Het opleiden van leerlingen en stagiaires is een vak apart en draait om het vinden van de balans tussen bedrijfsbelang, belang van de leerling en persoonlijk belang. Ook leerlingen die net van de opleiding afkomen, hebben vaak nog interne begeleiding nodig. Hoe begeleid en beoordeel je leerlingen? Hoe geef je een leerling inzicht in zijn/haar leermotivatie? Hoe ga je om met het dilemma tussen opleiden en de primaire taak van het leerbedrijf
Opleidingscoördinator / Eigenaar SOZON (opleiding voor allround zwembadmedewerker) Docent CIOS-Heerenveen management en duiken Opleiding: ALO, Sportmanagement (RUG) Voorheen: docent en cursusontwikkelaar KNZB, manager zwembad Norg, SFN, Docent L.O., docent zwemmen CIOS
Aan de hand van 3 stellingen wil ik bekijken hoe u tegen het fenomeen meester & gezel aankijkt. Voorstanders en tegenstanders zullen bij elkaar zitten en hun menig geven.
In Nederland zitten we niet te wachten op meesters en gezellen. Laat de opleidingen maar zorgen voor een betere begeleiding. In het zwembad hebben we het al druk genoeg.. Voor / Tegen
De zwembaden moeten veel meer invloed hebben op het zwemonderwijs in Nederland. Elk zwembad zou eigenlijk een meester in dienst moeten hebben, dan zal de kwaliteit van de (aanstaande) zwemonderwijzers aanzienlijk verhoogd worden. Voor / Tegen
Meester / Gezel is al zo oud als de middeleeuwen, dat we dat nog niet in de zwembaden hebben ligt voornamelijk aan de `zuinige houding van de werkgevers. Zij moeten geld en middelen vrij maken om dit in te kunnen voeren. Voor / Tegen
1 Kies de stelling (niet de voors of tegens) die je het meeste aanspreekt. 2. Benoem 3 argumenten voor of tegen deze stelling (samen met je groep). 3. Ga luisteren naar de voor/tegenstander. 4. Besluit dan in je eigen groep of je argumenten nog behouden kunnen blijven. 5. Presenteer de uitkomsten.
1. In Nederland zitten we niet te wachten op meesters en gezellen. Laat de opleidingen maar zorgen voor een betere begeleiding. In het zwembad hebben we het al druk genoeg.. 2. De zwembaden moeten veel meer invloed hebben op het zwemonderwijs in Nederland. Elk zwembad zou eigenlijk een meester in dienst moeten hebben, dan zal de kwaliteit van de (aanstaande) zwemonderwijzers aanzienlijk verhoogd worden. 3. Meester / Gezel is al zo oud als de middeleeuwen, dat we dat nog niet in de zwembaden hebben ligt voornamelijk aan de `zuinige houding van de werkgevers. Zij moeten geld en middelen vrij maken om dit in te kunnen voeren.
Meester-Gezel methode is misschien wel de oudste vorm van onderwijs. In vroeger dagen werd een gezel lid van een gilde en begon hij te werken als leerling..
Na deze eerste periode (vergelijkbaar met stage) ging hij in de tweede periode van zijn opleiding dan als gezel nauw samenwerken met de meester om het beroep tot in de puntjes te leren. De meester was verplicht al zijn kennis en vaardigheden over te brengen aan de gezel. Na een leerschool van opnieuw enkele jaren mocht de gezel zichzelf meester noemen en zich als meester te vestigen
In de middeleeuwen speelden de gilden een voorname rol in de economie. Zij bewaakten de capaciteit door het grote aantal vestigingen en meesters te beperken en de kwaliteit doordat een leerling op een gegeven ogenblik zelfstandig zijn meesterwerkstuk moest maken.
Dit meesterwerkstuk omvatte niet alleen het maken van het product, maar ook het ontwerpen en tekenen er van. De leerling bleef, als hij geslaagd was bij een meester werken tot er een andere meester overleed of stopte en kon zich dan zelfstandig vestigen. Centraal stond dus het individuele vakmanschap. De opleiding vond plaats door afkijken en leren via uitproberen
1. De capaciteit 2. Kwaliteit 3. Maken 4. Ontwerpen 5. Tekenen. 6. Zelfstandig 7. Individuele vakmanschap
1. De meester/gezel-leervorm is een manier om het vakmanschap in stand te houden en uit te breiden of te reguleren. 2. Het zijn meestal de leidinggevenden die bepalen wie de meesters worden, en daarbij worden fikse eisen gesteld 3. Het lesgeven 4. Het ontwikkelen van nieuwe methodieken.
