Historische refertepunten



Vergelijkbare documenten
Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals)

Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op?

Preventief cek-beleid bij transfusie aan vrouwen<45 jaar Zien we effect?

Positieve 12de week screening Rol van de foetale rhesus D typering

Anemie, reticulocyten & IUT s in hemolytische ziekte van de foetus en pasgeborene. Consortium transfusiegeneeskunde Isabelle Ree

Casus Bombay fenotype Apr. KB. A. Fraeyman

K-immunisatie en zwangerschap

Nieuwe ontwikkelingen in de preventie van rhesusantagonisme

Typering Rhc-antigeen en tweede screening Rhc-negatieven. Dr. Joke Koelewijn

Hemolytische ziekte van de pasgeborene. 11e Pediatrisch transfusiesymposium Natasja Dors, kinderarts hematoloog/oncoloog CZE

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Catharina Dhooge Pediatrische Hematologie/Oncologie Universitair Ziekenhuis Gent

Autoimmuun Hemolytische Anemie Serologisch Onderzoek

Een lange weg te gaan. Rob Hendriks Analist 1 Bloedtransfusie Orbis Medisch Centrum Sittard

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Erytrocytenimmunisatie tijdens de zwangerschap Achtergronden van de veranderingen. Drs. Marijke Overbeeke Dr. Masja de Haas Dr.

Een neonatale casus. Paul-Emile Claus GSO klinische biologie 27/01/2016

Bloedgroepimmunisatie: diagnostiek, behandeling en neonatale zorg. Behandelteam LUMC

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

Sanquin Bank of Frozen Blood

Allo immunisatie tegen Rode Bloedcellen & Bloedplaatjes. ZNA 10 maart M.-P. Emonds

HANDVAT 46: RISICOFACTOR RHESUSANTAGONISME IN VOORGESCHIEDENIS

Een kwestie van goed matchen

Aanvraagpaden voor immunohematologie (IH)

Antistof-gemedieerde transfusiereacties en preventief matchen in relatie tot de nieuwe CBO

ERYTROCYTENIMMUNISATIE EN ZWANGERSCHAP

11/01/2013. Een minuutje geduld. Geboorte.. De mens. Afklemmen van de navelstreng anno 2012 Controversieel? . andere zoogdieren

PRETRANSFUSIETESTEN. 17 november 2009

Trombocytentransfusies bij kinderen. 11 de Pediatrisch Transfusiesymposium 14 september 2011 Annemieke Willemze

Samenvatting. Samenvatting 7

Klinische alloimmunisatie studies; highlights and pitfalls

ERYTROCYTENIMMUNISATIE EN ZWANGERSCHAP. Versie 2.1

Overige aanvraagpaden HILA

Zwangerschap en rhesusfactoren. Informatie over bloedgroepen en antistoffen

Aanvraagpaden voor immunohematologie (IH)

Batchgewijs leveren van 30 eenheden erytrocyten met bijzondere typering, een uitdaging!

Erythrocyten alloimmunisatie en zwangerschap

HIP-studie Eerste resultaten

Koud, kouder, koudst. Dr. M.P. Zijlstra Klinisch chemicus

UvA-DARE (Digital Academic Repository) The human immune response to Rh antigens Dohmen, S.E. Link to publication

Medicatie geïnduceerde hemolyse

Rhesus-bloedgroep tijdens de zwangerschap Wat moet u weten?

Rhesusbloedgroep. tijdens de zwangerschap. Wat moet u weten?

Identieke of compatibele transfusie van trombocyten: voorkeur en mogelijkheden

Zwanger en resus-d-negatief Wat betekent dit voor u en uw baby?

Serologische onderzoek bij aanwezigheid van koude (auto)antistoffen

Op hoop van zegen Johan de Vries

ONBEHEERDE AFDRUK. Bloedgroep antagonisme bij neonaten -Rhesus protocol. LUMC\3. Zorg\Willem-Alexander Kinderziekenhuis

Zwangerschap en rhesusfactoren Informatie over bloedgroepen en antistoffen

BRRRRRRRuin Serum. MMC Eindhoven 26 maart 2015

Huisartsensymposium anno HAS AZ Monica 1

VVK Wintervergadering Sectie Neonatologie 18 januari 2013

ERYTROCYTENIMMUNISATIE EN ZWANGERSCHAP. Versie 1.0

Opsporing en Preventie van Zwangerschaps Immunisatie De OPZI-studie

Bloedgroepantistoffen tijdens. Informatie voor verloskundig hulpverleners de zwangerschap

Richtlijn Hyperbilirubinemie. Autorisator: Vakgroepvoorzitter Kindergeneeskunde

Kind met onbegrepen anemie. Matthieu Bosman, klinisch chemicus i.o. MMC Veldhoven

(para)bombay: ja of nee?

