4 In de tekst staat: Dit is een recept voor een toetje. Weet jij wat een recept is? Kruis de goede zin aan.

Vergelijkbare documenten
1 De tekst gaat over de modderman. Waar denk jij aan bij modder? Kleur die vakjes. 2 De modderman is een verhaal. Hoe weet je dat? Kruis aan.

HANDLEIDING BLOK 1, WEEK 1, LES 1 GROEP 4

Dit weet ik er al over:

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

Mijn schildpadmap. Bijlage 2. Bijlage 2. Mijn schildpadmap

LB Blok 2 LES 1 CIRCUSDIEREN. Lees de tekst in het leesboek nog niet.

B I N G O. Autobingo. zomer. 2. Gele auto. Slapend iemand. Rivier Brommer Rode auto Trein Zee. Zelfde auto als die van jullie

16. En nu vakantie! Vakantie. Waar ga jij het liefst naar toe op vakantie? Schrijf dat op. Wat doe jij het liefste in de vakantie? Schrijf dat ook op.

Weet jij een paar leuke lijstjes? Denk bijvoorbeeld aan alle kinderen in je klas of al je vriendjes of vriendinnetjes.

1. Je krijgt van je juf of meester een plaatje. Bekijk het plaatje goed.

De Vlaamse gaai is dol op eikels. De Vlaamse gaai is dus een boom-planter! Waarom zegt de Vlaamse gaai op het laatste plaatje Mijn boom mijn werk?

van zwaartekracht hebben weet dat hoe groter de zwaartekracht van een hemellichaam is, hoe kleiner hun sprong is

Melkweg. Wat eet u vandaag? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Gezond eten

Dit is het lenteboekje van:

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Naam: Groep: Willem Teellinckschool 15 juni 2016

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Je gaat een werkstuk over dieren maken.

Uitleg bij de spellingskaartjes.

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Bedenken: een tekening maken van de held

Afgewezen en erbij horen

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

5.1 Zes poten en vier vleugels

Lespakket. Ssst de tijger slaapt. Door: Maike Douglas jufmaike.nl. De lessen met een * ervoor zijn alleen geschikt voor kleuters. ã jufmaike.

De beoordeling van je werkstuk

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 4 Blok 2. Van...

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Ener-gie ge-bruiken of ge-ven?

LES 1: NAAR SCHOOL 8 1 Naar Amsterdam 8 2 Het elfje 12 3 Telefoon op school 16 4 Pesten 21 Extra 26

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

titel/kopje/plaatje Ik denk aan: Dit weet ik er al over:

Begrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A

blok 11 groep 4 Malmberg s-hertogenbosch

Melkweg. Een ander huis. Lezen Alfa A. Verhuizen

Wat weet ik al over het onderwerp? (Kennis ophalen)

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen.

Vollenhove Wonen op een havezate

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen

Koningin. Opdracht Wie van de drie? Bekijk de bijen in het doosje en zoek op. Welke bij is de koningin? Wat valt je op aan de koningin?

LESBRIEF. Cleo THEMA S : REIZEN FANTASIE VRIENDSCHAP SAMENVATTING: Wij maken kinderdromen waar

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Ik kies: c Opdracht: Berg in beeld c Opdracht: Vulkaan in actie c Opdracht: Wat brengt de toekomst? Blink Wereld - Aardrijkskunde Pagina 1

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool

EEN APPELTJE VOOR DE DORST

Raar, maar waar! Natuur Na

Lesmap de suikerbakkerij HETGEVOLG. de suikerbakkerij. regie: Nelle De Maeyer spel: Osman Aden Hosow & Himat Shinwary foto: Kris Dewitte

Natuurtentoonstelling

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

De tekst gaat over. 3. Als je moeilijke woorden in tekst tegenkomt kun je de woordhulp gebruiken. Kijk in regel 2. Wat betekent veiligheidsrisico s?

Stel: je wordt op een ochtend wakker en je merkt dat je onzichtbaar bent geworden. Wat ga je doen? Hoe voel je je? Schrijf er een verhaaltje over.

