Analyse naar het gebruik en de percepties van huisartsen t.a.v. de zorgtrajecten DM en CNI Destelbergen-Gent-Melle-Merelbeke

Vergelijkbare documenten
Analyse van de percepties van diabeteseducatoren t.a.v. het zorgtraject Diabetes. (regio Destelbergen-Gent-Melle-Merelbeke)

Schatting aantal diabetespatiënten in de projectregio Gent/Merelbeke

Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen?

ALGEMENE VERGADERING 18/06/2014

Jeugdbeweging in Gent in cijfers Chirojeugd Vlaanderen, FOS Open Scouting, KSA en Scouts en Gidsen Vlaanderen in Gent

1 e lijns psychologische hulp. CAW Oost-Vlaanderen OCMW Psychologische dienst LDC Psychologen Psychologen Algemene Ziekenhuizen

Presentaties. De volgende sprekers gaven een voordracht (telkens met desbetreffende discipline):

AANVRAAGFORMULIER ARTIEST ZKT VOOR ORGANISATOREN

ACTIEPLAN Lokaal Multidisciplinair Netwerk Zuid West-Vlaanderen

Aanvraag subsidie Wijk aan Zet oproep september 2017

Feedback rapport per huisarts

Y:\HZW\2017\LMN\Stuurgroep zorgtrajecten 1

Aanvraag subsidie Duurzame Wijken

toelichting sociale regie in Gent

ACHIL: evaluatie van de zorgtrajecten diabetes mellitus type 2 en chronische nierinsufficiëntie

Hoe gaat het zorgtraject diabetes type 2 er in de toekomst uitzien? Stand van zaken na de evaluatie

Aanvraag subsidie Duurzame Wijken

RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN

Een EFFECTIEF NAVORMINGSPROGRAMMA VOOR HUISARTSEN? Evaluatie-rapport proefproject navormingsprogramma Diabetes Mellitus (2013)

Situering op kaart. WIJKFICHES Bloemekenswijk. statistische sectoren Bloemekenswijk. 1,67 km 2 (1,1% van Gent) Oude Lieve. Rustoord.

Projectaanvraag: Interprofessionele vorming chronische zorg. Het project wordt voorgelegd op de vergadering van de deel-sel Gent op 3 mei 2013.

STRATEGISCH BELEIDSPLAN

Enquête informatisering praktijkvoerende huisartsen

Stuurgroep Zorgtrajecten

Mobiel Crisis team. Ontstaan 26/06/2017

ALGEMENE VERGADERING 25/05/2016

Rapport over het aanbod kinderopvang voor baby s en peuters in Gent 2016

Rijdt alle dagen behalve tijdens de Gentse Feesten

7. Zorgtrajecten. Inleiding. suggestievragen

SPORT, SPEL EN FUN IN JOUW WIJK!

LMN Maas en Kempen LOK

HZW Nieuwsbrief. Nr. 78 Jaargang 9 Februari Vlaams subsidiebesluit Huisartsenkringen. Wereldnierdag - 10 maart 2016

LMN Maas en Kempen LOK

SPORT, SPEL EN FUN IN JOUW WIJK!

Enquête profiel peilartsen 2004

Nieuwe richtlijnen diabetes

Reglement erkenning en subsidiëring van werkgroepen jeugd

LMN: Lokaal Multidisciplinair Netwerk. Communicatie & samenwerking centraal

RESULTATEN KOTENQUÊTE

Gebiedsgerichte Werking

gegevens over het aantal anderstalige nieuwkomers in het basisonderwijs te Gent toestand 31 december 2012

Het opstarten van een zorgtraject diabetes mellitus en chronische nierinsufficiëntie

Hoe verloopt de samenwerking in het zorgtraject diabetes type 2?

Betere zorg. Wat leidt tot betere zorg? Patiënt centraal. Multidisciplinair. Communicatie/informatie. Efficiëntie. Kwaliteit

Heusden-Destelbergen samen in zorg 17/01/2013

Algemene Leden Vergadering. 22 maart 2012 Hotel Beveren

Vervangartsen en het vervangplatform. Huisartsenconferentie 6 oktober Wegwijs voor starters 13 november

Verslag vergadering LMN Pallieterland 14 november 2012

LMN Maas en Kempen LOK Bree-Meeuwen Gruitrode

Rapport over het aanbod kinderopvang voor baby s en peuters in Gent 2017

Scoren in samenspel,

Lokaal Multidisciplinair Netwerk NOORDERKEMPEN

Voorschoolse kinderopvang Stad Gent. Rapport 2016 over het aanbod kinderopvang voor baby s en peuters in Gent.

Stuurgroep Zorgtrajecten

Agenda LOK 11/02/2010

Vroedvrouwen en prenatale counseling

Het zorgtraject diabetes type 2: evaluatie van de patiënttevredenheid en perceptie van de ervaringen

Stand van zaken organisatie huisartsenpraktijken in de stad Antwerpen Welke maatregelen voorziet de stad?

Gezondheidszorg. Zorgtraject diabetes. Informatie voor artsen en andere zorgverleners. vzw

Rapport over het aanbod kinderopvang voor baby s en peuters in Gent 2018

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

Samenwerkingsakkoord. Gent. Aanpak crisissituaties bij mensen met een psychische problematiek

Medisch farmaceutisch overleg voor de

Inleiding en verwelkoming. Dr. Benny Saeys

Handleiding installatie digitaal aanvraagformulier vs 16

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Voorschoolse kinderopvang Stad Gent 2015

Klanttevredenheidsonderzoek Zorgprogramma DM - Eerste lijn (2013)

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd. Gemeente Bloemendaal. 5 oktober 2016 V1.0

i.s.m. gemeente, OCMW, TOMvzw, Somedi, VDV, Pfizer,

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Zorgtrajecten in de thuisverpleging

Stuurgroep Zorgtrajecten

SPORT, SPEL EN FUN IN JOUW WIJK!

