Plan van aanpak klein Schip Bijlage 1: Kwantitatieve onderbouwing Klein Schip

Vergelijkbare documenten
Jaarmonitor goederenvervoer

Blue Ports De onmisbare schakels

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg December 2017

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Februari 2017

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Oktober 2017

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg December 2018

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg Maart 2019

Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg augustus 2019

Marktobservatie in de Europese binnenvaart Conjunctuurrapport 2 oktober 2010 Bron: Secretariaat van de CCR 5 oktober 2010)

Vervoer. Het goederenvervoer over de weg door Belgische voertuigen met minstens een ton laadvermogen

Bronnenlijst Monitor Logistiek & Goederenvervoer

Monitor Logistiek & Goederenvervoer voor Nederland

PLATOS colloquium: Trendanalyse en combinatie van databronnen voor wegvervoerinfo. N. Schmorak (RWS) L. Bus (LMB) 13 maart 2013

Masterclass Afval en Grondstof. Het Nederlandse Afvalbeleid in vogelvlucht, gemeenten in de circulaire economie

Samenvattende presentatie van het rapport Versterking van bulkvervoer door binnenvaart in Overijssel. Dr. Fatma Saçli Jaap Sytsma MSc

Watertruck Het Belang van investeren en samenwerken in het goederenvervoer via het water

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de statistiek van het vervoer per spoor (2001/C 180 E/07)

Het Belang van investeren en samenwerken in het goederenvervoer via het water. 4 september 2014

Statistiek van het goederenvervoer 2000

Marktobservatie in de Europese binnenvaart Conjunctuurrapport 1. kwartaal 2010) (Bron: CCR-secretariaat)

De vraag naar luchtvaart in de Brainportregio en het Catchment Area van Eindhoven Airport. Walter Manshanden & Leo Bus

BTW: NL B01

Foto van het spoorgoederenvervoer via de Nederlands-Duitse grensovergangen

Aanpassing WLO scenario s voor het containervervoer

Samenvattende presentatie van het onderzoeksrapport Waarde toevoegen aan transitstromen in Overijssel

Statistiek van het goederenvervoer 1999

i F jnm azi z g ne n tw erk k vo v o o r o bou o w log o ist s i t ek, k k e n lpun u t n e t n n en n ni n euw e ui u td t aging n en

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

Mainport en blueports: samenwerken aan multimodaal netwerk

Griffier van de Staten. Geleidebrief informatief. Brief van Ned. Vereniging van Binnenhavens aan Min. van I&M over bezuinigingen bediening objecten

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Transport in cijfers. Digitale editie

UITDAGINGEN BINNENVAART

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie

Rabobank Cijfers & Trends

Segmentering CO 2 -emissies goederenvervoer in Nederland

Landelijke Capaciteitsanalyse Binnenhavens

Landelijke Capaciteitsanalyse Binnenhavens

Samenvatting WP 3.2 Multimodaal internationaal container netwerk

Vervoer gevaarlijke stoffen blijft groeien / Een overzicht in cijfers van

Monitor Logistiek & Goederenvervoer voor Nederland

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Afvalconferentie 30 oktober 2014

V ERHOUDING GOEDERENGROEPEN

Onderzoeksresultaten Monitor Derde Spoor. - Panteia onderzoek Monitor Derde spoor 2016 en Lo&3Co onderzoek Monitor Derde Spoor Q1 en Q2 2018

RWS INFORMATIE NMCA goederenvervoer integraal 2017

Modal shift naar spoor?

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. betreffende de statistieken van het spoorvervoer (herschikking)

Beleidsstrategie Binnenvaart - Een landelijke markt- en capaciteitsanalyse -

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

95 Statistisch Jaarboek 2005 verkeer, vervoer verkeer vervoer 8 Onderzoek & Statistiek gemeente Hengelo

BINNENHAVENMONITOR 2015 REGIONALE KNOOPPUNTEN IN DE ECONOMIE. Haven van Deventer

Goederenvervoer van en naar Frysian Ports (2015) Monitoringsprogramma provincie Fryslân

Rabobank Cijfers & Trends

Beter benutten kanaal Almelo-Coevorden

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie. Ellen Naaykens

vervoer afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

"V,r, ' Monitoring Goederenvervoer Oost-Nederland 2003 OVERIJSSEL

Watertransport Wegtransport Op- en Overslag VACL

Workshop Bouwlogistiek

Verzonden: Aan: Van: Onderwerp: Bijlagen: Geachte heer, mevrouw,

Het west-oost goederenvervoer in Nederland: modal shift naar spoor? Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Olaf Jonkeren

Lange termijn strategiën om meer vervoer over water te stimuleren. C.J. De Vries Koninklijke Schuttevaer/Bureau Voorlichting Binnenvaart

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Benutten infrastructuur - Haarvaten netwerk

Analyse naar het economisch gebruik van het vaarwegen netwerk i.r.t. bedrijventerreinen

inhoud blz. Inleiding 1. De haven 2. Soorten havens 3. Soorten vracht 4. Lossen en laden 5. Werken in de haven 6. Filmpjes Pluskaarten

Directe transporteffecten Kanaal Gent-Terneuzen

De Raad van Bestuur en het personeel van het Instituut wensen iedereen prettige eindejaarsfeesten en een voorspoedig 2016

1. Vervoersprestaties

Haven Amsterdam Gateway to Europa

Rotterdam en de kracht van het achterland. Oss, 6 april 2011

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland

De Crisis en PHS, interpretatie van de vervoeranalyses: Beoordeling van de gevolgen van de economische crisis voor het goederenvervoer per spoor

Policy Research Corporation

Vlootontwikkeling binnenvaart

vervoer afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Workshop ICBR en CCR, Waterbescherming en scheepvaart

Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Eerste wijziging van het LAP Inspraaknotitie. 7 december 2009

MIRT - Verkenning Antwerpen Rotterdam VISIE

Goederenvervoer van en naar Friese havens (2016) Monitoringsprogramma provincie Fryslân

In gemeenten met minste huurwoningen worden de meeste huurwoningen geliberaliseerd

verkeer, vervoer STATISTISCH JAARBOEK

Buitenlandse vrachtwagens op de Nederlandse wegen

AFSTANDEN IN METERS. SBI-CODE Omschrijving CATEGORIE GROOTSTE AFSTAND GEVAAR GELUID GEUR STOF

93 Statistisch Jaarboek 2003 verkeer, vervoer verkeer vervoer 8 Onderzoek & Statistiek gemeente Hengelo

Logistieke Dag Limburg 2012:

Structuuronderzoek 22 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland

Blue Ports - waterknooppunten

Monitor Logistiek & Goederenvervoer voor Nederland Update oktober Uitgevoerd in opdracht van: Ministerie van Infrastructuur en Milieu

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Woningbouw in VINEX-bouwgemeenten: aantallen en bouwkosten

12. Capaciteitsopbouw en -benutting

Bevolkingsontwikkeling in Limburg naar leeftijd. Jonger dan 15 jaar. 45 tot 65 jaar. 30 tot 45 jaar

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

Werkloosheid in oktober vrijwel onveranderd

1 Inleiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Industry & Buildings

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

Transcriptie:

