4.. ir. Omgevingsdienst. Groningen BESLUITOMGEVINGSVERGUNNING. : Renewi Nederland B.V. verleend aan. : het verplaatsen van een opslagvoorziening

Transcriptie

1 4.. ir Omgevingsdienst Groningen BESLUITOMGEVINGSVERGUNNING verleend aan : Renewi Nederland B.V. voor : het verplaatsen van een opslagvoorziening activiteiten : milieuneutraal locatie : De Lier 2,9206 kenmerk bevoegd gezag : OLOnr veranderen BH Drachten kenmerk Omgevingsdienst Groningen :Z bevoegd gezag :provincie Fryslán Datum : 17 juli JUL!2018

2 BESLUIT Onderwerp Op 24 mei is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Renewi Nederland B.V. Het betreft het verplaatsen van een PGS1 opslag binnen de inrichting. De aanvraag heeft betrekking op de locatie De Lier 2 te Drachten. De aanvraag is geregistreerd onder olonummer Besluit Het college van Gedeputeerde Staten van Fryslán besluit: 1. gelet op artikel 2.1 Wabo, de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen overeenkomstig de aanvraag en de bij de aanvraag behorende bescheiden; 2. dat de vergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten: Milieu neutraal veranderen van de inrichting (artikel 2.1 lid 1 onder e jo. art lid 3 Wabo); 3. dat de volgende stukken deel uitmaken van de vergunning. Aanvraagformulier olonummer ; Bijlage _ _niet_technische_samenvatting 4. voor zover de vergunningaanvraag niet in overeenstemming voorschriften bepalend te laten zijn;. de vergunning is met de gestelde voorschriften, de te verlenen voor onbepaalde tijd; Inwerkingtreding Deze vergunning treedt in werking op de dag na bekendmaking. toezending (=verzenddatum). Bekendmaking gebeurt door Bezwaar Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden bij Gedeputeerde Staten binnen zes weken na de dag van bekendmaking bezwaar maken door het indienen van een gemotiveerd bezwaarschrift. Als onverwijlde spoed dit vereist, kan ook een verzoek om voorlopige voorziening worden gedaan bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord -Nederland (Postbus 10, 9700AD Groningen). Ondertekening Het college van Gedeputeerde Staten van Fryslán, namens dezen, Directeur Omgevingsdienst Groningen verzending Verzonden op: Een exemplaar van dit besluit is verzonden aan: Renewi Nederland B.V., De Lier 2, 9206 BH Drachten; College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Smallingerland; Burgemeester van de gemeente Smallingerland, Postbus , 9200 HA Drachten; Bestuur van de Veiligheidsregio Fryslán, Postbus 612, 8901 BK Leeuwarden; Inspectie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Postbus 90801, 209 LV Den Haag; 2

3 Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Postbus 20901, 200 EX Den Haag; Inspectie voor de Leefomgeving en Transport, Postbus 16191, 200 BD te Den Haag; Wetterskip Fryslán, Postbus 36, 8900 AA Leeuwarden; 3

4 INHOUDELIJKEOVERWEGINGEN Inhoudsopgave 1. PROCEDURELEASPECTEN... Publicatie aanvraag Reguliere procedure en beslistermijn... Volledigheid... Bevoegd gezag... Adviezen Publicatie besluit... 6 Inhoudelijke overwegingen Milieuneutraal veranderen of veranderen van de werking van een inrichting... 6

5 1. PROCEDURELEASPECTEN 1.1 Publicatieaanvraag Van de aanvraag is kennis gegeven door publicatie in Het Friesch Dagblad en de LeeuwarderCourant. 1.2 Reguliereprocedureen beslistermijn De beslissing op de aanvraag is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als bedoeld in paragraaf 3.2 Wabo. Binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraagdient op de aanvraagte worden beslist. 1.3 Volledigheid De aanvraag is aan de hand van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) getoetst op volledigheid. De aanvraag bevat voldoende gegevensvoor een goede beoordeling van de gevolgen van het project voor de fysieke leefomgeving. 1.4 Bevoegdgezag De vergunning heeft betrekking op een inrichting die valt onder categorie 28.4 van onderdeel C van bijlage 1 bij het Besluit omgevingsrecht. Door de omvang van de aanwezige (afval)stoffen is het Brzo201 op de inrichting van toepassing. Gelet op de projectbeschrijving en op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage, zijn wij bevoegd om de omgevingsvergunning te verlenen of te weigeren. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. 1. Adviezen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezenals adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.4 van het Bor, hebben wij de aanvraagter advisering verzonden aan: de gemeente Smallingerland Veiligheidsregio Fryslán Naar aanleiding hiervan hebben wij advies ontvangen van Veiligheidsregio Fryslán. In de inhoudelijke overwegingen is aangegevenhoe wij dit advies/deze adviezen bij onze besluitvorming hebben betrokken. 1.6 Publicatiebesluit Van dit besluit wordt mededeling gedaan door publicatie in het Friesch Dagblad en de Leeuwarder Courant.

