Evaluatie aanpak permanente bewoning recreatiewoningen 2015

Vergelijkbare documenten
Tussenrapportage. Stand van zaken handhaving onrechtmatige permanente bewoning recreatieverblijven. Gemeente Koggenland

Permanente bewoning op recreatieterreinen in Peel en Maas

Tussenrapportage Stand van zaken handhaving onrechtmatige permanente bewoning recreatieverblijven. Gemeente Koggenland

Kwartaalrapportage handhaving permanente bewoning recreatiewoningen

Beleidsregels Handhaving camping de Wielerbaan 2017.

Voorstel college. Datum B&W-vergadering 29 januari 2019 Communicatie Ja Volgnummer 16 B&W-agenda Openbaar

Gedoogbeleid recreatieparken gemeente Borsele

Rapport. Datum: 25 november 2010 Rapportnummer: 2010/335

Permanente bewoning vakantiehuisjes

Permanente bewoning vakantiehuisjes

Veel gestelde vragen Project recreatieterreinen

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK

permanente bewoning recreatiewoningen

Meer grip op vakantieparken

Jaarverslag TOEZICHT EN HANDHAVING BOUWEN, RUIMTELIJKE ORDENING, APV EN BIJZONDERE WETTEN

Beleidsregels permanente bewoning recreatieverblijven gemeente Coevorden

VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL

Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

Datum vergadering: Nota openbaar: Ja

Traject permanente bewoning Welke informatie kunt u hier vinden?

Kwartaalrapportage handhaving permanente bewoning recreatiewoningen

Kwartaalrapportage handhaving permanente bewoning recreatiewoningen

Woensdag 9 mei Informatieavond. Project recreatiewoningen. De Blinkerd, Schoorl

Beleidsnota. Onrechtmatige bewoning recreatiewoningen. gemeente Aalten.

Aanvraag tijdelijke gedoogbeschikking bewoning recreatieverblijf

Onderwerp beleid Handhaving tegen bestemmingsplanstrijdig gebruik van gronden en opstallen met een recreatieve bestemming.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

zoon/dochter/toegewezen kind vriend/kennis

Nota van Zienswijzen en kennisgeving

Handhavingsuitvoeringsprogramma 2013

Plan van aanpak permanente bewoning recreatieverblijven gemeente Hardenberg

Halfjaarlijkse voortgangsrapportage Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht 2018

Voortgangsrapportage Vitale Vakantieparken Harderwijk

AANLEIDING - Signalen uit Raad en Commissie GGB - Publicaties door derden. DOEL - Hoe en waarom van handhavingsbeleid

Nota van Zienswijzen

Wonen op bedrijventerreinen. Hoe nu verder? Woensdag 15 juli

Plan van aanpak huisvesting arbeidsmigranten

Bestuursopdracht. Centrumvisie

NOTA ZIENSWIJZEN Wijzigingsplan Natuurgebied Veluwe, Immenweg 15 te Lunteren (De Scheleberg)

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

INHOUDSOPGAVE. Handhavingsnotitie camping De Kreek 1

September Onderzoeksopzet permanente. bewoning recreatiewoningen. Gemeente Goeree-Overflakkee. Rekenkamercommissie Goeree-Overflakkee

Beslisdocument college van Peel en Maas

Zienswijzennota. Bestemmingsplan Croddendijk 5a

Jaarverslag Commissie bezwaarschriften

PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN

Burgemeester en Wethouders 2 december Steller Documentnummer Afdeling. S. v. Sintmaartensdijk 15I Ruimte

Voorstel: Huidige beleid inzake permanente bewoning van recreatiewoningen voortzetten.

Beleidsregels handhaving permanente bewoning recreatiewoningen en illegale bouw recreatiewoningen

Beleidsregels permanente bewoning recreatiewoningen gemeente Schagen

Convenant Tijdelijke Arbeidsmigranten

Uitvoeringsprogramma. Handhavend optreden tegen permanente bewoning recreatieverblijven

Evaluatie Hondenbeleid

Toelichting op het beleid briefadres

BELEIDSREGELS OMGEVINGSVERGUNNING/ GEDOOGBESCHIKKING PERMANENTE BEWONING RECREATIEWONINGEN

Dialoog veehouderij Venray

Operationeel plan van aanpak handhaving permanente bewoning recreatiewoningen

B&W Vergadering. B&W Vergadering 29 november Voorgesteld besluit Het college heeft besloten:

Voortgangsrapportage Vitale Vakantieparken Harderwijk

Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven

Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving Bouw- en Woningtoezicht 2016 Gemeente ZUIDPLAS

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september Uitwerking beleidsuitgangspunten

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

GEMEENTEBLAD. Nr Jaarverslag handhaving INLEIDING 2 ONTWIKKELINGEN 2017

Gemeente Hillegom Evaluatie handhaving bouwtaken 2015 en programma toezicht en handhaving 2016

