OLYMPISCHE HOOFDSTRUCTUUR

Vergelijkbare documenten
Nr. 53 Brief van de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Infrastructuur en Milieu

Stand van zaken Olympische Hoofdstructuur (OHS) Olympisch Plan 2028

Olympische Spelen in Nederland. Olympisch Plan 2028

IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

SMART SOCIETY DESIGN

Nieuwe Kijk. Wegen. in het. Landschap. Ontwerponderzoek december 2011

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 13 september 2017 ALDUS VASTGESTELD 21 SEPTEMBER Routekaart energietransitieopgave 2030

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

CORPORATE VENTURING MANAGER

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

HOOFDLIJNEN RUIMTELIJK-ECONOMISCH PROGRAMMA (REP) U10

Programma Regionaal Platform 20 april 2016 Locatie: Van der Valk Hotel, Aalsterweg 322 te Eindhoven

VVG Congres Visie op de toekomst vanuit de markt

Vaststellen plan van aanpak herijking Regionale Structuurvisie Wonen Noord-Limburg

Leisure als placemaker

OLYMPISCHE HOOFDSTRUCTUUR

Olympisch Plan Brabant:Versterken sportinfrastructuur

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Bijlage bij notitie ZWC-0891 Versterking sportinfrastructuur Brabant: uitwerking investeringsvoorstel

SMART SOCIETY IN NEDERLAND

Bestuursopdracht. Centrumvisie

Op weg naar meer rendement uit IT in het onderwijs

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

DE KRACHT VAN MIDDEN-HOLLAND: REGIO VAN VERBINDING

Managementsamenvatting Traject keuze stad / MIRT onderzoek. Arnhem, 20 juni 2012

Kaderbrief 2018: Sterker in dialoog

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Raadsvoorstel Sportvisie

MIRT - Verkenning Antwerpen Rotterdam VISIE

StadsDashboard. Staat van de Stad brengt slimme logistiek in beeld. Merle Blok 12 mei 2015

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN

Bantopa Kennismaken met Samenwerken

Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht

Participatie binnen het gemeentelijk mobiliteitsbeleid Specialisatiecursus VSV 28ǀ02ǀ2013. Samenvatting en conclusies

De motor van de lerende organisatie

Samenstelling bestuur

Oproep voor bijdrage

Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen

Van realiseren naar optimaliseren Open atelier, Grip op sport. Margot Icking, Hospitality Consultants 23 september 2010

Projectformat Agenda van Twente, jaarschijf 2010 Aanvrager: gemeente Almelo Project : Transitiestrategie Noordflank Bijlagen:

Bespreekpunt: Herkent het BORA de geformuleerde ambitie, kaders en vraagstelling voor de Dialoog Regioprofilering?

Nota inzake Economic Development Board

Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt. platform woningcorporaties noord-holland noord

Reshaping the way you think and act to deal with the complex issues of today s world

12 Sportbeleidsstukken

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

PRACTICUM PROCESMANAGEMENT. Open inschrijving

Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE

Meer woonkansen voor ouderen

Dorpsraad Kermt. Visietekst. 1. Situering. 2. Behoeften

STRATEGISCH PLAN 2018+

Leven in een verstedelijkte Delta; Het belang van kennis van de ondergrond Jacqueline Cramer, hoogleraar duurzaam innoveren UU

Realisatie. Indienersbrochure DE PILOTSTARTER. Platform voor pilots over de vernieuwing van gemeentelijke informatievoorziening

Informele zorg in Eindhoven, nu en in de toekomst

Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue)

Bantopa Terreinverkenning

SOCIAAL PERSPECTIEF. sociale structuurvisie Zaanstad

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

CALL#4 SNELHEID IN DE ENERGIE- TRANSITIE

Samen verder In het sociale domein

Gebiedsontwikkeling. The Missing Link. Een gebied op de kaart zetten met identiteit

Haalbaarheidsonderzoek

NOVI-perspectiefgebied Utrecht, Gezond Stedelijk Leven voor Iedereen

Talent inspireert Bouw mee aan een sportieve en culturele regio

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

1. De Vereniging - in - Context- Scan Wijk-enquête De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse Talentontwikkeling...

Informatiekaart VN-verdrag Handicap voor gemeenten

Rapport Concept Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen

Raadsbijeenkomst Agenda Delft april 2018 Locatie HNK

Duurzaamheid: Anne Mollema Projectmanager SO. Hoe een boerenjongen van de stad ging houden. 11 mei 2017

Zaakgewijs werken Advies omtrent architectuur en implementatie

Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe - fase 2. Juli 2019

Gemeente Delft RZONDEN 27 MAUI Geachte leden van de gemeenteraad,

CALL#2 GEZONDE WONINGMARKT

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING EINDHOVEN/BRABANT 2018

MIRT onderzoek Noordwestkant Amsterdam. 1 juni 2016 PORA Terugblik Analysefase en Vooruitblik Oplossingsrichtingenfase

Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District. De VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam verzoeken het college daarom:

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

groene expertise open blik de juiste combinatie van kennis en disciplines

DUURZAME INFRASTRUCTUUR

Piter Jelles Strategisch Perspectief

BELEIDSPLAN

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 15 februari 2018 U Lbr. 18/004. Stand van zaken Interbestuurlijk Programma.

Meer woonkansen voor ouderen

Public Affairs. Public Affairs. Adaptieve Agenda Zuidelijke Randstad november 2013

Actieplan digitale connectiviteit goede stap voorwaarts maar mist balans

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 8 mei 2019 U Lbr. 19/032. Stand van zaken Interbestuurlijk Programma.

Kick-off programma Kwaliteit van de Samenleving in Zuid-Holland 10 december 2015

BOUWNETWERK. Kiezen en uitblinken. Bouwnetwerk is hét netwerk voor vrouwen die werken aan de gebouwde omgeving

Omgevingsvisie Maastricht Resultaten 2 e ronde dialoogsessies met strategische partners van Maastricht 24, 25 en 26 oktober 2018

De Rotterdam, één van de hoofdgebouwen van de gemeente Rotterdam.

Van kostennaar waardesturing

Werkplan Centrum XL 2015/2016

Samenwerken aan welzijn

Transcriptie:

OLYMPISCHE HOOFDSTRUCTUUR [planne(n)] met een deadline DEEL I / mindset

Verantwoording Dit document is onderdeel van een lopend werkproces. Dit kan leiden tot onvolkomenheden. Alle inhoud is onder verantwoording van One Architecture en Zwarts & Jansma Architecten. Dit document is samengesteld door: One Architecture en Zwarts & Jansma Architecten, Juli 2010 in opdracht van het Ministerie van VROM

Inhoudsopgave 1. Leeswijzer 2. Werksessies 3. Typering van de Olympische Hoofdstructuur? 3.1 Opportuniteit: Richten van ruimtelijke projecten 3.2 Olympisch Niveau: Dream Big 3.3 Techniek: Op naar een bid 4. Twee sporen 4.1 Agency Spelen 4.2 IOC Spelen 5. Agenda s 6. Uitgangspunten 7. Programma Tweede Fase 8. Colofon