Plan van aanpak klein Schip Bijlage 1: Kwantitatieve onderbouwing Klein Schip zie hoofdstuk 3.1 Hoofdrapport

M. de Gier M. Quispel Dit rapport is uitgebracht aan EICB. Kenmerk R211133/31625/MGI/MDU Conceptversie 2 Zoetermeer, Het Gebruik van cijfers en/of tekst uit dit rapport is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Inhoudsopgave 1 GOEDERENVERVOER IN NEDERLAND 7 1.1 Inleiding 7 1.2 Ontwikkeling modal split per goederengroep 1994-29 8 2 ONTWIKKELING VAN DE VLOOT 14 3 DEELMARKTEN KLEIN SCHIP 16 3.1 Inleiding 16 3.2 NSTR hoofdstukken 17 3.3 Deelmarkten 22 4 PROGNOSE 22 37 R211133.doc 3

Miljoen ton vervoerd gewicht Kwantitatieve onderbouwing Klein Schip Samenvatting Algemene situatie In het totale vervoer per binnenvaart (235 miljoen ton) in het jaar 29 had het kleine motorvrachtschip een aandeel van 25% in het vervoerde volume (58 miljoen ton). De grens is hierbij gesteld op motorschepen met een laadvermogen tot 15 ton. Wanneer we alleen kijken naar motorvrachtschepen dan vervoeren motorvrachtschepen tot 15 ton circa 47% van de lading. Het aandeel van kleine schepen is wel duidelijk dalende, zowel in absolute als in relatieve zin. Dit is te zien in de volgende grafiek. Hieruit blijkt dat het vervoerde tonnage in 1994 door kleine schepen nog ruim boven 1 miljoen ton lag. Vooral vanaf 2 is er een dalende trend ingezet (zie groene lijn) als gevolg van de schaalvergroting in de markt. Te zien is dat juist het vervoer met schepen boven de 15 ton is toegenomen in deze periode. 16 14 12 1 8 6 4 2 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 binnenvaart mvs > 15 binnenvaart mvs <= 15 overige binnenvaart (tank, duw, koppel) Deze schaalvergroting is tevens waar te nemen in het gemiddelde laadvermogen van de vloot en het gemiddelde bouwjaar van schepen naar grootteklasse. Het gemiddelde laadvermogen van een Nederlands schip was 598 ton in het jaar 1975 en lag in het jaar 27 op 1236 ton. Het gemiddelde bouwjaar van een Nederlands motorvrachtschip in de klasse 1-15 ton is 196 terwijl een schip groter dan 15 ton een gemiddeld bouwjaar heeft van 1989. Vanaf het jaar 2 zijn er slechts 5 nieuwe kleine schepen aan de Nederlandse vloot toegevoegd, terwijl er bijna 45 schepen groter dan 15 ton zijn toegevoegd. R211133.doc 4

Deelmarkten Uit de uitgevoerde analyse blijkt dat kleine schepen in bepaalde deelmarkten een zeer belangrijke rol vervullen. De volgende markten zijn met name van belang voor kleine schepen: Agribulk; Metalen, metalen halffabrikaten; Ruwe mineralen, bouwmaterialen. Verder blijkt dat vooral het gebruik van het schip in de categorie 4 tot 1 ton sterk is afgenomen. Er blijkt een bepaalde basisbehoefte te bestaan voor spitsen (< 4 ton) en voor schepen tussen 1 en 15 ton. Uit de analyse blijkt verder dat juist grote schepen (> 3 ton) sterk in opkomst zijn geweest en een groot deel van de markt hebben overgenomen. Als we verder inzoomen op de deelmarkten dan springt de zand en grind markt eruit. Deze is met ruim 25 miljoen ton vervoerd gewicht door kleine schepen veruit het grootste. Andere markten met een substantieel volume voor kleine schepen zijn veevoeders (6,2 miljoen ton), staal (2,8 miljoen ton en kunstmest (2,2 miljoen ton). Het toekomst beeld Over het algemeen wordt op basis van WLO scenario s een groei verwacht voor vervoer van goederen. De belangrijkste markt voor het kleine schip, het vervoer van zand en grind zal echter niet veel toenemen. Voor deze markt ligt de schatting voor de ontwikkeling in het tijdvak 29 tot 22 op +5% en +2% op basis van de WLO scenario s Global Economy en Strong Europe. Een zeer sterke groei wordt echter verwacht voor transport van containers (+ 8% tot 16%). Daarnaast wordt ook een substantiële groei verwacht in het vervoer van metalen en agribulk producten. De kleine schepen kunnen hiervan meeprofiteren. Bovendien blijft er altijd een minimale basisbehoefte aan kleine schepen, als gevolg van de pure noodzaak om bedrijven te bedienen die langs kleinere vaarwegen gesitueerd zijn. Om deze minimale omvang in 22 te bepalen is het BIVAS model ingezet. Hieruit kwam naar voren dat het aantal tonkilometers op Nederlands grondgebied door kleine schepen daalt van 18,2 miljoen in 24 naar 4,6 miljoen in 22. Deze 4,6 miljoen tonkilometer betreft het absolute minimum wat in 22 vervoerd wordt door kleine schepen waarbij uitgegaan is van de groei volgens het Strong Europe scenario. Tot kansrijke markten voor de toekomst kan de containervaart worden gerekend. Gezien de modal split doelstelling van Rotterdam/Maasvlakte II is het waarschijnlijk dat dit vervoer sterk zal toenemen. Het totale containervervoer per binnenschip zal immers met een factor 5 moeten groeien tussen 21 en 235 om de modal split ambities te realiseren. Een aantal overslagterminals ligt aan kleinere vaarwegen en kan dus alleen door kleine schepen worden bediend (Tilburg, Veghel, Helmond, Hengelo). R211133.doc 5

Een andere kansrijke markt is het vervoer van recycling- en afvalstoffen. De vervoersafstanden nemen toe als gevolg van schaalvergroting in de verwerking, in combinatie met internationalisering en marktwerking. Bovendien speelt het onderwerp duurzaamheid een belangrijke rol. Er is reeds een aantal voorbeelden van afvaltransporten via kleine binnenschepen, zoals transporten Delft - Rozenburg en Delft - Hengelo. Afvalstoffen worden veelal op lokaal niveau gebundeld en kunnen niet te lang worden opgeslagen. Deze omstandigheden bieden kansen voor kleine schepen die flexibel kunnen opereren en hoge frequenties kunnen realiseren. Een voorbeeld is het afval dat verbrand wordt bij diverse installaties in Nederland. Het gaat daarbij om een totaal volume van ruim 6,3 miljoen ton. R211133.doc 6

1 Goederenvervoer in Nederland 1.1 Inleiding Om een beeld te krijgen van het goederenvervoer door het Kleine Schip wordt allereerst een overzicht gegeven van het totale vervoer in Nederland. Het totaal vervoerd volume in 29 bedraagt ruim 1.5 miljard ton (exclusief doorvoer zonder overlading). Onderstaande tabel geeft het vervoerd volume per modaliteit weer. Voor de binnenvaart geldt dat dit al het vervoer is, dus motorvrachtschepen maar ook tankvaart en duwbakken. Tabel 1.1 Totaal vervoer Nederland 29 Modaliteit Aantal ton 29 (in miljoen) Wegvervoer 721 Spoorvervoer 34 Binnenvaart 235 Short Sea 269 Deep Sea 225 Buisleiding 13 Luchtvaart 1.3 Totaal 1588 Bron: CBS publicatiebestanden, CBS Statline, Eurostat, bewerkingen NEA Figuur 1.1 Modal split Modal Split vervoerd gewicht 1% 8% 6% 4% 2% % 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 Binnenvaart Wegvervoer Spoorvervoer Buisleiding Bron: CBS, Eurostat, bewerking NEA R211133.doc 7

