Ze l f b e o o rd e l i n g s l i j s t voor leerkra c hten bij de invo e ring van het P ro to co l Le e s p roblemen en Dys l ex i e

Vergelijkbare documenten
Workshop zelfbeoordelingslijst PARTNERS IN PASSEND ONDERWIJS

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

1 Interpersoonlijk competent

Zelfevaluatie. Inleiding:

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

1/8. Voor leerkrachten zijn 7 bekwaamheden geformuleerd:

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Aantekenformulier van het assessment PDG

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

Thermometer leerkrachthandelen

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep.

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Pluspunt Een professioneel voorbeeld zijn voor leerlingen en in gesprek blijven over de vraag hoe gaan we met elkaar om.

Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten

Bekwaamheidseisen leraren

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

5. Product ontwikkeld binnen het KIGO project Doorlopende Coach Actieve coach ; penvoerder was Edudelta College.

CP Resultaten QuickScan

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Scholing Passend Onderwijs voor de Onderwijsassistent. Versie: De competenties.

1 Interpersoonlijk competent

Interpersoonlijk competent

Onder de Wieken: altijd in beweging

Reflectie-instrument leerkrachten Het Barlake

Begeleidingsplan. Hogeschool IPABO

Competentieprofiel onderwijsassistent voor de periode

Competenties in relatie tot het Protocol Vermoedens van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbuik

Competentiekaarten Fontys Lerarenopleidingen. Hogescholen

Competenties. De beschrijvingen van de 7 competenties :

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

RESULTATEN PROPEDEUTISCHE FASE

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

1 Interpersoonlijk competent

Competentievenster 2015

Voorwoord. Ik wens ons allemaal competente leerkrachten toe!

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Professionaliseren in Netwerken. Emmy Vrieling

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:

PERSOONLIJK ONTWIKKELPLAN. Pop Martin van der Kevie

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan de docenten.

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

HANDLEIDING BEKWAAMHEIDSONDERZOEK ZIJ- INSTROOM STARTBEKWAAM PO

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

Toelichting competenties

1. Interpersoonlijk competent

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3

Schoolkaart De Driehoek. Helenaveenseweg PB Griendtsveen Tel

Excellente Leerkracht SBO, SO/VSO. Stichting Meerkring LC 11 Onderwijsproces -> Leraren Marieke Kalisvaart

Grafische vormgevers bij Ontwerpen van onderwijs 2012

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

1 Interpersoonlijk competent

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

RECORDING BOX BESCHRIJVING. Wat is het? Voor wie is het? Hoe werkt het?

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS QUICKSCAN

Werkdocument functioneringsgesprek voor leerkrachten 1

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007)

Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics)

POP Martin van der Kevie

Beoordelingsrapport. Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V.

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan mijn stagebegeleidster.

1. Interpersoonlijk competent

6 Omgang leraren met individuele leerlingen

Kennis en opleiding: - onderwijsbevoegdheid - ervaring met NT2 onderwijs is een pre, maar geen verplichting.

Beleidsnotitie beginnende leraar

Taakbekwaam onderbouw. Anouk Bluemink Vr2B Datum: 16 december 2013 SLB er: Wineke Blom & Agnes Hartman

Zelfbeoordelingsformulier

Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD

De lerarenondersteuner werkt binnen het vastgestelde lesmodel voor instructie en de lesplannen van de school.

Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding, tweedegraads lerarenopleidingen Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (versie september 2011)

De competenties. A Vertellen en voorlezen. A 1.2 Competenties. Competenties

Avans ontwikkelrichtlijn voor docenten

LeerWerkPlan VLO fase 2, Zwolle

Leraar basisonderwijs LA FUNCTIEBESCHRIJVING

Maandag 21 september 2015

Doorlopende leerlijnen. Arjan Clijsen, Wout Schafrat en Suzanne Beek. Competentiescan Handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Schooljaarplan Koning Willem-Alexander

III extra ondersteuning Niveau 3. Bestuurs systematiek. Monitoren en evalueren minimaal na 3 maanden in am, met AB-er en ouders

Beroepsonderwijs Competentiemodel Competenties per bekwaamheidseis

STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING/ Sonja van de Valk

Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep

Interpersoonlijk competent

Competentieprofiel voor rekendocenten in het mbo

SMART Response BESCHRIJVING. Wat is het? Voor wie is het? Hoe werkt het?