Samenvatting De Olympische Hoofdstructuur (OHS) is onderdeel van de Ruimtelijke ambitie van het Olympisch Plan 2028. Naast de OHS kent deze ambitie nog drie trajecten; de Sportlandkaart, de verkenning naar de te verwachten maatschappelijke kosten en baten (VMKB), en uiteindelijk de ruimtelijke inpassing van de Olympische en Paralympische Spelen. De OHS bevindt zich hier in de tijd tussen de eerste twee en bestaat uit drie fasen. Dit mindset document vormt de afronding van de eerste fase waarin de opgave door het team van One Architecture en Zwarts & Jansma Architecten, met ondersteuning van Event Knowledge Services, en aangevuld met nationale en internationale experts, is verkend. De Olympische Hoofdstructuur kent drie typeringen die ieder een wezenlijk ander aspect vertegenwoordigen. De typering Opportuniteit kan worden gebruikt om projecten op het gebied van ruimtelijke ordening te kanaliseren, te richten en te prioriteren. De typering Olympisch Niveau vertegenwoordigt de Olympisch Ambitie voor heel Nederland. De typering Techniek heeft betrekking op een mogelijk bid in de periode 2016-2021. Deze typeringen, en de daaruitvolgende Spelen, stellen ieder andere eisen aan de OHS. In de komende periode wordt gezocht naar synergie tussen en synthese van deze drie verschillende typeringen. Een duidelijk langetermijnperspectief voor Nederland is noodzakelijk. Hoe Olympisch Niveau en Opportuniteit zich met betrekking tot de OHS tot elkaar verhouden is op dit moment nog onvoldoende helder. Wel is duidelijk dat een verknoping van lokale kracht en kwaliteit (waar is Nederland goed in) met internationale uitdagingen een vector kan geven aan die integrale agenda en daardoor ook ruimtelijke investeringen kan sturen. Tezamen kan dit een model opleveren waarin heel Nederland wordt gemobiliseerd, de positie van Nederland op internationaal niveau wordt versterkt en wordt gestuurd op een voor Nederland optimale legacy. Geconstateerd is wanneer de OHS wordt ingezet voor het richten van ruimtelijk beleid, de ondubbelzinnige ambitie om in 2028 de Olympische Spelen in Nederland te organiseren van groot belang om de langetermijnprocessen binnen de ruimtelijke ordening te dragen. Tegelijk is ook duidelijk geworden dat het voor een klein land als Nederland, zonder grote steden, een hele opgave is om überhaupt te voldoen aan de elementaire voorwaarden voor een kansrijk bid: een aantrekkelijke omgeving voor de atleten, een robuuste infrastructuur voor de bezoekers en een goede legacy voor de organiserende stad.

Op basis van deze ambiguïteit is besloten dat in de volgende fase van de OHS twee sporen worden gevolgd; die vooralsnog IOC Spelen en Agency Spelen genoemd zijn. Binnen het spoor van de IOC Spelen worden de ruimtelijke randvoorwaarden voor het doen van een mogelijk bid in de periode 2016-2021 uitgewerkt en vormen deze de basis voor een zoektocht naar een optimale legacy. Binnen het spoor van de Agency Spelen wordt onderzocht hoe de Olympische Spelen juist kunnen dienen als het voertuig van andere processen. Verandering, in Nederland, in de wereld, en bij de Olympische Spelen zelf vormen een belangrijk aspect van deze processen. Door het volgen van deze twee sporen wordt het mogelijk om te gaan met een veranderende wereld en de legacy te maximaliseren, zonder het risico te lopen het eindpunt uit het oog te verliezen. In de volgende, tweede fase van het ontwerpen aan de Olympische Hoofdstructuur vinden twee parallelle processen plaats. Enerzijds worden verschillende deelonderzoeken gedaan in samenwerking met de vele bij de OHS betrokken partijen. Deze onderzoeken kunnen de vorm aannemen van een prijsvraag, rondetafelgesprek, essay, brainstormsessie of ontwerpatelier. Voor ieder onderwerp wordt gezocht naar een vorm waarin de kennis, expertise, ideeën en belangen van de vele betrokken partijen zo goed mogelijk hun weg kunnen vinden naar de Olympische Hoofdstructuur. Deze projecten worden in de zomer uitgewerkt, uiteraard in samenspraak met de te betrekken partijen en zullen in de periode van september tot en met november 2010 hun beslag krijgen. Parallel hieraan volgt het team ook haar eigen traject. Hierin worden de uitkomsten van de verschillende onderzoeken aan elkaar gekoppeld en gerelateerd aan de twee sporen. Met elkaar vormen deze een schakelbord waarop mogelijke vormen van een Olympische Hoofdstructuur gestalte kunnen krijgen. Dit schakelbord vormt het uitgangspunt voor de derde fase waarin een nieuw kabinet zal worden geadviseerd over de Olympische Hoofdstructuur. 1 Event Knowledge Services (EKS) is een spin-off van de International Olympic Committees, Olympic Games Knowledge Services company. EKS biedt advisering en kennisoverdracht aan betrokkenen bij de opzet en organisatie van grote evenementen wereldwijd.

1. Leeswijzer De Olympische Hoofdstructuur is onderdeel van de Ruimtelijke ambitie van het Olympisch Plan 2028. Die ambitie is dat Nederland in 2028 een land is met een goed leefklimaat, voldoende sportaccommodaties en een goede mobiliteit, zodat eventuele organisatie van Olympische en Paralympische Spelen nog beter mogelijk is. Het kabinet steunt deze ambitie in het kabinetsstandpunt Uitblinken op alle niveaus en geeft, in navolging van de vraag daartoe uit de Tweede Kamer, uitvoering aan de Olympische Hoofdstructuur. Om te komen tot een kwalitatief hoogstaand resultaat wordt er gewerkt in een open proces. Zo zullen de Alliantie Olympisch Vuur (IPO, VNG, de G4, VNO-NCW, en MKB Nederland, FNV mede namens ABVAKABO, NOC*NSF en de Rijksoverheid), overige stakeholders en experts worden benut en betrokken bij de Olympische Hoofdstructuur. Naast de OHS lopen nog drie trajecten binnen de ruimtelijke ambitie van het Olympisch Plan 2028. De sportkoepel NOC*NSF voert een verkenning uit naar de mogelijke locatie van topsportaccommodaties (de Sportlandkaart ). Het ministerie van VWS start een verkenning naar de te verwachten maatschappelijke kosten en baten (VMKB) van de Olympische Spelen van 2028 in Nederland. Deze trajecten leiden uiteindelijk tot de ruimtelijke inpassing van de Olympische en Paralympische Spelen in Nederland, waaruit onder meer de keuze van een stad voortvloeit. De alliantiepartners van Olympisch Vuur zullen uiteindelijk gezamenlijk hierover besluiten. Het ontwerpen van de Olympische Hoofdstructuur bestaat uit drie fasen. Dit document vormt de afronding van de eerste fase. In deze eerste fase is door verschillende werksessies met nationale en internationale experts op uiteenlopend gebied de opgave verkend. Aan het eind van iedere werksessie vond een review plaats, waarin vertegenwoordigers van de Alliantie Olympisch Vuur, het Rijk en andere stakeholders op de dagresultaten hebben gecommentarieerd en gereflecteerd. Aan de werksessies hebben behalve One Architecture en Zwarts & Jansma Architecten ook Event Knowledge Services uit Lausanne deelgenomen. De bevindingen hiervan hebt u voor u: het mindset document. Wat behelst het ontwerp van de Olympische Hoofdstructuur, welke vragen moeten we onszelf stellen en wat is de manier waarop we de vragen kunnen beantwoorden? Dit mindset document eindigt met de voorgestelde aanpak voor de tweede fase, waarvan dit document tevens de opmaat vormt. Het vervolg op dit document, de projecten, zal dieper ingaan op de serie van deelonderzoeken die wordt voorgesteld voor de tweede fase. 6

