Draagvlak INLEIDING Kun een school wel cultuurprofielschool zijn als er binnen de school geen draagvlak voor is? Wat is draagvlak? Waarom is draagvlak belangrijk? Hoe creëert u draagvlak? Er is sprake van draagvlak wanneer de verandering naar cultuurprofielschool breed gedragen wordt, instemming en ondersteuning geniet van het merendeel van het schoolteam, en leeft binnen de school. Bij draagvlak gaat het om de kracht, de integraliteit en het samenspel van factoren die het medewerkers (docenten, cultuurcoördinatoren en schoolleiders) mogelijk maakt deze verandering van het begin naar het eind te 'dragen'. In dit gedeelte is, naast een omschrijving van draagvlak, meer informatie te vinden over het belang van draagvlak alsmede over het creëren van draagvlak door het vergroten van de betrokkenheid van alle medewerkers. INFORMATIE DRAAGVLAK Het draagvlak betekent letterlijk: het deel dat/de groep die de last draagt. In figuurlijke zin is het de groep die iets ondersteunt of beter nog: die iets nastreeft, maar dus ook de last van dit streven daadwerkelijk draagt. Draagvlak is de drager van het veranderingsproces. We onderscheiden vier hoofdingrediënten van dit draagvlak. Visie Communiceren Faciliteren Scholing Die ieder ook weer uit vele ingrediënten bestaan. Visie: doel voor ogen, er helemaal in geloven, betrokkenheid, enzovoort. Communiceren: informatie verstrekken, individueel gesprekken voeren, vergaderen, beleidsplan, berichten in infobulletin, inspiratie, studiemiddagen, charisma, enzovoort. Faciliteren: cultuurcoördinator benoemen, projectgroep samenstellen, vergadertijd inplannen, budget genereren, rooster aanpassen, flexibiliteit, daadkracht, enzovoort. Scholing: deskundigheidsbevordering, projectgroep coachen en begeleiden, leren met projecten te werken, leren samenwerken met andere vakken, creativiteit, enzovoort. Samengevat: door met alle betrokkenen een heldere visie te formuleren (met betrekking tot een beleid), deze helder met alle betrokkenen te communiceren, voldoende faciliteiten voor de betrokkenen beschikbaar te stellen en mogelijkheid tot scholing aan de betrokkenen te bieden, creëert u draagvlak. 'Betrokkenheid' is het sleutelwoord. Door voldoende draagvlak te creëren, lost u het probleem op van te weinig betrokkenheid van betrokkenen. Collega's die niet/minder betrokken zijn bij het beleid, zullen het minder enthousiast en met minder kennis van zaken uitvoeren en in het ergste geval tegenwerken.
Naast betrokkenheid is het goed ook om naar het proces en naar de dynamiek te kijken. DE ACHTBAAN, DYNAMIEK VAN HET DRAAGVLAK Draagvlak creëren is een gefaseerd proces waarbij meerdere lagen in de organisatie betrokken zijn. Iedere laag heeft eigen verantwoordelijkheden, bevoegdheden, rollen en taken. Met andere woorden: al het werk is gelijkwaardig, maar niet alles is gelijk. Schoolleiding Projectgroep Docenten De Achtbaan (Bron Rijkschroeff & Van Roosmalen, 2003) De Achtbaan is een hulpmiddel om het proces van beleidsontwikkeling op scholen in kaart te brengen en te sturen. De vier fasen van de beleidscyclus (vaststellen, uitvoering, evaluatie en bijstelling) zijn te vergelijken met evenzoveel stations, waarlangs de verschillende beleidsmakers op school hun rondjes trekken. Eén keer per jaar wordt de Achtbaan doorlopen en krijgt iedereen schoolleiding, middenmanagement, docenten en OOP vanuit eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheid de kans een bijdrage te leveren aan de verbetering van het primair proces. Zo kan iedere geleding haar eigen rol spelen in het proces van beleidsontwikkeling. Het doorlopen van de Achtbaan vergroot het draagvlak en zorgt voor het benutten van de op school aanwezige talenten. De Achtbaan geeft een goed beeld van de verantwoordelijkheden van de diverse organisatielagen als het gaat om cultuurprofilering. De schoolleiding heeft een breed overzicht van de ontwikkeling. Terwijl de docenten, die het cultuurprofiel daadwerkelijk in de lessen vormgeven, veel meer in detail bezig zijn. De projectgroep vormt de verbindende factor waardoor ze van cruciaal belang is in het gehele proces. Het draagvlak wordt vergroot als het voor iedereen in de organisatie duidelijk is wie welke plek heeft in de cultuurprofilering. Het is dan wel van belang dat iedereen wederzijds goed geïnformeerd is. Meer informatie over de Achtbaan is te vinden in de publicatie De Achtbaan: een cyclisch model voor ontwikkeling van beleid en kwaliteit. 