In te vullen door de Stad Gent - Dienst Cultuurparticipatie. In te vullen door de aanvrager - LEES EERST HET REGLEMENT!

Volg het cultuurspoor van het lokale netwerk in Gent

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Zorgtraject diabetes en chronische nierinsufficiëntie Veelgestelde vragen

SPORT, SPEL EN FUN IN JOUW WIJK!

SPORT, SPEL EN FUN IN JOUW WIJK!

Meldactie Polisvoorwaarden en vergoedingen Januari 2010 Ir. T. Lekkerkerk, Projectleider meldpunt Consument en de Zorg April 2010

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Enquête profiel peilartsen 2002

DIABETES TYPE 2: VOORTRAJECT EN ZORGTRAJECT WIJZIGINGEN PER 1 MEI 2018

18/06/2014 GROEPSVOORLICHTING DIABETES INHOUD WAAROM INFO OVER DIABETES? Info diabetes Prevalentie Types

Hoe bekend is het EnergiePrestatieCertificaat? Eerste resultaten van de EPC nulmeting.

Interprofessionele vorming Omgeving Brugse Poort

Huisartsen aan het woord

ReumaCafé. e-health e-gezondheid. Welkom!

DIENST VOOR GEZINSZORG EN AANVULLENDE THUISHULP : KRAAMZORG

Informatiebrochure: E-health Cozo AZ Sint-Maria Halle vzw

HALT2Diabetes Preventie van type 2 diabetes in Vlaanderen. Stappenplan voor huisartsen

Verslag vergadering LMN Pallieterland 9 november 2011

Eerstelijnspsychologische functie

SPORT, SPEL EN FUN IN JOUW WIJK!

Huisarts en nieren. Dr Stein Bergiers 23 mei 2017

Pre-operatieve consultatie versie 2.0

Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011)

Situering Sociale cohesie in een notendop. Samenvatting literatuurstudie Superdiversiteit

Handleiding Digitaal Aanvraagformulier

Transcriptie:

Analyse naar het gebruik en de percepties van huisartsen t.a.v. de zorgtrajecten DM en CNI Destelbergen-Gent-Melle-Merelbeke Oktober 2012 Stuurgroep LMN Samen in Zorg (L. Alleman, E. Beddeleem, dr. C. Besard, L. Borgermans, dr. G. De Munck, dr. M. De Meyer, dr. B. Mariën, F. Simillion) Niets uit dit document mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd.

1

Analyse naar het gebruik en de percepties van huisartsen t.a.v. de zorgtrajecten DM en CNI Destelbergen-Gent-Melle-Merelbeke Samenvatting: In de regio Destelbergen-Gent-Melle-Merelbeke zijn op 1 oktober 2012 in totaal 337 huisartsen actief (HVG en HAKM, 2012) 1. Maar liefst 91 % van de huisartsen binnen deze regio nam deel aan onze telefonische bevraging omtrent de zorgtrajecten (DM 2 en CNI 3 ). Het blijkt dat 72 % van de huisartsen zorgtrajecten hebben opgestart. Voor 32 % van de huisartsen die zorgtrajecten opgestart hebben, is de perceptie t.a.v. de zorgtrajecten overwegend positief. Daarenboven staat 35 % hier neutraal tegenover. Eén op vier huisartsen ziet een duidelijke meerwaarde in de zorgtrajecten en 39 % ziet een gedeeltelijke meerwaarde in de zorgtrajecten. De administratie rond de zorgtrajecten levert geen problemen op voor 67 % van de groep die zorgtrajecten heeft. 57 % van de huisartsen is overwegend positief over de samenwerking met de ziekenhuizen/met specialisten in het kader van de zorgtrajecten (het meest wordt samengewerkt met het AZ Sint-Lucas en het AZ Maria Middelares). Van de groep die zorgtrajecten heeft opgestart, is 40 % overwegend positief over de samenwerking met diabeteseducatoren (13 % staat hier neutraal tegenover, 9 % is eerder negatief en 9% heeft geen zorgtrajecten DM). Opvallend is dat 29 % van de huisartsen die zorgtrajecten diabetes hebben opgestart, geen ervaring heeft met diabeteseducatoren. Informatie opzoeken rond de zorgtrajecten blijkt voor 81 % van de huisartsen te lukken. Het internet blijkt het kanaal bij uitstek om op zoek te gaan naar informatie. 45 % van de huisartsen wenst bijkomende ondersteuning van het LMN bij de opstart en uitvoering van de zorgtrajecten. HVG (Huisartsenvereniging Gent) en HAKM (Huisartsenkring Merelbeke), 2012. Diabetes Mellitus Chronische NierInsufficiëntie 1 2 3 2