6 2. INHOUDELIJKEOVERWEGINGEN 2.1 Milieuneutraal veranderen of veranderen van de werking van een inrichting Huidige vergunningsituatie Op 12 maart 2003, kenmerk 1999 hebben wij aan Renewi Nederland B.V. (voorheen Van Gansewinkel B.V.) een revisievergunning ingevolge de Wabo verleend voor een inrichting voor het opslaan, overslaan, opbulken en sorteren van (gevaarlijke) afvalsstoffen, gelegen aan De Lier 2 te Drachten. De inrichting is gelegen op het perceel kadastraal bekend als gemeente Smallingerland, sectie A, nummers (ged) en (ged). Verder hebben wij voor de inrichting de volgende veranderingsvergunningen verleend: Wet Milieubeheer veranderingsvergunning Wet Milieubeheer melding 8.19 (milieu neutraal veranderen van de inrichting) Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht milieu neutrale wijziging Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht milieu neutrale wijziging De voorschriften van de onderliggende (milieu)vergunningen zijn van overeenkomstige toepassing op de aangevraagde verandering, tenzij de aard van de vergunning en/of de aard van de verandering zich daartegen verzet. Tevens gelden de op de inrichting van toepassing zijnde voorschriften uit het Activiteitenbesluit. Toetsingskader In artikel 2.14 lid Wabo wordt bepaald dat een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, derde lid, Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of van de werkwijze binnen de inrichting: niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning(en) is toegestaan; niet mer-plichtig is; en niet zal leiden tot een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend. Hieronder volgt de toetsing of aan deze voorwaarden is voldaan: Andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu De aangevraagde verandering heeft betrekking op het verplaatsen van een bestaande en vergunde opslagvoorziening binnen de inrichting. Het gebruik of de hoeveelheden in opslag wijzigen niet ten opzichte van de verleende vergunningen. Voor de aspecten lucht, bodem, energie, water en geluid heeft de wijziging geen gevolgen. M.e.r.-plicht De voorgenomen verandering is niet opgenomen in bijlage C of bijlage D van het Besluit milieueffectrapportage In de Provinciale Omgevingsverordening zijn geen aanvullende activiteiten opgenomen waarvoor een m.e.r.-beoordelingsplicht geldt. De activiteit is derhalve niet m.e.r.-plichtig of m.e.r.-beoordelingsplichtig. Andere inrichting Het betreft een inrichting voor het opslaan, overslaan, opbulken en sorteren van (gevaarlijke) afvalsstoffen. Door de voorgenomen veranderingen zal dit niet veranderen. 6

7 Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het milieuneutraal veranderen van de inrichting zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. Advies veiligheidsregio Fryslán De veiligheidsregio geeft in haar advies aan voor de verplaatsing van de opslagvoorziening rekening te houden met de afstandseisen conform tabel 6.1 van de PGS 1. De afstandseisen conform PGS1 zijn vertaald in de voorschriften K6. t/m K.6.10 van de revisievergunning (kenmerk 1999). Verder adviseert de veiligheidsregio in de vergunningvoorschriften te borgen dat er geen ADR klasse 1 of gasflessen met giftige of bijtende inhoud (uitgezonderd ammoniak en ethyleenoxide) mogen worden opgeslagen in de voorziening. Middels het goedgekeurde "verwerkingsbeleid CCD Drachten" en vergunning voorschrift (revisievergunning 2003, kenmerk 199) is geborgd dat klasse 1 stoffen niet mogen worden geaccepteerd (CCD staat voor Centraal Chemisch Depot). Daarnaast betreffen de afgekeurde drukhouders geen actief in te zamelen afvalstroom. Aileen indien een afgekeurde drukhouder wordt aangetroffen tussen de ingezamelde afvalstoffen, wordt deze tijdelijk opgeslagen en zo snel mogelijk afgevoerd voor verdere verwerking. Daarom hoeft dit deel van het advies ook niet verder in de voorschriften te worden uitgewerkt. 7