Persoonlijk Ontwikkelingsplan Yosri Zijlstra

De Vogelveste. speciale school voor basisonderwijs

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE CBS DE KAMELEON. : CBS De Kameleon : 's-gravenzande BRIN-nummer : 13IK Onderzoeksnummer : 95095

Transcriptie:

B i jl a ge 1 Ze l f b e o o rd e l i n g s l i j s t voor leerkra c hten bij de invo e ring van het P ro to co l Le e s p roblemen en Dys l ex i e H e t co m p e t e nt i e p rofiel voor leerkra c hten die we r ken met h e t P ro to col Le e s p roblemen en D ys l ex i e Als basis voor het competentieprofiel voor interactief taalonderwijs is gebruik gemaakt van de zeven SBL competenties (SBL, 2003): 1. interpersoonlijk competent 2. pedagogisch competent 3. vakinhoudelijk en didactisch competent 4. o rganisatorisch competent 5. competent in samenwerken met collega's 6. competent in samenwerken met de omgeving 7. competent in reflectie en ontwikkeling D rie co m p e t e nt i e n i ve au s Elke leerkracht zal vanuit een beginsituatie starten met de invoering van het Pro t o c o l L e e s p roblemen en Dyslexie. Deze beginsituatie kan per leerkracht en per competentie verschillen. Dit betekent dat het mogelijk is dat een leerkracht bij zijn beginsistuatie bijvoorbeeld bij de org a- nisatorische competentie zich al op een erv a ren niveau bevindt, maar zich bij de competentie vakinhoudelijk en didactisch competent op startniveau bevindt. Ook is het mogelijk dat een beginnende leerkracht zich op sommige competenties op een hoger niveau bevindt dan een leerkracht met bijvoorbeeld dertig jaar onderw i j s e rvaring. De competentieniveaus zijn daarom persoonsgebonden en staan grotendeels los van het aantal jaren leservaring dat een leerkracht heeft. Met het s t a rt n i v e a u bedoelen we het niveau waarbij leerkrachten nog nauwelijks ervaring hebben met het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Dat betekent dat de leerkracht bijvoorbeeld in de dagelijkse onderwijspraktijk weinig aandacht heeft voor de signalering en vroegtijdige aanpak van leerlingen met leesproblemen. Het middelste niveau geeft een p roces van verandering w e e r. Om erv a ren te worden zal een leerkracht zijn onderwijsgedrag veranderen. De leerkracht oefent bijvoorbeeld met het stappenplan en stelt handelingsplannen op met allerlei nieuwe werkvormen en routines. Het e rv a ren niveau geeft aan dat leerkrachten het Protocol Leesproblemen en Dyslexie geïnteg re e rd hebben in hun werkwijze. Deze leerkrachten zijn bekend met de theorie en praktijk van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. De inrichting en organisatie van het taalonderwijs is bijvoorbeeld gericht op de tussendoelen geletterdheid. Zij volgen en evalueren het leerproces en de l e e r p restaties van leerlingen nauwkeurig en kunnen hun taalonderwijs op de individuele leerling afstemmen of stellen een handelingsplan op voor de aanpak van de problemen. A f n a m e : De lijst kan zowel aan het begin als aan het eind van een scholingstraject worden ingevuld. Ook kunnen delen van de lijst gebruikt worden. Door vergelijking van de begin- en eindscore s zien leerkrachten welke competenties zij ontwikkelen en welke competenties zij nog meer zouden kunnen ontwikkelen. 4 0

