1. Waarom wetenschapsleer... 2

Vergelijkbare documenten
Voor wat betreft het multiple choice gedeelte heeft elke vraag altijd 3 mogelijke antwoorden, waarvan er slechts één het juiste is!

filosofie vwo 2016-II

Filosofie voor de Wetenschappen

Eindexamen filosofie vwo 2002-I

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden !!

Eindexamen filosofie vwo II

Naam student. Examennummer. Handtekening

n filosofie n wetenschapsfilosofie n soorten wetenschap n filosofie van de informatica n inhoud college n werkwijze college

Wetenschaps- filosofie. Wolter Kaper AMSTEL-instituut

Methodologie voor de sociale wetenschappen. Voorwoord. Deel 1 Algemeen: basisbegrippen 1. H1 Waarom sociaalwetenschappelijk onderzoek?

2) De voornaamste en meest frequente manier waarop vooruitgang gemaakt wordt in de

DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER

Eindexamen filosofie vwo II

Onderzoeksontwerp. Module 1 (29 sept 2015) Jac Christis en Annet Jantien Smit

Wetenschappelijk Betoog: Coherente opvatting van de wetenschap. Door Bastiaan Grutterink

Vraag Antwoord Scores

Methodologie. NWO promotiebeurs leraren. dr Frits van Engeldorp Gastelaars docent Hora est! Promoveren kun je leren (Erasmus Academie)

Stijn Hoppenbrouwers en Tom Heskes. Onderzoeksmethoden (vervolg)

Eindexamen Filosofie vwo II

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 13 25

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education

DENKVAARDIGHEDEN bron: The Parallel Curriculum

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Rubrics onderzoeksopzet

Sociaal wetenschappelijk onderzoek. Lezing voor het congres juridisch onderzoek in het hbo op 15 juni 2010 Peter Geurts

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Immanuel Kant Kritiek van de zuivere rede 53

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk

PRESTUDY TASKS: DOING WHAT IS GOOD FOR YOU

Toetsing Let op! Belangrijke data:

Methoden Week 1, 2, 4. College 2. Eerst: stukje wetenschapsfilosofie. Empirisch-analytisch onderzoek. Onderzoeksbenaderingen (wetenschapsparadigma s)

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp

naar: Jed McKenna, Jed McKenna s theorie van alles, Samsara, 2014

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee

Onderzoek uitvoeren. van vraag naar antwoord logica en observaties

Samenvatting (Summary in Dutch)

Beoordeling van het PWS

tudievragen voor het vak TCO-2B

De Taxonomie van Bloom Toelichting

Woord vooraf Opbouw van deze studie

Eindexamen Filosofie havo I

Don t be fooled by your own wisdom. (Witold Gombrowicz) Inhoud van deze presentatie

Eindexamen Filosofie vwo I

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

Hoofdstuk 2. Kennis en geloof

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

5 havo Nederlands mevr. Rozendaal. Leesvaardigheid examenvoorbereidingen

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet

De Syntax-Semantiekredenering van Searle

Skeletpuzzel. Activiteit in de klas Docentblad

De informatie uit dit rapport is vertrouwelijk. Bewaar dit rapport dus op een veilige plek!

Wat is de mens? - Context. De opkomst van de filosofische antropologie

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15

H oofdstuk 1. Onderzoek

Geloven en redeneren. Samenvatting

Woord en wereld Een inleiding tot de taalfilosofie

Opgave 2 Neuroplasticiteit en wilsbekwaamheid

Nederlands vwo 2019-II

Eerst: herhaling Evalueren

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

KEN WILBER: SENSE AND SOUL STIOUTENBURG ACADEMIE STUDIEMIDDAG KEN WILBER STOUTENBURG, 17NOVEMBER 2016

Hoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens?