1 Achtergrond Het Lokaal Multidisciplinair Netwerk Gent-Merelbeke (ook wel LMN Samen in Zorg genoemd) nam in 2012 een nieuwe start met een nieuw samengestelde stuurgroep, een nieuwe zorgtrajectpromotor en medewerker en een hernieuwd beleid gebaseerd op een strategisch plan. Een prioriteit voor 2012 is het verlenen van diensten naar de huisartsen toe. Eén van de eerste opdrachten van het LMN bestond uit het contacteren van alle huisartsen in de regio m.b.t. de zorgtrajecten. Door deze bevraging wensten wij te objectiveren wat de percepties en ervaringen van de huisartsen zijn m.b.t. de opstart en implementatie van de zorgtrajecten DM en CNI. 2 Methode Dataverzameling en - analyse Een telefonische contactname met alle huisartsen uit de regio werd uitgevoerd in de periode juni t.e.m. september 2012. De vragen waren hoofdzakelijk kwalitatief van aard. De antwoorden werden systematisch geregistreerd en door de twee medewerkers van het LMN in vooraf bepaalde categorieën ondergebracht. De gegevens worden in dit document geanonimiseerd weergegeven. Populatie, steekproef en representativiteit In de regio Gent-Merelbeke zijn op 1 oktober 2012 in totaal 337 huisartsen actief (exclusief HAIO 4 s). Het aantal geïnterviewde huisartsen bedraagt 305 (91 % van de populatie), 32 artsen (9 % van de populatie) namen niet deel. De figuur op de volgende bladzijde geeft de respons en non-respons weer. Van het aantal artsen dat niet deelnam aan de bevraging (32 artsen), had dit bij 22 artsen te maken met inhoudelijke redenen ( ik doe niet mee aan enquêtes, ik ga daar niet aan deelnemen, enz.) en bij 10 artsen met praktische redenen ( ik werk vaak lange periodes in het buitenland, een arts die in zwangerschapsverlof is, enz.). 4 HuisArts In Opleiding 3

Binnenstad Bloemekenswijk Brugse Poort - Dampoort Drongen Elisabethbegijnhof - Gentbrugge Heusden Ledeberg Macharius - Heirnis Mariakerke Moscou - Vogelhoek Muide - Meulestede - Nieuw Gent - UZ Oostakker Oud Gentbrugge Rabot - Blaisantvest Sint-Amandsberg Sluizeken - Tolhuis - Stationsbuurt Noord Stationsbuurt Zuid Watersportbaan - Wondelgem Melle Destelbergen Merelbeke Analyse naar het gebruik en de percepties van huisartsen t.a.v. de zorgtrajecten DM en CNI 32 huisartsen 9 % 91 % Aantal geïnterviewde huisartsen 305 huisartsen FIGUUR 1:RESPONS EN NON-RESPONS De uiteindelijke steekproef bestaat uit 305 huisartsen en is representatief voor de huisartsenpopulatie binnen deze regio. De steekproef bestaat uit 46 % solo-artsen (t.a.v. 44 % solo-artsen in de totale populatie), 20 % artsen in een groepspraktijk (t.a.v. 20 % in de totale populatie), 17 % artsen in een wijkgezondheidscentrum (t.a.v. 19 % in de totale populatie) en 17 % artsen in een duo-praktijk (t.a.v. 18 % in de totale populatie). Onderstaande figuur toont de verdeling van de artsen in de steekproef over de verschillende praktijkvormen. 17 % Solo-artsen 46 % 20 % Artsen in een duopraktijk 17 % FIGUUR 2: PRAKTIJKVORM ARTSEN IN STEEKPROEF De steekproef bevatte artsen, verdeeld over alle wijken en gemeenten binnen het projectgebied (zie onderstaande grafiek). 24 10 16 14 9 10 4 8 18 5 14 11 13 15 15 17 13 11 5 6 7 9 12 7 3 29 FIGUUR 3: WIJKEN/GEMEENTEN ARTSEN IN STEEKPROEF 4

3 Resultaten De huisartsen werden bevraagd over 3 thema s. Het merendeel van de vragen ging over de zorgtrajecten, daarnaast werd gepeild naar het gebruik van het GMD+ 5 en van een EMD 6. In wat volgt geven we de resultaten per thema weer. De zorgtrajecten (N = 305) Uit de bevraging blijkt dat 72% van de artsen die deelnamen aan de bevraging (N = 305) zorgtrajecten hebben opgestart. 27 % van de artsen heeft geen zorgtrajecten en 1 % van de artsen (3 artsen) weet het niet (zie onderstaande grafiek). 72 % 219 artsen 27 % 83 artsen 1 % 3 artsen Ja Neen Weet het niet FIGUUR 4: ARTSEN DIE ZORGTRAJECTEN OPGESTART HEBBEN VS ZIJ DIE ER GEEN HEBBEN In wat volgt onderscheiden we de huisartsen die zorgtrajecten hebben opgestart van zij die er geen hebben. Eerst bespreken we, in het onderdeel de zorgtrajecten ja, de vragen die gesteld werden aan artsen die zorgtrajecten hebben (N = 219). Vervolgens bespreken we, in het onderdeel de zorgtrajecten neen de vragen die gesteld werden aan artsen die geen zorgtrajecten hebben (N = 83). Ten slotte bespreken we, in het onderdeel de zorgtrajecten ja/neen/weet het niet de vragen die aan alle huisartsen gesteld werden (N = 305). 5 5 Het traditionele GMD (Globaal Medisch Dossier) aangevuld met een preventiemodule die peilt naar het risicoprofiel van de patiënt. 6 Elektronisch Medisch Dossier

De zorgtrajecten JA (N = 219) We zoomen eerst in op de artsen die zorgtrajecten hebben opgestart. We stelden aan alle artsen die zorgtrajecten hebben opgestart (N = 219) de vraag hoeveel dat er (bij benadering!) zijn. Volgens deze bevraging zouden er 743 zorgtrajecten diabetes opgestart zijn en 629 zorgtrajecten chronische nierinsufficiëntie 7 (zie onderstaande grafiek). 743 629 8 7 aantal zorgtrajecten aantal 'weet het niet' DM CNI FIGUUR 5: AANTAL ZORGTRAJECTEN Het aantal zorgtrajecten per huisarts hebben we in onderstaande grafiek visueel weergeven. We zien dat de meeste huisartsen tussen de 0 en 5 zorgtrajecten hebben opgestart. 40,00% 35,00% 30,00% 25,00% 20,00% 15,00% 10,00% 5,00% Hoe veel patiënten heeft u met een zorgtraject DM? Hoe veel patiënten heeft u met een zorgtraject CNI? 0,00% 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 FIGUUR 6: AANTAL ZORGTRAJECTEN PER HUISARTS 7 Het is belangrijk om te vermelden dat deze cijfers een benadering zijn. Vele artsen konden geen exact getal plakken op deze vraag. Het LMN heeft echter, in de periode februari/maart 2012 het aantal zorgtrajecten in de regio in kaart gebracht via contactname met de ziekenfondsen. Daaruit bleek dat er toen 588 zorgtrajecten DM en 648 zorgtrajecten CNI waren. 6