Figuur 1.1 toont de ontwikkeling van de modal split van de achterlandmodaliteiten tussen 1998 en 29. Hier is de zeevaart en luchtvracht buiten beschouwing gelaten. De modal split is bepaald op basis van het totaal vervoerde gewicht (exclusief doorvoer zonder overlading). 1.2 Ontwikkeling modal split per goederengroep 1994-29 Op basis van de CBS publicatiebestanden is voor iedere NSTR de ontwikkeling weergegeven van de modal split tussen de jaren 1994 en 29. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen het wegvervoer, binnenvaart door klein motorvrachtschepen (<15 ton), binnenvaart door grote motorvrachtschepen >=15 ton) en binnenvaart door tankschepen en duwbakken. Onderstaande figuren betreffen al het vervoer van, naar en binnen Nederland (exclusief doorvoer zonder overlading). Uit deze figuren blijkt dat het kleine schip een behoorlijk aandeel heeft binnen de binnenvaart voor met name de goederengroepen: NSTR: Landbouwproducten, levende dieren; NSTR1: Voedingsproducten, veevoeder; NSTR5: Metalen, metalen halffabrikaten; NSTR6: Ruwe mineralen, bouwmaterialen; NSTR7: Meststoffen. 1% Totaal vervoer 8% 6% 4% 2% % 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 binnenvaart tank/duw binnenvaart mvs > 15 binnenvaart mvs <= 15 Wegvervoer Bron: CBS Publicatiebestanden R211133.doc 8

1% NSTR Landbouw producten, levende dieren 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% % 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 binnenvaart tank/duw binnenvaart mvs > 15 binnenvaart mvs <= 15 Wegvervoer 1% NSTR1 Voedingsproducten en veevoeder 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% % 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 binnenvaart tank/duw binnenvaart mvs > 15 binnenvaart mvs <= 15 Wegvervoer R211133.doc 9

1% NSTR2 Vaste minerale brandstoffen 8% 6% 4% 2% % 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 binnenvaart tank/duw binnenvaart mvs > 15 binnenvaart mvs <= 15 Wegvervoer 1% NSTR4 Ertsen en metaalresiduen 8% 6% 4% 2% % 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 binnenvaart tank/duw binnenvaart mvs > 15 binnenvaart mvs <= 15 Wegvervoer R211133.doc 1

1% NSTR5 Metalen, metalen halffabrikaten 8% 6% 4% 2% % 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 binnenvaart tank/duw binnenvaart mvs > 15 binnenvaart mvs <= 15 Wegvervoer 1% NSTR6 Ruwe mineralen, bouwmaterialen 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% % 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 binnenvaart tank/duw binnenvaart mvs > 15 binnenvaart mvs <= 15 Wegvervoer R211133.doc 11

1% NSTR7 Meststoffen 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% % 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 binnenvaart tank/duw binnenvaart mvs > 15 binnenvaart mvs <= 15 Wegvervoer 1% NSTR8 Chemische producten 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% % 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 binnenvaart tank/duw binnenvaart mvs > 15 binnenvaart mvs <= 15 Wegvervoer R211133.doc 12

1% NSTR9 Overige goederen en fabrikaten 8% 6% 4% 2% % 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 binnenvaart tank/duw binnenvaart mvs > 15 binnenvaart mvs <= 15 Wegvervoer R211133.doc 13

2 Ontwikkeling van de vloot De laatste jaren is er een enorme schaalvergroting geweest in de binnenvaartvloot. Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van het gemiddelde laadvermogen van de vloot per land tussen 1975 en 27 in de droge ladingvaart. Naast de absolute ontwikkeling is ook de relatieve toename ten opzichte van 1975 weergegeven. Wanneer gekeken wordt naar het gemiddeld laadvermogen tussen 22 en 27 lijkt de schaalvergroting gestabiliseerd te zijn. Tabel 2.1 Vlootontwikkeling 1975 1979 1988 22 27 Index gemiddeld laadvermogen (1975=1) België 1 19 134 21 24 Duitsland 1 16 123 13 148 Frankrijk 1 17 113 19 138 Nederland 1 12 152 29 27 Totaal 1 112 135 182 191 Gemiddeld laadvermogen in tonnen België 544 591 73 194 1111 Duitsland 835 884 125 184 1237 Frankrijk 421 45 477 457 581 Nederland 598 718 96 1248 1236 Totaal 584 654 791 162 1116 R211133.doc 14

Om inzicht te krijgen in de samenstelling van de huidige vloot is in onderstaande tabel het bouwjaar per laadvermogenklasse weergegeven. Tevens is hier het bouwjaar van de motor weergegeven. Het valt op dat er veel oude motoren gebruikt worden binnen de binnenvaart. Tabel 2.3 geeft het aantal nieuwe schepen weer die vanaf 2 zijn toegevoegd aan de vloot in Frankrijk, Duitsland, België en Nederland. Van de 498 nieuwe schepen in Nederland vallen 5 schepen (1%) onder de classificering Klein Schip. Tabel 2.2 Bouwjaar schepen en motoren in Nederlandse vloot 211, motorvrachtschepen voor droge lading Laadvermogen klasse Bouwjaar Bouwjaar motor Minimum Maximum Gemiddeld Minimum Maximum Gemiddeld Aantal schepen <25 1892 1986 1927 1941 1996 1969 86 25-4 1888 29 1943 1926 2 1973 272 4-65 1897 29 1948 1938 21 1977 515 65-1 1891 27 1957 197 29 1979 715 1-15 1899 29 196 1948 29 198 689 >15 191 211 1989 194 211 1995 952 Bron: IVR 211 Tabel 2.3 Aantal nieuwe schepen toegevoegd aan de vloot per land vanaf 2 Frankrijk Duitsland Nederland België 25-4 3 4-65 6 65-1 1 17 1-15 24 3 >15 2 16 448 95 Bron: IVR 211 R211133.doc 15