De uitwerking hiervan zal deze zomer vorm krijgen. Veel vragen hebben een verdiepingsslag nodig maar niet altijd op dezelfde manier. De beschrijving van de opgave, het potentieel van de legacy en de consequenties voor de mogelijkheden van een bid worden ontrafeld in deelvragen die soms door middel van ontwerp of onderzoek, soms door kennisvergaring en soms door afstemming kunnen worden beantwoord. Hiermee ontstaat in de tweede fase van dit proces zicht op puzzel in al zijn complexiteit. Zo ontwikkelt zich een incrementeel onderzoeksproces van samenhangende projecten, met ieder ook een eigen vorm van betrokkenheid met de buitenwereld. Dit is tevens een model om vele partijen hierin te engageren, meer mensen mee laten denken en meer kennis op te doen. Door parallel hieraan de verschillende uitkomsten op elkaar te testen in twee verschillende sporen, ontstaat een schakelbord waarin ook de onderlinge afhankelijkheden tussen deze sporen op tafel komen. Dit schakelbord vormt het uitgangspunt voor de derde fase waarin een nieuwe kabinet zal worden geadviseerd over de Olympische Hoofdstructuur. Sportlandkaart Ontwerp Olympische Hoofdstructuur fase 1: werksessies fase 2: projecten fase 3: ntb stakeholder & experts nieuw kabinet VMKB 7

2. Werksessies Aanwezigen: One Architecture: Matthijs Bouw, Jan Willem Petersen, Jelte Boeijenga, Karst Blijham ZJA: Rein Jansma, Reinald Top, Rob Torsing, Marieke Berkers EKS: Craig McLatchey, John Baker VROM: Willemieke Hornis (projectleider OHS) Ik mo voor a waren genoe gaan, perspe Rotter waterv snelle Extern: Eline Hordijk (VROM), Frans Timmerman (VROM), Mark Monsma (Alliantie Olympisch Vuur), Yolanda Kemper (VROM, verstedelijking), Bart Vink (VROM, toekomstagenda ruimte), Lennert Goemans (VROM, MIRT), Emile Dil (VROM), Maarten Schallenberg (VWS), Dagmar Keim (VROM), Manuel Dijkstra (MinVenW), Yvonne Haane (MinEZ), Hein Greven (Eneco), Erik Pool (Dutch Delta Design), Mariko Peters (op persoonlijke titlel), Willem Velthoven (Mediamatic), Willemieke Hornis (VROM), Erik van den Eijnden (VROM), Henk Ovink (directeur NRO, VROM), Henk Meijer (VWS, projectleider OP), Marco Kooiman (gemeente Amsterdam)., Herbert Wolff (Program Office Olympisch Vuur), Caroline Nevejan (Mediated Presence), Niek van der Heijden (VROM), Rob de Vries (VWS, betrokken bij WK Bid), Esther Reith (gemeente Amsterdam), Gerben Eggink (Kwartiermaker Olympisch Plan), Marco den Heijer (ds+v, Gemeente Rotterdam,) Arno van Prooijen (Gemeente Rotterdam) Investering in de Randstad is een reëel probleem i.r.t klimaatverandering. In het jaarverslag van ING drie jaar geleden stond: wij investeren niet meer in de zuidvleugel van de Randstad, want de veiligheid kan niet worden gegarandeerd. In Nederland echt een economisch issue. 8

et denken aan Peking waar er lle officials en sporters blue lanes, die hebben we in Nederland g. Als je alles over het water laat en dat zou sowieso een interessant ctief voor zowel Amsterdam als dam zijn, moeten we kijken hoe erbindingen zijn, en we hebben boten, dan kom je een heel eind De infrasturele vraagstukken in de regio Rotterdam zijn zo groot...we hebben geen idee hoe wij deze in de toekomst het hoofd kunnen bieden What are the longterm ambition of the Netherlands on social and economic issues De essentie is dat we moeten trachten de komende 5 jaar het proces van energietransitie te overleven. Nederland kent daarna structurele duurzame energie. Er wordt welleens gezegd; Op het moment dat je het Olympisch Dorp goed hebt geregeld dan zijn de Spelen al voor de helft geslaagd. In NL hebben we wel een probleem als die 3000 woning na de Spelen in een keer op de markt komen. 9

3. Typering van de Olympische Hoofdstructuur? De OHS moet als katalysator dienen voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland. De OHS benadert deze opgave in samenhang met ambities op het gebied van sport, economie, welzijn en op sociaal-maatschappelijk vlak. De komende maanden worden de verschillende opgaven verkend. Doel hiervan is dat een goed beeld ontstaat van de mogelijkheden van het Olympisch Plan 2028 voor de ruimtelijke inrichting van Nederland, en de ruimtelijke maatregelen die genomen dienen te worden voor een eventueel bid. (Ministerie van VROM) In deze eerste omschrijving van het doel van de Olympische Hoofdstructuur lezen we drie elementen: de mogelijkheden van het Olympisch Plan 2028 voor de ruimtelijke inrichting van Nederland, ruimtelijke maatregelen en het eventuele bid. Uit de verkenning van de opgave die de afgelopen periode heeft plaatsgevonden blijkt dat deze drie elementen wezenlijk andere aspecten van de OHS vertegenwoordigen. Een ontrafeling van deze aspecten levert het volgende beeld op: Een eerste typering betreft de Spelen als Opportuniteit. Als een magneet trekken de Spelen een ongelofelijke hoeveelheid energie aan die kan worden gebruikt om beslissingen op het gebied van ruimtelijke ordening te kanaliseren, te richten en te prioriteren waardoor ook selectie mogelijk wordt in tijden van financiële krapte. De Olympische Hoofdstructuur biedt dus ook een selectiekader voor investeringen in ruimtelijke infrastructuur van het land. Ten tweede is dit Olympisch Niveau, zoals verwoord in de ambitie van het Olympisch Plan, bevestigd door het kabinet. Het Olympisch Plan definieert een aantal fasen. Eén daarvan is de zogenaamde opbouwperiode, tussen nu en 2016, waarin we heel Nederland naar Olympisch niveau tillen. Voor de ruimtelijk component betekent dit een sterke kwalitatieve verbetering op het gebied van verbindingen, waterhuishouding en stedelijk klimaat. Maar ook duurzaamheid als fundamenteel leidend gegeven en de internationale positie van ons kleine maar slimme land zijn hierbij belangrijke aspecten. De Olympische Hoofdstructuur laat zien wat de ruimtelijke implicaties zijn voor een Olympisch niveau voor Nederland. 10