Nieuwe CBO richtlijn bloedtransfusie

BLOEDGROEP, RHESUSFACTOR EN IRREGULAIRE ANTISTOFFEN

Inzicht krijgen in interferentie van Darzalex (daratumumab) met bloedcompatibiliteitstesten

Een zwangere vrouw met een gemengde erytrocytenpopulatie bij de bloedgroepbepaling

Algemene vragen over logistiek

Daarnaast is RheDQuin bestemd ter preventie van immunisatie tegen het rhesus (D)-antigeen bij meisjes en vrouwen jonger dan 45 jaar:

Uit voorraad leverbaar??

Zwanger? Luister naar het goede nieuws! Informatie over rhesusziekte en de rhesusprik. Bloed is leven

Bevolkingsonderzoek PSIE: waar staan we nu en waar gaan we naartoe?

In & Outs van Trombocytentransfusies

Critically appraised topic: RBC-genotypering bij patiënten met warme auto-immuun hemolytische anemie

Vlaamse consensus over beleid bij congenitale toxoplasmose (CT)

INDICATIES VOOR FOTOTHERAPIE BIJ NEONATEN VANAF WEKEN

Soms heb je mannen nodig

Een vreedzame vorm van bloedvergieten: De Transfusie! Ann Tegethoff Oncologisch Congres, Oostkamp 06/02/2016

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL RhoGAM Ultra-Filtered PLUS 300 microgram oplossing voor injectie. RhoGAM Ultra-Filtered PLUS 50 microgram oplossing voor

De bloedbank 18 november 2016 Valerie Pede - Klinisch Bioloog Bloedbank UZ Gent

Direct beschikbare uitgetypeerde eenheden: voordelen voor de patiënt en het laboratorium. Masja de Haas Immunohematologische Diagnostiek

Casus. Judith Lie, hemovigilantiefunctionaris Erik Beckers, internist-hematoloog Kennisplatform ZO

RhoGAM Ultra-Filtered PLUS 300 microgram oplossing voor injectie. RhoGAM Ultra-Filtered PLUS 50 microgram oplossing voor injectie.

HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP. Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch

TRIP en TRIX: Potentieel vermijdbare incidenten en transfusiereacties

Trombocytopenie in de zwangerschap: analyse en behandeling. Klinische dag 2 oktober 2014 Karin van Galen, hematoloog Van Creveldkliniek UMC Utrecht

Transfusieproblematiek en hemovigilantie bij kinderen. Yolanda de Rijke, klinisch chemicus TRIP 12 november 2009

Beleid van pretransfusietesten voor zuigelingen jonger dan 4 M Standpuntenverklaring DvB

Het vóórkomen van irregulaire antistoffen in de zwangerschap; een prospectief onderzoek in de regio s-hertogenbosch

Hemolyse na transfusie, wie is de boosdoener?

Screening van pasgeborenen

Zwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht

Kinkhoest vaccinatie. Ann Buyens. 16 november 2013

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Obesitas en zwangerschap

Klinische biologie : Sensibiliseringscampagne voor de voorschrijvers. RIZIV Dienst voor geneeskundige verzorging

Bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen

CYTOMEGAALVIRUSINFECTIE (CMV) IN DE ZWANGERSCHAP

hoofdstuk één hoofdstuk twee

Bloedtransfusie. Dr. Peter A.W. te Boekhorst

Richtlijn Hyperbilirubinemie

Patiënte met kruisproblemen door antistoffen tegen k bij een hemorragische shock

Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie

GAB 26 september 2017 Casuïstiek in de immuno-hematologie

Transcriptie:

Historische refertepunten 1900-1902: Landsteiner Ontdekking (fenotypische) bloedgroepen 1939: Levine en Stetson Feitelijke ontdekking resus immunisatie 1940: Landsteiner Wiener Ontdekking resusfactor 1945: Eerste wisseltransfusies o.a. Kellsall, Shaw(Austr.) 1960-1961: Finn & Clarke Experimenten en toepassing passieve immunisatie

