Bedieningshandleiding Standaardinstellingen

Vergelijkbare documenten
Bedieningshandleiding Standaardinstellingen

Bedieningshandleiding Standaardinstellingen

Bedieningshandleiding Standaardinstellingen

Bedieningshandleiding Standaardinstellingen

Bedieningshandleiding Standaardinstellingen

Bedieningshandleiding Standaardinstellingen

Bedieningshandleiding Standaardinstellingen

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Standaardinstellingen

Handleiding Wi-Fi Direct

Handleiding Wi-Fi Direct

Software-installatiehandleiding

Inleiding Belangrijk Aanduidingen voor softwareversies in deze handleiding Handelsmerken

Scannerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

PostScript 3 Supplement

PostScript 3 Supplement

Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN

Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN

Installatiehandleiding software

Scannerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

In deze handleiding worden twee maateenheden gebruikt.

Netwerkhandleiding. Een printserver gebruiken De printer volgen en configureren Speciale bewerkingen onder Windows Aanhangsel

Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN

Netwerkhandleiding. Windows-configuratie Gebruik van een afdrukserver Printer bewaken en configureren Aanhangsel

Fax Connection Unit Type C Gebruiksaanwijzing

Instellingen voor Scannen naar

Handleiding AirPrint. Informatie over AirPrint. Instelprocedure. Afdrukken. Appendix

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma

Netwerkhandleiding. Een Printerserver gebruiken De printer volgen en configureren Speciale bewerkingen onder Windows Aanhangsel

Uw gebruiksaanwijzing. SHARP AL-1633/1644

In deze handleiding worden twee maateenheden gebruikt.

Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen

Er worden in deze handleidingen twee manieren gebruikt om afmetingen aan te geven. Kijk voor dit apparaat naar de metrische versie.

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

Netwerkhandleiding. Een Printerserver gebruiken De printer volgen en configureren Speciale bewerkingen onder Windows Aanhangsel

PostScript 3 Supplement

In deze handleiding worden twee soorten maateenheden gehanteerd. Voor dit apparaat geldt de metrieke

Netwerkhandleiding. Een Printerserver gebruiken De printer volgen en configureren Speciale bewerkingen onder Windows Aanhangsel

Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

Hulp krijgen. Systeemberichten. Aanmelden/Afmelden. Pictogrammen op het bedieningspaneel

PostScript3 Supplement

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

Handleiding Google Cloud Print

Gebruiksaanwijzing. Website met toepassingen

Gebruiksaanwijzing. Gebruikershandleiding

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel

Gebruiksaanwijzing Softwarehandleiding

Scannerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

Gebruiksaanwijzing Softwarehandleiding

Printerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

Xerox ColorQube 9301 / 9302 / 9303 Bedieningspaneel

Scannerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

Printerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

Gids Instelling Verzenden

In deze handleiding worden twee soorten maateenheden gehanteerd. Voor dit apparaat geldt de metrieke

Printer/Scanner Unit Type Scannerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

Multifunctionele USB-netwerkserver serie

Handleiding WiFi-instellingen

2 mei Remote Scan


Handleiding voor netwerkprinten

Printerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

AL-1633 AL-1644 DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM SOFTWARE INSTALLATIE HANDLEIDING

Printer/Scanner Unit Type 3260

Printerproblemen oplossen

Handleiding voor aansluitingen

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Kopiëren...5. Kopieën maken...5. Taakonderbreking...6 Een kopieertaak annuleren en...7. Voorbereiden op het per verzenden...

Afdrukken vanaf Macintosh OSwerkstations

Installatie How-to Kodak Scanstation 100 t.b.v. Factuurscanning TBlox

Gebruiksaanwijzing Firmware-updatehandleiding

Online Handleiding Start

(2) Handleiding Computer Configuratie voor USB ADSL modem

Handleiding software-installatie

Xerox WorkCentre 7800-serie Bedieningspaneel

Windows 98 en Windows ME

Windows Vista /Windows 7- installatiehandleiding

Gids Instelling Verzenden

Gebruiksaanwijzing Hardwarehandleiding

Voor gebruikers van de Ricoh Smart Device Connector: Het apparaat configureren

PostScript 3 Supplement

Problemen oplossen. Gebruiksaanwijzing

DIGITAAL KLEUREN MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM

VOORDAT U DE SOFTWARE INSTALLEERT INSTALLATIE IN EEN WINDOWS-OMGEVING INSTALLATIE IN EEN MACINTOSH-OMGEVING PROBLEMEN OPLOSSEN

AirPrint handleiding DCP-J562DW MFC-J480DW MFC-J680DW MFC-J880DW

Wifi-instellingengids

Configuratiesoftware voor NetWare-netwerken

Installatiehandleiding

PostScript3. Gebruiksaanwijzing. PostScript3-printerstuurprogramma - Configuratie voor afdrukken Printer Utility for Mac Bijlage

Netwerkhandleiding. Een Printerserver gebruiken De printer volgen en configureren Speciale bewerkingen onder Windows Aanhangsel

Printerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

Versienotities voor de klant Fiery EX4112/4127, versie 2.5

Aansluitingengids. Ondersteunde besturingssystemen. Aansluitingengids. Pagina 1 van 5

Printer Unit Type40 RCP40

AR-M160 AR-M205 DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM SOFTWARE INSTALLATIE HANDLEIDING

Verbinding maken met whiteboard op afstand

Gebruiksaanwijzing Firmware-updatehandleiding

Transcriptie:

Gebruiksaanwijzing Bedieningshandleiding Standaardinstellingen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Het apparaat aansluiten Systeeminstellingen Papierlade-instellingen Eigenschappen Kopieerapparaat/Documentserver Printereigenschappen Scannereigenschappen Adressen en gebruikers registreren voor scannerfuncties Andere gebruikersinstellingen Bijlage Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u dit apparaat gebruikt en houd hem bij de hand voor eventueel toekomstig gebruik. Lees voor een veilig en correct gebruik van het apparaat eerst de veiligheidsinformatie in Over dit apparaat.

Inleiding Deze handleiding bevat uitgebreide aanwijzingen voor en aantekeningen over de bediening en het gebruik van dit apparaat. Lees voor een veilig en correct gebruik, deze handleiding zorgvuldig door voordat u met het apparaat gaat werken. Bewaar de handleiding in de buurt zodat u deze snel kunt raadplegen. Belangrijk De inhoud van deze handleiding kan worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. In geen enkele omstandigheid kan het bedrijf aansprakelijk worden gesteld voor directe, indirecte, speciale of toevallige schade of gevolgschade voortvloeiend uit het hanteren of de bediening van het apparaat. Opmerkingen: Sommige afbeeldingen in deze handleiding kunnen enigszins verschillen van het apparaat. Enkele opties zijn mogelijk niet beschikbaar in bepaalde landen. Neem contact op met uw plaatselijke dealer voor meer informatie. Afhankelijk van het land waarin u zich bevindt, kunnen sommige units optioneel zijn. Neem voor details hierover contact op met uw plaatselijke leverancier. Opmerkingen: De modelnamen van de apparaten staan niet vermeld op de volgende pagina s. Controleer het type van uw apparaat voordat u deze handleiding leest. (Raadpleeg Pag.267 Specificaties voor de hoofdeenheid voor meer informatie.) Type 1: 90 kopieën/minuut (A4K, 8 1 / 2 " 11"K) Type 2: 110 kopieën/minuut (A4K, 8 1 / 2 " 11"K) Type 3: 135 kopieën/minuut (A4K, 8 1 / 2 " 11"K) Bepaalde types zijn mogelijk niet beschikbaar in bepaalde landen. Neem contact op met uw plaatselijke dealer voor meer informatie. Er worden in deze handleidingen twee manieren gebruikt om afmetingen aan te geven. Kijk voor dit apparaat naar de metrische versie.

