Project : nr. W 6427 OMGEVINGSVERGUNNING (REGULIER) AANVRAAG Gegevens aanvrager en projectbeschrijving Op 23 april 2013 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen van ProRail B.V., Moreelsepark 2, 3511 EP te Utrecht voor het vervangen van een stuk bestaand spoor door voegloos spoor, het vervangen van twee wissels en het verplaatsen van twee wissels, van spooremplacement Oss Elzenburg. Activiteiten aanvraag De aanvraag bestaat uit de activiteit: Milieuneutrale verandering van een inrichting. Beschrijving inrichting De activiteiten van de inrichting betreffen een spoorwegemplacement. Daarmee valt de inrichting onder categorie 14.3 onder b van onderdeel C, bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht. Op grond daarvan is sprake van vergunningplicht en zijn wij het bevoegde bestuursorgaan voor het beslissen op de vergunningaanvraag. Vigerende vergunningen Op 25 november 2008 is een oprichtingsvergunning Wet milieubeheer verleend voor de inrichting op industrieterrein Elzenburg te Oss, met kenmerk 32659. Deze vergunning is volgens de Invoeringswet Wabo gelijk aan een omgevingsvergunning. Veranderingen van de inrichting De aanvraag heeft betrekking op de volgende veranderingen van de inrichting: Vervanging van bestaand spoor door voegloos spoor tussen km 200.7 en 201.3; Vervangen van twee wissels en het verplaatsen van twee wissels tussen km 200.7 en 201.3. Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage zijn wij het bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen of (gedeeltelijk) te weigeren. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde
komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. PROCEDURE Voorbereiding De voorbereiding van de beschikking op de aanvraag heeft plaatsgevonden overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.7 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De aanvraag is beoordeeld voor, milieuneutrale verandering van een inrichting aan artikel 2.1 lid 1e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Voorts is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Regeling omgevingsrecht. OVERWEGINGEN Algemeen Gelet op artikel 2.1, 2.2 en 2.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de overwegingen in de bijlage "inhoudelijke overwegingen" kan worden geconcludeerd dat de gevraagde vergunning onder voorschriften kan worden verleend. BESLUIT Algemeen Op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht besluiten wij de gevraagde vergunning te verlenen. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteit: Milieuneutrale verandering van een inrichting onder de bepaling dat de gewaarmerkte vergunningaanvraag, geregistreerd op het omgevingsloket onder nummer 797727, en de volgende daarbij overgelegde bijlagen deel uitmaken van de vergunning: infraverandering Oss-Elzenburg ProRail Project R-435300 tekening 831-03 dd 11-04-2013; toelichting Oss Elzenburg- memo Oranjewoud 20130405.00 dd 05-04-201; inrichting Oss Elzenburg Oranjewoud tekening 27795.35e-S-01/D01 dd 29-05-2008. De aan de oprichtingsvergunning van 25 november 2008 verbonden voorschriften blijven onverkort van toepassing.
ONDERTEKENING Oss, 23 mei 2013 Namens burgemeester en wethouders van Oss Coll: Ing. J.A. Janssen. Teamleider van de afdeling Bouwen, Wonen en Milieu. Bezwaarclausule De beschikking treedt in werking nadat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift ongebruikt is verstreken. Tegen de beschikking kan ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop de beschikking is bekend gemaakt, bezwaar worden aangetekend. Het bezwaarschrift dient gemotiveerd te zijn en te worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders van Oss, Postbus 5, 5340 BA Oss. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van de beschikking niet. Heeft u er belang bij dat deze beschikking niet in werking treedt, dan kan een voorlopige voorziening worden gevraagd. De voorzieningenrechter kan een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed gelet op uw belangen dat vereist. Dit verzoek moet worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, Postbus 90125, 2500 MA 's- Hertogenbosch. Voor het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening zijn griffierechten verschuldigd. Wanneer een voorlopige voorziening wordt aangevraagd treedt de beschikking pas in werking nadat hierover een beslissing is genomen. Een voorlopige voorziening kan ook door derde belanghebbenden worden gevraagd.
BIJLAGE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN 1. IN WERKING HEBBEN VAN EEN INRICHTING 1.1 Inleiding De aanvraag heeft betrekking op het veranderen of veranderen van de werking van een inrichting of mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, aanhef en onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De veranderingen leiden volgens de aanvraag alleen tot milieuneutrale effecten als bedoeld in artikel 3.10, lid 3 van de Wabo. 1.2 Toetsing milieuneutrale verandering De Wabo bepaalt in artikel 2.14, lid 5 dat een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, lid 3 van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of verandering van de werkwijze binnen de inrichting: - niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan; - niet zal leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; - geen aanleiding geeft tot het opstellen van een milieueffectrapport. De beoogde verandering heeft tot gevolg dat er minder treindelen gesplitst hoeven te worden doordat er twee gelijkwaardige opstellocaties qua lengte ontstaan. Dit leidt tot minder bewegingen. Vervanging van bestaand spoor van voegende naar voegloze kwaliteit leidt tot geluidsreductie. Bij voegloze sporen verdwijnt het zogenaamde kedeng-kedeng geluid. Aangezien het rolgeluid in het huidige akoestische model een bepalende bron is leidt dit tot een vermindering van de geluidbelasting. De wissels welke vervangen en verplaatst worden worden uitgevoerd met een minder scherpere boog. In het huidige akoestische model is rekening gehouden met booggeluid afkomstig van de wissels. Door een minder scherpere boog is de kans dat booggeluid daadwerkelijk optreed minder geworden. De aangevraagde veranderingen leiden niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan. Door de beoogde verandering zal er geen andere inrichting ontstaan dan waarvoor I-1
eerder vergunning is verleend. De in de aanvraag beschreven voorgenomen veranderingen, staan niet vermeld in de eerste kolom van onderdeel C en/of onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage. Gelet hierop hoefde bij de aanvraag geen milieueffectrapport (MER) te worden overgelegd. 1.3 Conclusie Gezien bovenstaande zijn er geen redenen om de aanvraag te weigeren.