2 DRAAGVLAK
DRAAGVLAK CREËREN Schoolleiding Projectgroep Docenten Draagvlak creëren: een continu proces Draagvlak creëren is essentieel in het veranderingsproces dat de school doormaakt om Cultuurprofielschool te worden. Maar ook als het beleid eenmaal geïmplementeerd is, blijft het van belang naar draagvlak voor dat beleid te blijven zoeken. Hoewel alle ingrediënten (visie, communiceren, faciliteren, scholing) belangrijk zijn, hebben ze een verschillende omloopsnelheid. Wat ze wel gemeen hebben, is dat ieder ingrediënt steeds terugkomt. De omloopsnelheid is te vergelijken met het werken volgens de Achtbaan. Dus steeds zijn zowel het management als de projectgroep als de docenten bij het proces betrokken. De projectgroep neemt een cruciale positie in, omdat ze steeds de vertaalslag maakt tussen schoolleiding en docenten. Hieronder staat een uitgewerkt voorbeeld waaruit overduidelijk blijkt hoe de ingrediënten constant door elkaar lopen. 3 DRAAGVLAK
VOORBEELD DRAAGVLAK CREËREN De projectgroep wil een studiemiddag organiseren om het team te laten kennismaken met de toepassing van kunst en cultuur in hun vak. Ze overlegt dit met de schoolleiding die het een goed plan vindt, omdat het helemaal past binnen de visie van de school. In onderling overleg wordt de datum vastgelegd en de projectgroep maakt een opzet voor de studiemiddag. Er worden afspraken gemaakt over het budget. De schoolleiding regelt na goedkeuring van het plan de benodigde financiën en andere benodigde faciliteiten (zoals toestemming voor vrij roosteren, inzetten OOP, enzovoort) en overlegt welke bijdrage de schoolleiding zal leveren tijdens de studiemiddag. De projectgroep gaat vervolgens aan de slag en betrekt een aantal docenten dat al ervaring heeft met het onderwerp. De studiemiddag wordt een succes; de schoolleider presenteert de visie van de cultuurprofielschool op een inspirerende manier en de docenten maken enthousiast plannen over wat ze in hun lessen kunnen gaan aanpakken. Aan het einde van de middag zijn de plannen geïnventariseerd en zijn afspraken gemaakt voor de komende periode. Verder is bij ieder plan gekeken naar wat mensen nodig hebben aan scholing of begeleiding om hun plan uit te voeren. FASEN VAN BETROKKENHEID Zoals gezegd is betrokkenheid het sleutelbegrip bij het creëren van draagvlak. Voor draagvlak is het nodig dat iedere medewerker betrokken is bij het proces. Wanneer gestart wordt met welke verandering dan ook, dus ook bij cultuurprofilering, zullen medewerkers daar allemaal op hun eigen manier instaan. Ze voelen zich vanuit hun eigen perspectief betrokken bij de verandering. Bij de een zal dat proces sneller gaan dan bij de ander. De fasen van betrokkenheid zijn: IK betrokkenheid: wat betekent de verandering voor mij? TAAK betrokkenheid: wat moet ik daarvoor doen? ANDER betrokkenheid: wat betekent dit voor leerlingen, collega's? De eerste voor de hand liggende reactie bij een verandering is: "Wat betekent dit voor mij?" Pas wanneer dit helder is, is men in staat vrij na te denken over wat daarvoor gedaan moet worden. Wanneer die fase duidelijk is, kan men vervolgens nadenken over wat dat voor anderen betekent. De medewerkers zullen echter niet altijd tegelijkertijd in dezelfde fase van betrokkenheid verkeren. Iemand die bijvoorbeeld in de