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& 1 8 DEC Routing

Bijlage 2: Uitkomsten verslag inloop avond over 8067 en verslag Jos Brouwer

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

1. Voorwoord. 2. Recreatiepark Watertuin. 3. Regelgeving

2 - Datum vergadering: ŭ Nota openbaar: Ja

Uitvoeringsprogramma handhaving en toezicht omgevingsrecht 2016

BELEIDSPLAN HANDHAVING PERMANENTE BEWONING RECREATIEWONINGEN

Uitvoering handhaving recreatief (nacht)verblijf buiten kampeerterreinen

Beleidsregels. oude onrechtmatige bewoning. recreatiewoningen

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

Uitvoeringsnota. handhaving verbod op permanente bewoning van recreatiewoningen. Gemeente Schouwen-Duiveland

Handhaving permanente bewoning recreatiewoningen op recreatiepark Oesterbaai

CIJFERS BOUWEN EN WONEN OVER HET JAAR 2015

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492

Gemeente Hillegom. Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

Samenvatting Integrale Handhaving

Gemeente Noordenveld. Plan van Aanpak. Permanente bewoning recreatiewoningen Vastgesteld door College van Burgemeester en Wethouders op

Toelichting BenW-adviesnota

Het college van burgemeester en wethouders van Baarle-Nassau. het beleid inzake permanente bewoning aan te passen als volgt:

Bijlage. Rapportage historische context en de effecten van het gevoerde beleid. Zaak kenmerk:

De Intentieverklaring.

Evaluatie inzet Investiga in 2013 en 2014

Memo. aan. de gemeenteraad Jaarverslag 2012 handhaving bouwregelgeving. van. Burgemeester en wethouders R.O. 27 augustus 2013.

CIJFERS BOUWEN EN WONEN OVER HET JAAR 2018

Geachte voorzitter, DSO/ RIS Aan de voorzitter van de Commissie Ruimte. Dienst Stedelijke Ontwikkeling

B en W Adviesnota ADVIES. 1. De vragen van de VVD conform bijgevoegde antwoorden beantwoorden. Beantwoording vragen VVD

B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp Inspectie BAG-beheer oktober 2014

Handhavingsbeleid niet recreatief gebruik van vakantiewoningen.

Overwegende dat het college van burgemeester en wethouders de algemene bevoegdheid heeft tegen deze overtreding handhavend op te treden;

gemeente Eindhoven Betreft startnotitie over procesvoorstel betrokkenheid gemeenteraad in relatie tot toezicht en handhaving

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

Transcriptie:

Evaluatie aanpak permanente bewoning recreatiewoningen 2015

INHOUD Inhoud...2 Deel I - Inleiding...3 1.1 Aanleiding...3 1.2 De opdracht aan de ODDV...3 Deel II resultaten in 2015...4 2.1 Stand van zaken Communicatietraject...4 2.2 cijfers en Trends...5 2.3 Conclusie...10 Deel III Integratie en uitvoering aanpak permanente bewoning in andere projecten en programma's...11 3.1 Project Vitale Vakantieparken...11 3.2 Het Programma Buitengebied...12 3.3 Nieuw bestemmingsplan recreatieterreinen Veluwe...13 Deel IV Van 2015 naar de opgave voor 2016...14 4.1 De Inzet en actiepunten voor 2016...14 4.2 Vervolgtraject 2016...16 2

DEEL I - INLEIDING 1.1 AANLEIDING Het college van B&W heeft op 9 december 2014 besloten om intensiever te handhaven tegen de permanente bewoning van recreatiewoningen. Uw gemeenteraad heeft dit besluit op 29 januari 2015 bekrachtigd. Dit betekent dat vanaf 2015 gedurende (in elk geval) drie jaar het project aanpak permanente bewoning recreatiewoningen loopt. De aanpak van het strijdige gebruik van recreatiewoningen, de 'permanente bewoning', in de gemeente Ede vindt plaats conform het ter plaatse geldende handhavingsbeleid. Per jaar moeten 150 handhavingszaken tot besluitvorming te komen. Dit moet leiden tot het terugdringen van de permanente bewoning op recreatieterreinen en het verbeteren van het recreatief product. De Omgevingsdienst de Vallei (verder: OddV) voert deze handhavingstaak voor het college uit, in samenwerking met diverse andere afdelingen van de gemeente Ede. Over de voortgang wordt elk half jaar aan het college gerapporteerd en jaarlijks aan de gemeenteraad. Voor u ligt de jaarrapportage 2015. 1.2 DE OPDRACHT AAN DE ODDV De aan de OddV meegegeven opdracht is om jaarlijks in 150 gevallen van strijdig gebruik handhavend op te treden, waarbij de handhaving plaatsvindt: 1. op basis van nieuwe inschrijvingen in de gemeentelijke Basisregistratie Personen (BRP) of vermoedens van strijdig gebruik; 2. per recreatieterrein, afhankelijk van de algehele situatie op het park en het aantal (vermoedelijke) overtredingen. De handhaving moet worden uitgevoerd conform het geldende handhavingsbeleid van de gemeente Ede dat staat beschreven in de Nota Handhaving 'Leefomgeving telt!' en de door het college vastgestelde begunstigingstermijnen voor het beëindigen van de overtreding. Aan bestaande gevallen (ofwel nummer 2 hierboven: de gevallen voor vaststelling van het uitvoeringsprogramma) wordt een termijn gegund van 1 jaar om de overtreding te beëindigen. Voor nieuwe gevallen (ofwel nummer 1 hierboven: gevallen vanaf vaststelling van het uitvoeringsprogramma) wordt een termijn van 6 maanden gegund. Uitzonderingen kunnen gelden voor: personen die vallen onder de hardheidsclausule, opgenomen in paragraaf 8.1 van de Nota Handhaving Leefomgeving telt ); personen die kunnen aantonen hun recreatieverblijf al voor 1 januari 1997 te hebben bewoond en sindsdien onafgebroken daar hebben gewoond, zoals omschreven staat in het beleid 'permanente bewoning recreatiewoningen' d.d. 17 februari 2009. 3