Inleiding tot het wetenschappelijk werk

Opgave 2 Doen wat je denkt

Debat: het realisme vs. anti-realisme debat

Proeftentamen deel Wetenschapsfilosofie proef_deel_Wetenschapsfilosofie.pdf

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee

Eliminative Materialism and the Propositional Attitudes

INHOUDS- OPGAVE. Voorwoord 19. Voorwoord bij de nieuwe druk 20. Inleiding 23

One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel

Kritisch Realisme: de basics

wetenschap die werkt voor de bedrijfsarts 31 mei 2018 Papendal

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Een interpretatie van communicatie Rumi Knoppel

Opgave 3 De gewapende overval

Overzicht van tabellen 13. Overzicht van figuren 15. Voorwoord 17. Inleiding 19

Reactie op Harrie Jansen en Griet Verschelden

Zelfstudiefiches M&T: Deel 1 (H1-3)

2. De fundamentele systeemrelaties en hun implicaties

Politieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 1 13 PART 1: BACKGROUND TO QUALITATIVE METHODS IN PSYCHOLOGY

Samenvatting (summary in Dutch)

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Inleiding 15. Hoofdstuk 2 Theoretisch kader 23. Voorwoord 13

Handleiding Onderzoek J2.1 (boks 4)

Nederlandse Samenvatting

afgelopen jaren beweren vele professionele organisaties specifieke human resource (HR)

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

Transcriptie:

INHOUDSOPGAVE 1. Waarom wetenschapsleer... 2 1.1. Introductie... 2 1.2. De vijf eigenschappen van wetenschappelijk kennis... 2 1.3. Misopvattingen met betrekking tot managementwetenschappen... 2 1.4. Het goede reden model van de waarheid... 3 1.5. Idealisme vs. Realisme... 4 1.6. Er zijn meerdere perspectieven nodig om natuurlijke en sociale fenomenen te onderzoeken... 4 2. Observatie, theoretische kennis en paradigma s... 5 2.1. De Verlichting als bron van rationalisme en empirisme... 5 2.2. Positivisme... 6 2.3. Het inductieprobleem... 6 2.4. Correspondentie- en coherentiemodel van de waarheid... 7 2.5. Het standaardmodel van de wetenschap... 7 2.6. Popper s kritisch rationalisme... 8 2.7. Wetenschappelijke paradigma s en revoluties... 8 3. Uitleggen en begrijpen op microniveau: actoren & agenten... 10 3.1. Niveau en oorsprong van analyses in sociale wetenschappen... 10 3.2. Hermeneutiek... 11 3.3. Rationele keuzetheorie... 11 3.4. Agenten en actoren... 12 4. Uitleggen en begrijpen op macroniveau: systemen & sociale betekenis... 14 4.1. Systeemtheorie: functionele verklaringen... 14 4.2. Een functionele verklaring van misdaad... 14 4.3. Twee problemen van functionele verklaringen... 15 4.4. Symbolisch interactionisme... 15 4.5. Het volgen van regels: normativiteit veronderstelt feilbaarheid... 15 5. Relativisme, waarheid en de waarde van wetenschap... 17 6. Slechte managementtheorieën vernietigen de goede praktijk... 19 7. De agency theorie... 21 8. Instituties... 25 9. Sociale betekenis en economische analyse van misdaad... 28 Nederland TentamenHULP.nl, alle rechten voorbehouden. 1

1. WAAROM WETENSCHAPSLEER 1.1. Introductie Wetenschapsleer is de discipline die gaat over de oorsprong van wetenschappelijke kennis. De hoofdvraag is waarom wetenschappelijke kennis betrouwbaarder is dan algemene, alledaagse kennis. Vaak wordt wetenschappelijke kennis als waar aangenomen, maar is dit ook zo? Om deze vraag te beantwoorden moet allereerst het verschil tussen wetenschappelijke en alledaagse kennis worden uitgelegd. Daarvoor zullen de vijf eigenschappen van wetenschappelijke kennis behandeld worden. 1.2. De vijf eigenschappen van wetenschappelijk kennis 1) generaliseerbaarheid: de wetenschap zoekt naar patronen en wetten die algemeen opgaan, we zijn niet op zoek naar specifieke uitkomsten maar naar de wetten hierachter. Generaliseerbaarheid is belangrijk om fenomenen te kunnen uitleggen en begrijpen; 2) controleerbaarheid: controle is het keurmerk van wetenschappelijk onderzoek, het moet mogelijk zijn om te controleren hoe onderzoek is uitgevoerd. Hiervoor is het van belang dat onderzoek herhaalbaar is, de onderzoeksopzet en manieren van dataverzameling moeten door andere onderzoekers te repliceren zijn om zodoende het onderzoek te controleren; 3) objectiviteit: Onderzoekers moeten altijd een bepaalde afstand tussen hun opdrachtgevers en klanten bewaren om objectiviteit te garanderen, ze moeten streven naar onafhankelijkheid. Onafhankelijkheid van externe druk en invloeden is een belangrijke conditie voor de betrouwbaarheid van de resultaten; 4) methodologie: er moet gebruik worden gemaakt van onderzoeksmethoden die algemeen geaccepteerd zijn in het wetenschappelijke veld. De betrouwbaarheid van wetenschappelijk onderzoek is afhankelijk van de validiteit van de onderzoeksmethoden; 5) spaarzaamheid: Wetenschappelijk onderzoek richt zich op heldere en simpele uitleg. De simpelste uitleg die het grootste aantal observaties verklaard, wordt geprefereerd boven complexere verklaringen. Wanneer er aan de vijf bovenstaande eigenschappen wordt voldaan zijn er voldoende redenen om de validiteit van de wetenschappelijke claims en resultaten te vertrouwen. Echter het idee dat managementwetenschap is gebaseerd op harde feiten heeft geleidt tot twee grote misvattingen. 1.3. Misopvattingen met betrekking tot managementwetenschappen 1) De eerste misvatting is dat alleen empirisch onderzoek het predicaat wetenschappelijk verdiend. Empirisch wetenschap is het onderzoeken van fenomenen door middel van enquêtes, interviews en field studies, statistische analyse moet centraal staan in dit type onderzoek. Echter is de conceptuele analyse tevens van groot belang, zonder dit kan er geen grondig wetenschappelijk onderzoek bestaan. Theoretische concepten als Nederland TentamenHULP.nl, alle rechten voorbehouden. 2