Ze l f b e o o rd e l i n g s l i j s t bij de invo e ring van het P ro to col Le e s p roblemen en D ys l exie De ze l f b e o o rd e l i n g s l i j s t voor de leerkra c ht Naam:... School:... G roep:... Datum:... Vul het n i ve au in bij iedere co m p e t e nt i e : O m c i r k e l : 1 = s t a rt n i v e a u 2= p roces van verandering 3= e rv a ren niveau I nt e rp e r s o o n l i jk co m p e t e nt ( S BL ) De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Een leraar die interpersoonlijk competent is geeft op een goede manier leiding. Zo'n leraar schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer en brengt een open communicatie tot stand. In de groep heerst een sfeer waarin leerlingen zich op hun gemak voelen en zich durven te uiten en waarbij begrip is voor onderlinge verschillen. 1. Ik ga bij de begeleiding van een taalzwakke leerling in op de hulpvraag van deze leerling. 2. Ik stel open vragen aan de leerlingen als er vragen nodig zijn om de communicatie op gang te bre n g e n. 3. De interactie tussen mij en een leerling is voornamelijk over en weer en niet alleen gestuurd vanuit mij. 4. Tijdens mijn interventie stem ik de mate van ondersteuning (bijvoorbeeld v o o rdoen, aanwijzingen geven, feedback geven, zelfstandig laten werken) en de wijze waarop deze aangeboden wordt af op het gedrag van het kind. 5. Ik stimuleer samenwerking tussen leerlingen. 6. Ik evalueer het werk en de prestaties samen met de leerling in een individueel g e s p re k. 7. Ik geef het taalzwakke kind voldoende zelfvert ro u w e n. 4 1

8. Ik stimuleer zelfstandig en taakgericht werken in mijn klas. 9. Ik ben erop gericht om lees- en of spellingproblemen vroegtijdig te s i g n a l e re n. 1 0. Ik signaleer lees- en/of spellingproblemen met behulp van het stappenplan van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. 1 1. Bij de invulling van mijn activiteiten zoek ik aansluiting bij de belevingsw e reld van het kind. 1 2. Ik geef mijn leerlingen voldoende verantwoordelijkheid voor hun eigen p roduct en leerpro c e s. 1 3. Ik draag er zorg voor dat taalzwakke kinderen in mijn klas geen uitzonderingspositie innemen. 1 4. Ik pas de materialen aan aan de individuele behoeften en interesses van een kind. 1 5. Ik draag er zorg voor dat mijn lesstof gediff e re n t i e e rd aan bod komt. Vak i n h o u d e l i jk en didactisch co m p e t e nt ( S BL ) De leraar primair onderwijs moet de kinderen helpen zich de culturele bagage eigen te maken die samengevat is in de kerndoelen voor het primair onderwijs en die elke deelnemer aan de samenleving nodig heeft om volwaardig te kunnen functioneren. Een leraar die didactisch competent is kan op basis van kennis van schoolvakken en leerpro c e s s e n een krachtige leeromgeving ontwerpen in zijn groep en zijn lessen. 1 6. Ik heb voldoende kennis van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie om het op een adequate manier toe te passen en ben in staat het te vertalen naar mij eigen onderw i j s l e e r s i t u a t i e. 1 7. Ik heb voldoende theoretische kennis van lees-, spelling- en/of taalpro b l e m e n. 1 8. Ik heb voldoende kennis van interv e n t i e m o g e l i j k h e d e n. 1 9. Ik gebruik de cd-rom behorende bij het Protocol Leesproblemen en Dyslexie als bron bij het voorbereiden van de interv e n t i e s. 2 0. Ik kan een individueel handelingsplan op- en bijstellen. 4 2