DEEL II RESULTATEN IN 2015 2.1 STAND VAN ZAKEN COMMUNICATIETRAJECT Het communicatietraject vormt een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle uitvoering van de aanpak van permanente bewoning. Voor dit traject is daarom in 2014 een al communicatieplan opgesteld dat ook aan uw college en raad is voorgelegd. Betrekken parkeigenaren, beheerders en bewoners De ODDV heeft in 2014 nadrukkelijk geadviseerd om de directe communicatie richting parkeigenaren, beheerders en bewoners uit te voeren op het moment dat er concreet gehandhaafd gaat worden op het park. Dit is ook gebeurd: recreatieverblijf aan recreatieverblijf is een informatiefolder over de aanstaande handhaving verspreid, er zijn brieven verstuurd naar bewoners en beheerders/eigenaren van de betreffende parken en het beleid voor de aanpak van permanente bewoning in Ede is destijds breed aangekondigd in Ede-Stad (aankondiging actief handhavingsbeleid). Ook is er een flyer in de maak die bij de publieksbalies en het sociaal team verstrekt zal worden aan mensen die zich inschrijven in het BRP op een recreatiewoning, tegelijk met het bericht dat ze daar niet permanent mogen wonen. Deze flyer dient als opstapje voor mensen bij het zoeken naar alternatieve woonruimte, en bevat de websites van grootste (sociale)huurwoningaanbieders waar zij eventueel terecht kunnen voor alternatieve woonruimte. Deze sites zijn ook getoetst op de toegankelijkheid voor de meeste personen (sociaal profiel, inschrijvingseisen etcetera). Tevens zijn de eigenaren/beheerders van alle recreatieparken in Ede persoonlijk benaderd via het project Vitale Vakantieparken, om het gesprek aan te gaan omtrent de toekomstplannen van hun park. Daarbij is ook het onderwerp permanente bewoning aan bod gekomen. Zie hiervoor verder paragraaf 3.1 Vitale Vakantieparken van deze evaluatie. Makelaars Makelaars uit de regio hebben een belangrijke rol bij de preventie van permanente bewoning. Er is door de ODDV een lijst van makelaars opgesteld en aan hen is het nieuwe beleid omtrent permanente bewoning van recreatiewoningen gecommuniceerd. Ook is daarbij op hun verantwoordelijkheid gewezen om recreatiewoningen ten behoeve van recreatie aan te bieden, en niet als reguliere woning. Daar waar de ODDV een advertentie aan trof op huizensites waarin gesproken wordt van woonruimte terwijl het om een recreatiewoning gaat, is de betreffende makelaar daar op aangesproken. Uitzendbureaus Ook de uitzendbureaus vormen een belangrijke partner in de aanpak- en preventie van permanente bewoning van recreatieparken, omdat werknemers (vooral uit het buitenland) vaak naar de parken verwezen worden voor (tijdelijke) woonruimte. Er is een gesprek tussen de ODDV en uitzendorganisatie Otto geweest. Op dit moment vindt afstemming plaats met regiogemeenten om 4