OLYMPISCH NIVEAU OPPORTUNITEIT Een derde element noemen we Techniek. Het heeft betrekking op een mogelijk bid in de periode 2016-2021. Aan welke eisen zal Nederland moeten voldoen, willen we een kansrijk bid in die periode mogelijk maken. Sommige zaken moeten nu worden opgestart. Gezien de looptijd van ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening en met name infrastructuur in Nederland kunnen we hiermee niet wachten tot 2016. Welke maatregelen moeten nu worden getroffen voor een kansrijk bid over zes tot negen jaar? De Olympische Hoofdstructuur is dus een kader dat zeker stelt dat wanneer in 2016 besloten wordt om een bid te doen, dat bid ook kansrijk zal zijn. Deze drie typeringen van de Olympische Hoofdstructuur zijn deels overlappend, deels ook niet. Soms zijn ze ook concurrerend en soms ook complementair. In de komende maanden gaan we meer precies uitvinden op welke vlakken en volgens welke mechanismen. Naar gelang één van deze drie typeringen nu sterker wordt benadrukt, resulteert ook een andere hoofdstructuur. De uitdaging is natuurlijk om uit te komen in het midden. Daarmee is de Olympische Hoofdstructuur ook een routekaart of beter marsroute. Het laat zien op welke manier je er komt, welke beslissingen je moet nemen. Daarmee is het nog geen ruimtelijke strategie voor het maken van een bid maar wel het creëren van een (ruimtelijke) omgeving waarin het maken en doen van een bid plaats kan vinden en hierdoor het land beter kan maken. OHS TECHNISCH 11

3.1 Opportuniteit: Richten van ruimtelijke projecten De Olympische Spelen worden gebruikt om allerlei vormen van (ruimtelijk) beleid te richten, te kanaliseren en hierin te prioriteren. Sinds enkele decennia is dit een beproefde aanpak om de legacy van de Spelen te optimaliseren. Ook in de toekenning van de Spelen speelt deze overweging een belangrijke rol. Investeringen in grote ruimtelijke projecten en infrastructuur kunnen door de Spelen een vector krijgen. De vraag is uiteraard: welke vector? Hier ontstaat een subtiel dilemma. Ruimtelijke eisen die worden gesteld aan de organisatie van de Olympische Spelen kunnen dienen als richtsnoer voor toekomstige investeringen: een afgewogen combinatie van een goed bid en een optimale legacy. Maar de Spelen kunnen ook dienen als hefboom om investeringen in het land te mobiliseren om op die manier de langetermijnambities van een land dichter bij te brengen. Dat roept de vraag op naar wat die ambities zijn. En die vraag reikt verder dan welke ruimtelijke projecten er op de agenda staan. Waar wil Nederland behalve in 2028, in 2050 staan? En wanneer we dat weten, kunnen we dan terugredenerend zien welke projecten we concreet kunnen stimuleren die bijdragen aan het bereiken hiervan? Afgezien van een ruimtelijke is dat dus ook een economische, sociale en culturele vraag. Een vraag die alleen kan worden beantwoord door de positie van Nederland te bezien vanuit een mondiaal perspectief. Wanneer we de Spelen daadwerkelijk willen gebruiken als hefboom om Nederland verder te brengen, is het één op één vertalen van de ruimtelijke randvoorwaarden voor de organisatie van de Spelen naar een prioritering in ruimtelijke investeringen dus niet de goede route. Geen enkele investering in infrastructuur doe je voor de Spelen zelf, zoals werd gezegd. Deze lange termijn ambitie hoeft niet van de grond af aan te worden opgebouwd. Geconstateerd is dat bij vele partijen overheden, maatschappelijke organisaties, individuen een duidelijk beeld leeft van de toekomst van Nederland. Geconstateerd is echter ook dat zowel de ideeën, maar ook de kennis niet gedeeld zijn; it sits in different pockets. En hier ligt bij uitstek de potentie van de stip op de horizon : een motor voor het delen en laten convergeren van de langetermijnambities voor het land. Alleen dan is het mogelijk om een Olympische Hoofdstructuur te maken die Nederland ook daadwerkelijk beter maakt. En tot slot: alleen wanneer een land kan laten zien op welke manier de Olympische Spelen bijdragen aan die ambitie, komt het in aanmerking voor toekenning van de Spelen. 12

fig. achtergrond.: De legacy van de sportvenues OS Athene 2004 met op de achtergrond het voormalig basketball stadion. 13

3.2 Olympisch Niveau: Dream Big Heel Nederland naar Olympisch niveau. Het Olympisch plan spreekt van acht ambities; topsportontwikkeling, breedtesportontwikkeling, op sociaal maatschappelijk terrein, welzijn, economie, ruimtelijke ordening, evenementen en media-aandacht. Deze ambities strekken zich uit van het lokale schaalniveau van wijken, scholen en gymzalen tot het grootste schaalniveau van de mondiale positie van Nederland. Bovendien dwingt de lange periode tussen nu en 2028, zelfs tussen nu en 2021, ons om goed te kijken naar mondiale veranderingen. Want de wereld ziet er tegen die tijd heel anders uit, zoveel is zeker. Op welke manier kan heel Nederland maximaal profiteren van mogelijke Olympische Spelen in 2028? Vraagt dit om een ruimtelijk spreidingsmodel waarbij de koek wordt verdeeld of kan maximaal engagement van de Nederlandse bevolking ook zonder fysieke spreiding? De circle of engagement is potentieel enorm maar op welke manier kunnen we heel Nederland ook maximaal betrekken bij de Spelen? En niet alleen de bevolking, maar ook het bedrijfsleven? Zonder involvement van het Nederlandse bedrijfsleven zijn we volstrekt kansloos, zo werd opgemerkt. Dit betekent ook op zoek gaan naar wat echt Nederlands is, zowel cultureel, sociaal als economisch. Waar is Nederland goed in? Waar zit onze innovatieve kracht? En niet alleen wat we daar zelf van denken maar juist vanuit internationaal perspectief. Onze open relatie met de wereld en de afhankelijkheid van globale ontwikkelingen is een fundamenteel gegeven. Dit biedt echter tevens kans voor een duidelijke internationale profilering door de koppeling van lokale kennis aan mondiale vraagstukken. Juist als ontwikkeld land zullen we bij de Spelen moeten laten zien wat wij de wereld te bieden hebben. Op kracht en grootte (power play) zal Nederland de wedstrijd nooit winnen. Nederland is klein, maar wel slim en uitstekend verbonden met de rest van de wereld. Het is dan ook cruciaal om te kijken naar de manier waarop de wereld om ons heen verandert. Een duidelijk voorbeeld zijn de social media die de wijze waarop het spektakel beleefd wordt, nu al fundamenteel veranderen. Noties als collectief en individueel verschuiven en zijn niet meer noodzakelijkerwijs gebonden aan ruimte. Wat zijn hiervan de gevolgen voor de beleving in de stadions. En wat zijn hiervan de mogelijkheden wanneer iedereen op 100 (of 10.000) kilometer afstand er ook gewoon bij is? Nu al kraakt het huidige mediamodel in zijn voegen; en daarmee het hele traditionele financieringsmodel voor de Spelen. 14