2 1. Ik maak regelmatig aantekeningen van mijn observaties van de leerlingen en stem mijn handelen hierop af. 2 2. Het Protocol Leesproblemen en Dyslexie is ingevoerd in mijn onderw i j s - praktijk. O r ga n i sato risch co m p e t e nt ( S BL ) De leraar primair onderwijs draagt zorg voor alle aspecten van klassenmanagement ten behoeve van zijn groep. Een leraar die organisatorisch competent is, zorgt voor een overzichtelijke, ord e l i j- ke, taakgerichte sfeer in zijn klas en zijn lessen. Hij weet de hele groep zo te org a n i s e ren dat hij een kleine groep of individuele leerlingen ongestoord kan begeleiden. Zo'n leraar zorgt er dus voor dat de kindere n : weten waar ze aan toe zijn en welke ruimte ze hebben voor eigen initiatief, weten wat ze moeten doen, hoe en met welk doel ze dat moeten doen. 2 3. Ik kan de organisatie van de toetsmomenten dusdanig regelen dat ik zelf de toetsafname kan uitvoeren. 2 4. De leeromgeving is overzichtelijk en ordelijk ingericht zodat de leerlingen gemakkelijk zelfstandig hun materialen kunnen pakken die zij nodig hebben. 2 5. Ik werk geleidelijk samen met de leerlingen aan routines en afspraken zodat leerlingen steeds zelfstandiger kunnen werken en steeds beter om kunnen gaan met uitgestelde aandacht. 2 6. Door mijn organisatie in de groep kan ik voldoende mogelijkheden ged u rende de dag cre ë ren om ongestoord een kleine groep of individuele leerlingen begeleiden. 2 7. Ik ben in staat tot instructie in de kleine groep met leerlingen die lees- en s p e l l i n g p roblemen hebben. 2 8. Ik heb een aantal vaste momenten in de week waarin ik extra begeleiding geef aan taalzwakke leerlingen. 2 9. In mijn klas is er de mogelijkheid om aan een aparte tafel extra begeleiding aan een kind te geven. 3 0. Ik ben in staat om flexibel om te gaan met de instru c t i e g roep, zodat er zoveel mogelijk momenten zijn om extra begeleiding te bieden. 4 3

Co m p e t e nt in sa m e nwe r ken met co ll e ga's (SBL) De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat zijn werk en dat van zijn collega's op school goed op elkaar zijn afgestemd. Hij moet ook bijdragen aan het goed functioneren van de schoolo rganisatie. Een leraar die competent is in het samenwerken met zijn collega's, levert zijn bijdrage aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat op zijn school, aan goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie. Dat wil zeggen dat zo'n leraar: goed met collega's communiceert en samenwerkt, een constructieve bijdrage levert aan vergaderingen en andere vormen van schooloverleg en aan werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om de school goed te laten functionere n, een bijdrage levert aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school. 3 1. Ik overleg voldoende met mijn (duo/parrallel)collega en wissel ideeën uit met de bedoeling het taalonderwijs binnen onze school steeds verder te o n t w i k k e l e n. 3 2. Opgedane kennis en ervaringen worden tijdens een teamvergadering gedeeld met alle andere leerkrachten. 3 3. Ik bied voldoende mogelijkheden aan mijn collega s om bij mij in de klas te komen kijken tijdens een taal-, spelling- of leesles en sta daarbij open voor feedback. 3 4. Ik ben voldoende in staat te re f l e c t e ren samen met mijn IB-er en hulp in te roepen indien nodig. Co m p e t e nt in sa m e nwe r ken met de omgeving (SBL) De leraar primair onderwijs moet contacten onderhouden met de ouders of verz o rgers van de k i n d e ren. Hij moet er ook voor zorgen dat zijn professionele handelen en dat van anderen buiten de school goed op elkaar zijn afgestemd. Een leraar die competent is in het samenwerken met de omgeving, levert in het belang van de kinderen zijn bijdrage aan een goede samenwerking met mensen en instellingen in de omgeving van de school. 3 5. Ik houd de ouders van leerlingen met lees- en spellingproblemen regelmatig op de hoogte van de vorderingen van hun kind. 3 6. In overleg met de ouders wordt soms ook thuis gewerkt aan de lees- en s p e l l i n g p roblemen. Ik stel dan een programma samen. 3 7. Ik heb regelmatig contact met de onderwijsbegeleidingsdienst over het g e b ruik van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. 4 4