de handhaving van permanente bewoning door arbeidsmigranten in een breder perspectief aan te kunnen pakken, om het waterbedeffect hiervan te voorkomen. 2.2 CIJFERS EN TRENDS Het afgelopen jaar is van 1-1-2015 tot en met 31-12-2015 actief gehandhaafd op zowel nieuw vestiging (met belangrijkste bron de BRP inschrijvingen) in die periode als parksgewijs op twee recreatieparken: Het Toeristenmotel in Otterlo en De Scheleberg in Lunteren. In onderstaande paragraaf zijn naast de handhavingscijfers diverse algemene trends te zien, af te leiden uit de inschrijvingen in de BRP. Algemene cijfers en trends Het totale aantal BRP inschrijvingen is in de periode 1-1-2015 tot en met 31-12-2015 afgenomen van 1123 naar 985 inschrijvingen. Er zijn nieuwe inschrijvingen bijgekomen, maar meer uitschrijvingen geweest. Driekwart van de mensen die zich in deze periode op een recreatiepark in de BRP hebben ingeschreven komen vanuit de gemeente Ede zelf (156 inschrijvingen) of vanuit een andere gemeente in Nederland (158 inschrijvingen), iets meer dan een kwart van de totale inschrijvingen komt vanuit het buitenland. In dezelfde periode is eveneens een groot aantal mensen vertrokken: de meesten naar een adres buiten de gemeente Ede in Nederland (bijna de helft), een groot deel naar een ander adres binnen de gemeente (iets minder dan een derde) en een klein deel naar het buitenland (ongeveer een tiende) van het aantal uitschrijvingen. Belangrijke context bij deze cijfers is dat het hier gaat om het aantal nieuwe BRP inschrijvingen: dit geeft dus nog geen compleet beeld van het totale aantal feitelijke permanente bewoningen. Ook betreft het het aantal individuele inschrijvingen, en niet het aantal huisjes/objecten dat bewoond wordt. Hiervoor is nog een slag nodig van de BAG naar het BRP om alle registraties ook daadwerkelijk aan het juiste recreatieobject te kunnen koppelen (nu staan mensen vaak op het algemene recreatieadres ingeschreven, waardoor onduidelijk is wie waar precies woont). Het aantal bewoonde objecten ligt in elk geval een stuk lager dan het aantal individuele inschrijvingen, omdat er vaak meerdere mensen staan ingeschreven op één adres. Tevens is te zien dat het regelmatig gebeurt dat mensen binnen één jaar een aantal keren verhuizen binnen hetzelfde recreatiepark of verhuizen binnen verschillende recreatieparken. De meeste BRP inschrijvingen komen van mensen van buiten de gemeente Ede, aan de andere kant vertrekken ook de meeste mensen weer vanuit de gemeente Ede naar buiten de gemeente of het buitenland. Een zichtbare trend is dat zich in 2015 minder mensen zich hebben ingeschreven in het BRP ten opzichte van voorgaande jaren. Dat kan betekenen dat mensen daadwerkelijk alternatieve (legale) huisvesting hebben gevonden, dan wel zich elders inschrijven vanwege de preventieve werking van handhaving. 5

Aantal in behandeling genomen zaken ODDV Inmiddels zijn er 323 zaken gestart tegen huurders/bewoners en verhuurders van recreatiewoningen. Dit betreft 74 zaken tegen bewoning op het park Toeristenmotel, 32 zaken tegen bewoning op het park De Scheleberg en 217 zaken tegen nieuwe bewoning van recreatiewoningen op andere parken (BRP-inschrijvingen vanaf 1-1-2015). 6

Aantal zaken afgehandeld/beëindigd Van de 323 opgestarte zaken is in 90 zaken de overtreding beëindigd en is de zaak dus gesloten. Van deze 90 zaken is in 68 gevallen de overtreding al beëindigd voordat er een definitief besluit is opgelegd. 7

Handhavingsprocedures Van alle in behandeling genomen zaken is direct de voorfase opgestart. Deze bestaat uit een informatieve brief over het niet mogen bewonen van de recreatiewoning, het inspectiewerk en het verzenden van een vooraankondiging tot het opleggen van een last onder dwangsom. Op dit moment is in 149 zaken overgegaan tot besluitvorming: de oplegging van een last onder dwangsom (144 zaken); het besluit tot toepassen hardheidsclausule (2 zaken); het besluit tot gedogen (3 zaken). Tegen deze besluiten zijn 36 bezwaarschriften ontvangen. De uitkomst van de bezwaarschriftenprocedures is: niet-ontvankelijk: 5 zaken; gegrond: 0 zaken; ongegrond: 22 zaken, waarvan in 1 zaak wel de motivering is aangepast; ingetrokken bezwaren: 2 zaken (van de ene zaak is alsnog de overtreding beëindigd en van de andere zaak zag bezwaarde toch maar af van een procedure); 8

herroeping besluit: 1 zaak (uit nadere stukken bleek het recht op te worden gedoogd); nog te behandelen: 6 zaken. Tegen deze beslissingen op bezwaar zijn 6 beroepsschriften bij de rechtbank ingediend. De uitkomst de beroepsprocedures is nog niet bekend. De eerste zittingen staan voor begin 2016 gepland. Hardheidsclausule In de Nota Handhaving 'Leefomgeving telt' is in paragraaf 8.1 opgenomen wanneer het college gebruik zou willen en kunnen maken van de hardheidsclausule in het kader van de handhavingsbevoegdheid: als de sanctie niet in redelijke verhouding staat tot de overtreding; als de sanctie ongewenste bijeffecten heeft; als de situatie gewenst is maar nog niet legaliseerbaar. Gelet op de reden waarom intensiever wordt gehandhaafd tegen de permanente bewoning en de wijze waarop, kan de hardheidsclausule in het kader van de handhaving van permanente bewoning enkel nog worden toegepast in de situatie die is geformuleerd onder nummer 2. Het toepassen van de hardheidsclausule betekent dat je 'in een specifieke situatie anders optreedt dan je doet in andere 9