Handleidingen voor dit apparaat Verwijzen naar de handleidingen die betrekking hebben op hetgene dat u met het apparaat wilt doen. Over dit apparaat Lees de Veiligheidsinformatie in deze handleiding voordat u het apparaat gaat gebruiken. Deze handleiding geeft een inleiding op de functies van het apparaat. Het geeft tevens uitleg over het bedieningspaneel, voorbereidende procedures voor het gebruik van het apparaat, hoe u tekst kunt invoeren en hoe u de meegeleverde cd-roms moet installeren. Bedieningshandleiding Standaardinstellingen Bevat uitleg over gebruikersinstellingen en adresboekprocedures zoals het opslaan van e-mailadressen en gebruikerscodes. Wij verwijzen u tevens naar deze handleiding voor uitleg over het aansluiten van het apparaat. Problemen oplossen Geeft aanwijzingen over hoe u algemene problemen kunt oplossen en legt uit hoe u papier, toner, nietjes en andere verbruiksartikelen kunt vervangen. Veiligheidsinformatie Deze handleiding is bedoeld voor beheerders van het apparaat. In de handleiding worden de beveiligingsfuncties uitgelegd die de beheerders kunnen gebruiken om te voorkomen dat er wordt geknoeid met de gegevens of om het apparaat te beschermen tegen onrechtmatig gebruik. Raadpleeg deze handleiding ook voor de procedures om beheerders te registreren en om de verificatie van gebruikers en beheerders in te stellen. Kopieer-/Document Serverhandleiding Geeft uitleg over functies en bewerkingen van het Kopieerapparaat en de Documentserver. Wij verwijzen u tevens naar deze handleiding voor uitleg over het plaatsen van originelen. Printerhandleiding Geeft uitleg over Printerfuncties en -bewerkingen. Scannerhandleiding Geeft uitleg over Scannerfuncties en -bewerkingen. Netwerkhandleiding Geeft uitleg over hoe u het apparaat in een netwerkomgeving configureert en bedient en hoe u de meegeleverde software moet gebruiken. Deze handleiding beslaat alle modellen en bevat beschrijvingen van functies en instellingen die mogelijk niet op dit apparaat beschikbaar zijn. Afbeeldingen, illustraties en informatie over bedieningssystemen die worden ondersteund kunnen enigszins afwijken van diegene van dit apparaat. i

Andere handleidingen PostScript3 Supplement UNIX Supplement Handleidingen voor DeskTopBinder Lite DeskTopBinder Lite Installatiehandleiding DeskTopBinder Introductiehandleiding Handleiding Auto Document Link Opmerking De meegeleverde handleidingen zijn specifiek voor alle apparaattypes. Voor meer informatie raadpleegt u de bijlage in Over dit apparaat. U moet Adobe Acrobat Reader/Adobe Reader geïnstalleerd hebben om de handleidingen als PDF-bestanden te kunnen bekijken. Voor het "UNIX Supplement" raadpleegt u onze website of neemt u contact op met een erkende dealer. Het "PostScript3 Supplement" en "UNIX Supplement" bevatten beschrijvingen van functies en instellingen die mogelijk niet beschikbaar zijn op dit apparaat. ii

INHOUDSOPGAVE Handleidingen voor dit apparaat...i Gebruik van deze handleiding...1 Symbolen...1 Display...2 Toegang tot Gebruikersinstellingen (Systeeminstellingen)...3 Standaardinstellingen wijzigen...3 Gebruikersinstellingen verlaten...4 De teller weergeven...4 Over Menu beveiligen...5 1. Het apparaat aansluiten Aansluiten op de interfaces...7 Aansluiten op de Ethernet-interface...8 Aansluiten met de USB-interface...9 Aansluiten op de IEEE 1394-interface...10 Aansluiten op de IEEE 1284-interface...11 Aansluiten op de IEEE 802.11b-interface (draadloos LAN)...12 Netwerkinstellingen...15 Vereiste instellingen voor het gebruik van de printer...15 Vereiste instellingen voor het gebruik van de e-mailfunctie...20 Vereiste instellingen om de functie Scan to Folder te gebruiken...25 Vereiste instellingen voor het gebruik van de netwerkbezorgingsscanner...29 Vereiste instellingen voor het gebruik van de netwerk-twain-scanner...33 Instellingen die nodig zijn voor gebruik van de documentserver...36 Voorzieningen gebruiken om instellingen te maken...39 2. Systeeminstellingen Algemene functies...49 Instellingen voor uitvoerlade...55 Timerinstellingen...56 Interface-instellingen...59 Netwerk...59 Parallelle interface...63 IEEE 1394...64 IEEE 802.11b...66 Lijst afdrukken...68 Bestandsoverdracht...69 Beheerdertoepassingen...75 Programmeer/Wijzig/Verwijder LDAP server...84 De LDAP-server programmeren...85 Systeeminstellingen op hoofd- en subapparaten...90 Algemene functies...90 Timerinstellingen...92 Beheerdertoepassingen...93 iii

3. Papierlade-instellingen Papierlade-instellingen...97 Instellingen papierlade wijzigen...97 Instellingen papierlade sluiten...98 Items van Instellingen papierlade...99 Instellingen papierlade op hoofd- en subapparaten...119 4. Eigenschappen Kopieerapparaat/Documentserver Algemene functies...121 Reproductiefactor...128 Bewerken...131 Stempel...137 Achtergrondnummering...137 Vooraf ingestelde stempel...137 Gebr.stempel...140 Datumstempel...142 Paginanummering...144 Stempeltekst...147 Invoer/uitvoer...149 Instellingen voor de documentserver...152 Kopieerapparaat/Document Server eigenschappen op hoofd- en subapparaten...153 Algemene functies...153 Reproductiefactor...156 Bewerken...157 Stempel...160 Invoer/uitvoer...164 5. Printereigenschappen Lijst- / proefafdruk...167 De configuratiepagina afdrukken...168 De configuratiepagina interpreteren...169 Onderhoud...171 Systeem...172 Host Interface...177 PCL-menu...178 PS Menu...180 PDF Menu...181 6. Scannereigenschappen Algemene instellingen...183 Scaninstellingen...185 Verzendinstellingen...187 iv