ABO ANTAGONISME ABO incompatibele zwangerschap: 15 % van de zwangerschappen: Maternele bloedgroep O met A of B fœtus Beschermende factoren (voor de fœtus) - natuur van de antilichamen (IgM, IgG2) - absorptie van de natuurlijke antilichamen door weefselantigenen - (nog relatief lage) densiteit van ABO antigenen op fœtale rode bloedcellen

INCIDENTIE HDN (groep O moeders) Icterus < 24 h: 1 / 150 Ernstige hemolyse met evt. wisseltransfusie: 1 / 3000 (raciale factor: Aziaten, Arabieren, Negers 1 / 500)

ERNSTIGE HEMOLYSE DOOR «ABO» ANTAGONISME Zeldzame complicatie: 0.36 % met nierfalen a.g.v. Hemolytische Ziekte van de pasgeborene Clin. Pediatr. Philadelphia, 1990; 29(4), 219-22

ABO Hemolytic Disease of the Newborn is More Severe in Taiwan than in White Populations Vox Sang 1995; 68:136

VERGELIJKING Rh-HDN t.o.v. ABO-HDN Rh-HDN ABO-HDN Antilichaam Immune IgG Natuurlijk IgG of immune Bij aanwezig- steeds hemolyse 90% subklinisch heid Al. of niet behandeld Prenatale Nagaan antistof Geen prenatale evaluatie: titers en evaluatie Obstetrisch voorgeschiedenis Eerste kind zonder Mogelijke hemolyse; verloop: problemen niet voorspelbaar Ziekte is erger geen verergering bij volgende geboorten; vroeggeboorte Anemie: Matig tot Afwezig of mild ernstig Bilirubinemie: Snelle stijging Piek op 1-3 dagen DAT: Positief Zwak positief of negatief Bloodbeeld: Geen microsfero- Microspherocyten cyten

Algemene statistiek maternele alloimmunisatie 60 er jaren 1960-64 1965-67 Aantal 12.297 6.081 Geïmmunis. 286 (2.33%) 288 (4.73%) Anti-D 173 (1.41%) 131 (2.15%) Andere 113 (0.92 %) 157 (2.58%) Globaal: 630 antilichamen voor 574 patiënten Niet geïd. 84 Anti C 34 Anti E 34 Anti K 30 Pos. Dir. Coombs: 49 (18 en 31) (buiten ABO en D) Obst. and Gynec. 34, No 6, 1969

Immunisatie tegen D -antigen - 30 % na 1 injectie van D pos. cellen - 70 % na 2 injectie van D pos. cellen Effect profylactisch anti-d (zwangerschap) - gegeven: 2990 geïmmunis.: 15 (0.5%) - niet gegeven: 3010 geïmmunis.: 255 (8.5%) (Bl. tr. for clin. J. Wallace p190)

RELATIE TITER ANTI-D EN KLINISCHE CONTEXT Totaal: 359 Tit;aant. GT FT TR WT >16: 40 17 15 3 5 <16: 319 66 101 24 128 GT= Geen therapie; FT=fototherapie; TR=transfusie WT= wisseltransfusie STUDIE DIJK ea Transfusion Medicine 1995; 5; 199-202 ANTI-D UITGEDRUKT IN i.u. < 4 i.u. weinig risico 4-15 i.u. matig risico > 15 i.u. groot risico

CORRELATIE ERNST HDN EN (MANNELIJK) GESLACHT Totaal: 104 gevallen (1991-1997) Intra-uteriene transfusie: uitgevoerd bij 60 bedreigde zwangerschappen mannelijk vrouwelijk Aantal transfusies 5 2 Eerste transfusie 24.5 31 weken Relatief foetaal HB 53.1% 64.5% Absoluut foetaal HB 6.45 8.75 gdl Mortaliteit 9/51 3/53 Transfusion 1999; 39; 169-173

STUDIE DIJK ea 1996-97 KLINISCHE HDN BIJ NIET ANTI-D OF ABO AS 130 meldingen, 81 weerhouden 29/60: vroegere transfusie DIRECTE ANTIGLOBULINETEST: - positief 61/81 - negatief 10/81 GT FT TR/WT/IUT Verloop bij 80: 21 24 35 (IUT= intra-uteriene transfusie)