Paddenstoelen kweken in de klas

Lessuggestie Heimwee. Gedichtenbundel Warboel: Pagina

- Creatief in de natuur. Benodigdheden

HET. ik ik ik. en...ik BOEK

Letters, woorden, boeken

Boekverslag Nederlands Geen geweld door Mieke van Hooft

Lespakket. Het monsterbonsterbulderboek. Door: Maike Douglas.

Verpleegkunde RETO

Tomatensoep. Eet smakelijk. Muffins. Nodig:

1 DISK, Boom Amsterdam

Over haaien, vissen en bruinvissen. Leerlingen ontdekken het verschil tussen hondshaaien, bruinvissen en vissen.

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Tof! kookboek. Lekker koken in 8 stappen

Betsie is nog maar een kind!

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8. Gedicht

a. Een zin lees je van links naar rechts. Waarom eigenlijk? Wat denk jij?

Melkweg. Een dagje ouder. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Ouder worden

Gedicht over de Loonse en Drunense Duinen (Uit: Bergen Zand met hoedjes op van Elle van Lieshout en Erik van Os)

Bij de tijd Groep 6 thema 5, les 1 Gelijke rechten Werkblad 1. boos = geel arm = rood mis-lukt = blauw

Begrijpend en studerend lezen. leerlingmateriaal proefles instructieles

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Stap Vooruit 1. Hoe ga jij naar school? Start Veilig lopen. Les 1 Dit ontdek je: groep 4

gelukkig, maar er was eens een dag dat dat anders was...

Liedjes eerste communie 2018

1. Een bocht. 2. Spiegelen

Een tijdje terug viel er iets uit de lucht. Het waren brokstukken van een satelliet. (Af / De / Os) brokstukken vielen op de aarde.

Melkweg. Naar de speelzaal. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Taal en ouders: Peuters. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann

Vegetarische gerechten van Gery Mulder

Voorjaarsboekje Voorjaarsboekje

01 Super-blij (Welkom)

rekentrainer jaargroep 5 Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Zwijsen naam:

boos, gekwetst, opgelucht, spijt, teleurgesteld, verdrietig, vrolijk

O help, straks herkent ze mij. Ik draai me snel om. Ze mag niet zien dat ik het ben. Ik doe net of ik iemand anders ben.

KRIEBELENDE KRUIPERTJES

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 1

Onder en boven. J1505_Onder_en_Boven_1E.indd :47

Beoordeling power-point groep 5

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Onder ieder opdracht staan de benodigdheden. Deze zijn meestal op school te vinden. Alleen de muziek moet nog gedownload worden.

we - reld - lei - ders wereld - leiders wereldleiders der - tien - dui - zend dertien - duizend dertienduizend

Plaats: bij de oud papier doos in de dolfijnen groep. Nodig: oud papier doos.

Lees de uitleg over het verhschil tussen robots en machines. De machine maait.

Opdracht 1 Nodig: kleurpotloden of stiften, poster Maak je huis mooi.

Een haar in de soep. Thema 3 Smakelijk eten. Prentenboek. concept Marlou Bijlhout Janneke Nieborg Kim van der Zouw. eindredactie Dorine de Kruyf

Transcriptie:

Blok 2 LB 16-17 LES 1 MAAK EEN TOETJE Lees de tekst in het leesboek nog niet. 1 Kijk naar de plaatjes. Nu weet je al heel veel. 1 Hier staat hoe je een toetje maakt. Hier staat hoe je een pop maakt. 2 Het is een toetje met peer. Het is een toetje met appel. 3 Het toetje ziet eruit als een hoofd. Het toetje ziet eruit als een bloem. 2 De tekst heet: Een toet van peer. Wat weet je nu? Vul in. Kies uit: peer toet toetje 1 Een toet van peer is een 2 Het toetje ziet eruit als een 3 Je maakt het toetje van 3 Straks lees je de tekst. Dan weet je hoe je het toetje maakt. Vul in. Kies uit: verhaal gedicht weettekst De tekst is een Lees nu de tekst in het leesboek. 4 In de tekst staat: Dit is een recept voor een toetje. Weet jij wat een recept is? Een recept is een boek. In een recept staat hoe je iets maakt. Een recept is een toetje. Dit is een recept voor een toetje. Dit is een recept voor een toetje. Een toetje van peer en slagroom. 12