Vervolgens stelden we, aan de huisartsen die zorgtrajecten opgestart hebben, de open vraag Hoe loopt dat, die zorgtrajecten?. De antwoorden konden ingedeeld worden in volgende categorieën: - Antwoorden betreffende de patiënt o Het motiveren van de patiënt is moeilijk; o De patiënt is soms niet voldoende geïnformeerd; o De verkeerde doelgroep werd aangesproken. - Antwoorden betreffende de zorg o Er is niet veel veranderd aan de zorg. - Antwoorden betreffende de overheid o Alweer regeltjes, opgedrongen door de overheid. - Antwoorden betreffende het systeem o Het is een technisch moeilijke zaak, een administratieve rompslomp; o Het is moeilijk om drie partijen op één lijn te krijgen; o Het afspreken, opvolgen, is niet gemakkelijk; o De drie zorgvormen diabetes (diabetespas, zorgtraject, programma educatie en zelfzorg) zijn verwarrend, sluiten niet op elkaar aan, - Antwoorden betreffende de specialist o Het zorgtraject is opgestart door de specialist en zit eigenlijk voornamelijk bij de specialist. De grafiek op de volgende bladzijde toont het aantal keer dat de verschillende opmerkingen spontaan aangehaald werden (N = 219). 7

het is opgestart door de spec, zit eigenlijk voornamelijk bij de spec 22 11 9 3 zorgvormen voor diabetes = verwarrend, sluiten niet op elkaar aan, Het afspreken, opvolgen, is niet gemakkelijk Het is moeilijk om 3 partijen op 1 lijn te krijgen Het is een technisch moeilijke zaak, een administratieve rompslomp 23 Alweer regeltjes, opgedrongen door de overheid 4 29 61 18 56 35 Er is niet veel veranderd aan de zorg De verkeerde doelgroep werd aangesproken Patiënt is soms niet voldoende geïnformeerd Patiënt Zorg Overheid Systeem Specialist Het motiveren van de patiënt is moeilijk FIGUUR 7: HOE LOOPT DAT, DIE ZORGTRAJECTEN OPMERKINGEN De antwoorden op de vraag Hoe loopt dat, die zorgtrajecten? werden ook in 3 ruime categorieën ingedeeld : - Eerder goed (huisartsen die tevreden zijn over de zorgtrajecten) - Neutraal (huisartsen die vinden dat het goed noch slecht loopt) - Eerder niet goed (huisartsen die ontevreden zijn over de zorgtrajecten) De grafiek op de volgende bladzijde toont dat 32 % van de huisartsen voor de vraag Hoe loopt dat die zorgtrajecten? onder te brengen zijn bij de groep eerder goed, 35 % bij de groep neutraal en 33 % bij de groep eerder niet goed. 8

35 % 32 % 33 % Eerder goed Neutraal Eerder niet goed FIGUUR 8: HOE LOOPT DAT DIE ZORGTRAJECTEN Op de vraag of zij een meerwaarde zien in de zorgtrajecten antwoordde 39 % van zij die zorgtrajecten hebben opgestart (N = 219) neutraal (niet uitgesproken negatief of positief), 36 % eerder negatief en 25 % eerder positief. 39 % 36 % 25 % Eerder positief Neutraal Eerder negatief Eerder positief Neutraal Eerder negatief FIGUUR 9: MEERWAARDE VAN DE ZORGTRAJECTEN Zij die een meerwaarde zien in de zorgtrajecten gebruikten o.a. volgende bewoordingen: - Het idee van de patiënt meer te responsabiliseren, verantwoordelijk te maken, is een goed idee; - Het bundelt de zorg; - Het is financieel voordelig voor de patiënt; 9

- Het zorgt voor meer therapietrouw; - Het zorgt voor continuïteit in de zorg; - Het zorgt voor een betere opvolging; - Het zorgt voor betere resultaten; - Zij die weinig/geen meerwaarde zien in de zorgtrajecten deden o.a. volgende uitspraken: - Het biedt niet zo veel voordelen, tegenover veel rompslomp ; - We doen wat we vroeger ook deden; - Het is ingewikkeld; - We zien de patiënten weinig tot nooit; - Slechts een klein deel van de patiëntenpopulatie zit in een zorgtraject; - Ik weet niet of we de patiënt daardoor beter helpen; - Aangaande de meerwaarde van de zorgtrajecten werden ook de volgende opmerkingen spontaan gegeven (N = 219), meestal bij de groep die werd ingedeeld bij neutraal (zie onderstaande grafiek): Ik weet het (nog ) niet / hangt af van resultaten De educator is een (grote) meerwaarde 19 20 Meerwaarde in het concept, maar niet zozeer in de uitwerking/in de vorm 27 Voornamelijk voor CNI 9 Voornamelijk voor DM 10 Voornamelijk voor de patiënt (financieel), minder/niet voor de behandeling 36 0 10 20 30 40 FIGUUR 10: MEERWAARDE VAN DE ZORGTRAJECTEN - OPMERKINGEN 10