7. Adressen en gebruikers registreren voor scannerfuncties Adresboek...191 Namen in het Adresboek beheren...195 E-mail sturen via Snelkiezen...195 Gescande bestanden direct naar een gedeelde map sturen...195 Onrechtmatige gebruikerstoegang van het apparaat tot een gedeelde map voorkomen...196 Gebruikers en het apparaatgebruik beheren...196 Namen registreren...197 Namen registreren...197 Een geregistreerde naam wijzigen...199 Een geregistreerde naam verwijderen...200 Verificatieinformatie...201 Een gebruikerscode registreren...202 Een gebruikerscode wijzigen...203 Een gebruikerscode verwijderen...205 De teller weergeven voor elke gebruiker...206 De teller afdrukken voor elke gebruiker...207 De teller voor alle gebruikers afdrukken...208 Het aantal afdrukken wissen...209 E-mailbestemming...211 Een e-mailbestemming registreren...211 Een e-mailbestemming wijzigen...213 Een e-mailbestemming verwijderen...214 Mappen registreren...215 SMB gebruiken om verbinding te maken...215 FTP gebruiken om verbinding te maken...222 NCP gebruiken om verbinding te maken...227 Namen registreren in een groep...233 Een groep registreren...233 Namen registreren in een groep...235 Een groep aan een andere groep toevoegen...236 Namen weergeven die in een groep zijn geregistreerd...238 Een naam verwijderen uit een groep...238 Een groep binnen een andere groep verwijderen...240 Een groepsnaam wijzigen...241 Een groep verwijderen...243 Een beveiligingscode registreren...244 Een beveiligingscode voor een enkele gebruiker registreren...244 Een beveiligingscode voor een groep gebruikers registreren...246 SMTP- en LDAP-verificatie registreren...247 SMTP-authentificatie...247 LDAP-authentificatie...249 8. Andere gebruikersinstellingen De taal van het display wijzigen...251 Informatie...252 Teller...253 De teller voor Totaal weergegeven...253 Telmethode...254 v

9. Bijlage Aanpassingsinstellingen voor beheerders...255 Aanpassingsinstellingen voor beheerders wijzigen...255 Waarden instellen...256 Specificaties voor de hoofdeenheid...267 Documentserver...271 Automatische documentinvoer...272 Specificaties voor opties...273 Finisher SR5000...273 Booklet Finisher BK5000...274 Cover Interposer Tray CI5010...275 Punch Unit PU5000...276 Z-folding Unit ZF4000...276 LCIT RT5000...277 LCIT RT5010...278 Multi Bypass Tray BY5000 (Lade 7)...278 Overige...279 Informatie over geïnstalleerde applicaties...280 Open SSL...280 Open SSH...282 Open LDAP...287 INDEX... 289 vi

Gebruik van deze handleiding Symbolen In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt: Duidt belangrijke veiligheidsvoorschriften aan. Het negeren van deze opmerkingen kan leiden tot ernstig letsel of de dood. Lees deze opmerkingen. Ze staan in het hoofdstuk Veiligheidsinformatie van Over dit apparaat. Duidt belangrijke veiligheidsvoorschriften aan. Het negeren van deze voorschriften kan leiden tot middelmatige of lichte verwondingen, of schade aan het apparaat of eigendommen. Lees altijd de voorschriften. Ze staan in het hoofdstuk Veiligheidsinformatie van Over dit apparaat. Duidt aan dat u moet opletten als u het apparaat gebruikt, en signaleert waarschijnlijke oorzaken voor papierstoringen, schade aan originelen, of verlies van gegevens. Lees altijd deze uitleg. Geeft extra uitleg over de apparaatfuncties en instructies voor het oplossen van gebruikersfouten. Dit symbool staat aan het einde van secties. Het geeft aan waar u verdere relevante informatie kunt vinden. [] Geeft de namen van toetsen aan die verschijnen op het bedieningspaneel van het apparaat. {} Geeft de namen van toetsen aan op het bedieningspaneel van het apparaat. 1

Display Op het display worden de status van het apparaat, foutberichten en functiemenu s weergegeven. De weergegeven functie-items dienen als keuzetoetsen. U kunt deze items kiezen of selecteren door kort op uw keuze te drukken. Als u een item op het display kiest of selecteert, wordt het als volgt gemarkeerd. Toetsen die er als volgt uitzien, kunnen niet worden gebruikt. Belangrijk Een schok of stoot van meer dan 30 N (ca. 3 kgf) beschadigt het display. Om het volgende scherm weer te geven, drukt u op de toets {Gebruikersinstellingen} om het menu Gebruikersinstellingen weer te geven en drukt u vervolgens op [Systeeminstellingen]. Aan de hand van een voorbeeld met het menuscherm Systeeminstellingen wordt in dit gedeelte uitgelegd hoe u het bedieningspaneel van het apparaat gebruikt. NL APD001S 1. De menutabbladen voor diverse instellingen verschijnt. Om de instelling weer te geven die u wilt opgeven of wijzigen, drukt u op het betreffende menutabblad. 2. Een lijst met instellingen verschijnt. Om de instelling weer te geven die u wilt opgeven of wijzigen, selecteert u het betreffende item uit de lijst. 3. Druk hierop om het menu Gebruikersinstellingen te sluiten. 2

Toegang tot Gebruikersinstellingen (Systeeminstellingen) Dit gedeelte is bedoeld voor Beheerders die verantwoordelijk zijn voor dit apparaat. Met Gebruikersinstellingen kunt u standaardinstellingen wijzigen of opgeven. Opmerking Bewerkingen voor de systeeminstellingen wijken af van de gewone bewerkingen. Nadat u klaar bent, moet u altijd Gebruikersinstellingen sluiten. Elke wijziging die u aanbrengt met Gebruikersinstellingen blijft effectief, zelfs als de hoofdschakelaar of de bedrijfsschakelaar wordt uitgeschakeld of als u op de toets {Energiespaarstand} of {Instellingen verwijderen} drukt. Verwijzing Pag.4 Gebruikersinstellingen verlaten Standaardinstellingen wijzigen Dit gedeelte beschrijft hoe u de instellingen van Gebruikersinstellingen kunt wijzigen. Belangrijk Als beheerderverificatie is ingeschakeld, neemt u contact op met de beheerder. A Druk op de toets {Gebruikersinstellingen}. B Selecteer het menu. Om de Systeeminstellingen te wijzigen, drukt u op [Systeeminstellingen]. Om de Kopieer-/Documentservereigenschappen te wijzigen, drukt u op [Kopieerapp./Doc. Server-eigensch.]. Om de Printereigenschappen te wijzigen, drukt u op [Printereigensch.]. Om de Scannereigenschappen te wijzigen, drukt u op [Scannereigensch.]. Om de kleurregistratie of -gradatie aan te passen, drukt u op [Onderhoud]. Voor informatie over met wie u contact moet opnemen voor onderhoud en waar u verbruiksgoederen kunt bestellen, drukt u op [Informatie]. C Selecteer het menutabblad. 3

D Wijzig de instellingen door de instructies op het display te volgen en druk vervolgens op [OK]. Opmerking Om de gemaakte wijzigingen in de instellingen ongedaan te maken en terug te keren naar het beginscherm, drukt u op de toets {Gebruikersinstellingen}. Verwijzing Pag.49 Systeeminstellingen Pag.121 Eigenschappen Kopieerapparaat/Documentserver Pag.167 Printereigenschappen Pag.183 Scannereigenschappen Pag.251 Andere gebruikersinstellingen Gebruikersinstellingen verlaten Dit gedeelte beschrijft hoe u Gebruikersinstellingen kunt afsluiten. A Druk op de toets {Gebruikersinstellingen}. Opmerking U kunt Gebruikersinstellingen ook afsluiten door op [Afsluiten] te drukken. De teller weergeven In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de teller weergeeft. A Druk op de toets {Teller}. 4 Opmerking U kunt de teller sluiten door nogmaals op de toets {Teller} te drukken.