De kwalitatieve typering van de Olympische Hoofdstructuur impliceert een verknoping van het lokale met het globale en het specifiek Nederlandse met het internationale perspectief. Daarnaast speculeert deze typering op een veranderende toekomst die ook voor de organisatie van de Spelen verregaande gevolgen zou kunnen hebben. Bovendien kan deze verknoping een vector geven aan de langetermijn-ambities van Nederland. fig. achtergrond. H.M. de Koningin Beatrix ontvangt de Nederlandse medaillewinnaars van de Olympische spelen Beijing op Paleis Huis ten Bosch in Den Haag. 15

3.3 Techniek: op naar een bid De Olympische Hoofdstructuur geeft een beeld van de ruimtelijke maatregelen die genomen moeten worden om in 2016 te kunnen besluiten een kansrijk bid te doen. Kansrijk definiëren we hier óók als: voldoen aan de toelatingscriteria van het IOC en een concurrerend bid ten opzichte van andere landen, juist in termen van ruimte en infrastructuur. Dat betekent met name dat de infrastructuur, Olympisch Dorp, sportaccommodaties, faciliteiten en de reistijden hiertussen gewoon op orde moeten zijn. Maar ook duurzaamheid is simpelweg een knock-out criterium. Laat er geen onduidelijkheid over bestaan: dit is voor een klein land als Nederland een enorme opgave. De benodigde hoeveelheid sportaccommodaties, trainingsfaciliteiten, de grootte van het Olympisch Dorp, de hoeveelheid hotels, en de capaciteit van de infrastructuur zijn aanzienlijk. Nederland is weliswaar een dichtbevolkt land maar heeft geen grote bevolkingsconcentraties. De steden zijn talrijk maar klein. De grootste uitdaging is hierbij uiteraard het na de Spelen laten renderen van de investeringen. Het realiseren van een positieve legacy uit de talrijke benodigde sportaccommodaties is binnen één stedelijke regio vrijwel onmogelijk. Hier moeten dus andere oplossingen voor worden gevonden. Hetzij door tijdelijke faciliteiten of door middel van spreiding. Juist deze spreiding is echter wanneer bekeken door de bril van een mogelijk bid complex. Alhoewel vaak is gesuggereerd dat spreiding in Nederland per saldo concentratie betekent in vergelijking met andere Spelen, is dit niet het geval. Zelfs in het recente Rio-bid is de grootste afstand tussen accommodaties nog niet de afstand Amsterdam- Rotterdam. Terwijl juist hier de trend van de laatste jaren naar steeds verdere concentratie wordt gekeerd en de accommodaties worden gespreid over de stad. Tegelijk is echt compact in Nederland ook ingewikkeld. De fijnvertakte verkeersstructuur zou volledig dichtslibben wanneer teveel activiteiten worden geconcentreerd op één plek. In het Schetsboek Ruimte voor Olympische Spelen en in de Sportlandkaart is reeds veel geïnventariseerd. Capaciteitsstudies naar zowel het wegennet als het openbaarvervoernetwerk zullen verder inzicht moeten verschaffen in de knelpunten van een mogelijk systeem. Tot slot is geconstateerd dat het uitzicht op een mogelijk bid in de periode 2016-2021 nu fundamenteel is voor de Olympische Hoofdstructuur. 16

In die zin kunnen we vooralsnog niet doen alsof en ervan uitgaan dat de legacy in 2021 genoeg is. De mogelijkheid om een winnend bid uit te brengen moet aanwezig blijven. Dat betekent niet dat wanneer in 2016 besloten wordt geen bid uit te brengen, of wanneer je het bid niet wint, alles verloren is. Juist niet. Met de organisatie van de Olympische Spelen in 2028 als ondubbelzinnige ambitie wordt het juist mogelijk om het land op orde te krijgen. fig. achtergrond. een van de grote eetzalem van de OS2008 Beijing. Gedurende de Spelen wordt het grootste restaurant ter wereld georganiseerd. 17

4. Twee sporen Hierboven zijn de verschillende typeringen van de Olympische Hoofdstructuur geschetst. Aangegeven is op welke manieren ruimtelijk beleid kan worden gekanaliseerd door het uitzicht op een bid. Duidelijk werd ook dat een echt langetermijnperspectief voor Nederland op dit moment nog onvoldoende helder is. Wel kan een verknoping van lokale kracht en kwaliteit (waar is Nederland goed in) met internationale uitdagingen een vector geven aan die integrale agenda en daardoor ook ruimtelijke investeringen sturen. Tezamen kan dit een model opleveren waarin heel Nederland wordt gemobiliseerd, wordt gestuurd op een voor Nederland optimale legacy en de positie van Nederland op internationaal niveau wordt versterkt. Tegelijk hebben we ook gezien dat, wil Nederland voldoen aan de elementaire voorwaarden voor een kansrijk bid dat op z n minst voldoet aan de richtlijnen van het IOC, dit zelf al een bijzonder ingewikkelde opgave is. De trends in de winnende bids van afgelopen jaren bieden hier enig inzicht. Duidelijk wordt dan dat de afstanden eerder korter dan langer worden. In termen van reistijd gaat het eerder over 15 minuten dan over de richtlijn van 45 minuten. De wedstrijdaccommodaties worden eerder groter dan kleiner. En hoewel velen speculeren op het einde van de groei aan deze accommodaties, is de werkelijkheid vooralsnog anders. De twee hierboven geschetste denkmodellen vertegenwoordigen beiden een belang. Bij een eenzijdige benadrukking van de eerste is het risico groot dat we te lang bezig zijn met onszelf en daarmee het internationale karakter van de Spelen (en de concurrentie om het bid) uit het oog verliezen. We minimaliseren dan de kans dat de Spelen überhaupt naar Nederland komen. Bij een te eenzijdige nadruk op de tweede bestaat het risico het specifiek Nederlandse karakter van mogelijke Spelen, de doelmatigheid van investeringen, en het draagvlak onder de bevolking uit het oog te verliezen. De eerste speculeert op een veranderende, maar onzekere toekomst; de tweede richt zich op de bid-eisen die we wél kennen. Uit deze twee denkmodellen ontstaan twee sporen die we de komende tijd parallel blijven volgen. Deze denkmodellen hebben we de Agency Spelen en de IOC Spelen genoemd. Deze worden in de volgende fase uitgediept, de onderlinge afhankelijkheden in kaart gebracht, de interactie hiertussen onderzocht. Hierdoor wordt het mogelijk om te gaan met een veranderende wereld en de legacy te maximaliseren, zonder het risico te lopen dat eindpunt uit het oog te verliezen. In een volgende fase leidt dit algemene principe tot een aantal routekaarten 18