Vervolgens stelden we de vraag of de administratie rond de zorgtrajecten (het opstarten van een zorgtraject, het vinden van de nodige documenten, het doorverwijzen, enz.) lukt. Het merendeel (67 %) van de huisartsen (N = 219) gaf aan dat dit lukt. Een minderheid (28 %) gaf te kennen dat dit wel een moeilijk punt van de zorgtrajecten is. Uit de bevraging bleek eveneens dat 5 % van de huisartsen die zorgtrajecten hebben, geen of weinig ervaring hebben met de administratie rond de zorgtrajecten. 5 % 28 % De administratie is een moeilijk punt De administratie lukt 67 % Geen/weinig ervaring mee FIGUUR 11: ADMINISTRATIE Daarnaast gaven 15 personen spontaan aan dat een aangepast informatica-systeem aan te raden is en vonden 69 huisartsen de gegevensregistratie een harde noot om te kraken (deze bevraging werd natuurlijk afgenomen op het tijdstip van de verplichte gegevensregistratie). Vervolgens stelden we aan de huisartsen (N = 219) de vraag met welke ziekenhuizen in de regio zij samenwerken in het kader van die zorgtrajecten (meerdere ziekenhuizen opgeven was mogelijk). Het AZ Sint-Lucas werd 144 vernoemd, het AZ Maria Middelares 143 keer, het UZ Gent 106 keer en het AZ Jan Palfijn 90 keer. UZ Gent 106 AZ Maria Middelares 143 AZ Jan Palfijn 90 AZ Sint-Lucas 144 FIGUUR 12: ZIEKENHUIZEN WAARMEE MEN SAMENWERKT IN HET KADER VAN DE ZORGTRAJECTEN 11

Op de vraag hoe de samenwerking met de ziekenhuizen en met de specialisten (in dit geval endocrinologen en nefrologen) verloopt, antwoordde 57 % van de huisartsen overwegend positief en 13 % overwegend negatief. 30 % van de huisartsen antwoordde neutraal op deze vraag (niet overwegend positief en niet overwegend negatief). 57 % 30 % 13 % Overwegend positief Neutraal Overwegend negatief FIGUUR 13: SAMENWERKING MET ZIEKENHUIZEN IN HET KADER VAN DE ZORGTRAJECTEN Spontaan gaven huisartsen ook onderstaande zaken aan m.b.t. de samenwerking met de specialisten (zie onderstaande grafiek) (N = 219): Geen/weinig verschil t.a.v. vroeger 55 Lange wachtlijsten bij specialist 6 De communicatie, het overleg, met specialist zou moeten verbeteren 41 Je ziet de patiënt niet terug 34 Specialist vindt ZT soms niet nodig 11 Ik kan info vragen aan specialist 18 Ja, we krijgen feedback/een verslag 75 FIGUUR 14: SAMENWERKING MET ZIEKENHUIZEN IN HET KADER VAN DE ZORGTRAJECTEN - OPMERKINGEN 12

In het algemeen kunnen we stellen dat de samenwerking met de specialist als belangrijk wordt beschouwd voor het welslagen van de zorgtrajecten. Uit de antwoorden bleek ook dat zorgtrajecten CNI vaak opgestart worden door de specialist. Voor zorgtrajecten DM nemen huisartsen nog iets vaker het initiatief. We stellen ook vast dat huisartsen vaak selectief zijn in hun samenwerking met ziekenhuizen en specialisten: er wordt met die personen gewerkt waarmee de verstandhouding goed is. Vele huisartsen gaven tijdens de bevraging aan dat er grote verschillen zijn tussen de verschillende ziekenhuizen, de verschillende diensten en de verschillende specialisten. Ten slotte kunnen we stellen dat de relatie met de specialist over het algemeen iets beter wordt ervaren bij zorgtrajecten CNI dan bij de zorgtrajecten DM. Ook stelden we huisartsen de vraag of zij ervaring hebben met diabeteseducatoren en, zo ja, wat hun ervaring is (zie onderstaande figuur)(n = 219). 40 % 9 % 9 % 29 % Geen ervaring,want geen ZT DM Geen ervaring, wel ZT DM Eerder neutraal 13 % Overwegend positief Overwegend negatief FIGUUR 15: SAMENWERKING MET DIABETESEDUCATOREN Uit de antwoorden blijkt dat 40 % van de huisartsen overwegend positief is omtrent samenwerking met educatoren. 13 % staat hier neutraal tegenover en 9 % overwegend negatief. Verder blijkt ook dat 9 % van de huisartsen geen ervaring met diabeteseducatoren heeft, aangezien zij geen zorgtrajecten diabetes opgestart hebben. Opvallend is dat 29 % van de huisartsen die zorgtrajecten diabetes opgestart hebben geen ervaring heeft met diabeteseducatoren. Spontane opmerkingen (over de ervaringen met diabeteseducatoren) worden in onderstaande grafiek weergegeven (N = 219). 13

