Definitie Persoonlijkheidstrekken. Definitie Persoonlijkheid Millon Persoonlijkheidspathologie bij ouderen

Vergelijkbare documenten
Scelta is onderdeel van

Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5. M.A. Louter

Persoonlijkheidsstoornissen bij Ouderen LOAG 20 maart 2013

Persoonlijkheidsstoornissen

Borderlinepersoonlijkheidsstoornis en behandeling (MBT)

Persoonlijkheidsstoornissen Oude wijn, oude zakken? Geert Lefevere klinisch psycholoog

E book Persoonlijkheidsstoornissen

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant

Borderline, waar ligt de grens?

Colofon. Dit e-book is een uitgave van Stichting Gezondheid. Teksten: Stichting Gezondheid

MOEILIJKE MENSEN? ATED. Bernard Kloostra en Alie Schenk, Frontlijnteam

Persoonlijkheidsstoornissen

Vroegsignalering en interventie bij Cluster C. Kennismiddag Cluster C 25 januari 2018

Workshop. Het nieuwe dimensionele model van DSM-5 bij persoonlijkheidsstoornissen: de toepassing in de prak=jk. Disclosure belangen spreker

Reeks 11. Psychiatrie op volwassen leeftijd

Persoonlijkheidsstoornissen

Omgaan met onaangepast gedrag in het Sociaal Raadsliedenwerk en Schuldhulpverlening. Sjaak Boon

Persoonlijkheidsstoornissen en Angst. Ellen Willemsen

AGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Agressie - sociologisch. Agressie - biologisch. Agressie en psychiatrie

Workshop Holis&sche Theorie complexe symptoom- en persoonlijkheidsstoornissen en DSM- 5

Symposium. DSM- 5 en de therapeu0sche rela0e bij persoonlijkheidsstoornissen. Prak6jkboek Persoonlijkheidsstoornissen, herziene druk

Persoonlijkheidsstoornissen: Werk aan de Winkel! Annemieke Noteboom Klinisch psycholoog Kenter Psychodiagnostiek Amsterdam

Eetstoornissen. Symptomen

AGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Basis emoties Angst Verdriet Boosheid Verbazing Plezier Walging Paul Ekman

Heb ik een persoonlijkheidsstoornis?

Omgaan met Borderline

De Shedler-Westen Assessment Procedure (SWAP) De brug tussen wetenschap en praktijk in persoonlijkheidsdiagnostiek

In gesprek met werknemers met psychische klachten. Machteld List, Sitagre

WELKOM! Borderline... wie heeft de macht. Themadag georganiseerd door Friese werkgroep\labyrinth-in Perspectief 29 november 2003

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart

Persoonlijkheidsstoornissen in de DSM-5?

Hantering van psychische problemen bij diabetes mellitus

Over mensen met psychische of psychiatrische problematiek. Bijeenkomst voor kerken, raden en verenigingen in de gemeente Aalburg 19 november 2009

4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria

Kenmerken. VG protocol Borderlinepersoonlijkheidsstoornis (BPS) Comorbiditeit. Vaak gepaard met:

WELKOM! Borderline, het zit tussen de oren! Labyrinth/In Perspectief 9 april 2005

WAT IS ADHD kort gezegd

Voorgestelde verandering bij persoonlijkheidsstoornissen in de DSM 5 (2011)

Het leven zoals het is leven met een (borderline) persoonlijkheidsstoornis

Zelfverwonding bij patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis

COMPLEX TRAUMA. Symposium 25 februari 2019 Hand-out Drs. A. Oud

Persoonlijkheidsstoornissen

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie

Referenties. As I vs. As II DSM-IV-TR. Persoonlijkheidsstoornissen 3 Clusters. Algemene kenmerken van een persoonlijkheidsstoornis

Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis

Chronisch, herhaald suicidaal gedrag bij borderline-patienten. Bert van Luyn Brugge, Plenaire middagsessie

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria

Kindermishandeling; Wel of geen diagnose? Drs. A van Dijke Drs. M. Reijns

De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart

Bordeline persoonlijkheidsstoornis

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

KITTY VAN DER HEIJDEN BORDERLINE BELEVENISSEN. Ervaringen van mensen met borderline én hun naasten

SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD. Informatie en advies voor de praktijkbegeleider

Wat is een gezondheidszorgpsycholoog?

Hoe ernstig het ook is, met de DSM-5 komt iedereen aan zijn trekken!