3 Deelmarkten Klein Schip 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een aantal grafieken en tabellen gegeven van het vervoer per goederensoort. Deze tabellen zijn allen gebaseerd op de publicatiebestanden van het CBS die jaarlijks worden opgesteld. De grafieken bevatten al het vervoer over Nederlands grondgebied, inclusief doorvoer. Vanwege een andere registratiewijze van goederensoorten vanaf 27 is het in sommige gevallen niet mogelijk op gedetailleerd niveau data te presenteren vanaf 27. Het totaal vervoerd volume per binnenvaart in 29 bedroeg 27 miljoen ton, waarvan 146 miljoen ton vervoerd door motorvrachtschepen. Het overige deel (124 miljoen ton) werd vervoerd door samenstellen en motortankschepen. Van al het vervoer door motorvrachtschepen werd in 29 circa 45% (65 miljoen ton) vervoerd door schepen met een laadvermogen kleiner dan 15 ton. Onderstaande figuur geeft de verdeling weer per laadvermogenklasse van de totale goederenstromen door motorvrachtschepen. Hierin is te zien dat het aandeel schepen met een laadvermogen groter dan 3 ton sterk is toegenomen, ten koste van de kleinere schepen. Alle tabellen in dit hoofdstuk hebben alleen betrekking op motorvrachtschepen. De overige scheepstypen zijn achterwege gelaten. 4% Totaal vervoer Motorvrachtschepen 35% <25 3% 25-4 25% 4-65 2% 65-1 15% 1-15 1% 5% 15-3 >3 % 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 Bron: CBS publicatiebestanden Wanneer er ingezoomd wordt op de motorvrachtschepen met een laadvermogen tot 4 ton is een sterke daling te zien tussen 2 en 29. Het vervoer door schepen tot 25 ton daalt scherp van ruim 23. ton in jaar 2 naar bijna 3. ton in jaar 29. Het vervoerd volume door schepen met een laadvermogen tussen 25 en 4 ton daalde van 3.8 miljoen naar 1.2 miljoen. R211133.doc 16

3.2 NSTR 1 hoofdstukken Deze paragraaf beschrijft de ontwikkeling van het vervoer over de binnenvaart tussen 2 en 29 voor de verschillende NSTR hoofdstukken. Dit is de NSTR goederensoorten indeling op het hoogste niveau welke worden onderscheiden in de CBS publicatiebestanden. Onderstaande Tabel 3.1 toont de verschillende goederenhoofdstukken. Voor elk van de goederengroepen is het totaal vervoerd volume door motorvrachtschepen weergegeven voor het jaar 29 en het aandeel dat door het kleine schip (< 15 ton laadvermogen) is vervoerd. De producten die vallen onder NSTR categorie 3: Aardolie en aardolieproducten worden niet vervoerd door motorvrachtschepen maar door motortankschepen. Daarom is deze categorie in deze studie buiten beschouwing gelaten. Tabel 3.1 NSTR hoofdstukken Totaal Volume29 % Klein NSTR Omschrijving Volume29 Klein Schip Schip Landbouwproducten, levende dieren 8.525.976 5.91.827 6% 1 Voedingsproducten en veevoeder 1.827.32 7.69.332 7% 2 Vaste minerale brandstoffen 12.528.864 1.759.625 14% 3 Aardolie en aardolieproducten NVT NVT NVT 4 Ertsen en metaalresiduen 5.112.526 1.729.945 34% 5 Metalen, metalen halffabrikaten 7.265.63 2.887.792 4% 6 Ruwe mineralen, bouwmaterialen 68.64.648 37.68.855 54% 7 Meststoffen 4.291.21 2.248.869 52% 8 Chemische producten 6.937.989 3.385.356 49% 9 Overige goederen en fabrikaten 21.982.72 3.365.399 15% Totaal 146.112.1 65.147. 45% Bron: CBS publicatiebestanden Uit deze tabel blijkt dat de groep NSTR 6 (Ruwe mineralen, bouwmaterialen) met ruim 37 miljoen ton de veruit meest belangrijke goederensoort is voor het kleine schip. Opvallend is tevens het hoge aandeel (7%) van het kleine schip in het segment NSTR 1 (Voedingsproducten en veevoeder). 1 NSTR: Nomenclature uniforme des marchandises pour les Statistiques de Transport, Revisée R211133.doc 17

We kunnen uit de tabel concluderen dat de segmenten bouwmaterialen en agribulk de meest belangrijke goederensegmenten zijn. Het kleine schip heeft veel minder aandeel in vervoer van zware bulkgoederen zoals ertsen (NSTR 4), kolen (NSTR 2) en in het vervoer van containers (NSTR 9). Voor elk van deze goederengroepen voor het vervoer per binnenvaart is onderscheid gemaakt naar het laadvermogen van het schip dat de goederen heeft vervoerd. Deze paragraaf geeft per goederengroep een grafiek waarin de ontwikkeling per laadvermogenklasse is weergegeven tussen 2 en 29. In deze figuren zijn alleen de motorvrachtschepen weergegeven. 4,, NSTR Landbouwproducten en levende dieren 3,5, <25 3,, 25-4 2,5, 4-65 2,, 65-1 1,5, 1-15 1,, 15-3 5, >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 5,, NSTR1 Voedingsproducten en Veevoeder 4,5, 4,, 3,5, 3,, 2,5, 2,, 1,5, 1,, 5, <25 25-4 4-65 65-1 1-15 15-3 >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 R211133.doc 18

12,, NSTR2 Vaste minerale brandstoffen 1,, <25 25-4 8,, 4-65 6,, 65-1 4,, 1-15 15-3 2,, >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 5,, NSTR4 Ertsen en metaalresiduen 4,5, 4,, 3,5, 3,, 2,5, 2,, 1,5, 1,, 5, <25 25-4 4-65 65-1 1-15 15-3 >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 6,, NSTR5 Metalen, metalen halffabrikaten 5,, <25 25-4 4,, 4-65 3,, 65-1 2,, 1-15 15-3 1,, >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 R211133.doc 19

3,, NSTR6 Ruwe mineralen, bouwmaterialen 25,, <25 25-4 2,, 4-65 15,, 65-1 1,, 1-15 15-3 5,, >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 3,5, NSTR7 Meststoffen 3,, <25 2,5, 2,, 1,5, 1,, 5, 25-4 4-65 65-1 1-15 15-3 >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 6,, NSTR8 Chemische producten 5,, <25 25-4 4,, 4-65 3,, 65-1 2,, 1-15 15-3 1,, >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 R211133.doc 2

18,, NSTR9 Overige goederen en fabrikaten 16,, 14,, 12,, 1,, 8,, 6,, 4,, 2,, <25 25-4 4-65 65-1 1-15 15-3 >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 R211133.doc 21

3.3 Deelmarkten De deelmarkten zijn van te voren vastgesteld en worden in deze paragraaf verder uitgewerkt. Om de deelmarkten aan te duiden is gebruik gemaakt van de NSTR goederengroepen op een gedetailleerder niveau dan in paragraaf 3.2. De goederengroepen die worden onderscheiden in de binnenvaart zijn opgenomen in Tabel 3.2. Tabel 3.2 NSTR goederengroepen Levende dieren 51 Ruw ijzer, staal; ferrolegeringen 1 Granen 52 Halffabrikaten van ferrometaal 2 Aardappelen 53 Staaf- en vormstaal; draad, rails 3 Vers fruit; groenten 54 Platen en banden van ijzer, staal 4 Textielstoffen en 55 Gieterijproducten (ijzer, staal) 5 Hout en kurk 56 Non-ferrometalen, -halffabrikaten 6 Suikerbieten 61 Zand, grind, klei en slakken 9 Andere ruwe producten 62 Zout, ongeroost ijzerkies, zwavel 11 Suiker 63 Andere ruwe mineralen 12 Dranken 64 Cement, kalk 13 Genotmiddelen en specerijen 65 Gips 14 Vlees, vis en zuivel; spijsvetten 69 Bewerkte bouwmaterialen 16 Graan-, fruit-, groentebereidingen 71 Natuurlijke meststoffen 17 Veevoeder; voedingsmiddelenafval 72 Kunstmeststoffen 18 Oliehoudende zaden; oliën, vetten 81 Chemische basisproducten 21 Steenkool 82 Aluminiumoxide en 22 Bruinkool en turf 83 Benzol; teer e.d. ruwe producten 23 Cokes 84 Cellulose en papierafval 31 Ruwe aardolie 89 Andere chemische producten 32 Vloeibare brandstoffen 91 Vervoermaterieel 33 Energiegassen 92 Landbouwtraktoren en 34 Andere aardoliederivaten 93 Apparaten, motoren, ov. machines 41 IJzererts 94 Metaalfabrikaten 45 Andere ertsen; non-ferro residuen 95 Glas(werk), keramische producten 46 Schroot en hoogovenresiduen 96 Leer, textiel en kleding 97 Andere (half)fabrikaten 99 Overige goederen (w.o.stukgoed) R211133.doc 22