Ik heb niet echt zicht op de meerwaarde van de educatoren 10 De communicatie, het overleg met educatoren kan beter 30 De wachtlijsten zijn lang 1 De kwaliteit van de educatoren is een probleem 19 Het vinden van educatoren is een probleem 29 De huisartsen die overwegend positief waren over de diabeteseducatoren gebruikten o.a. volgende bewoordingen: - Gemakkelijk dat ze aan huis komen; - Bijzonder gemotiveerde mensen; - Educatie binnen de huisartsenpraktijk is een groot voordeel; - Ik krijg feedback van educatoren; - De zorgtrajecten NEEN (N = 83) Vervolgens bekijken we de antwoorden van de artsen die geen zorgtrajecten hebben opgestart van dichterbij. We vroegen aan artsen die geen zorgtrajecten hebben (N = 83) wat de reden daartoe is (verschillende redenen konden aangegeven worden). De antwoorden konden in verschillende categorieën ingedeeld worden: - Patiëntkenmerken o De patiënten komen niet in aanmerking; o Het is niet evident om verkocht te krijgen aan patiënten. - Huisartskenmerken o Ik zie er geen voordeel/meerwaarde in; 14

o De drempel is te hoog; o Ik denk er niet direct aan; o Het vergt te veel inspanningen. - Praktijkkenmerken o Ik werk in een atypische praktijk (bv. ik ben maar deeltijds huisarts); o De zorgtrajecten werden afgesloten bij een collega van de praktijk. - Specialistkenmerken o De zorgtrajecten werden niet aanvaard door de specialist. Onderstaande grafiek toont het aantal keer dat bovenstaande redenen spontaan aangehaald werd door huisartsen (N = 83). De zorgtrajecten werden niet aanvaard door de specialist 2 7 25 De zorgtrajecten werden afgesloten bij een collega van de praktijk Ik werk in een atypische praktijk Het vergt te veel inspanningen 6 Ik denk er niet direct aan 26 8 18 De drempel is te hoog 9 2 Ik zie er geen voordeel/meerwaarde in Niet evident om 'verkocht' te krijgen aan patiënten De patiënten komen niet in aanmerking FIGUUR 16: REDENEN OM GEEN ZORGTRAJECTEN AF TE SLUITEN Aan huisartsen die geen zorgtrajecten hebben opgestart (N = 83) en aan zij die het niet weten (N = 3) werd de vraag gesteld met welke ziekenhuizen in de regio zij samenwerken (meerdere ziekenhuizen opgeven was mogelijk). Het AZ Sint-Lucas werd 64 keer vernoemd, het AZ Maria Middelares 53 keer, het AZ Jan Palfijn 49 keer en het UZ Gent 43 keer (zie onderstaande grafiek). 15

UZ Gent 43 AZ Maria Middelares AZ Jan Palfijn 49 53 AZ Sint-Lucas 64 FIGUUR 17: ZIEKENHUIZEN WAARMEE MEN SAMENWERKT, BUITEN DE ZORGTRAJECTEN Op de vraag hoe de samenwerking met deze ziekenhuizen verloopt, antwoordde 69 % overwegend positief, 15 % eerder neutraal en 5 % overwegend negatief (zie onderstaande grafiek)(n = 86). 69 % 15 % 12 % 45 % Overwegend positief Neutraal Overwegend negatief Geen antwoord FIGUUR 18: SAMENWERKING MET DE ZIEKENHUIZEN, BUITEN DE ZORGTRAJECTEN De volgende opmerkingen werden spontaan gegeven (zie grafiek op de volgende bladzijde)(n = 86): 16

Lange wachtlijsten bij spec 4 De communicatie met de spec zou moeten verbeteren 12 Ik kan info vragen aan spec 8 Ja, we krijgen feedback 14 FIGUUR 19: SAMENWERKING MET DE ZIEKENHUIZEN BUITEN DE ZORGTRAJECTEN - OPMERKINGEN De zorgtrajecten JA/NEEN/WEET HET NIET (N = 305) Aan alle huisartsen (N = 305) stelden we de vraag of zij, indien zij op zoek zouden gaan naar informatie over de zorgtrajecten, deze informatie kunnen vinden. Uit onderstaande figuur blijkt dat 81 % van de huisartsen in staat is om informatie rond de zorgtrajecten te vinden, t.a.v. 9 % die aangeeft dat daar toch een gebrek aan is. 9 % 81 % 9 % Geen antwoord Ja dat lukt Toch een gebrek aan FIGUUR 20: HET VINDEN VAN INFORMATIE ROND DE ZORGTRAJECTEN De huisartsen gebruiken volgende kanalen om informatie rond de zorgtrajecten te zoeken (zie grafiek op de volgende bladzijde): 17

200 180 16 Ik heb nog niet gezocht, ik heb geen info nodig een opleiding, een bijscholing, brochures/infomapje/folders 160 140 De 2de lijn 120 91 5 Collega-experten 100 21 8 Educator 80 60 44 LMN (medewerkers, nieuwsbrief, ) HVG (website, nieuwsbrief,...) 40 20 0 78 30 6 7 10 35 4 Ziekenfondsen Domus Medica website zorgtrajecten Oost- Vlaanderen website RIZIV het internet, zonder verdere specificatie FIGUUR 21: GEWENSTE ONDERSTEUNING M.B.T. DE ZORGTRAJECTEN Op de vraag hoe huisartsen het best ondersteund worden m.b.t. de implementatie van de zorgtrajecten, antwoordde 45% van de huisartsen dat zij ondersteuning wensen. 44 % verzocht niet om bijkomende ondersteuning (zie onderstaande grafiek). 11 % Geen antwoord/niet bevraagd 44 % 45 % Huisartsen die ondersteuning wensen Huisartsen die geen ondersteuning wensen FIGUUR 22: ONDERSTEUNING 18

Verscheidene zaken werden spontaan aangehaald (N = 305): 4 Het bekendmaken van de ZT, het verbeteren van de perceptie tav de ZT Spreekuur podoloog/diëtist op een vast tijdstip op een vaste plaats Hulpvoor anderstaligen, laaggeschoolden, 13 5 Info over het nut van de ZT'en Een navorming/ een opfrissing Een website Met ziekenfondsen 13 8 35 Met diabeteseducatoren Met specialisten/ziekenhuizen 4 1 Een platform om gegevens uit te wisselen op maat van de ZT 3 7 Een aangepast EMD 20 Een patiëntenfolder, info voor de patiënt 13 9 3 6 1 3 Een schema met richtlijnen, een uniform behandelplan (inhoudelijk) Een stappenplan voor zorgtrajecten (technisch) Voorschriften Een oplijsting van de ZTpatiënten Actuele oplijstingen van zorgverleners 19