5. Het uitwerken van nieuwe didactieken 6. Meester worden. 7. Leren op de werkplek die de medewerk(st)ers helpt zich verder te ontwikkelen.
Het betreft mensen uit de eigen organisatie, die bekend staan als echte vakmensen, en van wie we ook weten dat ze in staat zijn kennis over te dragen. Zij weten een zodanige omgeving te creëren dat de gezellen zich vakmatig kunnen ontwikkelen. De meesters stellen het behalen van de resultaten voorop. Van de gezellen verwachten we dat zij een bovengemiddelde inspanning leveren om zich te ontwikkelen.
De meesters van de verschillende zwembaden wisselen geregeld onderlinge ideeën uit. Er wordt voor en met hen een leerinstrument ontworpen en besproken, dat moet dienen om de leervragen van de gezel boven tafel te krijgen. De leerdoelen moeten goed zichtbaar worden. Na voltooiing van een onderdeel wordt een paraaf gegeven door een meester waarbij hij een waarborg afgeeft voor de overdracht van zijn kennis.
Hoge eisen worden gesteld aan meester Meerdere cursisten bij 1 meester Kleine zwembaden vissen achter het net Wie bepaalt de meester (NPZ/ branche/ de opleidingen) Wie betaalt het? Of onderdeel binnen functie? Hoe wordt er door de achterwacht op gereageerd?
Opleiden moet op dit moment sneller en sneller Wie zit er dan te wachten op een nieuwe constructie? Wie zet zich hiervoor in? Wat kost het? Moet de opleidingsstructuur weer op de helling?
Het aloude meester-gezelprincipe, een vorm van informeel leren die innovatie kan stimuleren. Meester-gezel relaties en coaching zijn technieken die toegepast worden om individuele leerprocessen te sturen, professionele ontwikkeling te stimuleren en om kennisoverdracht tussen collega s te bevorderen. Het centrale thema hierbij is de ontwikkeling van de competenties en vaardigheden van de medewerker
Meester-gezel relaties helpen met name minder ervaren medewerkers hun vaardigheden te verbeteren om hun werk beter te doen doordat een oude rot in het vak haar of zijn vakkennis overdraagt. Er wordt inhoud gegeven aan de begeleiding en vindt er periodiek evaluatie plaats.
1. Ontdek wat je wil leren en zoek naar de juiste persoon, iemand van wie je iets kunt leren en die tijd voor je vrij wil maken. 2. Leg contact. De ervaring is dat de meeste potentiële meesters gevleid zijn met een verzoek en tijd voor je maken, ook als ze behoorlijk hoog in de boom zitten. Dat ze bovendien achteraf vinden dat het hen ook veel gebracht heeft.
3. Reflecteer, kijk mee, en doe het zelf. Volg je meester eens bij een overleg: hoe krijgt hij het voor elkaar iedereen enthousiast te maken? Vraag hem of haar een keer met jou mee te gaan naar een ander bad. 4. Maak het goed af. Het is een eindig traject, tenslotte is de meester niet je manager. Het is wel netjes als je je meester ook (een deel van) de credits geeft van jullie gezamenlijke succes in de organisatie.
Het mooie van deze aanpak is bovendien nog dat je gemakkelijk contact krijgt op een niveau waar je anders niet snel terecht was gekomen. Je (zelfkennis) ontwikkelen en je netwerk verbreden, dat is wat de oude meesters, die ook ooit als gezel waren gestart, in de zeventiende eeuw al heel goed hadden gezien.
Gelukkig hebben we in Nederland de gewoonte om alle opleidingen ook in het Engels weer te geven, dus als we toch gaan voor het meester gezel idee dan maar op z n Engels Master & Journeyman Of toch Nederlands: Stagebegeleider en stagiair? Bedenk zelf eens een modernere versie.
Opleidingen Branche organisatie NPZ Grote zwembaden Kleine baden