Over Menu beveiligen Met Menu beveiligen kunt u de instellingen beperken die beschikbaar zijn voor andere gebruikers dan de beheerder. In de volgende menu s Gebruikersinstellingen kunt u voor elke instelling Menu beveiligen activeren. Eigenschappen Kopieerapparaat/Documentserver Printereigenschappen Scannereigenschappen Voor meer informatie over Menu beveiligen neemt u contact op met uw beheerder. 5

6

1. Het apparaat aansluiten Sluit het apparaat aan op het netwerk om de netwerkomgeving te configureren. Aansluiten op de interfaces In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de interface van het apparaat controleert, hoe u het apparaat aansluit volgens de netwerkomgeving en hoe u de netwerkinstellingen opgeeft. SV APD009S 1. IEEE 1394-poorten (optioneel) Poorten voor het aansluiten van de IEEE 1394-interfacekabel 2. 10BASE-T/100BASE-TX-poort Poort voor het aansluiten van de 10BASE-T- of 100BASE-TX-kabel Poort voor het aansluiten van de 1000BASE-T-, 100BASE-TX- of 10BASE- T-kabel wanneer het (optionele) Gigabit Ethernet is geïnstalleerd 3. USB2.0-poort Poort voor het aansluiten van de USB2.0- interfacekabel 4. IEEE 1284-poort (optioneel) Poort voor het aansluiten van de IEEE 1284-interfacekabel 5. Draadloos LAN-poort (optioneel) Poort voor het gebruik van het draadloos LAN Opmerking Het is onmogelijk twee of meer van de onderstaande opties te installeren: IEEE 1394-interfacekaart, IEEE 1284- interfacekaart, IEEE 802.11b draadloos LAN. 7

Het apparaat aansluiten Aansluiten op de Ethernet-interface 1 Sluit 10BASE-T- of 100BASE-TX-kabel aan op de Ethernet-interface. Belangrijk Als de hoofdstroomschakelaar is ingeschakeld, schakel deze dan uit. A Zorg ervoor dat de hoofdstroomschakelaar op het apparaat is uitgeschakeld. B Sluit de Ethernet-interfacekabel aan op de 10BASE-T/100BASE-TX-poort. C Sluit het andere uiteinde van de Ethernetkabel aan op een aansluitapparaat van het netwerk, bijvoorbeeld een hub. D Schakel de hoofdstroomschakelaar van het apparaat in. AME005S A Lampje (groen) Blijft groen wanneer het apparaat correct op het netwerk is aangesloten. B Lampje (geel) Wordt geel wanneer 100 BASE-TX actief is. Wordt uitgeschakeld wanneer 10 BASE-T actief is. Opmerking Voor meer informatie over het installeren van het printerstuurprogramma raadpleegt u de Printerhandleiding Verwijzing Over dit apparaat Printerhandleiding 8

Aansluiten op de interfaces Aansluiten met de USB-interface Maak de verbinding met de USB 2.0-interface. A Sluit de USB 2.0-interfacekabel aan op de USB2.0-poort. 1 B Sluit het andere uiteinde aan op de USB-poort van de hostcomputer. Opmerking Koop een USB-kabel voor een computer die u gebruikt. De USB2.0-interfacekaart wordt ondersteund door Windows Me/2000/XP, Windows Server 2003 en Mac OS X v. 10.3.3 of hoger. Voor Windows Me: Installeer USB-afdruksupport. Als USB 2.0 wordt gebruikt met Windows Me is een snelheid mogelijk die slechts gelijk is aan die van USB 1.1. Voor meer informatie over het installeren van het printerstuurprogramma raadpleegt u de Printerhandleiding Verwijzing Printerhandleiding 9

Het apparaat aansluiten Aansluiten op de IEEE 1394-interface 1 Sluit de IEEE 1394-interfacekabel aan op de IEEE 1394-interfacekaart (optioneel). A De IEEE 1394-interfacekabel op de IEEE 1394-poort aansluiten. B Voor aansluiting via IEEE 1394 (afdrukken met SCSI) sluit u het andere uiteinde van de kabel aan op de interfaceconnector van de hostcomputer. Controleer of de vorm van de connector geschikt is voor de computer. Maak de connector stevig vast op de computer. Opmerking Gebruik de interfacekabel die wordt geleverd bij de IEEE 1394-interfacekaart (optioneel). Zorg ervoor dat de interfacekabel geen lus bevat. Er zijn twee interfacepoorten beschikbaar voor het aansluiten van de IEEE 1394-interfacekabel. Beide zijn geschikt. Voor meer informatie over het installeren van het printerstuurprogramma raadpleegt u de Printerhandleiding Verwijzing Over dit apparaat Printerhandleiding 10

Aansluiten op de interfaces Aansluiten op de IEEE 1284-interface Sluit de IEEE 1284-interfacekabel aan op de IEEE 1284-interfacekaart (optioneel). A Zorg ervoor dat de hoofdstroomschakelaar op het apparaat is uitgeschakeld. Als de hoofdstroomschakelaar is ingeschakeld, schakel deze dan uit. B Schakel de hoofdstroomschakelaar van de hostcomputer uit C De IEEE 1284-interfacekabel op de IEEE 1284-poort aansluiten. 1 Gebruik de conversieconnector (1) die bij de optionele IEEE 1284-interfacekaart wordt geleverd om de verbinding te maken. D Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de interfaceconnector van de hostcomputer. Controleer of de vorm van de connector geschikt is voor de computer. Maak de connector stevig vast op de computer. E Schakel de hoofdstroomschakelaar van het apparaat in. F Schakel de hostcomputer in. In combinatie met Windows 95/98/Me/2000/XP en Windows Server 2003 kan er een installatiescherm voor het printerstuurprogramma verschijnen bij het inschakelen van de computer. Als dit gebeurt, klik dan op [Annuleren] in, het scherm. Opmerking Sluit de kabel niet aan als deze een lus bevat. Voor meer informatie over het installeren van het printerstuurprogramma raadpleegt u de Printerhandleiding Verwijzing Over dit apparaat Printerhandleiding 11

Het apparaat aansluiten Aansluiten op de IEEE 802.11b-interface (draadloos LAN) 1 Aansluiten op de IEEE 802.11b-interface (draadloos LAN). Opmerking Controleer de instellingen van het IPv4-adres en het subnetmasker van dit apparaat. Voor informatie over het instellen van het IPv4-adres en subnetmasker via het bedieningspaneel van het apparaat, raadpleegt u "Interface instellingen". Verwijzing Pag.59 Netwerk Installatieprocedure Stel IEEE 802.11b (draadloos LAN) in volgens onderstaand schema: Opmerking Selecteer [802.11 Ad-hoc] wanneer u Windows XP als een draadloos-lanclient aansluit met het standaardstuurprogramma of de voorzieningen van Windows XP of als u de infrastructuurmodus niet gebruikt. Voor informatie over het opgeven van de instellingen voor draadloos LAN via het bedieningspaneel van het apparaat raadpleegt u "IEEE 802.11b". 12

Aansluiten op de interfaces Voor informatie over het opgeven van instellingen voor draadloos LAN op een andere manier dan via het bedieningspaneel van het apparaat, raadpleegt u "Instellingen maken met voorzieningen". Voor informatie over de instellingsitems, raadpleegt u IEEE 802.11b. Verwijzing Pag.66 IEEE 802.11b Pag.39 Voorzieningen gebruiken om instellingen te maken 1 Controleer de verbinding Controleer de draadloze LAN-verbinding. Zorg ervoor dat de LED van de IEEE 802.11b-interface-eenheid brandt. Bij gebruik van infrastructuurmodus 1 2 ZGDH600J 1. Als [Type LAN] op het [Interface instellingen] / [Netwerk]-scherm niet is ingesteld op [IEEE 802.11b], dan brandt het niet, zelfs niet als de hoofdspanning is ingeschakeld. 2. Als het correct is aangesloten op het netwerk, dan brandt de LED groen in infrastructuurmodus. Als de LED knippert, dan zoekt het apparaat naar apparaten. 13