Co m p e t e nt in re f l e ctie en ont w ik keling (SBL) De leraar primair basisonderwijs moet zich voort d u rend verder ontwikkelen en pro f e s s i o n a l i s e re n. Een leraar die competent is in reflectie en ontwikkeling, denkt regelmatig na over zijn bero e p s o p- vattingen en zijn professionele bekwaamheid. Zo'n leraar streeft ernaar zijn bero e p s u i t o e f e n i n g bij de tijd te houden en te verbeteren. Zo'n leraar: weet goed wat hij belangrijk vindt in zijn leraarschap en van welke waarden, normen en o n d e rwijskundige opvattingen hij uitgaat, heeft een goed beeld van zijn eigen competenties, zijn sterke en zwakke kanten, werkt op een planmatige manier aan zijn verd e re ontwikkeling. 3 8. Ik sta open voor nieuwe ontwikkelingen en probeer deze te gebruiken om mijn eigen professionele bekwaamheid te ontwikkelen. 3 9. Ik stel mijzelf leerdoelen en probeer hierop te re f l e c t e re n. 4 0. Ik heb bij het gebruik van het Protocol Leerproblemen en Dyslexie een goed beeld van mijn eigen competenties, mijn sterke en zwakke punten. Te rugkijkend op bovengenoemde competenties: Wat is de sterkste competentie en waaro m : Beschrijf hier de competenties waar u de komende periode aan werkt: Eventuele overige opmerkingen: 4 5

invo er en van het proto col lee s p r o b l e m en en dys l e xie in de klas, e xp ert i s e c ent r um ned er l a nds b i j l age 2 B i jl a ge 2 Ze l f b e o o rd e l i n g s l i j s t voor IB-ers bij de invo e ring van het P ro to co l Le e s p roblemen en Dys l ex i e S BL co m p e t e nt i e s De Stichting Beroepskwaliteit Leraren en ander onderwijspersoneel (SBL) heeft 7 competenties opgesteld die de basis vormen om de bekwaamheden voor het lerare n b e roep te beschrijven. Ke rn co m p e t e nties voor IB -ers die we r ken met h e t p ro t col Le e s p roblemen en dys l ex i e Als basis voor het competentieprofiel voor interactief taalonderwijs is gebruik gemaakt van de zeven SBL competenties: 1. interpersoonlijk competent 2. pedagogisch competent 3. vakinhoudelijk en didactisch competent 4. o rganisatorisch competent 5. competent in samenwerken met collega's 6. competent in samenwerken met de omgeving 7. competent in reflectie en ontwikkeling Voor de IB-ers zijn de volgende kerncompetenties vastgesteld: 1. Va k i n h o u d e l i jk en didactisch co m p e t e nt. De IB-er is competent in het analyseren van vakinhoudelijk- en didactische problemen in het t a a l o n d e rwijs om te komen tot aanpassingen in het onderw i j s. 2. Co m p e t e nt in het s a m e nwe r ken met co ll e ga s. De IB-er overlegt samen met leerkrachten en geeft aspecten van taalonderwijs gezamenlijk v o rm, zodat het taalonderwijs een gedeelde verantwoordelijkheid word t. 3. Co m p e t e nt in re f l e ctie en ont w ik ke l i n g. De IB-er denkt na over zijn beroepsopvattingen en bekwaamheden en streeft ernaar om zich steeds beter te ontwikkelen. 4. Co m p e t e nt in het a a n s t u ren van ve rn i e uw i n ge n. De IB-er is ook competent in het aansturen van vernieuwingen in het taalonderwijs in samenwerking met collega s. Hij moet hen aanzetten tot vernieuwingen, zoals het invoeren van het protocol. D rie co m p e t e nt i e n i ve au s Elke IB-er zal vanuit een beginsituatie starten met de invoering van het Protocol Leespro b l e m e n en Dyslexie. Deze beginsituatie kan per IB-er en per competentie verschillen. De competentieniveaus zijn persoonsgebonden en staan grotendeels los van het aantal jaren ervaring van de IB-er. Met het s t a rt n i v e a u bedoelen we het niveau waarbij IB-ers nog nauwelijks ervaring hebben met het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. 4 6