situaties van permanente bewoning'. Het toepassen van de hardheidsclausule kan dus leiden tot diverse uitkomsten, waarbij te denken valt aan bijvoorbeeld een langere begunstigingstermijn of een ander handhavingsmiddel, etc. Het kan niet leiden tot het geheel afzien van handhaving, want dat betekent dat je een gedoogbeschikking zult moeten nemen. Voorop staat ook dat dit een uitzonderlijke uitzondering op de regel is waarvoor geen vastomlijnde richtlijnen te geven zijn. Het gaat steeds om een individueel geval waarbij vanwege de bijzondere situatie maatwerk noodzakelijk is. Met deze kennis is dit jaar slechts in 2 situaties besloten om tot toepassing van de hardheidsclausule over te gaan. Voor wat betreft het toepassen van de hardheidsclausule zijn verschillende trajecten te bewandelen. In de beide gevallen waarin op dit moment de hardheidsclausule is toegepast, betekent het dat besloten is niet handhavend op te treden met een last onder dwangsom tegen de huurders. De betreffende personen zijn gekoppeld aan hulpverleners en zij zijn begeleid in het vinden van andere woonruimte. Handhaving heeft daarin zijn steentje bijgedragen door een vinger aan de pols te houden, regelmatig in contact te treden en daar waar nodig ondersteuning te bieden bij het vinden van nieuwe woonruimte. In deze specifieke situaties gaat het om een multi-probleem gezin en een alleenstaande met sociaal-psychische problematiek. Verder is ook verkend in welke gevallen de toepassing van de hardheidsclausule nog meer te verwachten is. Een te verwachten ongewenst bijeffect van handhaving is een doorkruising van eerder ingezette bestuurlijke trajecten. Daarvan zal bijvoorbeeld sprake zijn bij een schuldhulpverleningstraject. Immers: een nieuwe schuld door het verbeuren van een dwangsom leidt tot beëindiging van een dergelijk traject. Daarom zal in een dergelijke situatie veelal worden gekozen voor een begunstigingtermijn ter beëindiging van de overtreding afgestemd op het schuldhulpverleningstraject. Ervaring hiermee is nog niet opgedaan. 2.3 CONCLUSIE De handhaving op permanente bewoning verloopt goed. Met 149 zaken waarin besluitvorming heeft plaatsgevonden en 68 zaken die zonder besluitvorming tot beëindiging van de overtreding hebben geleid, wordt ruimschoots voldaan aan de opdracht om in 150 gevallen van strijdig gebruik handhavend op te treden. Over het algemeen kunnen de toezichthouders ook ongestoord hun werk doen en er zijn geen bedreigende incidenten geweest. Er is dit jaar slechts in 2 situaties besloten om tot toepassing van de hardheidsclausule over te gaan. Ook de samenwerking met gemeentelijke afdelingen zoals Burgerzaken en Receptiebalies, Belastingen, Samenleving en Beleid, Zorg en het Cluster Werk Participatie en Inkomen gaat goed. Er is- en wordt door veel afdelingen van de gemeente Ede een bijdrage geleverd aan dit project. Deze afdelingen hebben hun ervaringen ook gedeeld, de conclusies/aandachtspunten daaruit zijn opgenomen in paragraaf 4 in de opgave voor 2016. 10

DEEL III INTEGRATIE EN UITVOERING AANPAK PERMANENTE BEWONING IN ANDERE PROJECTEN EN PROGRAMMA S Op het moment lopen diverse projecten/programma s die raakvlak hebben met de aanpak van permanente bewoning van recreatiewoningen. Doel is ook om de aanpak van permanente bewoning zoveel mogelijk te integreren. Zo is niet alleen de uitvoering van de aanpak permanente bewoning in de vorm van handhaving- maar ook de meer beleidsmatige kant van de ruimtelijke ontwikkeling (toekomstperspectief recreatieve sector) onder de aandacht. Deze twee factoren zijn van essentieel belang om permanente bewoning van recreatiewoningen ook in de toekomst effectief te kunnen aanpakken en te voorkomen, en de recreatieve sector weer gezonder te maken doordat meer recreatiewoningen weer vrij komen voor de recreatieve markt. Het betreft op dit moment met name het project Vitale Vakantieparken en Het Programma Buitengebied. Later dit jaar zal ook een start worden gemaakt met een nieuw bestemmingsplan voor de recreatieterreinen (op de Veluwe). Hieronder volgt een korte toelichting over deze projecten en de raakvlakken met permanente bewoning. 3.1 PROJECT VITALE VAKANTIEPARKEN De projecten Vitale Vakantieparken (VV) en het project Aanpak permanente bewoning van recreatiewoningen hangen met elkaar samen. In de zomer van 2015 heeft de gemeente een onderzoek laten uitvoeren onder exploitanten van verblijfsrecreatieterreinen (Vitale Vakantieparken). De feitelijke resultaten zijn gepresenteerd in de folder Verblijfsrecreatie Ede in Beeld in oktober 2015. Op de resultaten heeft daarna nog een nadere analyse plaats gevonden. In het project VV is als het ware een foto gemaakt van de huidige stand van zaken op vakantieparken in Ede (september 2015). Permanente bewoning is één van de onderwerpen die in beeld gebracht is. Uit het onderzoek blijkt dat op 24 van de 72 onderzochte vakantieparken signalen zijn van permanente bewoning. Door middel van het project aanpak permanente bewoning kunnen deze signalen concreet gemaakt worden en kunnen desgewenst procedures in gang worden gezet om de permanente bewoning te beëindigen. In het project VV worden de signalen van permanente bewoning gecombineerd met signalen over de aanwezigheid van sociale problematiek en criminaliteit op vakantieparken. Het project aanpak permanente bewoning kan deze signalen gebruiken bij de prioritering van de aanpak voor permanente bewoning. Bij de prioritering van handhaving op permanente bewoning op vakantieparken kan ook de beoordeling van de toekomstbestendigheid van de parken gebruikt worden die uit het project VV naar voren komt. In het project VV worden de vakantieparken, op basis van een beoordeling van het toekomstperspectief, in drie categorieën verdeeld: goed, redelijk of slecht. De prioritering van de aanpak van permanente bewoning op vakantieparken op basis van toekomstperspectief is niet zwart-wit. Bijvoorbeeld, bij een park waarvan de toekomstbestendigheid als goed beoordeeld wordt is de problematiek minder urgent dus zou je ervoor kunnen kiezen om 11