DAPP-BQ Standaard. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit

PERSOONLIJKHEIDSSTOORNIS

Voel jij wat ik bedoel? 17/5/2008

Semi-gestructureerd Interview voor Persoonlijkheidsfunctioneren DSM-5

DISRUPTIEVE GEDRAGSSTOORNISSEN

DAPP-BQ Screening. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria

Nederlandstalige samenvatting van het boekje over verkeerde diagnoses bij hoogbegaafden

MMPI-2 Code type 1-2/2-1

Dr. C.C. Kan Symposium Persoonlijkheid of Stoornis? 5 juni 2009

Over hard werken, verbinden, humor & houden van!!!

ouderenpsychiatrie Het mooie van oud worden, is dat het zo lang duurt Lotte van Elburg en Hester Geerlinks

Verslavingszorg en meer...

Workshop Holis&sche Theorie complexe symptoom- en persoonlijkheidsstoornissen en DSM- 5

MDFT Masterclass. Borderline, een stoornis die van alles in je losmaakt. Jeanne de Jong- Tummers & Sylvia Cool

ADHD en BPD Aandachtstekortstoornis en borderline persoonlijkheidsstoornis. Kinder-en jeugdpsychiater Accare, Groningen

Schematherapie bij persoonlijkheidsstoornissen en verslaving. Tineke van der Linden GGz Breburg

Diagnostische bronnen

K-LCM: De Child Life Chart Method Scoreformulier voor ouders dagelijks vooruitblikkend K-LCM

Zelfdoding in de psychiatrische kliniek: over het omgaan met de (on)draaglijkheid van het leven.

Borderline Symptomen Lijst 95 (BSL-95)

Emotieregulatieproblemen bij jongeren. 13 februari 2018

Correcties DSM 5 : Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen

1 Wat is er met me aan de hand?

DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016

De schalen van de DAPP en persoonlijkheidsstoornissen van de DSM

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Diagnosen in de psychiatrie

Emotionele Stabiliteit.

Info-avond Zorgprogramma Persoonlijkheid Dialectische Gedragstherapie De Spinnaker

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens. D. Emo. Naam.

Samenvatting Richtlijn

Debriefing. Opvang na een schokkende gebeurtenis. Geert Taghon 2013

Terrorisme en dan verder

Severity Indices for Personality Problems (SIPP-118 en SIPP-SF) Laura Weekers & Annelies Laurenssen Trimbos Instituut, 3 februari 2016

De Selfreportmethode in de Psychiatrie

SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD. Informatie en advies voor docenten

Alle gelukkige families lijken op elkaar, elke ongelukkige familie is ongelukkig op zijn eigen wijze. Tolstoj Anna Karenina

Click to edit Master title style Congres FACT Couleur Locale

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

Persoonlijkheids stoornissen

Comorbiditeit PTSS en Persoonlijkheidsstoornissen Samenspel in diagnostiek en behandeling

Transcriptie:

Persoonlijkheidspathologie bij ouderen Ton Dhondt, ouderenpsychiater Van Foreest Centrum voor Ouderenpsychiatrie LOAG 19 maart 2014 Definitie Persoonlijkheid Millon Complex patroon van diep ingewortelde psychologische kenmerken, grotendeels onbewust, niet makkelijk uitwisbaar. Manifestaties aanwijsbaar in alle facetten van het functioneren: in denken, voelen en handelen in sociale situaties, intieme situaties en in situaties dat betrokkene alleen is. Definitie Persoonlijkheidstrekken Duurzame patronen van innerlijke ervaringen, zich verhouden tot anderen, beleving van zelf en omgeving; tot uiting komend in een uitgebreide sociale en persoonlijke context 1