BEREKENDE PREVALENTIE IN NEDER- LAND: 0.25 % Meest belangrijke: anti-c: 38 anti-e: 21 anti-k: 16 Hoogst genoteerde bilirubinewaarden: 33 mg/dl: 3 maal anti-c Besluit: aanbeveling tot selectief transfusiebeeld bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd (isogroepen) DIJK e.a. NTG: 1999, 143 (28) 1465-69

ANTI-C (e) 120 ZWANGERSCHAPPEN (80 VROUWEN) over 28 jaar (1968-1990) 22: AFLOOP NIET GECORRELEERD MET ANTISTOF 32: NEONATALE HEMOLYSE 8: THERAPEUTISCH INGRIJPEN Literatuurreferentie van 3 gevallen met fatale afloop ZELDEN ERNSTIGE HDN DOOR ANTI C OF ANTI Ce Bowman e.a. Am. Journ. Gynecolog. 1992; 166 (4); 1239-1243 (Manitoba)

ANTI-Cw 1956-1992: 12 vrouwen (18 zwangerschappen) 3: natuurlijk, (zonder gekend expositie) 9: (14 zwangerschappen): 11 Cw positieve babies GT FT TR WT 5 2 4

Hoogste antilichaam titer (IAT) in relatie tot klinisch verloop in 59 gevallen van HDN te wijten aan «non-d antibodies» (anti-c n=34; anti E n=19; anti K n=6). Aantallen (%) IAT titer Geen therapie Fototherapie < 16 13(50) 12(46) 16 5(15) 10(30) Transfusie Wissel Transfusie - 1(4) 4(12) 14(42) Totaal 26(100) 33(100) 1995 Blackwell Sciensce Ltd: Transfusion Medicine, 5, 199-202

RELATIE MATERNELE HLA ANTILICHAMEN EN HEMOLYTISCHE ZIEKTE VAN DE PASGEBORENE Maternele antilichamen positief in Monocyte Monolayer assay: 13/18 zonder HDN 9/13 Klasse I (HLA A en B) 4/13 Klasse II (HLA DR,DQ) of Monoc. Spec. 8/16 met hemolyse i.a.w. Klasse II of monocyte specifieke antilichamen Acta Obstetrica Gynecol. Scand. 1996 75(2) 102-7

Positieve correlatie hoge anti-d titer met HLA DQB1*0201: Studie van 24 vrouwen: Anti D titer 16-256 > 512 11 13 HLA DQB1*0201 2 11 Hilden e.a. Tissue-Antigens, 1995; 46(4): 313-5

Mild Course of Fetal Rh D Haemolytic Disease due to Maternal Alloimmunisation to Paternal HLA Class I and II Antigens Anti D titer 1/512 met twee HLA antistoffen (Kl I en Kl II), nl. Anti A-10 en Anti DR-13 Anti HLA antilichamen tegen paternele (en ook fœtale) HLA antigenen gaven duidelijke inhibitie van in vitro fagocytose en aldus ook van ongunstige gevolgen van anti D op fœtale cellen Vox Sang 1995; 68: 243-247

CASUS 1 Anamnese moeder (W.K.) - september 1980: abortus (retroversio uteri) - november 1981: overlijden neonatus (sepsis) - 1982: moeilijke zwangerschap van tweeling met rust. v.a. 3e maand bloedverlies 6e maand R/Gestanon, Prepar - 8.12.1982: geboorte APGAR 8/9/9; geleidelijke lethargie - 3.1.1983: opname U.Z.G. van tweeling: geleidelijke lethargie

Casus 1 Opname tweelingin kritieke toestand 20 dagen na aanvankelijk succesvolle geboorte Kind 1 Kind 2 RBC: 1.650.000 2.040.000 Tromboc. 48.000 Reticulo. 39% stupor, hartstilstand isuprel, adrenaline iets betere algemene toestand 10 cc. bloed 40 cc. Bloed acidose, K + oedeem, urine -.. ventricul. tachycardie overlijden geleidelijke recuperatie Elutie antistoffen: anti E (oorzaak trage - niet

ccdee CcDee CcDEe CcDEe

CcDEe C.e/cDE ccdee c.e/c.e ccdee cde/c.e Ccdee C.e/c.e Casus 2 G1: bevallen van dochter, toediening van Rhogam G2: spontane abortus na 7 weken G3: hydrops foetalis vastgesteld op 30 weken sectio: kind Hb 7g/dL longimmaturiteit overlijden Gezien de afwezigheid van D antigeen, foudroyant verloop zeker toe te schrijven aan ant-c