daar een lage prioriteit aan te geven. Maar andersom is een hoge prioriteit ook verdedigbaar, vanuit de wens om een goed lopend bedrijf ook goed te willen houden. Vergelijkbare argumentaties zijn op te stellen voor bedrijven met een redelijk of slecht toekomstperspectief. De beoordeling en de specifieke informatie die daaraan ten grondslag liggen maken het wel mogelijk om de discussie over de keuze voor een bepaald park beargumenteerd te voeren. Andersom kan het project Aanpak permanente bewoning recreatiewoningen een impuls geven bij het versterken van de toeristische functie van de gemeente Ede. Vakantieparken vormen in Ede veruit het grootste aanbod voor toeristisch verblijf in Ede en zijn samen goed voor circa 850.000 overnachtingen per jaar, tegen 120.000 overnachtingen in andersoortige bedrijven. De gezondheid van deze sector is daarom essentieel voor het toeristisch product. 3.2 HET PROGRAMMA BUITENGEBIED Het doel van het Programma Buitengebied is om een actueel, integraal programma op te stellen voor het Edese buitengebied ten aanzien van de specifieke thema s die vragen om een nieuwe visie. Eén van die thema s is verblijfsrecreatie (toekomstbestendigheid recreatieterreinen, in samenhang met de regiogemeenten Veluwe en het project Vitale Vakantieparken). In het Programma Buitengebied wordt voor dit thema in belangrijke mate voortgeborduurd op de gegevens uit het ondernemersonderzoek van het project Vitale Vakantieparken en het project Aanpak permanente bewoning recreatiewoningen. Het Programma Buitengebied zal een actuele visie op de verblijfsrecreatieve sector zijn en de richting aangeven, die later verder zal worden uitgewerkt in het bestemmingsplan recreatieterreinen Veluwe en de structuurvisies Buitengebied en Kernen. Dat er een duidelijk handhavingsbeleid is inzake permanente bewoning is daarbij essentieel omdat de hoeveelheid permanente bewoning op een recreatiepark in belangrijke mate het toekomstperspectief van een recreatiepark kan beïnvloeden: weinig permanente bewoning betekent een beter toekomstperspectief als recreatief bedrijf. In het Programma Buitengebied zal in belangrijke maten worden aangesloten bij de drie categorieën voor toekomstbestendigheid die uit het onderzoek Vitale Vakantieparken zijn gekomen. Ook de ontwikkelmogelijkheden voor recreatieparken zullen aan deze categorieën van toekomstbestendigheid gekoppeld worden: een park met een goed recreatief toekomstperspectief krijgt meer ontwikkelmogelijkheden dan de parken die dat niet- of minder hebben. Die laatste moeten eerst aan een aantal (ruimtelijke) randvoorwaarden voldoen willen ze die mogelijkheden ook kunnen krijgen. Het oplossen van permanente bewoning op recreatieterreinen zal één van die voorwaarden zijn. Deze stimulans zorgt ervoor dat het ook vanuit de ondernemers zelf aantrekkelijker wordt om actief tegen permanente bewoning op te treden dan wel dit op het park niet toe te staan. Voor de parken waarbij handhaving alleen onvoldoende is, en waar geen recreatief perspectief meer is (conform diverse factoren) zal gekeken moeten worden naar een maatwerkoplossing. Eén en ander wordt in het voortraject van het bestemmingsplan recreatieterreinen nader onderzocht en uitgewerkt. 12