organisatie of winst kunnen we niet observeren, voelen of meten. Empirische data heeft dus geen betekenis zonder een conceptueel kader. De positivisten zien empirisme als de enige correcte manier van wetenschappelijk onderzoek. Maar de meeste geleerden zijn er over uit dat positivisme onverdedigbaar is; 2) de tweede misvatting is dat wetenschappelijk onderzoek alleen beschrijvend is, nooit voorschrijvend of normatief. Wetenschap zou gaan over hoe dingen zijn, niet hoe ze zouden moeten zijn. Maar managementwetenschap richt zich op gegronde antwoorden op vragen, zoals wat is de beste strategie om met een bepaald probleem binnen een organisatie om te gaan. Wetenschappers zoeken naar de waarheid, in zowel de feitelijke als de normatieve betekenis. 1.4. Het goede reden model van de waarheid Volgens het goede reden model van de waarheid is een uitspraak waar wanneer het ondersteunt wordt door de balans van redenen. De argumenten vóór de uitspraak moeten aanzienlijk zwaarder wegen dan de argumenten tegen de uitspraak. Het is van belang dat er zorgvuldig gewogen en beargumenteerd wordt wanneer men een normatieve uitspraak doet. Veel uitspraken bevatten fouten of drogredenen in hun redenatie, hieronder worden drie voorbeelden van foute redenaties gegeven: 1) argumentum ad ignorantiam: men claimt dat iets waar is, omdat er geen bewijs is dat het niet waar is. Bijvoorbeeld: God bestaat, want is er geen bewijs dat God niet bestaat ; 2) petitio principii: hetgeen dat bewezen moet worden, wordt voor waar aangenomen. Dit worden ook wel cirkelredenaties genoemd; 3) vals dilemma: er worden bewust keuzemogelijkheden achterwegen gelaten om iemand te overtuigen. Drogredenen in argumenten maken uitspraken ongeldig, onbetrouwbaar en zwak. Het onthullen en aanvechten van onredelijke argumenten is een belangrijke taak van wetenschappers. Of een uitspraak redelijk of niet is, is ook afhankelijk per wetenschappelijke discipline. Wetenschapsleer kan alleen wat over redelijke argumenten in het algemeen zeggen. In wetenschapsleer wordt de vraag wat is redelijk? in drie manieren gesteld: 1) methodologisch: wat zijn de correcte onderzoeksmethoden en argumentatie? binnen elke wetenschappelijke discipline wordt gezocht naar de beste onderzoeksmethoden. Binnen de sociale wetenschappen gaat er een strijd tussen de aanhangers van een kwantitatieve methodologie en een kwalitatieve methodologie. Kwantitatief onderzoek gebruikt statistische data en analyse. Er zijn echter veel problemen met de interpretatie van kwantitatieve gegevens. Veel mensen redeneren dat hoe meer een situatie de kenmerken van een bepaald type schijnt te representeren, hoe groter de kans is dat de situatie inderdaad van het type is, zonder naar de statistische verdeling van kansen te kijken. Dit wordt ook wel representivity heuristic genoemd. Intuïtie kan een rol spelen in wetenschappelijke ontdekkingen maar leidt tot resultaten die niet te controleren zijn, wat één van de vijf eisen van wetenschappelijke kennis is; 2) epistemologisch: wat kunnen we weten? Epistemologie gaat over wanneer we van kennis kunnen spreken. Wetenschappelijk onderzoek probeert kennis te vergaren over regelmatigheden en wetten die fenomenen verklaren. Vervolgens worden hiervoor betrouwbare voorspellingen gedaan. Voor zulke theorieën worden vaak aannames Nederland TentamenHULP.nl, alle rechten voorbehouden. 3