Voor het kleine schip is een aantal deelmarkten gedefinieerd die in het vervolg van deze paragraaf verder worden uitgewerkt. Onderstaande tabel toont per deelmarkt het vervoerd volume door motorvrachtschepen in 29 en het aandeel vervoerd door het kleine schip (laadvermogen < 15). Tabel 3.3 Deelmarkten Omschrijving deelmarkt + Totaal Volume29 % Klein NSTR goederengroep Volume29 Klein Schip Schip Kunstmest (71,72) 4.291.21 2.248.869 52% Suikerbieten (6) 256.138 219.598 1 86% Veevoeder (17) 7.85.694 6.161.536 79% Zand, grind, klei, slakken (61) 43.287.459 25.9.467 58% Kalkmeel, gips, cement (64,65) 1.993.224 1.561.18 78% Zout, ongeroost ijzerkies, zwavel (62) 3.469.6 85.35 23% Steenkool (21) 11.681.382 1.376.293 12% Ertsen (41,45) 2.776.13 795.87 29% Schroot (46) 2.336.396 934.858 4% Turf en Veen (22) 319.378 234.142 73% Staal (51-56) 7.265.63 2.887.792 4% Machines, constructieonderdelen (93,94) 569.773 183.647 32% Cellulose, papierafval (84) 2.18.671 497.694 25% Bron: CBS publicatiebestanden Uit deze tabel volgt dat met name de deelmarkt Zand en Grind zeer belangrijk is voor het kleine schip. Het aandeel vervoerd door kleine schepen is hoog, en het absolute volume bedraagt meer dan 25 miljoen ton. Andere markten waar een hoog volume wordt vervoerd door het kleine schip zijn onder andere Veevoeders, Kunstmesten en Staal. Het vervoer van suikerbieten per binnenvaart is gestopt na 26. Het vervoer naar de twee fabrieken in Groningen en Noord-Brabant vindt nu alleen plaats via het wegtransport. Toch zijn suikerbieten zeker wel een potentiële markt voor het Kleine Schip, maar het vereist maatwerk. 1 De data voor suikerbieten heeft betrekking op het jaar 26. R211133.doc 23

3.3.1 Agrarische producten 3,5, Kunstmest (NSTR 71,72) 3,, 2,5, 2,, 1,5, 1,, 5, <25 25-4 4-65 65-1 1-15 15-3 >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 1,, Suikerbieten (NSTR 6) 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1, <25 25-4 4-65 65-1 1-15 15-3 >3 2 21 22 23 24 25 26 Er is een enorme daling te zien in het aantal vervoerde suikerbieten na 24. R211133.doc 24

3.3.2 Veevoeder 4,5, Veevoeder (NSTR 17) 4,, 3,5, 3,, 2,5, 2,, 1,5, 1,, <25 25-4 4-65 65-1 1-15 15-3 5, >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 3.3.3 Bouwmaterialen In de ontwikkeling van het vervoerd gewicht van bouwmaterialen is een flinke daling te zien vanaf 27 voor de groep zand, grind, klei en slakken. Voor gips is vanaf 27 helemaal geen waarneming meer beschikbaar. Het kan zijn dat dit ligt aan de nieuwe wijze van bijhouden van goederensoorten. Hierdoor is het wellicht beter om te kijken naar het totaal plaatje van bouwmaterialen, waarbij niet wordt uitgesplitst naar een gedetailleerder niveau. 3,, Totaal bouwmaterialen 25,, 2,, <25 25-4 4-65 15,, 65-1 1,, 5,, 1-15 15-3 >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 R211133.doc 25

3,, Zand, grind, klei, slakken (NSTR 61) 25,, 2,, <25 25-4 4-65 15,, 65-1 1,, 5,, 1-15 15-3 >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 Kalkmeel, gips, cement (NSTR 64,65) 1,8, 1,6, <25 1,4, 1,2, 1,, 8, 6, 4, 25-4 4-65 65-1 1-15 15-3 2, >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 3.3.4 Zout 3,, Zout, ongeroost ijzerkies, zwavel (NSTR 62) 2,5, 2,, <25 25-4 4-65 1,5, 65-1 1,, 5, 1-15 15-3 >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 R211133.doc 26

3.3.5 Steenkolen 12,, Steenkool (NSTR 21) 1,, 8,, <25 25-4 4-65 6,, 65-1 4,, 2,, 1-15 15-3 >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 3.3.6 Ertsen 4,5, Ertsen (NSTR 41,45) 4,, <25 3,5, 3,, 2,5, 2,, 1,5, 1,, 25-4 4-65 65-1 1-15 15-3 5, >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 R211133.doc 27

3.3.7 Schroot 1,2, Schroot (NSTR 46) 1,, 8, <25 25-4 4-65 6, 65-1 4, 2, 1-15 15-3 >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 3.3.8 Turf en Veen 25, Turf en Veen (NSTR 22) <25 2, 25-4 15, 4-65 65-1 1, 1-15 5, 15-3 >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 R211133.doc 28

3.3.9 Staal 6,, Staal (NSTR 51-56) 5,, 4,, <25 25-4 4-65 3,, 65-1 2,, 1,, 1-15 15-3 >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 3.3.1 Machines, constructieonderdelen 6,, Machines, constructieonderdelen (NSTR 93,94) 5,, 4,, <25 25-4 4-65 3,, 65-1 2,, 1,, 1-15 15-3 >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 R211133.doc 29

3.3.11 Cellulose en papierafval 1,4, Cellulose en papierafval (NSTR 84) 1,2, 1,, 8, 6, 4, 2, <25 25-4 4-65 65-1 1-15 15-3 >3 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 3.3.12 Te verbranden afval In deze deelmarkt gaat het om te verbranden bouw- en sloopafval en huishoudelijk afval. Het CBS heeft geen gegevens in de publicatiebestanden, daarom is voor dit segment een afwijkende beschrijving gemaakt. Bouw- en sloopafval wordt grotendeels weer als grondstof gebruikt in de grond-, weg- en waterbouw (GWW) sector. De reststoffen worden veelal verwerkt bij Afval Verbranding Installaties. Totaal wordt er ruim 6,3 miljoen ton afval verwerkt via verbranding in Nederland. De volgende tabel geeft een verdeling. Tabel 3.5 geeft een overzicht van deze installaties in Nederland. Tabel 3.4 hoeveelheid te verbranden afval Omschrijving Verbrand afval in 29 in Nederland (kton) Gemengd stedelijk afval 2.763 (Grof) huishoudelijk afval 1.13 Bedrijfsafval, kantoor-, winkel- en diensten 6 Reststoffen na sorteren en scheiden 1.49 Overig / niet gespecificeerd 413 Gevaarlijk afval 44 totaal 6.333 Bron: Vereniging afvalbedrijven R211133.doc 3

