Datum Voorletters + Achternaam Uw kandidaatnummer :. : : Naam van de instelling waar u werkt : Adres instelling : Proefexamen Kandidaat-versie Verzorgingshulp B / Verzorgende C en D Deelkwalificaties 3 en 4 Huishoudelijke Werkzaamheden / Beroepshouding 1
Instructies voor de kandidaat Informatie over de toets Tijdsduur (standaard) : 75 minuten Maximum te behalen punten : 30 Op het voorblad vult u de gevraagde gegevens in. Let op: gebruik de achternaam die u bij uw geboorte hebt gekregen. Niet de achternaam van uw echtgenoot! Alle antwoorden moeten met pen ingevuld worden (blauw of zwart) Bij elke vraag staat het aantal punten dat u voor deze vraag kunt behalen. Bijvoorbeeld: Score 2 punten De toets bestaat uit een aantal casussen (praktijksituaties). Elke casus omvat een aantal open vragen en meerkeuzevragen. Meerkeuzevragen Bij de meerkeuzevragen omcirkelt u slechts één (1) antwoord. Open vragen Bij de open vragen schrijft u de antwoorden op in de opengelaten ruimte onder de vraag. Wanneer deze ruimte te klein is, schrijft u verder op de achterkant van het blad. Zet er dan wel het nummer van de vraag bij. Antwoord slechts op wat gevraagd wordt. Bijvoorbeeld als er 3 voorbeelden gevraagd worden, geef dan 3 voorbeelden en niet meer. Alleen de eerste 3 antwoorden worden beoordeeld. De overige niet. - zet de 3 antwoorden onder elkaar - zet een nummer voor elk antwoord Geef korte, puntsgewijze antwoorden bij vragen die beginnen met Noem, Geef of Schrijf op. Wanneer wordt gevraagd iets te beschrijven of te motiveren geef dan een uitgebreider antwoord. VOORDAT U MET HET BEANTWOORDEN BEGINT: LEES EERST ALLE VRAGEN DOOR! 2
Casus 1 Vandaag ga je naar een nieuwe zorgvrager, mevrouw De Man. Zij is 85 jaar en heeft op aandringen van haar huisarts hulp aangevraagd. Je bent nog maar net binnen of ze heeft je al verteld dat ze lerares huishoudkunde is geweest en dus precies weet hoe je moet schoonmaken. Opgave 1 Bij jullie overleg blijkt dat ze het onzin vindt om iedere week te stofzuigen. Wat wordt er nou vuil, ze woont er toch maar alleen. Geef haar 2 redenen waarom schoonmaken belangrijk is. Opgave 2 Het blijkt dat de stofzuiger van mevrouw De Man oud is en ook niet meer zo goed werkt. Op jouw aanraden wil ze een andere stofzuiger aanschaffen. Ze vraagt aan jou waar ze bij de aankoop op moet letten. Noem 3 punten waar ze op moet letten. 3
Opgave 3 Als je in de werkkast de werkdoeken vindt, zie je dat deze niet echt schoon zijn. Noem 2 nadelen van het werken met vuil werkmateriaal. Opgave 4 Je spreekt met mevrouw af, dat zij de woonkamer een dagelijkse beurt geeft op de dagen dat jij er niet bent. Wat hoort bij een dagelijkse beurt? Omcirkel het juist antwoord: a. Opruimen, legen van volle asbakken, verwijderen van vlekken op tafels b. Legen van volle asbakken, ramen wassen, dweilen van de daarvoor geschikte vloeren c. Opruimen, nat afnemen deuren, ragen van de plafonds. d. Legen van volle asbakken, stofzuigen onder de stoelen, stoffen. Opgave 5 In haar opleiding tot lerares heeft ze geleerd dat je in het huishouden alles kunt schoonmaken met soda. Het enige schoonmaakmiddel wat je dan ook aantreft is soda. Op jouw verzoek wil ze wel andere schoonmaakmiddelen aanschaffen, maar niet te veel. Wat voor soorten schoonmaakmiddelen zou jij aanraden om aan te schaffen? Omcirkel het juist antwoord: a. Allesreiniger, chloor, schoonmaakazijn. b. Allesreiniger, schuurmiddel, kalkoplosser. c. Groene zeep, afwasmiddel. allesreiniger. d. Kalkoplosser, schoonmaakazijn, soda. 4
Opgave 6 In de woonkamer van mevrouw staan veel antieke meubelen, de meeste moet je in de was zetten. Op welke manier stof je deze meubelen af. Omcirkel het juist antwoord: a. Met een klamvochtige doek b. Met een stofkwast c. Met een stofdoek d. Met een vochtige zeem Opgave 7 Mevrouw de Man blijft het onzin vinden dat de woonkamer iedere week gestofzuigd moet worden. Je wilt toch tot een werkbare afspraak komen. Op welke manier zou je dit oplossen?. Noem 2 oplossingen. Opgave 8 Je bent nu al een aantal weken bij mevrouw de Man en de aangeschafte schoonmaakmiddelen raken op. Jij vraagt of ze deze opnieuw wil kopen. Ze wordt heel boos op jou, want ze vindt dat je veel te veel schoonmaakmiddel hebt gebruikt als het nu al op is. Ze wil je niet meer hebben als verzorgingshulp. Hoe ga je met dit ontstane conflict om: a. Het conflict bespreken met de zorgvrager en je leidinggevende b. De zorgvrager overtuigen van jouw mening c. Een collega jouw werk over laten nemen. d. De schoonmaakmiddelen van thuis meenemen 5