Pathologische Persoonlijkheidstrekken Inflexibel Maladaptief Leidend tot subjectieve stress Algeheel functioneren wordt beperkt Definitie PS vd Brink Aanwezigheid pathologische persoonlijkheidstrekken Langdurige verstoring of onvoldoende tot stand komen interpersoonlijke relaties>>sociaal/beroepsmatig dysfunctioneren Langdurig bestaand subjectief lijden betrokkene en/of omgeving DSM-IV Persoonlijkheidsstoornis Duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen Patroon is star en gegeneraliseerd Patroon leidt tot subjectief onwelbevinden of tot sociale beperkingen Patroon is aanwezig vanaf adolescentie of vroege volwassenheid Patroon is niet toe te schrijven aan een andere psychische stoornis Patroon is niet het gevolg van lichamelijke aandoening of gebruik van middelen DSM IV-criteria Borderline PS Pogingen om uit alle macht te voorkomen dat hij in de steek gelaten wordt (of hier nu feitelijk aanleiding voor bestaat is niet belangrijk; het kan ook zijn dat de verlating slechts in de verbeelding van de patiënt dreigt). Onevenwichtige en intense relaties waarin de ander nu eens geïdealiseerd en dan weer als waardeloos beschouwd wordt. Een identiteitsstoornis, waarbij het beeld dat de patiënt van zichzelf heeft en de manier waarop hij over zichzelf oordeelt opvallend gestoord, vervormd of onevenwichtig is. Een tekort aan zelfbeheersing waardoor de patiënt zichzelf schade berokkent (dit tekort moet zich op ten minste twee gebieden manifesteren; voorbeelden: geld verkwisten, risico s nemen met seks, drugsmisbruik, roekeloos autorijden, vreetbuien). 2

DSM IV-criteria Borderline PS Terugkerend suïcidaal gedrag, terugkerende suïcidale gestes en dreigen met zelfdoding, automutilatie. Een onevenwichtige stemming, die toegeschreven kan worden aan de neiging te emotioneel reageren (bijv. perioden van diepe ontstemming, geïrriteerdheid of angst, die meestal een paar uur en zelden langer dan een paar dagen duren). Zich chronisch leeg voelen. Misplaatste, hevige woede of het onvermogen gevoelens van boosheid te beheersen (bijvoorbeeld regelmatig terugkerende driftbuien, constante woede, vechtpartijen). Voorbijgaande, met stress samenhangende vorming van waanachtige ideeën of ernstige dissociatieve symptomen. DSM IV criteria Antisociale PS is roekeloos: hij bekommert zich op een gevaarlijke manier niet over de veiligheid van zichzelf of van anderen. is oneerlijk: hij liegt en bedriegt herhaaldelijk voor eigen voordeel of plezier is niet goed in staat een geregeld leven te leiden, met bijvoorbeeld een vaste baan en financiële verplichtingen, leeft meer van dag tot dag, heeft geen plan voor de toekomst en handelt vaak impulsief 'heeft een kort lontje' en wordt gemakkelijk agressief, komt snel tot vechtpartijen overtreedt gemakkelijk de wet, zodanig dat hij daarvoor aangehouden zou kunnen worden. heeft de neiging zijn gedrag goed te praten en laat geen spijt zien wanneer hij anderen heeft gekwetst, mishandeld of bestolen DSM IV criteria Antisociale PS Toelichting De essentie is dat er - vanaf de leeftijd van vijftien jaar - een diepgaand patroon bestaat van te weinig respect en achting voor anderen, met daarbij ook het schenden van de rechten van anderen. Dit patroon wordt zichtbaar in de puberteit en de vroege adolescentie en blijft bestaan in de volwassenheid. Meestal is het chronisch aanwezig, al gaan op oudere leeftijd de scherpe kanten van het gedrag er meestal weer wat af. In de voorgeschiedenis zijn er vaak symptomen van een gedragsstoornis (d.w.z. agressief en destructief gedrag) vóór het 15e jaar. De diagnose ASPS mag pas vanaf 18 jaar gesteld worden. DSM IV criteria Afhankelijke PS is niet in staat alledaagse beslissingen te nemen zonder uitgebreid advies en ruime geruststelling van anderen; heeft anderen nodig die de verantwoordelijkheid voor zijn leven, althans voor een belangrijk deel daarvan, van hem overnemen; vindt het moeilijk om aan te geven dat hij het met anderen oneens is, omdat hij vreest door hen verlaten te worden; of hun steun en waardering te moeten missen; heeft moeite zelf iets aan te pakken, wat meer aan een gebrek aan zelfvertrouwen te wijten is dan aan een tekort aan gemotiveerdheid of energie; 3