5 De tekst heet: Een toet van peer. In de tekst staat ook: Met een toet van snoepjes! Een toet kan dus twee dingen zijn. Trek een lijn naar het goede woord. 1 Een toet van peer. de toeter het toetje het hoofd 2 Met een toet van snoepjes. de muts het boek 6 Bij een recept let je op twee dingen: Wat zet je klaar? Wat moet je doen? Wat hoort erbij? Trek een lijn. Maak van de snoepjes een toet. Doe er wat suiker op. 12 snoepjes 1 Dit zet je klaar: Snijd de peer in blokjes. Roer de peer door de slagroom. Schil 300 gram peer. 24 gram suiker Klop de slagroom stijf. 2 Dit moet je doen: 2 kopjes slagroom Schep alles in een schaal. 300 gram peer 13

Blok 2 LB 18-19 LES 2 MAAK EEN VIS Lees de tekst in het leesboek nog niet. 1 De tekst heet: Een vis van zand. Waar gaat de tekst over, denk je? Het strand. De zee. Een vis. 2 Kijk goed naar de plaatjes. Nu weet je al veel meer. De tekst gaat over een vis. Maar niet zo maar een vis Vul in. Kies uit: muur papier zand 1 Het gaat over een vis van 2 Je maakt de vis op 3 Je hangt de vis aan de 3 Straks lees je de tekst. Dan weet je hoe je de vis maakt. Wat voor tekst is het, denk je? De tekst is een weettekst. De tekst is een gedicht. De tekst is een verhaal. Lees nu de tekst in het leesboek. 4 In de tekst staat: Strooi het zand op het vel papier. Weet jij nu wat je met het zand moet doen? Gooi het zand op één plek. Gooi het zand op alle plekken. Leg het zand neer. 14

5 Hoe maak je de vis van zand? En wat leg je klaar? Vul in. 1 Dit leg je klaar: 2 Zo maak je de vis: Maak met potlood een Smeer op de lijn van de vis. Strooi zand op het Schud het zand op de Wacht tot de lijm is. 6 Jij wilt ook een vis aan je muur. 1 Wat zet je klaar? Kleur de vis rood. 2 Wat moet je doen? Kleur de vis blauw. schud zand potlood vel papier strooi smeer hang lijm krant 15

Blok 2 LB 20-21 LES 3 DROMEN Lees de tekst in het leesboek nog niet. 1 De jongen op de foto droomt. Misschien droomt hij over zijn nieuwe fiets. Of over een reis naar de maan. Waar droom jij over? Enge monsters. Dat ik kan vliegen. School. Iets anders: 2 Wat weet jij al over dromen? Kruis die zinnen aan. Je droom is uit als je wakker wordt. Wat je droomt gebeurt echt. Je hebt leuke en nare dromen. Dromen is altijd fijn. 3 De tekst heet: Jij droomt ook! Wat voor tekst is het, denk je? De tekst is een verhaal. De tekst is een weettekst. De tekst is een gedicht. Lees nu de tekst in het leesboek. 4 Tekst 1 gaat over dromen. Daar weet je nu van alles van. En je weet wat voor tekst het is. Vul in. De tekst is een 16

5 In de tekst staat wat een nachtmerrie is. Kijk maar in het laatste stukje. Vul in. Kies uit: fijne gekke enge leuke Een nachtmerrie is een droom. 6 Van een weettekst leer je iets. Een weettekst is waar. Een gedicht lees je voor je plezier. Een gedicht is niet waar. Tekst 2 heet: Maan. Kijk maar in het boek. Wat voor tekst is het, denk je? Zet bij 1 een kring om het goede woord. Kruis bij 2 de goede zinnen aan. 1 Ik denk dat de tekst een weettekst gedicht is. 2 Dat denk ik: omdat het meisje op de maan is. omdat ik iets leer over de maan. omdat woorden rijmen. omdat het echt is. 7 Lees nu tekst 2. Wat kun je over de tekst zeggen? Het is een weettekst over de maan. Het is een gedicht over een droom. Het is een verhaal over een beer. 8 Een gedicht heeft vaak korte zinnen. Soms rijmen de laatste woorden van de zinnen. Zie jij in de tekst twee woorden die rijmen? Schrijf ze op. Doe het zo: droom stroom. 17

