Ella, de kleine woudheks Jutta Langreuter Stefanie Dahle GEGEVENS BOEK: ISBN 978 90 5924 435 1 13,99 Uitgeverij Bakermat Suggesties: Emy Geyskens Vanaf 3 jaar Thema s: toveren, heksen, vriendschap, halloween, ziek zijn, magie KORTE INHOUD: Zoiets kan alleen Ella overkomen: de kleine woudheks is voor de grote heksenwedstrijd aan het oefenen, maar iedere spreuk die ze probeert, mislukt. Alle dieren in het heksenhuis zijn er rotsvast van overtuigd dat dit de schuld is van die vieze verkoudheid! Bovendien maken Ella s hagedissen en spinnen en zelfs haar hond en haar kat voortdurend ruzie. Zeer ongewoon! Net zoals het feit dat de beroemde tovenaar Barrak de heksenwedstrijd helemaal naar zijn hand zet. Maar één iets lukt de kleine woudheks wel: dat alle dieren en alle heksen elkaar beter begrijpen en dat niemand meer jaloers is op de andere. Dat is toch wel echte hekserij, niet?
VOOR HET VOORLEZEN Heksenkring Begin met een kringgesprek. Vorm met de kinderen uit de klas een heksenkringetje. Het is fi jn wanneer de kinderen als heksen en tovenaars verkleed zijn. - Je vertelt de kinderen dat ze vandaag een verhaaltje zullen beluisteren dat gaat over heksje Ella. Ella is een woudheks (ze woont in een woud wat is dat?) - Ella woont er niet alleen, ze heeft heel wat vriendjes. Welke vrienden zou een heks kunnen hebben? Noem ze maar op! Voorzie prenten van volgende dieren: een hagedis, een kater, een pad, een vleermuis, een zwarte spin, een rode spin, een reuzenvaraan, een konijntje, een cavia, een hond Laat de kinderen de dieren eruit nemen die zij bij een heks vinden passen. Laat hen ook vertellen waarom zij dit met een heks associëren. (Er is hier geen juist of fout antwoord er zijn namelijk ook heel wat verhalen met atypische heksen - de kinderen staven wel hun mening.) Daarna duid je aan welke dieren bij Ella, de woudheks, horen. Duid hen aan op de cover van het boek en vertel hoe ze heten. (De kater Pompernikkel, de pad Kwaak ) - Je vertelt dat Ella mee wil doen aan een toverwedstrijd. Ze denkt dat ze deze zelfs kan winnen. Maar het toveren lukt niet zo goed. Ze zegt dat het komt omdat ze wat verkouden is Maar Ella is nog een klein heksje en ze kent nog niet zoveel spreuken. Lees de spreuk op de voorpagina voor. Licht deze kort toe. Kennen de kinderen nog andere spreuken? Welke dan? Hoe beginnen toverspreuken vaak? Een toverstaf knutselen! - Alle tovenaars en heksen uit de heksenkring zullen nu zelf een toverstaf knutselen. Zo kunnen ze straks beter Ella helpen met de toverwedstrijd. Wat heb je nodig? - een A4-papier (of een A3-papier wanneer je een grote staf wil maken) stevig zwart papier; - nog enkele andere (stukken) gekleurd papier voorkeur kleuren: rood, wit, oranje; - plakband of zeer sterke lijm; - stiften of kleurtjes (om het papier rond te rollen); - glitters.
Aan de slag! De kinderen rollen het dikke, zwarte papier om een stift of kleurtje. Zo kun je de vorm maken van de staf. (Misschien kunnen de kinderen het zelf ook al oprollen, zonder de stift?) Onderaan en bovenaan maak je de uiteinden vast met plakband (of sterke lijm). Nu kunnen de kinderen hun staf nog versieren met glitters of andere kleuren papier. - Een andere manier om een toverstaf te maken, is met takken (afgevallen takken van bomen) en klei/glitters. Je gaat op uitstap met de kinderen naar een bos (of een plaats waar ze afgevallen takken kunnen vinden). Tijdens deze uitstap zoeken ze zelf een mooie tovertak uit. Deze nemen ze mee naar de klas. Om de tak meer tovergehalte te geven, kunnen de kinderen er bovenaan een kleien ster op maken. Het uiteinde van de tovertak kan ook met gouden/zilveren glitterspray bespoten worden. Hocus Pocus - De tovenaars en heksjes zetten zich weer in de kring. Ze hebben hun toverstaf bij. Nu moeten ze het boek nog open toveren. Wie kent er een leuke toverspreuk? De kinderen toveren met z n allen mee! - Bedenk zelf ook enkele leuke toverspreuken op rijm. - Daarna worden de toverstafjes weggelegd (let erop dat ze hun toverstaf snel herkennen zorg voor een symbooltje of ).
