Grondslagen van het strafrecht Minor, verbredend I. Algemene informatie 1. Naam van de minor: Grondslagen van het strafrecht 2. Taal van de minor: Nederlands (gebruik van anderstalig onderwijsmateriaal is niet uitgesloten) 3. Penvoerder: de opleiding Nederlands recht 4. Andere opleidingen die een bijdrage leveren: criminologie, wellicht ook psychologie en/of sociologie 5. Contactpersoon: prof. mr. P.A.M. Mevis, Kamer L6-26, 010-4082671/1547, Mevis@frg.eur.nl II. Inhoud (zie ook de bijlage) 1. Leerdoelen van de minor Het leerdoel van de minor is om: - studenten vertrouwd te maken met de theoretische grondslagen van de onderscheiden deelterreinen van het strafrecht in juridisch zin (inclusief de historische ontwikkeling daarvan) - studenten vertrouwd te maken met de grondslagen van denken over strafrecht en strafrechtspleging als een in de maatschappij functionerend systeem van sociale interactiviteit - studenten vertrouwd te maken met het plaatsen van actuele discussies over de inrichting van het strafrecht en het functioneren van de strafrechtspleging in de tegenwoordige maatschappij, in het geheel van deze grondslagen.
2. Op welke wijze draagt deze minor bij aan de academische kennis en vaardigheden van een derdejaars bachelorstudent? Na het afsluiten van deze minor hebben studenten geleerd op analytische wijze na te denken over grondslag-theoretische noties van strafrecht en strafrechtspleging als juridisch en maatschappelijk fenomeen. Zij kunnen actuele discussies over strafrecht en strafrechtspleging in de noties van deze grondslagen formuleren en begrijpen. 3. Voor een verbredende minor mag geen opleidingsspecifieke voorkennis worden vereist. Dit betekent dat de minor in principe geschikt moet zijn voor alle derdejaars bachelorstudenten van de Erasmus Universiteit. Iedere minor heeft wel unieke kenmerken waarbij een beroep wordt gedaan op de kennis en vaardigheden van de student. Zijn er specifieke kenmerken waarmee studenten rekening moeten houden (bijvoorbeeld: goed inzicht in wiskunde of statistiek (minimaal behaald cijfer?), goede beheersing van de Engelse taal in woord en geschrift, andere vaardigheden). Voor de minor Grondslagen van het strafrecht gelden inderdaad geen specifieke voorkennisvereisten. Wel is een groot analytsich vermogen tot het lezen, analyseren en in onderling verband brengen van veel, nogal uiteenlopende teksten noodzakelijk. Tot op zekere hoogte zullen juridische teksten (ook wetteksten en/of rechterlijke uitspraken) moeten kunnen worden gelezen. Een brede algemene en historische ontwikkeling en belangstelling is voorts noodzakelijk. III. Organisatie
1. Een minor is een samenhangend vakkenpakket van 15 ECTS. Op welke wijze vormt de minor een inhoudelijk samenhangend pakket? Voor zover thans te verwachten is, zal de minor bestaan uit één totaal van 15 ECTS. Daarbinnen worden de verschillende deelterreinen van het strafrecht en de strafrechtspleging benoemd. Zij vormen deels al van nature een samenhangend geheel (in het strafprocesrecht wordt berecht hetgeen in het materiële recht strafbaar is gesteld). Van elk van de deelterreinen worden te bestuderen grondslagen benoemd en met elkaar in verband gebracht. Onder de parapluie van strafrecht en strafrechtspleging worden aldus verschillende grondslagen daarvan separaat aan de orde gesteld. De onderwijskundige opzet zal zoveel mogelijk eenvormig zijn. Studenten hebben ten minste 2 uur contactonderwijs per week in de vorm van een werkcollege. Men name voor de bestudering van teksten zal worden gezocht naar aanvullende onderwijsvormen in de vorm van schrijf- of spreekopdrachten, al dan niet in de vorm van tussentoets. De actualiteit zal worden geaccentueerd door ten minste één (geregisseerd) bezoek aan een terechtzitting en aan een penitentiaire inrichting. Wellicht dat ten behoeve van dit doel ook incidenteel een geëigende gastdocent uit binnen- of buitenland wordt ingezet. 2. Indien de minor uit meerdere vakken bestaat, geef s.v.p. per vak antwoord op de volgende vragen. Of onderdelen van de minor in aparte vakken zullen worden opgedeeld, valt op dit moment nog niet te zeggen. Een zekere blokverdeling, bijvoorbeeld op basis van de indeling van de deelterreinen van het strafrecht, zal naar alle waarschijnlijkheid aan de opzet van de minor ten grondslag worden gelegd.