OPPORTUNITEIT ambities Olympisch Vuur OLYMPISCH NIVEAU TECHNISCH kansen voor ruimtelijke projecten richtlijnen International Olympisch Comité ROADMAP 19

waarvan we kunnen zien wat de wederkerigheden hiertussen zijn. Met als doel uiteindelijk naar elkaar toe te groeien. Wanneer op die manier de Olympische Hoofdstructuur wordt ontworpen, maximaliseren we de potentiële legacy voor Nederland. Écht gaan voor de Spelen en tegelijk écht gaan voor Nederland. Direct wordt duidelijk dat deze afhankelijkheden sterk gesitueerd zijn in de tijd. Op sommige aspecten zullen de modellen sneller naar elkaar toe moeten groeien (bijvoorbeeld voor beslissingen over investeringen in infrastructuur) dan voor andere. De twee sporen vertegenwoordigen beiden ook verschillende argumenten voor én tegen het naar Nederland halen van de Spelen. Door de ontwerp- en onderzoeksopgave op deze manier in te steken worden ook deze argumenten geconcretiseerd en gevalideerd. Tegelijkertijd kan een dialoog met het IOC en de sportfederaties (de zogenaamde Olympic Familiy ) worden opgestart. De ruime voorbereidingstijd tot aan een mogelijk bid heeft als nadeel dat de onzekerheden groter zijn, maar ook een sterk voordeel: er is ruimte voor een constructieve dialoog met de Olympic Family over de wijze waarop veranderingen in de wereld effect hebben op veranderingen bij de Spelen. De Olympic Family die zelf ook gebaat is bij meer potentiële bidders en zelf ook weet dat sommige dingen zúllen veranderen zal geneigd zijn, zo is de verwachting, dit gesprek te verwelkomen. Het bereiken van de jeugd, en het daarmee het realiseren van de oorspronkelijke doelstellingen van de Spelen het bij elkaar brengen van de jeugd van de toekomst voor een vriendschappelijke en sportieve competitie is voor de Olympic Family een belangrijke uitdaging. Wanneer Nederland kan bijdragen aan de blijvende verwezenlijking van deze Olympische gedachte, zal dat worden omarmd. Cruciaal is dat deze dialoog op korte termijn wordt opgestart. 20

3 lagen: - verstedelijking - netwerken - groen/blauw AGENCY SPELEN - gedeelde thema s - input IOC SPELEN - onderzoek 2010 - input afhankelijkheden - input 2016 Mogelijke verlegging van zwaartepunt - input 2021 fig. na verloop van tijd zullen de twee sporen, de Agency games en de IOC games, samenkomen. De toekomst zal uitwijzen hoe de balans tussen de twee ligt. In de periode daarvoor zijn er al uitwisselingen tussen de beide sporen, en zullen er op onderdelen harde beslismomenten ontstaan: om beide sporen nog open te houden. moet nu met project [x] begonnen worden. 2028 21

4.1 Agency Spelen Zoals een agent iets of iemand is waardoor of door wie anderen worden gestimuleerd of geëngageerd, zo zijn de Agency Spelen primair het voertuig van andere processen. Deze processen zijn bijvoorbeeld: heel Nederland naar Olympisch niveau, engagering van de hele Nederlandse bevolking en het bedrijfsleven, grote transities op mondiaal niveau en veranderingen van de Olympische Spelen zelf. Op welke manier kunnen de Olympische Spelen van 2028 in Nederland deze processen stimuleren? En ook: op welke manieren kunnen juist Spelen in Nederland bijdragen aan de veranderingsprocessen binnen de Olympic Family? Bij het betrekken van bevolking en bedrijfsleven is de eerste vraag: welke betrekking? Wat is de mogelijke circle of engagement van de Olympische Spelen? Een voorbeeld is dat de organisatie van de Spelen immers betreft meer dan alleen de organisatie van de wedstrijden. Naast het hosten gaat het dan over de trainingsfaciliteiten, de staf en de talloze vrijwilligers, de vele toeleveranciers, natuurlijk de toeschouwers in het stadion, maar ook de mensen thuis voor de buis. En tenslotte de vele feestgangers die Nederland zullen kleuren in behalve oranje ook de vijf Olympische kleuren. En op welke manier zullen veranderingen in de maatschappij deze betrokkenheid veranderen? Het begrip van erbij zijn geweest is door nieuwe social media volop aan verandering onderhevig en zal er in 2028 fundamenteel anders uitzien. Dat heeft grote gevolgen voor de manier waarop we tegen die tijd omgaan met begrippen die nu nog in de oude definitie sturend optreden. Wat of wie is een toeschouwer in 2028? Wat is nog de betekenis van een live registratie in die tijd? De mogelijke consequenties ook ruimtelijk zijn groot; dat is eerder genoemd. Naast de 90.000 mensen in het Soccer City stadion in Johannesburg wordt tegelijkertijd ook bijvoorbeeld in de Amsterdam RAI het feestje Nederland Denemarken door 8000 fans bijgewoond en zaten er ruim 30.000 mensen bij elkaar in het Philips Stadion in Eindhoven. De diversificatie van geografische middelpunten wordt nu al doorgezet naar stads- en dorpspleinen, en andere plekken van georganiseerde samenkomst. Wat is hiervan de betekenis van sportaccommodaties in 18 jaar tijd? Op welke manier kunnen we op deze ontwikkelingen anticiperen en de Spelen inzetten voor de publieke ruimte, de plekken van samenkomst, de (tijdelijke) accomodaties? Welke infrastructuur hoort daarbij? Is het mogelijk om deze veranderingen misschien nu al als uitgangspunt te hanteren, en daarmee veranderingsprocessen bij de IOC en de federaties, die zelf ook op zoek zijn naar een nieuw media- en financieringsmodel, te stimuleren? 22

In het statuut van het IOC wordt veel aandacht besteed aan haar globale missie. Naast de kansen voor Nederland zijn er de kansen voor de wereld. Zoals hierboven al gezegd zullen we het als klein land niet winnen op eigen kracht en grootte. Tegen de tijd dat een eventueel bid wordt uitgebracht kunnen landen als Azerbeidzjan, Kazachstan en Qatar de concurrenten zijn, landen met een slagkracht die wij niet zullen kunnen evenaren. We zullen het dan moeten hebben van slimheid en generositeit. Dat zijn we als ontwikkeld land ook verplicht aan de wereld. En wat hebben wij die wereld dan te bieden? Op welke manier kunnen de Olympische Spelen in Nederland niet alleen bijdragen aan een beter Nederland, maar ook aan een betere wereld? En niet (alleen) vanuit onbaatzuchtigheid. De Nederlandse economie is in sterke mate afhankelijk van onze relatie met het buitenland. Aan welke mondiale vraagstukken kan Nederland een bijdrage leveren en op welke manier kunnen de Spelen in Nederland dit stimuleren? Een voorbeeld is water, een gebied waar voor Nederland uitdrukkelijke de vraag rijst hoe de organisatie van de Spelen kan worden gekoppeld aan de Nederlandse wateropgave. Misschien is juist de manier waarop de Nederlandse kennis en expertise kan worden getoond maar ook kan worden ingezet voor mondiale problematiek, onderdeel van de Spelen? Maar misschien moeten we ook naar onszelf te kijken. Het lijkt soms alsof een tekort aan water nu niet echt ons probleem is. Onze water footprint realiseren we echter voor 89% in het buitenland. De wereldwijd toenemende schaarste aan water is dus wel degelijk ook ons probleem. Kan Nederland de wereld voorgaan in de reductie van de water footprint van de Spelen? Agency Spelen zouden kunnen leiden tot meer mogelijkheden van spreiding, kleinere accomodaties, ruimtelijke ingrepen die goed bij Nederland passen, en meer innovatie. Op die wijze optimaliseren ze de legacy voor heel Nederland. fig. achtergrond. In 1928 deden voor het eerst vrouwen mee aan de atletiek en het turnen, de hoofdonderdelen van de Spelen. Tot die tijd telden vrouwelijke deelnemers amper mee. Het gaf de doorslag voor de emancipatie van de vrouw in de (Olympische) sportwereld. 23