Blok 2 LB 22-23 LES 4 GEEN VIS Lees de tekst in het leesboek nog niet. 1 Kijk naar het eerste plaatje in je boek. Welke kleur heeft de dolfijn? Kleur de dolfijn in het vak. slim glad grijs sterk lui dom de dolfijn eng lang snel Welke woorden passen goed bij de dolfijn? Kleur die vakjes. 2 Wat weet jij al over een dolfijn? Kruis die zinnen aan. Een dolfijn leeft in de zee. Een dolfijn is een vis. Een dolfijn eet haring met uitjes. Een dolfijn kan hoog springen. 3 De tekst heet: De dolfijn. Wat voor tekst is het, denk je? Het is een verhaal over de dolfijn. Het is een gedicht over de zee. Het is een weettekst over de dolfijn. 18

Lees nu de tekst in het leesboek. 4 Weet je nu wat meer over de dolfijn? En denk je dat het waar is wat er staat? Dan weet je wat voor tekst het is. Maak bij 1 de zin af. Zet bij 2 een kring om het goede woord. 1 De tekst is een 2 Ik dacht dat ook niet bij vraag 3. 5 Van een weettekst leer je iets. Wat weet je nu over een dolfijn? Kruis de goede zinnen aan. Een dolfijn haalt boven water adem. Een dolfijn legt eitjes in het water. Een dolfijn is geen vis. Een dolfijn eet planten uit de zee. Je kunt een dolfijn iets leren. 6 In de tekst staat: Je kunt een dolfijn tam maken. Kijk maar in het laatste stukje. Weet jij wat een tamme dolfijn is? Vul in. 1 Een tamme dolfijn is 2 Ik ken nog meer tamme dieren: 7 Wat vind jij van de tekst? Ik word er verdrietig van. Leuke tekst! Ik leer er wat van. Ik vind het een spannend verhaal. 19

Blok 2 LB 24-25 LES 5 DE TRUC VAN DOLLIE Lees de tekst in het leesboek nog niet. 1 De tekst heet: Dollie, de dolfijn. Wie heeft de naam van de dolfijn bedacht? Kleur het vakje. de moeder van de dolfijn de juf de schrijver 2 Kijk naar de plaatjes. Wat voor tekst is het, denk je? Vul in. Kies uit: weettekst verhaal gedicht 1 Het is een 2 Dat denk ik, omdat 3 Je ziet wat er op de plaatjes staat. En je weet wat de titel is. Waar zal de tekst over gaan, denk je? Dollie krijgt zwemles. Het publiek is dol op Dollie. Dollie laat haar kunstjes zien. Dollie wil terug naar de zee. Lees nu de tekst in het leesboek. 4 In de tekst staat wel zestien keer: ik. Wie is die ik? Zet een kruis bij het goede plaatje. de baas Dollie het meisje 20

5 Wat weet je nu zeker over de tekst? Zet bij 1 en 2 een kring om het goede woord. Kruis bij 3 de goede zinnen aan. 1 Dollie, de dolfijn is een: gedicht weettekst verhaal 2 Ik had dat ook niet bij vraag 2. 3 Ik weet het nu zeker: omdat de dolfijn een zwempak draagt. omdat een dolfijn niet kan lachen. omdat een dolfijn kan denken. omdat ik iets van de tekst heb geleerd. 6 In de tekst staat: Het publiek gilt. Waarom gillen de mensen? Ze vinden het maar eng. Ze vinden het juist leuk. Ze houden niet van water. Ze zijn boos op Dollie. 7 In de tekst staat: Straks komt mijn beste truc. Truc is een ander woord voor kunstje. En een kunstje is iets wat je heel goed kunt. En wat er moeilijk uit ziet. Dollie doet twee kunstjes. Vul in. 1 Ze laat ze zich plat 2 Ze doet net alsof 8 Wat vind jij van de tekst? Ik word er verdrietig van. Leuke tekst! Ik leer er wat van. Ik vind hem wel spannend. Noordhoff Uitgevers bv 21