HET VOORLEESMOMENT Een bijzondere heks Hocus Pocus, Ella is een heksemie Zie jij ook wat ik daar zie? Ze is heel lief, maar tovert ze wel goed? Weet zij wel hoe dat moet? Luister maar dit verhaal Zeg haar naam dan eerst driemaal Doe maar mee en zeg mij na: Ella, Ella, Ella Hocus Pocus Jabbedabbedoe Oortjes open en mondjes toe! - Je leest het boekje voor. - Wanneer de tovenaars en heksen het boek hebben open getoverd, toon je de eerste pagina waarop Ella nogmaals duidelijk te zien is. Je vraagt aan de kinderen hoe ze eruit ziet. Laat hen hierover vertellen! Wat valt hen op? (Haren in de war, ze ziet er een beetje slordig uit, ze ziet er aardig uit, ze heeft een spinnetje aan haar heksenhoed ) - Je vraagt wie de naam van dit heksje goed onthouden heeft. (Ella) - Je zegt een toverspreuk op om alle mondjes mooi dicht te toveren en alle oortjes goed open. Zo kunnen de kinderen goed luisteren terwijl je voorleest - Wanneer de andere heksen toveren, vraag je ook altijd even de mening van de kinderen. Was het spectaculair wat deze heks toverde? Zullen we eens kijken of de andere heks het beter kan? (Of dat Ella het beter kan?) Wat vindt Barrak, de tovenaar, ervan? Om over na te denken - Aan het einde van het verhaal vraagt de kater aan de pad of het ei niet gewoon toevallig (door de warmte) is open gegaan. Wat denken de kinderen? Was het toeval of echte toverkracht? En waarom zou de verkoudheid van Ella plots verdwenen zijn?
NA HET VOORLEZEN Toverspelletjes De kinderen nemen hun toverstafjes er eventueel weer bij. - Je neemt een zwarte doek bij je en een kartonnen doos. In de kartonnen doos zitten allemaal spulletjes (bij voorkeur zaken die ze dagelijks tegenkomen bv. een brooddoos, een drinkbus of gekoppeld aan een thema waar jullie rond werken). De kinderen zien niet wat er in de doos zit. Het zwarte doek bedekt de doos. De kinderen zeggen een toverspreuk op. Daarna mag er één leerling onder de doos één voorwerp kiezen, voelen en proberen te benoemen. Kon de leerling raden wat hij/zij voelde? - Je speelt een uitbeeld-spel. Je doet dit eerst voor. Eén kind mag vooraan bij jou komen staan en zegt een toverspreuk op. Aan het einde van die toverspreuk zegt het kind ook in welk dier jij moet veranderen. Je beeldt dit uit. Daarna draai je de rollen eens om. Je kunt de kinderen dit ook per twee laten doen. Hocus Pocus Pas, ik wou dat jij een koe was! - Heksemie HekseWIE? De kinderen stellen zich voor dat zij Ella een bezoekje brengen in haar woud. Daarvoor moeten ze zich omtoveren tot een heks of een tovenaar. Wat voor heks of tovenaar zouden de kinderen graag zijn? Zijn ze dan aardig? Of gemeen? Zijn ze slordig of netjes? Hebben ze wratten en puisten? Vliegen ze met een bezem? Of met nog iets anders? De kinderen tekenen nu zichzelf als heks of als tovenaar! Ze kunnen dit ook knutselen door te werken met gekleurde papieren. Ze knippen zichzelf als heks/tovenaar dan uit en kleven dit op een oranje A4- of A3-papier.