ik betrokkenheidsfase zit, heeft vooral behoefte aan informatie en is nog niet in staat te werken aan het ontwerpen van de lessen. En iemand die voor de troepen uit loopt en op hetzelfde moment in de 'ander betrokkenheidsfase' zit, zal geen zin hebben in de zoveelste bijeenkomst waarin wordt uitgelegd wat het inhoudt om cultuurprofielschool te zijn. Deze medewerker wil verder. Het is dus zaak te differentiëren. Door rekening te houden met deze verschillen en op het juiste moment de juiste interventie te doen, zal veel weerstand worden voorkomen. TIP De bereidheid om proactief te participeren in de processen op school wordt sterk bepaald door de mate van invloed die u hebt. Covey spreekt in De zeven eigenschappen van effectief leiderschap van een 'cirkel van betrokkenheid' waarvan een deel wordt overlapt door een cirkel van invloed. De cirkel van invloed betreft de dingen die u kunt beïnvloeden en waarin u ruimte hebt om een eigen respons te bepalen. 4 DRAAGVLAK
0 Bewustwording 1 Informatie IK 2 Persoonlijk 3 Schoolleiding 4 Consequenties TAAK 5 Samenwerking 6 Herziening ANDER Fasen van betrokkenheid (Bron: Covey, 2010) INTERVENTIES BIJ DE FASEN VAN BETROKKENHEID Bij de verschillende fasen horen ook verschillende interventies. FASEN VRAGEN DIE LEVEN INTERVENTIES IK TAAK ANDER - Wat betekent dat cultuurprofiel voor mij? - Heb ik hiervoor wel de juiste expertise in huis? - Wat moet ik nu anders doen tijdens mijn lessen? - Zijn er voorbeeldlessen? - Hoe kan ik het lesprogramma opbouwen? - Wat merken leerlingen hiervan in de klas? - Hoe kan ik samenwerken met collega's van andere vakken? - Wat zijn de ervaringen van andere scholen? - Informatie geven - Duidelijkheid verschaffen - Persoonlijke aandacht geven - Studiedagen - Professionaliseren - Materiaal verschaffen - Tijd en ruimte geven - Intervisie - Overlegmomenten inplannen - Gelegenheid geven elders te gaan kijken 5 DRAAGVLAK
VOORBEELD STUDIEMIDDAG ORGANISEREN U wilt als projectgroep een studiemiddag organiseren om het team kennis te laten maken met de toepassing van kunst en cultuur in hun vak. Welke soort betrokkenheid kunt u verwachten? - Fase IK Als er geen IK, TAAK of ANDER betrokkenheid is, dan zal de studiemiddag vooral gericht moeten zijn op het versterken van de IK betrokkenheid. Dus op het geven van duidelijke informatie en veel persoonlijke aandacht. Wellicht is een persoonlijk gesprek beter. - Fase TAAK Indien iedereen wel die IK betrokkenheid heeft, maar nog geen TAAK betrokkenheid heeft, is een studiemiddag ideaal om helderheid te geven over wat het allemaal gaat inhouden. Dus door het geven van lesvoorbeelden en het vormen van een beeld van wat kunst en cultuur inhoudt. - Fase ANDER Als er wel een IK en TAAK betrokkenheid is, en geen ANDER betrokkenheid, dan kan de samenwerking voorop staan. Hoe kunnen we hier op school samenwerken? De bijeenkomst zal veel uitwisseling van ervaringen en ideeën kunnen bevatten. Ook kunnen ervaringen van andere scholen worden meegenomen. BRONNEN EN VERWIJZINGEN LITERATUUR Rijkschroeff, L. & T. van Roosmalen (2003), De Achtbaan: een cyclisch model voor ontwikkeling van beleid en kwaliteit. 's-hertogenbosch: KPC Groep. Stephen R. (2010), De zeven eigenschappen van effectief leiderschap. Business Contact. DEZE WEBSITE communicerenoverhetcultuurprofiel.pdf elevatorpitch.pdf samenhanginhetprogrammacreëren.pdf WEBSITES http://www.kpcgroep.nl/publicaties/de-achtbaan Bestelpagina voor de publicatie. http://www.carrieretijger.nl/functioneren/management/draagvlak Aanvullende beschrijving over draagvlak en wat daarvoor nodig is. http://www.nr29.nl/downloads/w03_draagvlak_nr29.pdf Tien bouwstenen om draagvlak te creëren. 6 DRAAGVLAK