invo er en van het proto col lee s p r o b l e m en en dys l e xie in de klas, e xp ert i s e c ent r um ned er l a nds b i j l age 2 Het middelste niveau geeft een p roces van verandering weer. Om erv a ren te worden zal een IB-er zijn onderwijsgedrag verandere n. De IB-er oefent bijvoorbeeld met het stappenplan en stelt handelingsplannen op met allerlei nieuwe werkvormen en routines. Het e rv a ren niveau geeft aan dat IB-ers het Protocol Leesproblemen en Dyslexie ingevoerd hebben op school. Deze IB-ers zijn bekend met de theorie en praktijk van het Pro t o c o l L e e s p roblemen en Dyslexie. A f n a m e : De lijst kan zowel aan het begin als aan het eind van een scholingstraject worden ingevuld. Ook kunnen delen van de lijst gebruikt worden. Door vergelijking van de begin- en eindscores zien IB-ers welke competenties zij ontwikkelen en welke competenties zij nog meer zouden kunnen o n t w i k k e l e n. 4 7

invo er en van het proto col lee s p r o b l e m en en dys l e xie in de klas, e xp ert i s e c ent r um ned er l a nds b i j l age 2 Ze l f b e o o rd e l i n g s l i j s t bij de invo e ring van het P ro to col Le e s p roblemen en D ys l exie De ze l f b e o o rd e l i n g s l i j s t voor de IB -e r Naam:... School:... G roep:... Datum:... Vul het n i ve au in bij iedere co m p e t e nt i e : O m c i r k e l : 1 = s t a rt n i v e a u 2= p roces van verandering 3= e rv a ren niveau Vak i n h o u d e l i jk en didactisch co m p e t e nt ( S BL ) De leraar primair onderwijs moet de kinderen helpen zich de culturele bagage eigen te maken die samengevat is in de kerndoelen voor het primair onderwijs en die elke deelnemer aan de samenleving nodig heeft om volwaardig te kunnen functioneren. Een leraar die didactisch competent is kan op basis van kennis van schoolvakken en leerpro c e s s e n een krachtige leeromgeving ontwerpen in zijn groep en zijn lessen. 1. Ik heb voldoende kennis van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie om het op een adequate manier toe te passen en ben in staat het te v e rtalen naar onze eigen onderw i j s l e e r s i t u a t i e. 2. Ik heb voldoende theoretische kennis van lees-, spelling- en/of taalp ro b l e m e n. 3. Ik heb voldoende kennis van interv e n t i e m o g e l i j k h e d e n. 4. Ik verwijs naar de cd-rom behorende bij het Protocol Leesproblemen en Dyslexie als bron wanneer ik met leerkrachten de toetsmomenten en i n t e rventies voorbere i d. 5. Ik kan leerkrachten begeleiden bij het maken van een handelingsplan. 6. Ik ben in staat mij een volledig beeld van het taalonderwijs en de p restaties van de leerlingen in te school te vorm e n. 4 8