Tabel 3.5 Afvalverbrandingsinstallaties in Nederland Verbrand Capaciteit Capaciteit in 29 eind 29 Uitbreiding 211 Provincie Installatie / locatie (kton) (kton/jaar) (kton/jaar) (kton/jaar) Noord-Holland Afval Energie Bedrijf Amsterdam 1.284 1.36 1.36 Zuid-Holland AVR Afvalverwerking Rijnmond 1.168 1.3 1.3 Noord-Brabant AZN Moerdijk 859 1. 1. Noord-Holland HVC afvalcentrale locatie Alkmaar 682 675 675 Drenthe Attero Noord BV GAVI Wijster 69 63 63 Overijssel Twence Afval en energie 493 516 516 Gelderland AVR Afvalverwerking BV Duiven 361 4 4 Zuid-Holland AVR Afvalverwerking Rotterdam 355 39-39 Gelderland ARN B.V. 268 31 31 Zuid-Holland HVC afvalcentrale locatie Dordrecht 189 24 156 396 Noord-Brabant SITA ReEnergy Roosendaal 57 224 224 Zuid-Holland ZAVIN CV 8 8 8 Friesland OMRIN Harlingen 228 228 Groningen E.ON Delfzijl 3 3 Totaal 6.333 7.353-6 7.347 Bron: Vereniging Afvalbedrijven Het vervoer van afval vindt grotendeels plaats over de weg, veelal doordat de afstanden tussen inzamelplaats en verwerking kort zijn. Echter, door de toenemende concurrentie (marktwerking), schaalvergroting en internationalisering in de sector worden de transportafstanden groter. Hierdoor nemen de kansen voor vervoer per schip toe. Een aantal verwerkers ontvangt reeds te verbranden afval over het water. Met name de installatie van Van Gansewinkel te Rozenburg (AVR Rijnmond) is bekend met vervoer over water. Het gaat daarbij om afval uit regio Den Haag en Utrecht. M.b.t. vervoer vanuit Den Haag betreft het een klein samenstel met een capaciteit van ca 32 TEU. AEB heeft plannen om aanvoer over water te realiseren. Andere stromen via kleine schepen zijn huisvuil tussen regio Delft en Hengelo. Ook HVC Alkmaar wil huishoudelijk afval uit de regio Flevoland over water gaan aanvoeren en heeft onderzoek laten doen naar inzet van het Barge Truck Concept 1. Echter men heeft hierbij concurrentie van de inzet van Lange en Zware Voertuigen die ook 3 TEU per keer kunnen transporteren. 1 Zie http://www.schuttevaer.nl/nieuws/scheepsbouw-en-reparatie/nid1297- huisvuilverwerker-en-veevoerfabrikant-investeren-in-barge-truck-concept.html R211133.doc 31

3.3.13 Containers In de publicatiebestanden van het CBS is een veld opgenomen met daarin het aantal vervoerde containers. Deze data zijn echter alleen tot en met 26 beschikbaar. Daarna zijn de containers niet meer juist geregistreerd. Het totaal aantal vervoerde containers (invoer, afvoer, doorvoer, binnenlands) in 26 bedroeg ruim 2.1 miljoen. Hiervan werd ruim 23. containers vervoerd door schepen met een laadvermogen kleiner dan 15 ton. Aantal vervoerde containers per binnenvaart Totaal invoer,afvoer,doorvoer,binnenlands 1,8, 1,6, 1,4, 1,2, 1,, 8, 6, <25 25-4 4-65 65-1 1-15 15-3 >3 4, 2, 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 Aantal vervoerde containers per binnenvaart - ingezoomd op Klein Schip Totaal invoer,afvoer,doorvoer,binnenlands 3, <25 25, 25-4 2, 4-65 15, 65-1 1, 1-15 5, 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 Bron: Publicatiebestanden CBS R211133.doc 32

Onderstaande figuren geven de modal split weer van het containervervoer van en naar de haven van Rotterdam. 6 Aantal containers van en naar achterland haven Rotterdam (x1 moves) 5 4 3 2 1 22 23 24 25 26 27 28 29 Binnenvaart Spoorvervoer Wegvervoer Bron: Havenbedrijf Rotterdam 1% Modal Split containervervoer van en naar achterland haven Rotterdam 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% % 22 23 24 25 26 27 28 29 Binnenvaart Spoorvervoer Wegvervoer Bron: Havenbedrijf Rotterdam Toename aantal en capaciteit inland terminals De Tweede Maasvlakte faciliteert binnen afzienbare termijn een grote groei in containerstromen waarbij er aan de exploitanten harde eisen worden gesteld aan het aandeel spoor en binnenvaart. De knooppunten in het achterland anticiperen met ambitieuze uitbreidingsplannen, mede vanuit de ervaring dat besluitvorming geruime tijd vergt. De vraag die in toenemende mate relevant is luidt: verloopt de ruimtelijke inpassing van de groei op een optimale manier voor de maatschappij, rekening houdend met belangen vanuit regionale economie, duurzaamheid en efficiency? Doordat een fijnmaziger netwerk is gevormd dat zich nog steeds uitbreidt ontstaan nieuwe discussies over nut en noodzaak van nieuwe terminals. R211133.doc 33

Inland terminals ook steeds dichterbij de zeehaven Werden overslagterminals voorheen vooral in de grensgebieden ontwikkeld, worden nu ook terminals dichterbij de Nederlandse zeehavens ontwikkeld. Terminals ontwikkelen zich als Dryport en/of Extended gate waarbij ze een deel van de functies van zeehavens overnemen. Deels liggen deze terminals ook aan kleine vaarwegen en kunnen dus alleen met kleine schepen bediend worden. Momenteel worden er terminals ontwikkeld in de volgende plaatsen: - Zutphen; - Tiel; - Weert; - Alblasserdam (naar verwachting tweede helft 212 operationeel). Intermodale vervoerders in het achterland verwachten bovendien een forse groei rondom bestaande Limburgse knooppunten zoals Venlo, Stein en Wanssum en rondom de Brabantse knooppunten waaronder Oosterhout, Tilburg, Veghel en Den Bosch. Onderstaande figuur geeft alle bestaande binnenlandse intermodale terminals weer. Bron: NEA, 211 R211133.doc 34

R211133.doc 35

Te zien is dat een aantal van de binnenvaart terminals gesitueerd is aan klein vaarwater, waardoor alleen kleine schepen (<86 meter) deze containerterminals kunnen bereiken. Het gaat bijvoorbeeld om de overslagvoorzieningen in: Den Haag; Alkmaar; Tilburg; Veghel; Helmond; Hengelo. Bron: CEMT klasse II en hoger in Nederland, CBS en AVV, 23 R211133.doc 36