Casus 2 Mevrouw Hoessein is sinds kort weduwe. Haar kinderen werken allemaal en haar verdere familie woont nog in Turkije. In het zorgplan staat dat je naast de zwaar huishoudelijke werkzaamheden ook voor de lunch zorgt. Jij komt er twee maal in de week. Opgave 9 In overleg met mevrouw maak je een lunch en houd je rekening met de islamitische voedingsvoorschriften. Noem 2 voedingsvoorschriften. Opgave 10 Mevrouw eet niet meer zoveel. De samenstelling van de lunch is dus belangrijk. Waar let je op bij het samenstellen van deze lunch. Noem 3 punten Opgave 11 De eerste keer maak je de lunch klaar met de voorraad, die aanwezig is in huis. Je moet een keuze maken uit de levensmiddelen die je aantreft. Wat kies je? a. Geopend blik vruchten, dat al een paar dagen in de koelkast staat. b. Melk 5 dagen voorbij de houdbaarheidsdatum c. Nieuwe ongeopende pot aardbeienjam. d. Vleeswaren, die verkleurd zijn en stinken. 6
Opgave 12 Je krijgt het idee dat mevrouw meer zelf kan dan dat ze nu wil. Op welke manier zou je mevrouw kunnen stimuleren? Omcirkel het juiste antwoord a. Je vraagt haar de koelkast schoon te maken b. Je vraagt haar na het eten de afwas doen c. Je vraagt haar samen met jou de tafel te dekken d. Je vraagt haar als jij weg bent de keukenvloer te dweilen. Casus 3 Je werkt al ruim een jaar bij meneer van Zijde, 60 jaar oud. Je geeft hem hulp bij huishoudelijke werkzaamheden en je verzorgt de was voor hem. Hij is erg netjes op zijn kleding. Opgave 13 Op een morgen kom je bij hem en hij voelt zich ziek. Hij heeft die nacht diaree gehad en overgegeven, of het besmettelijk is weet je niet. Jij zult zijn bed moeten verschonen en alles wassen. Noem 3 punten waar je op let bij de behandeling van besmet wasgoed. Opgave 14 Nu je toch aan het wassen bent bij meneer van Zijde kijk je of er nog meer in de wasmand ligt. Je vindt er een 100 % wollen trui. Welk wasmiddel zou je hiervoor gebruiken, als hij de volgende wasmiddelen in huis heeft. a. Fijnwasmiddel b. Witwasmiddel c. Biologisch inweek- / voorwasmiddel d. Wasverzachter 7
Opgave 15 Op het wasrek hing nog schoon linnengoed. Normaal ruimt meneer dit zelf op, maar in overleg met meneer vouw jij deze was vandaag voor hem op. Op welke manier vouw je de was op van een zorgvrager? a. Zoals jij het thuis ook opvouwt b. Zoals de zorgvrager het wil c. Je maakt er smalle stapels van dan kan er meer in de kast. d. Je legt het niet gevouwen in de kast Casus 4 Je komt bij Mevrouw van der Stoel, 40 jaar. Door een val thuis zit ze sinds kort in een rolstoel. Het huis is inmiddels aangepast aan de rolstoel. Mevrouw heeft zich nooit zo verdiept in de huishouding, want ze had altijd een baan en een hulp deed het huishouden. Opgave 16 Mevrouw ziet dat je veel huishoudelijke werkzaamheden doet met handschoenen aan. Ze vraagt: " Ben je vies van mij en mijn huis? Je legt haar uit dat je dit doet om hygiënisch te werken en vertelt haar dat je ook nog op andere dingen let om zo hygiënisch mogelijk te werken. Noem 2 hygiënische maatregelen. Opgave 17 Mevrouw ziet jou op een trap staan om de ramen te zemen. Door haar val in huis ziet ze overal gevaren en tijdens het koffie drinken vraagt ze aan jou of je toch wel op je veiligheid let tijdens het werken. Noem 3 manieren om de veiligheid tijdens je werkzaamheden te bevorderen 8
Opgave 18 Het is de bedoeling dat mevrouw zelf weer boodschappen gaat halen, maar voorlopig haal jij voor haar wat dagelijkse boodschappen in de supermarkt om de hoek. Als jij deze boodschappen gaat halen let je op een aantal punten. Noem 2 punten. Opgave 19 Het huis van Mevrouw van der Stoel is aangepast aan een rolstoelgebruiker. Dat brengt vaak met zich mee dat jij bij bepaalde aanpassingen, bijvoorbeeld het aangepaste aanrecht, extra moet letten op je eigen werkhouding. Wat is volgens jou een goede werkhouding? a. Een werkhoogte tussen heuphoogte en schouderhoogte b. Een werkhouding die je langer dan 1 minuut moet volhouden c. Een werkhouding waarbij je verder moet reiken dan je onderarm d. Meubels optillen of verschuiven, die meer wegen dan 25 kg. Opgave 20 Je bent bij mevrouw van der Stoel. Je hebt al eens op de thermometer in de woonkamer gekeken en je zag dat die op 25 o C stond. Je hebt het warm, je werkt niet prettig. Je vraagt of de temperatuur lager mag. Mevrouw van der Stoel vindt jouw vraag onzin, het is toch haar huis. Hoe zou jou hierop reageren? a. Je houdt je mond en zet zonder overleg de kachel lager b. Je zegt dat je mevrouw een egoïstisch mens vindt c. Je legt nog een keer uit dat jij je werk beter kan doen bij goede werkomstandigheden d. Je klaagt erover bij een collega 9