volgt toe: Volgens het vigerende bestemmingsplan zijn bouwkundige voorzieningen in bestaande gebouwen ten behoeve van nevenactiviteiten toegestaan. Met de voorgestelde wijzigingen mogen bouwkundige voorzieningen ten behoeve van de nevenactiviteiten enkel als dit op grond van wet- en regelgeving is vereist en/of noodzakelijk is om het bouwwerk geschikt te maken voor de desbetreffende nevenactiviteit. Dit letterlijk lezende lijkt er niets aan de hand te zijn. Immers bouwkundige voorzieningen mogen als dit noodzakelijk is vanuit wet en regelgeving, maar mogen ook als dit nodig is ten behoeve van de desbetreffende nevenactiviteit (zonder dat er sprake is van noodzaak vanuit wet- en regelgeving). Navraag bij de ambtenaren heeft ons echter geleerd dat we het anders moeten lezen. De passage vereist en/of noodzakelijk heeft betrekking op wet- en regelgeving. Of te wel, een bouwkundige voorziening mag enkel als aangetoond kan worden dat wet- en regelgeving vereisen dat die voorzieningen wordt gerealiseerd. 1

5 Wat betekend dat nu in de praktijk? Een voorbeeld: Het is cliënt toegestaan om in een deel van de bestaande loods aan de noordzijde spelactiviteiten te organiseren. Om in te spelen op de veranderende marktvraag wordt het aanbieden van bijvoorbeeld indoor-survival overwogen. Hiervoor zullen dan enkele klimobjecten gerealiseerd moeten worden. Volgens het geldende bestemmingsplan is deze ontwikkeling mogelijk. Volgens het voorliggende bestemmingsplan, met de gegeven uitleg, mag het niet. Immers de realisering van de klimobjecten is niet noodzakelijk vanuit wet- en regelgeving. Deze inperking van de mogelijkheden is niet alleen nadelig voor cliënt, maar voor andere bedrijven met nevenactiviteiten. Dit kan ons inziens niet de bedoeling zijn. Ik verzoek u dan ook om dit te heroverwegen en gewijzigd vast te stellen. Parkeren zuidzijde Reeds genoemd is dat aan de zuidzijde van het bedrijf ook nevenactiviteiten plaats vinden. Het college van B&W staat op het standpunt dat bij dit deel van het bedrijf niet geparkeerd mag worden. Voor het merendeel van de bezoekers is het geen probleem om te parkeren aan de andere kant van de weg en om te voet naar dit bedrijfsdeel van het bedrijf te gaan. Over het algemeen staan auto s en fietsen dus ook geparkeerd aan de noordzijde. Echter toch wel dikwijls bezoeken mensen die slecht ter been zijn de locatie. Juist voor die groep is het wenselijk om kortbij te kunnen parkeren. Dit wordt door het college niet toelaatbaar geacht. Volgens het vigerende bestemmingsplan zijn erven en terreinen binnen de bestemming agrarisch toegestaan mits er een relatie bestaat met het toegestane gebruik. In onze beleving kunnen parkeerplekken als erf worden beschouwd. En omdat het gebruik in relatie staat tot de toegestane nevenactiviteit, is er geen sprake van strijdigheid met het bestemmingsplan. Ik wil u vragen hierover uw standpunt te geven, zodat hopelijk de discussie met het college kan worden opgelost. Ik wil u verzoeken om het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen, daarbij rekening houdend met genoemde. Ik dank voor uw aandacht. Rob Aagten 2

6 Bijlage Nevenactiviteit noordzijde Oude Maatsestraat Parkeren tbv activiteiten zuidelijk deel Nevenactiviteit zuidzijde 3