SCHOOLVOORBEELD GERRIT VAN DER VEEN COLLEGE Gerrit van der Veenstraat 99 1077 DT Amsterdam Contactpersoon: Loes Blankers E l.blankers@gerritvdveen.nl T 020-6799905 I www.gerritvdveeen.nl Schoolportret: http://www.cultuurprofielscholen.nl/schoolportretten/gerrit-van-der-veen-college Draagvlak creëren begint met een enthousiaste directie die kunst- en cultuureducatie in de doelstellingen van de school wil opnemen. Dit is op het Gerrit van der Veen College het geval: kunst vormt een speerpunt van de hele school en is opgenomen in de visie van de school: De school en haar personeel willen een belangrijke bijdrage leveren aan de maatschappelijke, levensbeschouwelijke, culturele en kunstzinnige vorming van de leerling en hen stimuleren tot zelfbewuste, creatieve en verantwoordelijke individuen. Dit ter bevordering van een humaan en open cultureel klimaat op school en ter voorbereiding op een zinvol functioneren in de maatschappij. Deze visie komt op de eerste plaat tot uitdrukking in het lesrooster: leerlingen in de onderbouw hebben gemiddeld vijf lessen tekenen, handvaardigheid, muziek en/of theater per week en het vak CKV wordt in klas 1 tot en met 4 gegeven. Bovendien kan in elk profiel in de bovenbouw een kunstvak als examenvak gekozen worden. In het gebouw van de school zijn van oudsher veel kunstwerken prominent aanwezig. Het gehele personeel is zich bewust van het kunstkarakter van het Gerrit van der Veen College en steunt dit ook. Het draagvlak is groot. Vrijwel alle docenten vinden de profilering belangrijk. Velen besteden ook aandacht aan kunst in hun lessen. Aan de school zijn een aantal kunstopleidingen verbonden: de Nationale Balletacademie, de dansopleiding Lucia Marthas en het Conservatorium van Amsterdam. Leerlingen van die opleidingen volgen een havo- of vwo-opleiding op het Gerrit van der Veen College en hebben een aangepast rooster. Wat opvalt is dat de school steeds meer leerlingen aantrekt die affiniteit met kunst hebben en dat verschillende levensstijlen prettig naast elkaar voortbestaan. Culturele en kunstzinnige activiteiten vormen een wezenlijk onderdeel van het curriculum. Niet alleen de docenten van de kunstvakken (tekenen, muziek, handvaardigheid en theater) zijn daar verantwoordelijk voor, maar de hele school. De school werkt hierin samen met de kunstopleidingen die aan het Gerrit van der Veen College verbonden zijn. Er zijn diverse structurele en incidentele samenwerkingsprojecten tussen de kunstvakken en andere vakken, die met veel enthousiasme opgezet worden. Sommige zijn georganiseerd op initiatief van de schoolleiding, zoals de Woordweek, andere zijn ontstaan op initiatief van individuele docenten, zoals het Chansonproject en het project Cyrano de Bergerac van de Franse sectie, muziek en de 7 DRAAGVLAK
beeldende vakken. In de komende jaren proberen we om na een inventarisatie door de Cultuurprofielcommissie (CPS) een en ander vast te leggen zodat de projecten een structureel karakter krijgen. Bovendien zal de CPC zulke projecten gaan stimuleren. In het voorjaar 2010 heeft de CPC samen met de schoolleiding een studiedag georganiseerd, waarin de samenhang tussen de kunstvakken en de andere vakken centraal stond. Alle secties hebben na afloop een of meerdere gerealiseerde en geplande samenwerkingsprojecten gepresenteerd. Kort daarna was er een vervolgbijeenkomst om de verschillende secties de mogelijkheid te geven aan om afspraken te maken voor het komend schooljaar. De CPC zal alle samenwerkingsprojecten bundelen en in de agenda zetten. Zo nodig wordt er aan de planning geschaafd zodat alle klassen meerdere samenwerkingsprojecten krijgen, goed verspreid over het hele jaar. Een aantal zaken is verder belangrijk bij het creëren van draagvlak. 1. Een goede communicatie bij roosterwijzigingen of uitval van lessen. Docenten accepteren dit wanneer de informatie duidelijk en tijdig is. 2. De kunstsectie moet er zelf geheel achter staan. 3. Kunstvakken moeten even serieus genomen worden en even zwaar meetellen bij de overgang als niet-kunstvakken. 8 DRAAGVLAK