Gebruik van het GMD+ We bevraagden alle huisartsen (N = 305) over het gebruik van het GMD+ in de praktijk. Uit onderstaande grafiek blijkt dat het 43 % van de huisartsen het GMD+ gebruikt, t.a.v. 53 % die geen gebruik maken van het GMD+. 4 % 53 % 43 % Geen antwoord Ja Nee FIGUUR 23: GMD+ Gebruik van het EMD Aan alle huisartsen (N = 305) werd ook gevraagd of zij gebruiken maken van een EMD. 91 % van de artsen antwoordde positief, t.a.v. 7 % die er geen gebruik van maken. 2 % 7 % Geen antwoord Nee 91% Ja FIGUUR 24: ELEKTRONISCH MEDISCH DOSSIER 20

De huisartsen die een EMD gebruiken werken met de programma s in de grafiek op de volgende bladzijde: Windoc Sosoeme Pricare Omniwin Omnisoft Medsoft Medigest Medidoc Medicard I-cure Health one Datamed Accrimed Andere Eigen programma 1,4% 0,4% 4,0% 0,4% 0,7% 0,4% 0,4% 5,4% 0,4% 2,5% 10,5% 10,1% 16,3% 18,8% 28,3% 0,0% 5,0% 10,0% 15,0% 20,0% 25,0% 30,0% FIGUUR 25: GEBRUIK VAN EEN EMD - DE PROGRAMMA'S We zien dat Windoc, Pricare en Sosoeme het meest gebruikt worden in deze regio, gevolgd door Medidoc en Health One. Conclusie Deze bevraging heeft het mogelijk gemaakt om het gebruik en de percepties t.a.v. de zorgtrajecten te objectiveren. Het resultaat zal twee doelen dienen. Ten eerste wordt dit verspreid aan de partners van het LMN. Ten tweede vormen de gegevens een leidraad bij de ontwikkeling van acties ter ondersteuning van de huisarts bij de implementatie van de zorgtrajecten. 21