Het apparaat aansluiten Bij gebruik van de ad-hoc-modus / 802.11 ad-hoc-modus 1 1 2 ZGDH600J 1. Als de IEEE 802.11b-interface-eenheid actief is, brandt dit lampje oranje. 2. Als het correct op het netwerk is aangesloten, brandt de LED groen in adhoc- of 802.11 ad-hoc-modus. Als de LED knippert, dan zoekt het apparaat naar apparaten. De LED gaat na een paar seconden branden. Druk de configuratiepagina af om instellingen te controleren. Opmerking Voor meer informatie over het afdrukken van een configuratiepagina, zie Afdruklijst. Verwijzing Pag.168 De configuratiepagina afdrukken Het signaal controleren Bij het gebruik in infrastructuurmodus kunt u de radiogolvenstatus van het apparaat controleren met behulp van het bedieningspaneel. A Druk op [Systeeminstellingen]. B Druk op [Interface instellingen]. C Druk op [IEEE 802.11b]. D Druk op [Signaal wireless LAN]. De radiogolvenstatus van het apparaat verschijnt. E Na de controle van de radiogolvenstatus drukt u op [Afsluiten]. F Druk op de toets {Gebruikersinstellingen} om terug te gaan naar het menu Gebruikersinstellingen. Opmerking Om de radiogolvenstatus te controleren, drukt u op [IEEE 802.11b] onder [Type LAN] in het venster [Netwerk]. 14

Netwerkinstellingen Netwerkinstellingen Dit gedeelte beschrijft de netwerkinstellingen die u kunt wijzigen met Gebruikersinstellingen (systeeminstellingen). Maak instellingen al naargelang functies die u wilt gebruiken en de interface die moet worden aangesloten. 1 Belangrijk Deze instellingen moeten worden gemaakt door de systeembeheerder of na overleg met de systeembeheerder. Vereiste instellingen voor het gebruik van de printer Dit gedeelte bevat informatie over de benodigde instellingen voor het gebruik van de printerfunctie. Ethernet Dit gedeelte bevat informatie over de benodigde instellingen voor het gebruik van de printerfunctie met een Ethernet-verbinding. Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". Koptekst Instelitem Instellingsvereisten IPv6 Staatloze automatische adresconfiguratie IPv4-adres apparaat IPv4 Gateway-adres Apparaat IPv6 adres IPv6 Gateway-adres DNS-configuratie DDNS-configuratie Domeinnaam WINS-configuratie Effectief protocol Verplicht Verplicht 15

Het apparaat aansluiten Koptekst Instelitem Instellingsvereisten NCP-bezorgingsprotocol 1 NW-frametype SMB-computernaam SMB-werkgroep Ethernet-snelheid Type LAN Verplicht SNMPv3-communicatie toestaan SSL- / TLS-communicatie toestaan Hostnaam Apparaatnaam Opmerking IPv6 kan alleen worden gebruikt voor de printerfunctie. In [Effectief protocol] moet u controleren of het protocol dat u wilt gebruiken, staat ingesteld op [Actief]. [Type LAN] wordt weergegeven wanneer de optionele kaart voor draadloos LAN is geïnstalleerd. Als Ethernet en IEEE 802.11b (draadloos LAN) beide zijn aangesloten, dan heeft de geselecteerde interface voorrang. Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht 16

Netwerkinstellingen IEEE 1394 (IPv4 boven 1394) In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor het gebruik van de printer met de IEEE 1394-interfacekabel. Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". 1 Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 IPv4-adres DDNS-configuratie Hostnaam Domeinnaam WINS-configuratie IPv4 over 1394 IPv4 Gateway-adres DNS-configuratie Effectief protocol Verplicht Verplicht Verplicht Opmerking [IEEE1394] verschijnt als de optionele IEEE 1394-interfacekaart is geïnstalleerd. Bij [Effectief protocol] controleert u of het protocol dat moet worden gebruikt is ingesteld als [Actief]. Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht 17

Het apparaat aansluiten IEEE 802.11b (draadloos LAN) 1 In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor gebruik van de printer met IEEE 802.11b (draadloos LAN). Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". Koptekst Instelitem Instellingsvereisten IPv6 Staatloze automatische adresconfiguratie IPv4-adres apparaat IPv4 Gateway-adres Apparaat IPv6 adres IPv6 Gateway-adres DNS-configuratie DDNS-configuratie Domeinnaam WINS-configuratie Effectief protocol NCP-bezorgingsprotocol NW-frametype SMB-computernaam SMB-werkgroep Type LAN SNMPv3-communicatie toestaan SSL- / TLS-communicatie toestaan Verplicht Verplicht Verplicht 18

Netwerkinstellingen Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Hostnaam Apparaatnaam 1 Interface-instellingen/IEEE 802.11b Communicatiemodus Verplicht Interface-instellingen/IEEE 802.11b SSID-instelling Interface-instellingen/IEEE 802.11b Kanaal Interface-instellingen/IEEE 802.11b Beveiligingsmethode Interface-instellingen/IEEE 802.11b Transmissiesnelheid Opmerking Bij [Effectief protocol] controleert u of het protocol dat moet worden gebruikt is ingesteld als [Actief]. [IEEE 802.11b] en [Type LAN] worden weergegeven wanneer de optionele interfacekaart voor draadloos LAN is geïnstalleerd. Als zowel Ethernet als draadloos LAN (IEEE 802.11b) zijn aangesloten, dan heeft de geselecteerde interface voorrang. Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht 19

Het apparaat aansluiten Vereiste instellingen voor het gebruik van de e-mailfunctie 1 In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor het verzenden van e-mail. Ethernet In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor het verzenden van e-mail wanneer u een Ethernet-kabel gebruikt. Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". Koptekst Instelitem Instellingsvereisten IPv4-adres apparaat IPv4 Gateway-adres DNS-configuratie DDNS-configuratie Domeinnaam WINS-configuratie Effectief protocol Ethernet-snelheid Type LAN SNMPv3-communicatie toestaan SNMPv3-communicatie toestaan Hostnaam Verplicht Verplicht Verplicht Verplicht Bestandsoverdracht SMTP-server Verplicht Bestandsoverdracht SMTP-authentificatie Bestandsoverdracht POP voor SMTP Bestandsoverdracht Ontvangstprotocol Bestandsoverdracht POP3 / IMAP4-instellingen 20