invo er en van het proto col lee s p r o b l e m en en dys l e xie in de klas, e xp ert i s e c ent r um ned er l a nds b i j l age 2 7. De kennis die ik heb kan ik vertalen naar mogelijke vakinhoudelijke en didactische aanpassingen in het onderw i j s. 8. Ik kan vanuit een brede visie op taalonderwijs bekijken welke vakinhoudelijke en didactische ontwikkelingen gewenst zijn voor onze school. Co m p e t e nt in sa m e nwe r ken met co ll e ga's (SBL) De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat zijn werk en dat van zijn collega's op school goed op elkaar zijn afgestemd. Hij moet ook bijdragen aan het goed functioneren van de schoolo rganisatie. Een leraar die competent is in het samenwerken met zijn collega's, levert zijn bijdrage aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat op zijn school, aan goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie. Dat wil zeggen dat zo'n leraar: goed met collega's communiceert en samenwerkt, een constructieve bijdrage levert aan vergaderingen en andere vormen van schooloverleg en aan werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om de school goed te laten functionere n, een bijdrage levert aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school. 9. Opgedane kennis en ervaringen worden tijdens een teamvergadering gedeeld met alle andere leerkrachten zodat taalonderwijs een gedeelde v e r a n t w o o rdelijkheid wordt binnen onze school. 1 0. Ik ben voldoende in staat te re f l e c t e ren samen met de leerkrachten op hun eigen functioneren m.b.t. het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Co m p e t e nt in re f l e ctie en ont w ik keling (SBL) De leraar primair basisonderwijs moet zich voort d u rend verder ontwikkelen en pro f e s s i o n a l i s e re n. Een leraar die competent is in reflectie en ontwikkeling, denkt regelmatig na over zijn bero e p s o p- vattingen en zijn professionele bekwaamheid. Zo'n leraar streeft ernaar zijn bero e p s u i t o e f e n i n g bij de tijd te houden en te verbeteren. Zo'n leraar: weet goed wat hij belangrijk vindt in zijn leraarschap en van welke waarden, normen en o n d e rwijskundige opvattingen hij uitgaat, heeft een goed beeld van zijn eigen competenties, zijn sterke en zwakke kanten, werkt op een planmatige manier aan zijn verd e re ontwikkeling. 1 1. Ik sta open voor nieuwe ontwikkelingen en probeer deze te gebruiken om mijn eigen professionele bekwaamheid te ontwikkelen. 1 2. Ik stel mijzelf leerdoelen en probeer hierop te re f e l e c t e re n. 4 9

invo er en van het proto col lee s p r o b l e m en en dys l e xie in de klas, e xp ert i s e c ent r um ned er l a nds b i j l age 2 1 3. Het Protocol Leesproblemen en Dyslexie is voor mij een instrument bij de signalering en begeleiding van leerlingen. 1 4. Ik heb bij het gebruik van het Protocol Leerproblemen en Dyslexie een goed beeld van mijn eigen competenties, mijn sterke en zwakke punten. Co m p e t e nt in het a a n s t u ren van ve rn i e uw i n gen in het t a al o n d e rwijs (SBL ) De IB-er draagt zorg voor het vernieuwen van het taalonderwijs in samenwerking met collega s. Hij moet hen aanzetten tot vern i e u w i n g e n. 1 5. Ik sluit aan bij de dagelijkse praktijk en de behoefte aan advies of ondersteuning van de leerkracht. 1 6. Ik toon voldoende begrip aan de leerkracht en geef op een constru c - tieve manier feedback op het handelen in de klas. 1 7. Ik kan het taalbeleid bij ons op school onderbouwen met steekhoudende arg u m e n t e n. 1 8. Ik kan prioriteiten stellen en in het taalbeleidsplan een concreet actieplan aangeven waaruit blijkt welke acties, tijd en middelen nodig zijn om bepaalde doelen te bere i k e n. Te rugkijkend op bovengenoemde competenties: Wat is de sterkste competentie en waaro m : Beschrijf hier de competenties waar u de komende periode aan werkt: Eventuele overige opmerkingen: 5 0