DSM IV criteria Afhankelijke PS gaat er erg lang mee door om verzorging en steun van anderen te krijgen en is bereid ter wille van dit doel onplezierige taken op zich te nemen; voelt zich ongemakkelijk of hulpeloos wanneer hij alleen is, vooral vanwege de vrees dat hij niet in staat zal zijn zich in zijn eentje te redden; zal wanneer een intieme relatie ongelukkigerwijs tot een einde komt, zich haasten een nieuwe partner als bron van zorg en ondersteuning te vinden; is gepreoccupeerd met de objectief niet voor de hand liggende gedachte dat hij aan zijn lot overgelaten zal worden. DSM IV Criteria Schizoide PS De cliënt ervaart een diepgaand patroon van afstandelijkheid in sociale relaties en beperkingen in het uiten van emoties in sociale situaties. Dit kan onder andere blijken uit het volgende; De cliënt: beleeft vaak geen behoefte aan, noch plezier in hechte relaties, inclusief het tot een familie behoren. kiest vrijwel activiteiten die alleen gedaan moeten worden. heeft weinig of geen belangstelling voor sexuele ervaringen met een ander. heeft geen intieme vrienden of vertrouwelingen buiten zijn familie. lijkt onverschillig voor lof of kritiek van anderen. reageert afstandelijk, kil en emotioneel afgevlakt. Epidemiologie 1996 Prevalentie PS 50+ers 10% van de ouderen heeft een persoonlijkheidsstoornis Abrams & Horowitz 1996 Schizoid 0.5% Schizotypisch 0.3% Paranoid 0.8% Antisociaal 0.3% Borderline 0.7% Theatraal 0.9% Narcistisch 1.0% Vermijdend 1.4% Afhankelijk 2.3% Obs.-comp. 3.0% NAO 2.5% Abrams & Horowitz 1996 DSMIII/DSMIIIR 4

Epidemiologie 1999 Prevalentie PS 1. 20% van de 50+ers heeft een persoonlijkheidsstoornis Abrams & Horowitz 1999 50+ 50- Paranoid 3.9% 6.2% Antisociaal 0.5% 0.9% Afhankelijk 1.1% 0.9% Obs.Comp. 1.6% 1.3% Narcistisch 0.9% 2.5% Theatraal 1.0% 0.7% Pas.Agressief 1.2% 0.3% Prevalentie PS 2. 50+ 50- Borderline 1.4% 0.7% Vermijdend 1.5% 0.6% De 4 vragen van Stek 1. In hoeverre hebben ontwikkeling na de adolescentie en veroudering invloed op persoonlijkheidskenmerken en PS? Schizoid 2.2% 0.5% Schizotypisch 1.0% 0.2% Self-defeating 2.5% ------ Gemengd 0.4% 1.2% NAO 1.3% ------ 5

Persoonlijkheidsontwikkeling Persoonlijkheidskenmerken blijven redelijk stabiel Big Five Extraversie Vriendelijkheid Zorgvuldigheid Emotionele stabiliteit Autonomie Van Foreest Centrum voor Ouderenpsychiatrie Van Foreest Centrum voor Ouderenpsychiatrie 6

Persoonlijkheidsontwikkeling Persoonlijkheidskenmerken blijven redelijk stabiel Persoonlijkheid verandert onder invloed van ervaringen Van Foreest Centrum voor Ouderenpsychiatrie Persoonlijkheidsontwikkeling Persoonlijkheidskenmerken blijven redelijk stabiel Persoonlijkheid verandert onder invloed van ervaringen Effect van ouder worden: 1. Biologische veroudering 2. Psychologische groei De 4 vragen van Stek 1. In hoeverre hebben ontwikkeling na de adolescentie en veroudering invloed op persoonlijkheidskenmerken en PS? 2. Kunnen PS voor het eerst optreden op latere leeftijd, ondanks DSM? 7

Beloop PS PS gedurende het hele leven conform DSM Verdwijnen van de gedragsstoornissen die horen bij de PS vastgesteld op jonge leeftijd Nieuwe gedragsafwijkingen in het kader van de PS Terugkomen van gedragsproblemen bij een eerder vastgestelde PS De 4 vragen van Stek 3. Gelden voor oudere patienten dezelfde gedragskenmerken als voor jongere? De 4 vragen van Stek 3. Gelden voor oudere patienten dezelfde gedragskenmerken als voor jongere? 4. Is maladaptief gedrag op jongere leeftijd noodzakelijkerwijs schadelijk op hogere leeftijd? Op weg naar mei 2013 LOAG 20 maart 2013 8