4.2 IOC Spelen Hoe ziet een omgeving waarin het maken en doen van een kansrijk bid plaats kan vinden eruit? In de technische manuals van het IOC is omschreven wat benodigd is om de Spelen te kunnen organiseren. Minimale richtlijnen ten aanzien van de complete infrastructuur en organisatie worden tot in detail omschreven; veelal gaat het echter eerder om richtlijnen dan om harde eisen. Dat typeert ook het beoordelingskader rondom een mogelijk bid: enerzijds de minimale richtlijnen om überhaupt formeel kandidaat te worden, anderzijds is er de beoordeling van de verschillende bids ten opzichte van elkaar. Dat beoordelingskader is per definitie conservatief van karakter; anders zouden de Spelen ook niet de Spelen zijn. Het evolueert dus slechts langzaam in de tijd. Wanneer wordt gesproken over Nederland of de Randstad als kandidaat, in plaats van een traditiegetrouwe stad, wordt gespeculeerd op een verandering van dat beoordelingskader. Wanneer het zou gaan om een bidstrategie, is dat een uitgesproken risico. We weten simpelweg niet of die verandering plaats gaat vinden. Voor de ruimtelijke infrastructuur geldt de uitdaging om een aantrekkelijke omgeving voor de atleten, een robuuste infrastructuur voor de bezoekers en een goede legacy voor de organiserende stad te combineren. Deze drie zijn ook voor het IOC fundamenteel. Bovendien kan voor de ontwikkelde landen duurzaamheid waarschijnlijk aan dit rijtje worden toegevoegd. Niet als ambitie, maar als gerealiseerde werkelijkheid. Het is al eerder gezegd: dat is voor Nederland geen sinecure. Feitelijk ontbreekt in Nederland een ruimtelijke concentratie van mensen in één stad om draagvlak te vinden voor zo n 35 benodigde wedstrijdaccommodaties. Dit geldt zelfs wanneer een flink aantal van deze accommodaties van tijdelijke aard of na afloop te verkleinen is. Tegelijk liggen de grote steden in Nederland weer dusdanig ver van elkaar af dat spreiding van de accommodaties al vrij snel sterke nadelige gevolgen heeft voor de reisafstanden. Ook is geconcludeerd dat in alle varianten de Nederlandse infrastructuur als dun wordt beoordeeld. Het gebrek aan redundantie in het systeem wordt vanuit de ervaring met eerdere succesvolle bids beoordeeld als een flink operationeel risico. Bij één serieus probleem op een enkel knooppunt, kan zomaar het hele land vast komen te staan. Iets dat we de afgelopen jaren zelf ook hebben kunnen ervaren. Tot slot kunnen ons niet meer veroorloven om duurzaamheid als ambitie voor de toekomst te positioneren. Een flinke inhaalslag die navenante investeringen vereist is cruciaal. Deze vier aspecten samen leveren een uitdagende puzzel op. Een puzzel bovendien die alleen in samenwerking met de beste internationale expertise kan worden opgelost; zeker wat betreft het inspelen op de verwachtingen van de Olympic Family 24

Nuchter samengevat levert concentratie nauwelijks een positieve legacy op en lijkt spreiding wanneer we de huidige trends volgen (reductie van reistijden) niet haalbaar. Grote investeringen in zowel weg- als openbaar vervoerinfrastructuur zijn vereist om de mensenstromen van misschien zes miljoen bezoekers aan te kunnen. Aan de andere kant: wanneer het lukt om die puzzel op te lossen, kan de legacy ook enorm zijn: een stedelijk netwerk met een aantrekkelijk leefklimaat dat zowel nationaal als internationaal goed is verbonden, met sportieve voorzieningen op ieder niveau. Tot slot kan het uiteindelijke bid nooit de oplossing van een puzzel zijn. Primair moet het bid het verhaal vertellen van wat Nederland de wereld te bieden heeft. Een narratief dat laat zien wat Nederland wil bereiken en op welke manier de Olympische Spelen daar een bijdrage aan leveren. Dat gaat over de kwaliteiten van het land, maar ook over haar toekomst: waar willen we heen? Dat is economie: waar verdienen we in 2030 ons geld mee? Maar dat is ook cultuur: aan wat voor samenleving willen we bouwen? In die zin spelen dus ook kwalitatieve aspecten die hierboven zijn beschreven een fundamentele rol in het uitbrengen van een mogelijk bid. IOC Spelen zouden kunnen leiden tot de realisatie van de ruimtelijke voorwaarden voor een winnend bid : een aantrekkelijke, duurzame, omgeving voor de atleten, een robuuste, duurzame, infrastructuur voor de bezoekers en een goede legacy voor de organiserende stad. fig. achtergrond. Voorzitter China International Trust and Investment (CITIC) Consortium, heeft het recht verworven met een 30 jarige overeenkomst om het Olympisch stadion na de Spelen te exploiteren. Het 91,000-seat National Stadium heeft na de Spelen nog geen event weten te organiseren. 25

5. Agenda s DDe Olympische Hoofdstructuur gaat over verandering: heel Nederland naar Olympisch niveau, het richten van ruimtelijke projecten, en Nederland klaar maken voor de organisatie van de Olympische Spelen in 2028. Dat betekent echter niet dat deze grote veranderingen in Nederland, hoewel aangevuurd door die stip op de horizon, ook primair door de Olympische Hoofdstructuur worden aangestuurd. Die veranderingen zijn eerst en primair onderdeel van en ingebed in andere beleidsagenda s. De Olympische Hoofdstructuur is een middel om deze verschillende agenda s te delen en naar elkaar toe te laten groeien, maar kan en moet deze niet overnemen. Op ruimtelijk gebied zijn deze agenda s onder meer de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040, de Agenda Landschap, de Agenda Vitaal Platteland, de Mobiliteitsaanpak, Randstad Urgent, het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport, het Grote Stedenbeleid en het rapport van de Deltacommissie. De hierboven genoemde sporen, de IOC Spelen en de Agency Spelen, worden tegelijk bewandeld. De verschillende aspecten van de Olympische Hoofdstructuur worden op die manier parallel aan elkaar ontwikkeld. In de convergentie van de twee sporen zit de maximalisering van de legacy: de baten van mogelijke Spelen ten goede laten komen aan heel Nederland en een reële kans op een winnend bid. De twee sporen hebben doordat ze beide een andere Olympische Hoofdstructuur voorstaan ook andere relaties met bestaande (en nieuwe) beleidsagenda s. Het moment en de wijze waarop deze twee sporen convergeren, wordt sterk bepaald door de eigen dynamiek zowel inhoudelijk als in tijd van die andere agenda s. Niet alle processen gaan tenslotte even snel en planontwikkelingen binnen verschillende domeinen kennen hun eigen wetmatigheden. Met (het plannen van) de aanleg van een snelweg moet bijvoorbeeld eerder begonnen worden dan met een nieuwe woonwijk. 26