4 Prognose 22 Ten behoeve van beleidsanalyses hebben de planbureaus in Nederland een viertal lange termijn scenario s ontwikkeld onder de naam Welvaart en Leefomgeving (WLO). Deze scenario s zijn gebaseerd op eerdere studies die de internationale en nationale ontwikkelingen op het gebied van economie en demografie beschrijven. De WLO scenario s beschrijven thema s als mobiliteit, energie en milieu (voor meer informatie over de scenario s verwijzen we naar www.welvaartenleefomgeving.nl). De WLO scenario s bevatten groeifactoren zijn voor de verschillende NSTR goederengroepen. Op basis van deze groeifactoren is een prognose gemaakt voor 22 voor de scenario s Global Economy (GE) en Strong Europe (SE). De kenmerken van de verschillende WLO scenario s zijn opgenomen in onderstaande tabel. Tabel 4.1 Kerngegevens WLO scenario's Global Economy (GE) Strong Europe (SE) Trans atlantic Market (TM) Regional Communities (RC) 1971-21 22-24 22-24 22-24 22-24 Mutaties per jaar in % Bevolking,7,5,4,2, Arbeidsaanbod 1,1,4,1, -,4 Werkgelegenheid,9,4,1, -,5 Arbeidsproductiviteit 1,9 2,1 1,5 1,9 1,2 Volume bbp (marktprijzen) 2,6 2,6 1,6 1,9,7 BBP per hoofd 1,9 2,1 1,2 1,7,7 index voor jaar 24 (21=1) Arbeidsproductiviteit 1 224 179 29 16 BBP 1 272 184 29 132 BBP per hoofd 1 221 156 195 133 Bron: welvaartenleefomgeving.nl R211133.doc 37

Tabel 4.2 toont de het vervoer in 29, met daaraan toegevoegd de prognose voor 22 voor beide scenario s. Deze prognose betreft alleen de motorvrachtschepen. Tabel 4.2 Prognose 22, vervoerd gewicht motorvrachtschepen (x miljoen ton) Prognose Groeifactor 29-22 NSTR goederengroep 29 22GE 22SE GE SE : Landbouwproducten, levende dieren 8.525.976 12.24.645 9.71.993 1.41 1.14 1: Voedingsproducten, veevoeder 1.827.32 14.429.574 11.28.49 1.33 1.4 2:Vaste minerale brandstoffen 12.528.864 22.93.935 15.981.14 1.76 1.28 4: Ertsen en metaalresiduen 5.112.526 8.879.617 8.696.145 1.74 1.7 5: Metalen, metalen halffabrikaten 7.265.63 13.17.222 11.493.238 1.8 1.58 6: Ruwe mineralen, bouwmaterialen 68.64.648 82.739.178 71.737.81 1.21 1.5 7: Meststoffen 4.291.21 6.325.936 5.745.486 1.47 1.34 8: Chemische producten 6.937.989 7.894.426 6.242.53 1.14.9 9: Overige goederen en fabrikaten 21.982.72 56.674.959 39.699.394 2.58 1.81 Onderstaande grafieken laten de groei per NSTR goederengroep zien voor de scenario s Global Economy en Strong Europe. De groei tussen 29 en 22 is lineair verondersteld in deze grafieken. Gezien de effecten van de economische crisis is scenario Strong Europe hierbij het meest realistisch. De NSTR goederengroepen waarin het Kleine Schip een relatief groot aandeel heeft zijn de goederengroep, 1, 5, 6 en 7. Uit bovenstaande tabel en de figuren hieronder blijkt dat met name van deze goederengroepen, 5 en 7 een sterke groei zullen doormaken tussen 29 en 22 wat perspectieven biedt voor het kleine schip. R211133.doc 38

Prognose 22 Strong Europe 2,, 18,, 16,, 14,, 12,, 1,, 8,, 6,, 4,, 2,, 1,, 9,, 8,, 7,, 6,, 5,, 4,, 3,, 2,, 1,, 24,, 22,, 2,, 18,, 16,, 14,, 12,, 1,, 8,, 6,, 4,, 2,, 1,, 9,, 8,, 7,, 6,, 5,, 4,, 3,, 2,, 1,, 2 21 2 21 2 21 2 21 22 23 24 25 26 27 28 Prognose 22 Strong Europe 22 23 24 25 26 27 28 29 21 211 212 213 214 Prognose 22 Global Economy 22 23 24 25 26 27 28 Prognose 22 Strong Europe 29 21 211 212 213 214 215 216 217 218 219 22SE 215 216 217 218 219 22SE 29 21 211 212 213 214 215 216 217 218 219 22GE 22 23 24 25 26 27 28 29 21 211 212 213 214 215 216 217 218 219 22GE NSTR NSTR1 NSTR2 NSTR4 NSTR5 NSTR7 NSTR8 NSTR6 NSTR9 NSTR NSTR1 NSTR2 NSTR4 NSTR5 NSTR7 NSTR8 NSTR6 NSTR9 R211133.doc 39

Rijkswaterstaat beschikt over een binnenvaart model BIVAS waarmee netwerkanalyses kunnen worden uitgevoerd. BIVAS staat voor "BInnenVaart Analyse Systeem". BIVAS dient te ondersteunen bij het beantwoorden van beleidsvragen over onderwerpen als: belasting van vaarwegen en kunstwerken; het effect van stremmingen; het doorrekenen van beheersstrategieën; onderhoudsscenario's. Bij elk van deze onderwerpen gaat het om het bepalen van de routes die door binnenvaartschepen afgelegd worden en het bepalen van de resulterende netwerkbelasting. Binnen BIVAS is het mogelijk prognoses uit te voeren voor de lange termijn. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de groeifactoren zoals vastgesteld voor de verschillende WLO scenario s. Om de behoefte voor het Kleine Schip in de toekomst te schatten heeft NEA een prognose gemaakt met BIVAS voor het jaar 22 onder het scenario Strong Europe (SE). Hierbij is ook de Vlootmutatiemodule toegepast binnen BIVAS. Deze module bepaald op basis van kosten welk type schip de reis idealiter (op basis van kosten) zal uitvoeren, waarbij rekening gehouden wordt met de herkomst en bestemming en de beperkingen van de vaarwegen op de te varen route. Op deze manier wordt de minimale vraag naar kleine schepen (oftewel de basisbehoefte) in kaart gebracht in 22. Onderstaande tabel toont het aantal tonkilometers per CEMT klasse op Nederlands grondgebied voor de scheepstypen M-M6 en voor de overige scheepstypen (inclusief tankvaart en duwbakken). R211133.doc 4