Een bijzondere dank gaat uit naar de respondenten van dit onderzoek: Voor Gent: Dr. E. Aers, dr. O. Altemirov, dr. B. Art, dr. M. Avet, dr. E. Beeckmans, dr. P. Behaeghe, dr. C. Besard, dr. S. Biot, dr. I. Blokland, dr. P. Boeckxstaens, dr. M. Boes, dr. B. Boone, dr. A. Bosqué, dr. C. Bosschem, dr. D. Bourgois, dr. R. Bracke, dr. A. Brands, dr. P. Bruggeman, dr. S. Bruggeman, dr. F. Brusseel, dr. E. Burggraeve, dr. J. Burm, dr. M. Buyssens, dr. B. Buyssens, dr. S. Calis, dr. S. Callebaut, dr. P. Callens, dr. E. Can, dr. E. Cardon, dr. J. Claeys, dr. K. Claeys, dr. I. Clause, dr. S. Colaes, dr. M. Cosyns, dr. G. Coucke, dr. A. Courtens, dr. P. Creus, dr. H. Cuppens, dr. P. Cybulski, dr. A. De Block, dr. I. De Brabandere, dr. AS De Cannière, dr. C. De Clercq, dr. A. De Corte, dr. S. De Ganck, dr. M. De Grauw, dr. A. De Kezel, dr. H. De Langhe, dr. S. De Langhe, dr. A. De Leeuw, dr. S. De Lille, dr. J. De Maeseneer, dr. M. De Maesschalck, dr. E. De Meerleer, dr. M. De Meyer, dr. C. De Mild, dr. A. De Mulder, dr. G. De Munck, dr. A. De Pauw, dr. N. De Pauw, dr. P. De Pauw, dr. M. De Regt, dr. D. De Ruyck, dr. D. De Smet, dr. M. De Smet, dr. J. Staelen, dr. A. De Sutter, dr. V. De Vleesschauwer, dr. R. De Vogelaere, dr. W. De Volder, dr. M. De Vriese, dr. J. De Vydt, dr. N. De Windt, dr. P. Debackere, dr. H. Deblaere, dr. A. Debruyn, dr. D. Debussche, dr. J. Decoster, dr. M. Delaunois, dr. M. Deleyn, dr. L. Delvaux, dr. A. Demeester, dr. H. Demuynck, dr. L. Deraeve, dr. R. Derave, dr. S. Deroose, dr. P. Detemmerman, dr. R. D Halleweyn, dr. J. Dhanens, dr. J. Dhondt, dr. G. D hondt, dr. R. Dierckx, dr. E. Dierickx, dr. K. Dirckx, dr. J. Dobbelaere, dr. S. Dooremont, dr. L. Dossche, dr. L. Eeckhout, dr. G. Eggermont, dr. M. Fiers, dr. K. Galle, dr. S. Gallet- Verriest, dr. L. Geiregat, dr. O. Gernay, dr. S. Ghali, dr. S. Gilleman, dr. F. Goetghebuer, dr. V. Goossens, dr. G. Goubin, dr. P. Govaert, dr. K. Grypdonck, dr. F. Guenter, dr. M. Haché, dr. K. Haenebalcke, dr. B. Haerynck, dr. M. Hardy, dr. Didier Hebberecht, dr. D. Hendrick, dr. A. Hernalsteen, dr. JP Heyerick, dr. S. Heylbroeck, dr. L. Holst, dr. P. Hornsby, dr. M. Hoste, dr. W. Huba, dr. R. Hulstaert, dr. L. Janssens, dr. E. Kegels, dr. K. Keppens, dr. K. Klein, dr. M. Kok, dr. G. Kuyken, dr. P. Kuypers, dr. J. Kwembeke, dr. J. Lafontaine, dr. S. Lambelin, dr. G. Lammens, dr. W. Laureys, dr. G. Laute, dr. M. Lebrun, dr. G. Lemeur, dr. J. Lobbestael, dr. M. Lootens, dr. K. Magerman, dr. B. Mariën, dr. E. Martens, dr. H. Maryns, dr. JP Matthijs, dr. J. Matthys, dr. M. Matthys, dr. F. Mertens, dr. J. Mestdagh, dr. J. Moerman, dr. R. Morel, dr. L. Naessens, dr. M. Nys, dr. L. Ostyn, dr. M. Pauwels, dr. A. Peeters, dr. A. Peeters, dr. K. Pelgroms, dr. V. Piessens, dr. H. Polet, dr. J. Reniers, dr. A. Renson, dr. N. Reussens, dr. K. Roose, dr. M. Saerens, dr. R. Saerens, dr. M. Sanders, dr. E. Schatteman, dr. M. Schaubroeck, dr. J. Schokaert, dr. F. Schroyens, dr. W. Schuermans, dr. S. Simoens, dr. J. Smekens, dr. P. Sorgeloose, dr. C. Sprengers, dr. J. Steels, dr. K. Steenakkers, dr. G. Strobbe, dr. JP Sturtewagen, dr. M. Sultigov, dr. W. Swinnen, dr. P. Symons, dr. S. Tanghe, dr. P. Tanghe, dr. S. Tiberghien, dr. L. Tilley, dr. A. Timmerman, dr. T. Timmermans, dr. I. Tjolle, dr. S. Uytdenhouwen, dr. C. Uyttersprot, dr. S. Van Baeveghem, dr. O. Van Branteghem, dr. H. Van Cleemput, dr. I. Van Damme, dr. M. Van De Putte, dr. B. Van De Velde, dr. L. Van De Velde, dr. N. Van De Wiele, dr. S. Van Den Braembussche, dr. T. Van Der Heyden, dr. L. Van Der Meeren, dr. F. Van Der Sypt, dr. M. Van Driessche, dr. J. Van Elsen, dr. R. Van Giel, dr. R. Van Ginckel, dr. M. Van Herreweghe, dr. J. Van Hoorebeke, dr. F. Van Kerckhoven, dr. P. Van Kerrebroeck, dr. P. Van Keymeulen, dr. E. Van Leeuwen, dr. D. Van Liedekerke, dr. L. Van Loo, dr. P. Van Maele, dr. M. Van Melckebeke, dr. A. Van Oost, dr. F. Van Paemel, dr. L. Van Renterghem, dr. L. Vandecasteele, dr. E. Vandedrinck, dr. A. Vandenbrande, dr. JM Vandendriessche, dr. K. Vandensteen, dr. R. Vander Stichele, dr. P. Vander Vekens, dr. L. Vandomme, dr. A. Vanhauter, dr. K. Vanholder, dr. I. Vanhoudt, dr. Y. Vanlander, dr. L. Vanmarsnille, dr. F. Verbruggen, dr. D. Vercammen, dr. P. Verdonck, dr. G. Verheecke, dr. K. Verhofstadt, dr. B. Verkinderen, dr. K. Vermaut, dr. G. Vermeesch, dr. K. Verwilligen, dr. P. Vosse, dr. D. Waelput, dr. T. Walgraeve, dr. D. Walschap, dr. H. Warie, dr. F. Wellekens, dr. L. Willems. Voor Melle/Destelbergen: Dr. M. Braeckman, dr. M. Bruggeman, dr. B. Calis, dr. B. Claereboudt, dr. J. Croos, dr. R. De Clercq, dr. S. Delens, dr. C. Dierickx, dr. S. Heytens, dr. F. Hugelier, dr. C. Lesage, dr. L. Onraedt, dr. C. Paelinck, dr. G. Planckaert, dr. L. Present, dr. D. Schrans, dr. S. Segers, dr. F. Stragier, dr. H. Taragola, dr. G. Van Damme, dr. J. Van De Wiele, dr. R. Van Den Bosch, dr. A. Vanacker, dr. E. Vandermeulen, dr. J. Vandewynckele Voor Merelbeke: dr. K. Antonissen, dr. H. Bovendaerde, dr. E. Cosyn, dr. L. De Baere, dr. K. De Boever, dr. T. Declercq, dr. L. De Keukelaere, dr. D. De Martelaere, dr. G. Demeulenaere, dr. M. Demeyer, dr. D. De Smedt, dr. K. Elinck, dr. L. Foucart, dr. H. Gemen, dr. K. Heiden, dr. W. Hens, dr. J. Jonckheere, dr. P. Muylaert, dr. K. Pawelczyk, dr. B. Poppe, dr. P. Rijckaert, dr. S. Van Hecke, dr. C. Van Lysebettens, dr. A. Van Renterghem, dr. E. Van Renterghem, dr. I. Van Renterghem, dr. W. Van Renterghem, dr. J. Vercruysse, dr. J. Verplanken. 22

Eline Beddeleem Zorgtrajectpromotor LMN Samen in Zorg Baudelokaai 7 9000 Gent Lore Alleman Zorgtrajectmedewerker LMN Samen in Zorg Baudelokaai 7 9000 Gent Tel.: 09/335 24 83 GSM: 0486/256 229 Fax: 09/335 24 80 E-mail: zorgtraject@hvg.be Tel.: 09/335 24 85 Fax: 09/335 24 80 E-mail: zorgtrajectmedewerker@hvg.be 23