Netwerkinstellingen Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Bestandsoverdracht E-mailadres beheerder Bestandsoverdracht E-mailcommunicatiepoort Bestandsoverdracht 1 Bestandsoverdracht Intervaltijd opn.verz. scanner Bestandsoverdracht Aantal scanneroproepen opnieuw verzonden Opmerking Bij [Effectief protocol] controleert u of het protocol dat moet worden gebruikt is ingesteld als [Actief]. [Type LAN] wordt weergegeven wanneer de optionele interfacekaart voor draadloos LAN is geïnstalleerd. Als zowel ethernet als draadloos LAN (IEEE 802.11b) zijn aangesloten, dan heeft de geselecteerde interface voorrang. Wanneer u [POP voor SMTP] instelt op [Aan], moet u ook de instellingen configureren voor [Ontvangstprotocol] en [POP3 / IMAP4 Instellingen]. Wanneer u [POP voor SMTP] instelt op [Aan], controleer dan het poortnummer van [POP3] in [E-mail communicatiepoort]. Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht IEEE 1394 (IPv4 boven 1394) In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor het verzenden van e-mail wanneer u een IEEE 1394-interfacekabel gebruikt. Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". Koptekst Instelitem Instellingsvereisten E-mailbericht programmeren/wijzigen/wissen Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 IPv4-adres DDNS-configuratie Hostnaam Domeinnaam WINS-configuratie Verplicht 21

Het apparaat aansluiten Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface-instellingen/IEEE 1394 IPv4 over 1394 Verplicht 1 IPv4 Gateway-adres Verplicht DNS-configuratie Effectief protocol Verplicht Bestandsoverdracht SMTP-server Verplicht Bestandsoverdracht SMTP-authentificatie Bestandsoverdracht POP voor SMTP Bestandsoverdracht Ontvangstprotocol Bestandsoverdracht POP3 / IMAP4-instellingen Bestandsoverdracht E-mailadres beheerder Bestandsoverdracht E-mailcommunicatiepoort Bestandsoverdracht E-mailbericht programmeren/wijzigen/wissen Bestandsoverdracht Intervaltijd opn.verz. scanner Bestandsoverdracht Aantal scanneroproepen opnieuw verzonden Opmerking [IEEE1394] wordt weergegeven wanneer de optionele IEEE 1394-interfacekaart is geïnstalleerd. Bij [Effectief protocol] controleert u of het protocol dat moet worden gebruikt is ingesteld als [Actief]. Wanneer u [POP voor SMTP] instelt op [Aan], moet u ook de instellingen configureren voor [Ontvangstprotocol] en [POP3 / IMAP4 Instellingen]. Wanneer u [POP voor SMTP] instelt op [Aan], controleer dan het poortnummer van [POP3] in [E-mail communicatiepoort]. Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht 22

Netwerkinstellingen IEEE 802.11b (draadloos LAN) In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor het verzenden van e-mail met IEEE 802.11b (draadloos LAN). Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". 1 Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface-instellingen/IEEE 802.11b Interface-instellingen/IEEE 802.11b Interface-instellingen/IEEE 802.11b Interface-instellingen/IEEE 802.11b Interface-instellingen/IEEE 802.11b IPv4-adres apparaat IPv4 Gateway-adres DNS-configuratie DDNS-configuratie Domeinnaam WINS-configuratie Effectief protocol Type LAN SNMPv3-communicatie toestaan SSL- / TLS-communicatie toestaan Hostnaam Communicatiemodus SSID-instelling Kanaal Beveiligingsmethode Transmissiesnelheid Verplicht Verplicht Verplicht Verplicht Verplicht Bestandsoverdracht SMTP-server Verplicht Bestandsoverdracht SMTP-authentificatie 23

Het apparaat aansluiten Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Bestandsoverdracht POP voor SMTP 1 Bestandsoverdracht Ontvangstprotocol Bestandsoverdracht POP3 / IMAP4-instellingen Bestandsoverdracht E-mailadres beheerder Bestandsoverdracht E-mailcommunicatiepoort Bestandsoverdracht E-mailbericht programmeren/wijzigen/wissen Bestandsoverdracht Intervaltijd opn.verz. scanner Bestandsoverdracht Aantal scanneroproepen opnieuw verzonden Opmerking Bij [Effectief protocol] controleert u of het protocol dat moet worden gebruikt is ingesteld als [Actief]. [Type LAN] wordt weergegeven wanneer de optionele interfacekaart voor draadloos LAN is geïnstalleerd. Als zowel ethernet als draadloos LAN (IEEE 802.11b) zijn aangesloten, dan heeft de geselecteerde interface voorrang. Wanneer u [POP voor SMTP] instelt op [Aan], moet u ook de instellingen configureren voor [Ontvangstprotocol] en [POP3 / IMAP4 Instellingen]. Wanneer u [POP voor SMTP] instelt op [Aan], controleer dan het poortnummer van [POP3] in [E-mail communicatiepoort]. Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht 24

Netwerkinstellingen Vereiste instellingen om de functie Scan to Folder te gebruiken In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor het verzenden van bestanden. Ethernet 1 In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor het verzenden van bestanden met een Ethernet-kabel. Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". Koptekst Instelitem Instellingsvereisten IPv4-adres apparaat IPv4 Gateway-adres DNS-configuratie DDNS-configuratie Domeinnaam WINS-configuratie Effectief protocol Ethernet-snelheid Type LAN SNMPv3-communicatie toestaan SSL- / TLS-communicatie toestaan Hostnaam Verplicht Verplicht Verplicht Verplicht Bestandsoverdracht Intervaltijd opn.verz. scanner Bestandsoverdracht Aantal scanneroproepen opnieuw verzonden 25

Het apparaat aansluiten 1 Opmerking Bij [Effectief protocol] controleert u of het protocol dat moet worden gebruikt is ingesteld als [Actief]. [Type LAN] wordt weergegeven wanneer de optionele interfacekaart voor draadloos LAN is geïnstalleerd. Als zowel ethernet als draadloos LAN (IEEE 802.11b) zijn aangesloten, dan heeft de geselecteerde interface voorrang. Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht IEEE 1394 (IPv4 boven 1394) In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor het verzenden van bestanden met de IEEE 1394-interfacekabel. Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 IPv4-adres DDNS-configuratie Hostnaam Domeinnaam WINS-configuratie IPv4 over 1394 IPv4 Gateway-adres DNS-configuratie Effectief protocol Verplicht Verplicht Verplicht Verplicht Bestandsoverdracht Intervaltijd opn.verz. scanner Bestandsoverdracht Aantal scanneroproepen opnieuw verzonden 26

Netwerkinstellingen Opmerking [IEEE1394] wordt weergegeven wanneer de optionele IEEE 1394-interfacekaart is geïnstalleerd. Bij [Effectief protocol] controleert u of het protocol dat moet worden gebruikt is ingesteld als [Actief]. 1 Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht IEEE 802.11b (draadloos LAN) In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor het verzenden van bestanden met IEEE 802.11b (draadloos LAN). Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface-instellingen/IEEE 802.11b IPv4-adres apparaat IPv4 Gateway-adres DNS-configuratie DDNS-configuratie Domeinnaam WINS-configuratie Effectief protocol Type LAN SNMPv3-communicatie toestaan SSL- / TLS-communicatie toestaan Hostnaam Communicatiemodus Verplicht Verplicht Verplicht Verplicht Verplicht 27

Het apparaat aansluiten Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface-instellingen/IEEE 802.11b SSID-instelling 1 Interface-instellingen/IEEE 802.11b Kanaal Interface-instellingen/IEEE 802.11b Beveiligingsmethode Interface-instellingen/IEEE 802.11b Transmissiesnelheid Bestandsoverdracht Intervaltijd opn.verz. scanner Bestandsoverdracht Aantal scanneroproepen opnieuw verzonden Opmerking Bij [Effectief protocol] controleert u of het protocol dat moet worden gebruikt is ingesteld als [Actief]. [IEEE 802.11b] en [Type LAN] worden weergegeven wanneer de optionele interfacekaart voor draadloos LAN is geïnstalleerd. Als zowel ethernet als draadloos LAN (IEEE 802.11b) zijn aangesloten, dan heeft de geselecteerde interface voorrang. Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht 28