gedaan (bijvoorbeeld over het gedrag van mensen), maar hoe weet men dat deze aannames bepaalde fenomenen verklaren. Daarom gaat deze vraag over de rationaliteit van argumenten die zijn gebaseerd op theoretische aannames; 3) ontologisch: op welke manier bestaan entiteiten en fenomenen in de werkelijkheid? Naast epistemologische aannames, worden er in elke wetenschappelijke theorie tevens ontologische aannames gemaakt. Aangezien de sociale wetenschappen geen exacte wetenschappen zijn kunnen er verschillende standpunten ten opzichte van de werkelijkheid worden aangenomen. De werkelijkheid van natuurwetenschappen bestaat onafhankelijk van de mensen, neem bijvoorbeeld een steen of een boom. Maar een 50 euro biljet is bijna niets waard, wanneer mensen niet waren overeengekomen dat het briefje een waarde van 50 euro vertegenwoordigd. 1.5. Idealisme vs. Realisme Idealisme is de stroming die er van uit gaat alle natuurlijke fenomenen niets meer zijn dan mentale voorstellingen. Fenomenen zijn slechts ideeën, geen objecten die werkelijk bestaan. Men kan alleen verschillende ideeën ervaren, een fenomeen kan nooit in zijn geheel worden ervaren. Idealisten geloven dat objecten en fenomenen alleen bestaan wanneer ze geobserveerd of ervaren worden. Zo kan geluid alleen bestaan als er iemand is die dit ervaart. Volgens het realisme bestaat de werkelijkheid afhankelijk van observatoren, maar is de werkelijkheid voor iedereen anders. Iedereen onderscheidt en rangschikt fenomenen op zijn eigen manier. Deze capaciteit om te individualiseren is gebaseerd op de capaciteit om fenomenen in tijd en ruimte te ordenen. Immanuel Kant heeft bewezen dat de tijd - ruimte ordening fundamenteel is voor onze observatie van de werkelijkheid. Kant heeft zijn eigen ideeën, dit wordt het Kantiaans realisme genoemd. Kant komt tot het inzicht dat objectieve kennis alleen mogelijk is omdat onze hersenen onze observaties op een bepaalde manier kneedt en ordent. Ruimte en tijd zijn de coördinaten waarmee we de wereld observeren, op basis hiervan wordt de werkelijkheid begrepen. Hierdoor kunnen we oorzaak en gevolg waarnemen. Observatie is een voorgevormde activiteit. Kant presenteert zijn ideeën als een epistemologische theorie over hoe we kennis vergaren over de werkelijkheid. Kant was een aanhanger van het realisme. Het verschil tussen het realisme en Kantiaans realisme is dat volgens Kant is de onafhankelijke werkelijkheid geen bron van kennis voor ons. Wat we weten is altijd voorgevormd door de mentale categorieën tijd, ruimte en causaliteit. 1.6. Er zijn meerdere perspectieven nodig om natuurlijke en sociale fenomenen te onderzoeken De les die uit dit hoofdstuk geleerd moet worden is dat er niet één manier is om de werkelijkheid te bestuderen. Of een bepaalde categorisatie of methodologie een betrouwbaar beeld van de natuurlijke en sociale werkelijkheid schetst is onderhevig aan discussie. Hiervoor zijn we aangewezen op het goede reden model. Maar zelfs als het helder is dat een bepaalde benadering valide is, moet erkent worden dat dit slechts één perspectief op de werkelijkheid geeft. Vandaar dat het begrip ecumenical belangrijk is: er zijn meerdere manier nodig om de sociale werkelijkheid te conceptualiseren. Nederland TentamenHULP.nl, alle rechten voorbehouden. 4