3.3 NIEUW BESTEMMINGSPLAN RECREATIETERREINEN VELUWE Het huidige bestemmingsplan voor de recreatieterreinen op de Veluwe (Partiële herziening Natuurgebied Veluwe, herziening recreatieterreinen, 2008) moet binnenkort worden herzien. Dit in verband met de actualiseringseis uit de Wet ruimtelijke ordening, dat bestemmingsplannen niet ouder mogen zijn dan 10 jaar. De meeste recreatieparken, campings en groepsaccommodaties binnen de gemeente Ede liggen binnen de begrenzing van dit bestemmingsplan. Dankzij het ondernemersonderzoek in het kader van het project Vitale Vakantieparken en het project aanpak permanente bewoning zijn zowel de recreatieve sector- als de mate van permanente bewoning in de gemeente Ede beter in beeld gekomen. Aan de toekomstbestendigheid van de verblijfsrecreatieve sector als geheel wordt richting gegeven in het Programma Buitengebied. Bij het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan recreatieterreinen zal in belangrijke mate op deze input voortgebouwd worden. 13

DEEL IV VAN 2015 NAAR DE OPGAVE VOOR 2016 In 2015 is de aanpak van permanente bewoning succesvol ingezet. In 2016 wordt hieraan vervolg gegeven. 4.1 DE INZET EN ACTIEPUNTEN VOOR 2016 Er zijn, naast de Oddv, vele afdelingen van de gemeente Ede betrokken geweest bij dit project zoals Burgerzaken en Receptiebalies, adeling Wonen, afdeling RO, Belastingen, Samenleving en Beleid, Zorg en het Cluster Werk Participatie en Inkomen en het Sociaal Team. Ook hun ervaringen zijn meegenomen in deze evaluatie. Tevens loopt een aantal projecten die effect hebben op het project aanpak permanente bewoning. Deze gegevens bij elkaar zijn hieronder weergegeven als uitgezette aandachts/actiepunten voor de aanpak in 2016, met daaronder een korte toelichting. De inzet voor 2016: Meer capaciteit vrijmaken voor de informatievoorziening (Burgerzaken en Belastingen) voor het sneller kunnen aanleveren van gegevens, en focus van Oddv op uitvoeringstaken van het handhavingstraject Om permanente bewoning beter te kunnen monitoren en op korte termijn adequaat te kunnen handhaven, wordt onderzocht of we BRP inschrijvingen op recreatieadressen tijdelijk in onderzoek kunnen zetten (bijvoorbeeld maximaal drie maanden). Punt is daarbij dat de benodigde gegevens inzake de bewijsvoering ook binnen die periode beschikbaar moeten komen. De opsporing van overtredingen is het afgelopen jaar enkele malen gestagneerd doordat de handhavers (lang) hebben moeten wachten op door de gemeente aan te leveren gegevens of doordat de aangeleverde gegevens onvolledig waren. Dit zag met name op de gegevens die uit het BRP aangeleverd moesten worden. De handhavers hebben naast hun kerntaak tot opsporing en aanpakken van overtredingen, ook veel tijd moeten steken in de opstart van het project, de communicatie over het project (intern en extern) en deelname in flankerende processen. Komend jaar zullen er echter intensievere controles moeten plaatsvinden wanneer overtredingen niet tijdig worden beëindigd, omdat het dan gaat om bewijsvoering inzake invorderingsbesluiten. Handhaving zal zich nog meer moeten richten op de kerntaak van handhaving. Dit vraagt ook inzet van meer capaciteit bij andere afdelingen. Inzet van sociale teams In principe is bij handhaving de overtreder in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor het vinden van alternatieve huisvesting. Voor de aanpak van overtredingen waarbij echter complexe (sociale) problematiek speelde is een begeleidingstraject gestart. In deze gevallen (twee) is tot goede maatwerkoplossingen gekomen en is alternatieve huisvesting gevonden. Deze hulp en/of bijstand in het proces door dat leidt tot beëindiging van de overtreding kan veel capaciteit vragen van de sociale teams, afhankelijk van de problematiek die speelt en het park dat wordt aangeschreven, de mate van verantwoordelijkheid die daarvoor genomen wordt, zeker als snel moet worden gehandhaafd in verband met situaties waar het recreatieobject waarin wordt 14