Netwerkinstellingen Vereiste instellingen voor het gebruik van de netwerkbezorgingsscanner Dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor het leveren van gegevens aan een netwerk. Ethernet 1 In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor het leveren van gegevens aan een netwerk via een Ethernet-kabel. Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". Koptekst Instelitem Instellingsvereisten IPv4-adres apparaat IPv4 Gateway-adres DNS-configuratie DDNS-configuratie Domeinnaam WINS-configuratie Effectief protocol Ethernet-snelheid Type LAN SNMPv3-communicatie toestaan SSL- / TLS-communicatie toestaan Hostnaam Verplicht Verplicht Verplicht Bestandsoverdracht Bezorgingsoptie Bestandsoverdracht Intervaltijd opn.verz. scanner Bestandsoverdracht Aantal scanneroproepen opnieuw verzenden 29

Het apparaat aansluiten 1 Opmerking Bij [Effectief protocol] controleert u of het protocol dat moet worden gebruikt is ingesteld als [Actief]. [Type LAN] wordt weergegeven wanneer de optionele interfacekaart voor draadloos LAN is geïnstalleerd. Wanneer zowel ethernet als draadloos LAN (IEEE 802.11b) zijn aangesloten, dan heeft de geselecteerde interface voorrang. Als [Bezorgingsoptie] is ingesteld op [Aan], controleer dan of het IPv4-adres is ingesteld. Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht IEEE 1394 (IPv4 boven 1394) In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor het leveren van gegevens aan een netwerk via een IEEE 1394-interfacekabel. Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 Interface-instellingen/IEEE 1394 IPv4-adres DDNS-configuratie Hostnaam Domeinnaam WINS-configuratie IPv4 over 1394 IPv4 Gateway-adres DNS-configuratie Effectief protocol Verplicht Verplicht Verplicht Bestandsoverdracht Bezorgingsoptie Bestandsoverdracht Intervaltijd opn.verz. scanner Bestandsoverdracht Aantal scanneroproepen opnieuw verzonden 30

Netwerkinstellingen Opmerking [IEEE1394] wordt weergegeven wanneer de optionele IEEE 1394-interfacekaart is geïnstalleerd. Bij [Effectief protocol] controleert u of het protocol dat moet worden gebruikt is ingesteld als [Actief]. Als [Bezorgingsoptie] is ingesteld op [Aan], controleer dan of het IPv4-adres is ingesteld. 1 Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht IEEE 802.11b (draadloos LAN) In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor het leveren van gegevens aan een netwerk via IEEE 802.11b (draadloos LAN). Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". Koptekst Instelitem Instellingsvereisten IPv4-adres apparaat IPv4 Gateway-adres DNS-configuratie DDNS-configuratie Domeinnaam WINS-configuratie Effectief protocol Type LAN SNMPv3-communicatie toestaan SSL- / TLS-communicatie toestaan Hostnaam Verplicht Verplicht Verplicht 31

Het apparaat aansluiten Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface-instellingen/IEEE 802.11b Communicatiemodus Verplicht 1 Interface-instellingen/IEEE 802.11b SSID-instelling Interface-instellingen/IEEE 802.11b Kanaal Interface-instellingen/IEEE 802.11b Beveiligingsmethode Interface-instellingen/IEEE 802.11b Transmissiesnelheid Bestandsoverdracht Bezorgingsoptie Bestandsoverdracht Intervaltijd opn.verz. scanner Bestandsoverdracht Aantal scanneroproepen opnieuw verzonden Opmerking Bij [Effectief protocol] controleert u of het protocol dat moet worden gebruikt is ingesteld als [Actief]. [IEEE 802.11b] en [Type LAN] worden weergegeven wanneer de optionele interfacekaart voor draadloos LAN is geïnstalleerd. Wanneer zowel Ethernet als draadloos LAN (IEEE 802.11b) zijn aangesloten, dan heeft de geselecteerde interface voorrang. Als [Bezorgingsoptie] is ingesteld op [Aan], controleer dan of het IPv4-adres is ingesteld. Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht 32

Netwerkinstellingen Vereiste instellingen voor het gebruik van de netwerk-twain-scanner In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor het gebruik van de TWAIN-scanner in de netwerkomgeving. 1 Ethernet In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor het gebruik van de TWAIN-netwerkscanner met een Ethernet-kabel. Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". Koptekst Instelitem Instellingsvereisten IPv4-adres apparaat Verplicht IPv4 Gateway-adres DNS-configuratie DDNS-configuratie Domeinnaam WINS-configuratie Effectief protocol Verplicht Type LAN Verplicht Ethernet-snelheid SNMPv3-communicatie toestaan SSL- / TLS-communicatie toestaan Hostnaam Opmerking Bij [Effectief protocol] controleert u of het protocol dat moet worden gebruikt is ingesteld als [Actief]. [Type LAN] wordt weergegeven wanneer de optionele interfacekaart voor draadloos LAN is geïnstalleerd. Wanneer zowel Ethernet als draadloos LAN (IEEE 802.11b) zijn aangesloten, dan heeft de geselecteerde interface voorrang. Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht 33

Het apparaat aansluiten IEEE 1394 (IPv4 boven 1394) 1 In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor het gebruik van de TWAIN-netwerkscanner met een IEEE 1394-interfacekabel. Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface-instellingen/IEEE IPv4-adres Verplicht 1394 Interface-instellingen/IEEE DDNS-configuratie 1394 Interface-instellingen/IEEE Hostnaam 1394 Interface-instellingen/IEEE Domeinnaam 1394 Interface-instellingen/IEEE WINS-configuratie 1394 Interface-instellingen/IEEE IPv4 over 1394 Verplicht 1394 IPv4 Gateway-adres DNS-configuratie Effectief protocol Verplicht Opmerking [IEEE1394] wordt weergegeven wanneer de optionele IEEE 1394-interfacekaart is geïnstalleerd. Bij [Effectief protocol] controleert u of het protocol dat moet worden gebruikt is ingesteld als [Actief]. Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht 34

Netwerkinstellingen IEEE 802.11b (draadloos LAN) In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor gebruik van de TWAIN-netwerkscanner met IEEE 802.11b (draadloos LAN). Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". 1 Koptekst Instelitem Instellingsvereisten IPv4-adres apparaat Verplicht IPv4 Gateway-adres DNS-configuratie DDNS-configuratie Domeinnaam WINS-configuratie Effectief protocol Verplicht Type LAN Verplicht SNMPv3-communicatie toestaan SSL- / TLS-communicatie toestaan Hostnaam Interface-instellingen/IEEE Communicatiemodus Verplicht 802.11b Interface-instellingen/IEEE SSID-instelling 802.11b Interface-instellingen/IEEE Kanaal 802.11b Interface-instellingen/IEEE Beveiligingsmethode 802.11b Interface-instellingen/IEEE 802.11b Transmissiesnelheid Opmerking Bij [Effectief protocol] controleert u of het protocol dat moet worden gebruikt is ingesteld als [Actief]. [IEEE 802.11b] en [Type LAN] worden weergegeven wanneer de optionele interfacekaart voor draadloos LAN is geïnstalleerd. Wanneer zowel Ethernet als draadloos LAN (IEEE 802.11b) zijn aangesloten, dan heeft de geselecteerde interface voorrang. Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht 35