3. Welke informatiekanalen worden gebruikt om met de studenten te communiceren? Alle gebruikelijke. In het algemeen plegen wij eerst en vooral met studenten te praten. 4. Is er een maximum aantal studenten dat kan nemen aan de minor? Vooralsnog gebiedt de belasting van de sectie strafrecht alsmede de onderwijsvormen die wij voor ogen hebben inderdaad tot het voorbehoud dat het maximum aantal deelnemers aan deze minor beperkt is. Wellicht moet die grens reeds bij 40 a 50 studenten worden gezocht. IV. Toetsing Over de wijze van toetsing valt nog weinig te zeggen. In het algemeen is de verwachting dat in elk geval een deel van de tentaminering zal verlopen via beoordeling van tussentijdse opdrachten. Bijlage: voorlopige aanduiding van de inhoud van de minor Grondslagen van het strafrecht. Inhoud Grondslagen van het materiële strafrecht - Wat legitimeert de toepassing van strafrecht?: strafrecht als punitieve reactie omdat misdaan is. - Strafrecht als overheidsrecht; strafrecht als beperking van overheidrecht - Strafbaarheid en vervolgingsrecht
- Materieel strafrecht in vergelijking tot rechtshandhaving in andere rechtsterreinen - Constructie van strafbaarheid: legaliteit, geen straf zonder schuld; - Criteria voor strafbaarstelling - Grondslagen van een of meer bijzondere delictsgroepen (uitingsdelicten, euthanasie) Grondslagen van sanctiestelsel - Waarom straffen we?; straftheorieën, inhoudelijk (vergelding e.d.) als meer uitwendig (sociaal contract van Rousseau) - Straffen en maatregelen en hun historisch fundament - Hoofdlijnen en grondslagen van het bestaande strafrechtelijk sanctiestelsel - Soorten straffen, eigenheden en grondslagen, hun ontwikkeling - Instrumentaliteit van sancties gezamenlijk en per sanctie - Straftoemeting door de rechter - Vergelijking met (enkele) andere landen - Cijfermateriaal Grondslagen strafprocesrecht - Instrumentaliteit en rechtsbescherming - Strafprocesrecht als constitutioneel publiekrecht - De deelnemers aan het strafproces; grondslagen en ethiek van de beroepsgroepen - Verschillende typen strafprocesrecht (common/civil; inquisitoir en accusatoir); Nederlands systeem - Grondslagen van bewijsrecht - Grondslagen van Europees en internationaal strafprocesrecht Grondslagen van het penitentiair recht - Theorie en werkelijkheid van strafrechtelijke vrijheidsbeneming - Beginselen (minimale restricties, resocialisatie, (bijzondere) rechtsposities - Internationaal penitentiair recht - Gratiëring Contextuele grondslagen (al dan niet separaat of in het bovenstaande verwerkt): I. Grondslagen van de internationalisering van het strafrecht:
- Internationale misdrijven - Supranationale berechting - Internationale samenwerking in strafrecht: bestrijding van terrorisme, mensenhandel en drugshandel - Strafrecht en internationale grond- en mensenrechten - Het recht op een eerlijk proces als internationaal mensenrecht II. Grondslagen van strafrecht als maatschappelijk verschijnsel, veiligheid, criminologie III. (Actuele) stromingen in het strafrecht; restorative justice Een bezoek aan een terechtzitting en aan een penitentiaire inrichting zal waar mogelijk deel uitmaken van het programma.