Nog maar 5 i.p.v. 11 typen PS worden onderscheiden; het antisociale/psychopathische type het vermijdende type het borderline type het obsessief compulsieve type het schizotypische type Algemene diagnostische criteria voor een persoonlijkheidsstoornis; De wezenlijke kenmerken van een persoonlijkheidsstoornis betreffen verstoringen in de identiteit & het zelfgevoel het vermogen tot effectief interpersoonlijk functioneren. Om een persoonlijkheidsstoornis te classificeren dienen deze tekortkomingen te voldoen aan alle van de volgende criteria: A. Een score van geringe beperking of hoger in het zelf en interpersoonlijk functioneren op het niveau van persoonlijkheidsfunctioneren. B. Een grote mate van overeenstemming tot volledige overeenstemming met een persoonlijkheidsstoornisprototype of met een score van aanzienlijk passend tot in hoge mate passend bij de persoonlijkheidstrekken in een of meer domeinen van de persoonlijkheidstrekken. C. Relatief stabiel door de tijd en consistent in uiteenlopende situaties. D. Niet passend binnen de normen van de culturele achtergrond van het individu. E. Niet alleen toe te schrijven aan het directe fysiologische effect van middelen (bijvoorbeeld drugs of medicijnen) of aan een somatische aandoening (bijvoorbeeld ernstig hersenletsel). Zelf 1. Identiteit: een gevoel van persoonlijke uniciteit, met duidelijk afgebakende grenzen tussen het zelf en anderen; een coherent gevoel van tijd en van de persoonlijke levensgeschiedenis; een stabiele en realistische zelfbeoordeling en gevoel van eigenwaarde; het vermogen om een palet aan emoties te kunnen ervaren en deze te kunnen reguleren. 2. Zelfsturing: het nastreven van samenhangende en betekenisvolle doelen op de korte en lange termijn; het gebruik van geïnternaliseerde constructieve en prosociale normen voor gedrag; het vermogen tot vruchtbare zelfreflectie. 9

Interpersoonlijk 1. Empathie: onderkennen en waarderen van ervaringen en motieven van anderen; het kunnen verdragen van verschillende gezichtspunten; begrip hebben van sociale causaliteiten. 2. Intimiteit: intensiteit van verbondenheid met anderen; wensen en vermogen tot nabijheid; wederkerigheid die tot uiting komt in interpersoonlijk gedrag. Geef het niveau aan dat het beste weergeeft hoe de patiënt functioneert op het gebied van het zelf en het interpersoonlijke domein: Geen beperkingen Geringe beperkingen Duidelijke beperkingen Ernstige beperkingen Zeer ernstige beperkingen 0 = Geen beperkingen Zelf: Identiteit: Er is een aanhoudend bewustzijn van het hebben van een eigen, wilskrachtig zelf, geworteld in de persoonlijke levensgeschiedenis. Dit gevoel van individualiteit raakt niet ontregeld in relaties met anderen. Er is een vermogen om grenzen die horen bij sociale rollen te onderkennen en te respecteren. Er is een relatief aanhoudend en zelf gereguleerd niveau van positieve eigenwaarde. Een gepaste of licht naar het positieve overhellende zelfwaardering. In staat om een palet aan emoties te kunnen ervaren, verdragen en te reguleren. 4 = Zeer ernstige beperkingen Zelf: Identiteit: Het kunnen beleven van een uniek zelfgevoel is nagenoeg afwezig, evenals enig gevoel van continuïteit in de persoonlijke levensgeschiedenis. Een gevoel van autonomie/controle is nagenoeg afwezig, of is georganiseerd op basis van vermeende veroordeling van buitenaf. Grenzen met anderen zijn verwarrend of afwezig. Het zelfbeeld is diffuus, met een kwetsbaarheid voor ernstig verwrongen zelfwaardering. Persoonlijke drijfveren worden niet als zodanig onderkend en/of beleefd als komend van buitenaf. Binnen de gevoelswereld staan haat en agressie op de voorgrond, desorganisatie in de handwerkend, en vaak worden deze gevoelens geloochend en geprojecteerd. 10

Persoonlijkheidstrekken zes brede domeinen van hogere orde persoonlijkheidstrekken: negatieve emotionaliteit afstandelijkheid antagonisme impulsiviteit dwangmatigheid schizotypie Deze domeinen bestaan elk weer uit een aantal specifieke facetten van lagere orde. Het Persoonlijkheidsstoornis type wordt gediagnosticeerd door de mate van overeenstemming van de persoonlijkheidspathologie van de patiënt met een verhalende beschrijving. Daarbij is de score op persoonlijkheidstrekken onafhankelijk van de score van het persoonlijkheidsstoornis prototype, maar kan ook klinisch bruikbaar zijn. 11