Het apparaat aansluiten Instellingen die nodig zijn voor gebruik van de documentserver 1 In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor gebruik van de functie Document Server in de netwerkomgeving. Ethernet In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor gebruik van de functie Document Server met een Ethernet-kabel. Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". Koptekst Instelitem Instellingsvereisten IPv4-adres apparaat Verplicht IPv4 Gateway-adres DNS-configuratie DDNS-configuratie Domeinnaam WINS-configuratie Effectief protocol Verplicht Ethernet-snelheid Type LAN Verplicht SNMPv3-communicatie toestaan SSL- / TLS-communicatie toestaan Hostnaam Opmerking Bij [Effectief protocol] controleert u of het protocol dat moet worden gebruikt is ingesteld als [Actief]. [Type LAN] wordt weergegeven wanneer de optionele interfacekaart voor draadloos LAN is geïnstalleerd. Wanneer zowel Ethernet als draadloos LAN (IEEE 802.11b) zijn aangesloten, dan heeft de geselecteerde interface voorrang. Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht 36

Netwerkinstellingen IEEE 1394 (IPv4 boven 1394) In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor gebruik van de functie Document Server met een IEEE 1394-interfacekabel. Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". 1 Koptekst Instelitem Instellingsvereisten Interface-instellingen/IEEE IPv4-adres Verplicht 1394 Interface-instellingen/IEEE DDNS-configuratie 1394 Interface-instellingen/IEEE Hostnaam 1394 Interface-instellingen/IEEE Domeinnaam 1394 Interface-instellingen/IEEE WINS-configuratie 1394 Interface-instellingen/IEEE IPv4 over 1394 Verplicht 1394 IPv4 Gateway-adres DNS-configuratie Effectief protocol Verplicht Opmerking [IEEE1394] wordt weergegeven wanneer de optionele IEEE 1394-interfacekaart is geïnstalleerd. Bij [Effectief protocol] controleert u of het protocol dat moet worden gebruikt is ingesteld als [Actief]. Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht 37

Het apparaat aansluiten IEEE 802.11b (draadloos LAN) 1 In dit gedeelte worden de benodigde instelitems beschreven voor gebruik van de functie Document Server met IEEE 802.11b (draadloos LAN). Voor meer informatie over het opgeven van de instellingen raadpleegt u "Interface instellingen" en "Bestandsoverdracht". Koptekst Instelitem Instellingsvereisten IPv4-adres apparaat Verplicht IPv4 Gateway-adres DNS-configuratie DDNS-configuratie Domeinnaam WINS-configuratie Effectief protocol Verplicht Type LAN /Verplicht SNMPv3-communicatie toestaan SSL- / TLS-communicatie toestaan Hostnaam Interface-instellingen/IEEE Communicatiemodus Verplicht 802.11b Interface-instellingen/IEEE SSID-instelling 802.11b Interface-instellingen/IEEE Kanaal 802.11b Interface-instellingen/IEEE Beveiligingsmethode 802.11b Interface-instellingen/IEEE 802.11b Transmissiesnelheid Opmerking Bij [Effectief protocol] controleert u of het protocol dat moet worden gebruikt is ingesteld als [Actief]. [IEEE 802.11b] en [Type LAN] worden weergegeven wanneer de optionele interfacekaart voor draadloos LAN is geïnstalleerd. Wanneer zowel Ethernet als draadloos LAN (IEEE 802.11b) zijn aangesloten, dan heeft de geselecteerde interface voorrang. 38 Verwijzing Pag.59 Interface-instellingen Pag.69 Bestandsoverdracht

Netwerkinstellingen Voorzieningen gebruiken om instellingen te maken De netwerkinstellingen kunnen niet alleen met het bedieningspaneel van het apparaat worden ingesteld, maar ook met voorzieningen zoals Web Image Monitor, SmartDeviceMonitor for Admin en telnet. 1 Opmerking Voor meer informatie over het gebruik van Web Image Monitor raadpleegt u de Netwerkhandleiding. Voor meer informatie over het gebruik van SmartDeviceMonitor for Admin raadpleegt u de Netwerkhandleiding. Voor meer informatie over het gebruik van telnet raadpleegt u de Netwerkhandleiding. Verwijzing Netwerkhandleiding Interface-instellingen Wijzig de ingestelde waarden van [Interface instellingen] in [Systeeminstellingen] van dit apparaat door Web Image Monitor, SmartDeviceMonitor for Admin of telnet te gebruiken. [Netwerk] [Apparaat IPv4-adres] [Autom. verkrijgen (DHCP)] Web Image Monitor: hiermee kunt u de instelling opgeven. SmartDeviceMonitor for Admin: hiermee kunt u de instelling opgeven. telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling. [Netwerk] [Apparaat IPv4-adres] [Specificeer] [IPv4-adres] Web Image Monitor: hiermee kunt u de instelling opgeven. SmartDeviceMonitor for Admin: hiermee kunt u de instelling opgeven. telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling. [Netwerk] [Apparaat IPv4-adres] [Specificeer] [Sub-net Mask] Web Image Monitor: hiermee kunt u de instelling opgeven. SmartDeviceMonitor for Admin: hiermee kunt u de instelling opgeven. telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling. [Netwerk] [IPv4 Gateway adres] Web Image Monitor: hiermee kunt u de instelling opgeven. SmartDeviceMonitor for Admin: hiermee kunt u de instelling opgeven. telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling. 39

Het apparaat aansluiten 1 [Netwerk] [Apparaat IPv6-adres] [Handmatige configuratie-adres] Web Image Monitor: hiermee kunt u de instelling opgeven. SmartDeviceMonitor for Admin: hiermee kunt u de instelling niet opgeven. telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling. [Netwerk] [IPv6 Staatloos adres autom. Configuratie] Web Image Monitor: hiermee kunt u de instelling opgeven. SmartDeviceMonitor for Admin: hiermee kunt u de instelling niet opgeven. telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling. [Netwerk] [DNS Configuratie] [Autom. verkrijgen (DHCP)] Web Image Monitor: hiermee kunt u de instelling opgeven. SmartDeviceMonitor for Admin: hiermee kunt u de instelling niet opgeven. telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling. [Netwerk] [DNS Configuratie] [Specificeer] [DNS Server1-3] Web Image Monitor: hiermee kunt u de instelling opgeven. SmartDeviceMonitor for Admin: hiermee kunt u de instelling niet opgeven. telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling. [Netwerk] [DDNS Configuratie] Web Image Monitor: hiermee kunt u de instelling opgeven. SmartDeviceMonitor for Admin: hiermee kunt u de instelling niet opgeven. telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling. [Netwerk] [Domein naam] [Autom. verkrijgen (DHCP)] Web Image Monitor: hiermee kunt u de instelling opgeven. SmartDeviceMonitor for Admin: hiermee kunt u de instelling niet opgeven. telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling. [Netwerk] [Domein naam] [Specificeer] [Domein naam] Web Image Monitor: hiermee kunt u de instelling opgeven. SmartDeviceMonitor for Admin: hiermee kunt u de instelling niet opgeven. telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling. [Netwerk] [WINS configuratie] [WINS Server] Web Image Monitor: hiermee kunt u de instelling opgeven. SmartDeviceMonitor for Admin: hiermee kunt u de instelling niet opgeven. telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling. 40