Tabel 4.3 Tonkilometers 24 en 22 per vaarwegklasse Tonkm 24 (x miljoen) Tonkm 22 SE (x miljoen) Vaarwegklasse M-M6 Overige Totaal M-M6 Overige Totaal Onbekend 4 2 6 2 4 6 I II 6 6 6 6 III 198 7 25 152 42 195 IV 148 3 15 116 15 131 V 1,161 22 1,363 662 659 1,321 VI 1,256 14,361 24,617 2,322 23,97 26,229 IJssel 1,153 241 1,394 619 1,5 1,624 Lek 1,9 575 1,665 392 787 1,179 Waal 4,135 12,553 16,688 369 17,926 18,294 Totaal 18,15 27,943 46,94 4,641 44,345 48,985 Bron: BIVAS 2.4.1_24 Uit Tabel 4.3 volgt dat er in het jaar 22 nog een basisbehoefte is om 4,61 miljard tonkilometer te maken met het kleine schip. Dit is echt de ondergrens en de werkelijkheid zal dan naar verwachting hoger uitpakken voor het kleine schip. In de prognose is er vanuit gegaan dat voor iedere reis het meest kostenefficiënte schip wordt ingezet. In werkelijkheid zal dit niet voor alle reizen gebeuren vanwege capaciteitsrestricties van de opslag bij de havens, beschikbaarheid van schepen en allerlei andere factoren. De onderstaande tabellen tonen de tonkilometers uitgesplitst per vaarweg per scheepstype en per NSTR goederengroep. Hierin is te zien dat met name de agribulk en bouwmaterialen vervoerd wordt over de kleinere vaarwegen (t/m CEMT IV). R211133.doc 41

1 Voedingsproducten en veevoerder Landbouwproducten, levende dieren Kwantitatieve onderbouwing Klein Schip Tonkm 24 (x miljoen) Tonkm 22SE (x miljoen) NSTR Vaarweg M-M6 Overig Totaal M-M6 Overig Totaal Onbekend I II 1 1 1 1 III 23 24 21 3 24 IV 12 12 8 1 9 V 151 42 193 96 123 219 VI 731 244 975 271 853 1,124 IJssel 88 2 19 73 74 147 Lek 65 11 76 24 56 8 Waal 243 129 372 3 47 437 Totaal 1,316 447 1,762 524 1,516 2,41 Tonkm 24 (x miljoen) Tonkm 22SE (x miljoen) NSTR Vaarweg M-M6 Overig Totaal M-M6 Overig Totaal Onbekend II III 22 22 11 6 17 IV 5 5 2 3 V 11 5 17 26 53 79 VI 1,137 338 1,475 182 1,246 1,428 IJssel 25 8 214 23 144 167 Lek 244 28 272 32 132 163 Waal 497 278 775 26 833 859 Totaal 2,212 658 2,87 34 2,413 2,716 R211133.doc 42

3 Aardolie en aardolieproducten 2 Vaste minerale brandstoffen Kwantitatieve onderbouwing Klein Schip Tonkm 24 (x miljoen) Tonkm 22SE (x miljoen) NSTR Vaarweg M-M6 Overig Totaal M-M6 Overig Totaal Onbekend III IV 1 1 V 2 2 2 1 3 VI 468 1,577 2,45 5 1,795 1,8 IJssel Lek 99 69 168 2 3 Waal 32 1,854 2,155 2 1,853 1,855 Totaal 889 3,5 4,39 9 3,652 3,661 Tonkm 24 (x miljoen) Tonkm 22SE (x miljoen) NSTR Vaarweg M-M6 Overig Totaal M-M6 Overig Totaal Onbekend II III 1 1 IV 1 1 1 1 V 24 28 53 37 22 59 VI 1,31 3,924 4,955 599 4,5 5,99 IJssel 41 68 19 79 41 12 Lek 178 293 471 234 161 395 Waal 479 2,15 2,494 17 2,7 2,717 Totaal 1,756 6,329 8,85 968 7,424 8,392 R211133.doc 43

5 Metalen, metalen halffabrikaten 4 Ertsen en metaalresiduen Kwantitatieve onderbouwing Klein Schip Tonkm 24 (x miljoen) Tonkm 22SE (x miljoen) NSTR Vaarweg M-M6 Overig Totaal M-M6 Overig Totaal Onbekend II III 5 5 6 6 IV 7 7 7 7 V 32 1 32 18 9 27 VI 351 1,7 2,51 62 1,915 1,977 IJssel 19 3 22 5 15 2 Lek 27 7 34 1 9 19 Waal 189 3,432 3,621 5 3,286 3,292 Totaal 632 5,142 5,774 113 5,235 5,348 Tonkm 24 (x miljoen) Tonkm 22SE (x miljoen) NSTR Vaarweg M-M6 Overig Totaal M-M6 Overig Totaal Onbekend II III 1 1 1 1 IV 2 2 1 1 V 24 1 25 5 9 14 VI 61 462 1,72 38 1,13 1,168 IJssel 11 1 11 3 8 11 Lek 67 8 74 2 17 19 Waal 44 519 923 15 1,72 1,87 Totaal 1,118 991 2,19 66 2,236 2,33 R211133.doc 44

7 Meststoffen 6 Ruwe mineralen, bouwmaterialen Kwantitatieve onderbouwing Klein Schip Tonkm 24 (x miljoen) Tonkm 22SE (x miljoen) NSTR Vaarweg M-M6 Overig Totaal M-M6 Overig Totaal Onbekend 3 1 4 2 2 3 I II 3 3 4 4 III 118 4 123 93 18 111 IV 85 2 87 63 11 74 V 66 75 735 332 359 691 VI 4,21 1,497 5,698 78 4,597 5,35 IJssel 72 114 816 368 647 1,15 Lek 275 41 317 59 23 289 Waal 1,332 958 2,289 241 2,21 2,451 Totaal 7,38 2,692 1,72 1,869 8,73 9,942 Tonkm 24 (x miljoen) Tonkm 22SE (x miljoen) NSTR Vaarweg M-M6 Overig Totaal M-M6 Overig Totaal Onbekend I II 1 1 III 6 6 4 1 5 IV 12 12 8 8 V 57 57 29 13 42 VI 479 175 654 96 573 668 IJssel 34 1 34 6 22 28 Lek 3 6 37 7 9 16 Waal 193 81 273 12 312 324 Totaal 811 263 1,74 163 93 1,92 R211133.doc 45

9 Overige goederen en fabrikaten 8 Chemische producten Kwantitatieve onderbouwing Klein Schip Tonkm 24 (x miljoen) Tonkm 22SE (x miljoen) NSTR Vaarweg M-M6 Overig Totaal M-M6 Overig Totaal Onbekend 1 1 1 II III 9 9 2 8 1 IV 15 15 19 1 2 V 28 1 28 31 5 36 VI 583 1,844 2,427 181 3,35 3,216 IJssel 2 3 6 4 5 Lek 4 17 57 1 2 31 Waal 36 1,333 1,639 9 2,254 2,263 Totaal 983 3,199 4,182 254 5,329 5,582 Tonkm 24 (x miljoen) Tonkm 22SE (x miljoen) NSTR Vaarweg M-M6 Overig Totaal M-M6 Overig Totaal Onbekend 1 I II III 13 2 15 13 6 19 IV 7 8 7 1 8 V 63 49 112 84 66 15 VI 665 2,6 3,265 18 4,263 4,443 IJssel 5 22 72 61 51 112 Lek 64 94 159 13 152 165 Waal 191 1,955 2,146 12 2,998 3,1 Totaal 1,53 4,723 5,776 37 7,537 7,97 R211133.doc 46