gewoond als onveilig is te beschouwen. De inzet van sociale teams zal van deze factoren afhangen. monitoren/bijhouden van de cijfers uit het BRP en handhaving en verbeteren kwaliteit gegevens in BRP (inschrijving relateren aan object) Bij inschrijving van nieuwe bewoners is in het verleden niet het exacte verblijfsadres genoteerd maar werden mensen ingeschreven op het algemene adres van het park, waardoor de exacte verblijfslocatie op het park moeilijker te achterhalen was.. Er zijn nadere afspraken gemaakt met Burgerzaken over het noteren van volledige adressen en er is een nieuw ICTsysteem. Nieuwe BRP inschrijvingen direct combineren met voorlichting over permanente bewoning richting inschrijvers en proactief informeren/betrekken van- en door de publieksbalies. De gemeente is wettelijk verplicht mensen in te schrijven in de BRP als zij daar wonen, maar de koppeling met het bestemmingsplan ontbreekt in de wetgeving. Dat betekent dat de gemeente de inschrijving op een recreatiewoning niet kan weigeren, terwijl mensen daar volgens het bestemmingsplan illegaal wonen en de gemeente met het enkele feit van inschrijving in de BRP niet automatisch toestemming verleend om in een recreatiewoning permanent te mogen wonen. Deze discrepantie in de wetgeving kan zorgen voor onduidelijkheid bij mensen die zich inschrijven. Het blijft dus essentieel om duidelijke en consequente informatie aan de voorkant te verstrekken als gemeente om ervoor te zorgen dat mensen direct bij de inschrijving in de BRP geconfronteerd worden met het feit dat ze op zoek moeten gaan naar alternatieve woonruimte. Vervolg afstemming met regiogemeenten ten aanzien van de aanpak van permanente bewoning door arbeidsmigranten (voorkomen waterbedeffect van permanente bewoning) Om permanente bewoning door arbeidsmigranten in een breder perspectief te kunnen aanpakken wordt overlegd met buurgemeenten en worden de overtredingen in kaart gebracht. De inzet van handhaving wordt hierop afgestemd. Er wordt een nieuw collegebesluit genomen t.a.v. het afvalinzamelingsbeleid voor recreatiewoningen. Verdere proactieve kennisdeling via website/ede-stad over permanente bewoning aan bewoners/parkeigenaren, waar nodig in samenwerking met de regio in het kader van preventie van permanente bewoning. vanuit het project Vitale Vakantieparken verder in gesprek gaan met parkeigenaren over de aanpak/preventie van permanente bewoning en toekomstperspectief bepalen. Handhaving inzetten via de lopende projecten (programma Buitengebied, Vitale Vakantieparken, bestemmingsplan Recreatieterreinen) ter ondersteuning van de vitaliteit van recreatieparken. Er ontbreekt in een aantal gevallen een toekomstvisie vanuit de ondernemer voor zijn park. Dit bemoeilijkt het resultaat van handhaving omdat niet duidelijk is wat er na handhaving met een dergelijk park gebeurt en handhaving alleen soms onvoldoende effect heeft om een park weer gezond te maken. In het kader van het project Vitale Vakantieparken wordt het ruimtelijke aspect van toekomstbestendigheid van recreatieparken samen met de eigenaren/beheerders daarom vooraf aan- en in combinatie met- handhaving opgepakt. 15

4.2 VERVOLGTRAJECT 2016 De aanpak van permanente bewoning zal, met in achtneming van de punten als genoemd in 4.1, in 2016 worden voortgezet zoals dat het afgelopen jaar is gebeurd: 1. op basis van nieuwe inschrijvingen in de gemeentelijke Basisregistratie Personen (BRP) of vermoedens van strijdig gebruik; 2. per recreatieterrein, afhankelijk van de algehele situatie op het park en het aantal (vermoedelijke) overtredingen. Daarbij is van belang dat om succesvol te kunnen blijven handhaven, de handhaving is geïntegreerd de trajecten Vitale Vakantieparken en de start van het bestemmingsplan recreatieterreinen en dient ter ondersteuning van de totale vitaliteit van vakantieparken. De reden hiervan is dat het succes van handhaving nauw samenhangt met de toekomstbestendigheid van een recreatiepark (het ruimtelijke perspectief). Om ook op lange termijn succesvol te kunnen zijn in de preventie van- en aanpak van permanente bewoning is een combinatie van handhaving en ruimtelijke ontwikkeling essentieel. De handhaving zal daardoor minder gericht zijn op het aantal te behalen zaken voor de besluitvorming maar meer op behalen van een bepaald blijvend effect (toekomstperspectief) op een park als permanente oplossing in de vitaliteit van vakantieparken. Deze integratie kan invloed hebben op het te behalen aantal nieuwe aanschrijvingen (productie) vanuit handhaving in het komende jaar. Dit aantal te behalen zaken is tevens afhankelijk van het aantal (nieuwe) BRP inschrijvingen dat wordt gedaan. Het aantal BRP inschrijvingen is in 2015 afgenomen. Door de preventieve werking van de handhavingsaanpak en doordat mensen daadwerkelijk alternatieve woonruimte vinden is de verwachting dat dit verder afneemt, waardoor ook het aantal aanschrijvingen dat de OddV hierop uit kan doen inherent afneemt. In het komende jaar zullen invorderingscontroles moeten worden uitgevoerd waardoor daar een aanzienlijk deel van de controlecapaciteit naar toe gaat, ook dit is van invloed op het aantal nieuw te starten zaken en het aantal zaken dat tot besluitvorming komt. De handhaving tegen permanente bewoning van recreatieverblijven verloopt voorspoedig. De aanpak, waarbij communicatie een belangrijk onderdeel is, werpt zijn vruchten af. Met 149 zaken waarin besluitvorming heeft plaatsgevonden en 68 zaken die zonder besluitvorming tot beëindiging van de overtreding hebben geleid in 2015, wordt ruimschoots voldaan aan de opdracht om in 150 gevallen van strijdig gebruik handhavend op te treden. Op diverse punten zal extra ingezet worden (zie paragraaf 4.1) waardoor de handhaving ook op langere termijn succesvol kan worden ingezet. Over de voortgang van dit project zal in het eerste kwartaal van 2017 opnieuw een evaluatie worden voorgelegd aan uw gemeenteraad. 16