6. Uitgangspunten Bovenstaande verkenning van de opgave levert een aantal uitgangspunten op die leidend zullen zijn bij de volgende fasen van de Olympische Hoofdstructuur. De Olympische Spelen worden georganiseerd in een stad en op dit moment (2010) binnen een relatief compact gebied. Hoewel dit de basis vormt voor het ruimtelijk plan voor de Olympische Spelen van 2028 in Nederland, is het engagement van de hele bevolking een sleutelopgave. Dit vergt geïntegreerde en parallelle activiteiten naast de concrete voorbereiding op de organisatie van de Spelen. Om het Olympisch Plan in werking te stellen is er duidelijke overeenstemming nodig over een serie van opeenvolgende doelen die leiden tot succesvolle Olympische Spelen in Nederland in 2028. Deze doelen worden geïnspireerd en geïnformeerd door bestaande plannen maar zullen tevens aansporen tot innovatie ter versterking van het ruimtelijke en culturele weefsel van Nederland. Het ruimtelijk plan zal schatplichtig zijn aan de kracht van de Nederlandse cultuur en haar competenties en deze zoveel mogelijk moeten versterken. Het is gericht op zowel de versterking van de Nederlandse positie wereldwijd als de verbetering van lokale kwaliteit. De nalatenschap die voorkomt uit de organisatie van de Olympische Spelen van 2028 moet in lijn zijn met de gewenste langetermijnontwikkeling van Nederland. Tegelijk richt het ruimtelijk plan zich op het bereiken van een internationaal niveau en zal in sommige gevallen nieuwe standaarden zetten voor zowel de Olympische Spelen als de ruimtelijke ordening, gericht op de versterking van de Nederlandse concurrentiepositie. De onvermijdelijke ontwikkeling van de maatschappij en daarmee ook van de Olympische Spelen worden omarmd door het Nederlandse Olympisch Plan in de vorm van een goed geïnformeerde, actieve en vroegtijdige dialoog met de Olympic Family, gericht op het vormgeven van de toekomst. 27

7. Programma Tweede Fase In de volgende, tweede fase van het ontwerpen aan de Olympische Hoofdstructuur vinden twee parallelle processen plaats. De vele vragen die hierboven zijn geformuleerd, worden uiteengerafeld in deelonderzoeken. Sommige zijn een direct afgeleide, andere staan meer op zichzelf. Deze onderzoeken kunnen de vorm aannemen van een prijsvraag, rondetafelgesprek, essay, brainstormsessie of ontwerpatelier. Voor ieder onderwerp is gezocht naar een vorm waarin de kennis, expertise, ideeën en belangen van de vele betrokken partijen zo goed mogelijk hun weg kunnen vinden naar de Olympische Hoofdstructuur. Juist vanwege het aantal en de diversiteit van betrokken partijen is gekozen voor deze gedifferentieerde aanpak. Hieronder schetsen we een eerste beeld van mogelijke vorm en inhoud van deze deelonderzoeken, de projecten. Hoewel bij de formulering en selectie van projecten is gepoogd de belangrijkste vraagstukken die voortkomen uit de driehoek en de werksessies een plek te geven, is dit overzicht op dit moment noch uitputtend, noch definitief. De projecten worden in de zomer uitgewerkt, uiteraard in samenspraak met de te betrekken partijen en zullen in het najaar 2010 hun beslag krijgen. Ze vormen de puzzelstukjes voor de Olympische Hoofdstructuur Een van de puzzelstukjes, de Sportlandkaart, wordt de komende maand in een separaat proces afgerond. Parallel aan de bovenstaande projecten volgt het team van One Architecture en Zwarts & Jansma Architecten, bijgestaan door Event Knowledge Services, ook haar eigen traject. Hierin worden de uitkomsten van de verschillende onderzoeken aan elkaar gekoppeld en op elkaar getest in de verschillende sporen. Dit kan leiden tot een aantal concrete scenario s. Met elkaar vormen deze een schakelbord waarop mogelijke vormen van een Olympische Hoofdstructuur in de derde fase gestalte kunnen krijgen. 28

Integraal 1. TECHNOLOGIE, MEDIA EN INNOVATIE Vragen: Hoe zien de technologische en infrastructurele netwerken er in 2028 uit? Wat is daarvan de betekenis voor het medialandschap? Welke innovaties op (media) technologisch vlak staan er op stapel of kunnen worden ontwikkeld? Hoe kan de BV Nederland een rol spelen in ontwikkelingen en wat kunnen innovaties ruimtelijk betekenen voor de Olympische Hoofdstructuur? Vorm: Presentaties van toekomstvisies + tentoonstelling. Met: Kennisinstituten, bedrijfsleven (media, technologie, gaming), universiteiten, uitvinders, kunstenaars 2. SAMENLEVING Vragen: De Olympische gedachte inspireert tot een manier van leven die gebaseerd is op plezier in inspanning, de educatieve waarde van goed voorbeeld doet goed volgen en respect voor universele ethische principes. Kan de Olympische gedachten dienen als inspiratie voor onze omgang met elkaar in een maatschappij waarin sociale omgang aan erosie onderhevig is? Wat is de ruimtelijke verschijningsvorm van deze Olympische gedachte? Vorm: Essayopdracht gericht aan een selectie van schrijvers / onderzoekers / denkers. Essay competitie voor jongeren. Met: De essays worden gepubliceerd in media met een breed publiek. 3. WATER Vragen: Hoe kan het ontwerp van de OlympischeHoofdstructuur gekoppeld worden aan bestaande wateropgaven? Welke locaties lenen zich hiervoor en hoe kan deze koppeling operationeel worden gemaakt? Kan Nederlands water een embleem vormen voor de Spelen? Welke geldstromen zijn gekoppeld aan de wateropgave? Vorm: Werkatelier onder leiding van een landschapsarchitect. Met: Waterbeheerders (kwantiteit en kwaliteit), projectontwikkelaars, recreatieschappen, Deltacommissie. fig. achtergrond. De oranjemars in Basel gedurende het Europees Kampioenschap 2008 in Zwitserland en Oostenrijk. Nederland event gedreven. 29

Grote schaal 4. QUICK WINS: VOOR DUURZAAMHEID EN VOOR VERKEER Vragen: Duurzaamheid, en een goed werkende infrastructuur, zijn knock out criteria van het IOC voor het organiserende land van de Olympische Spelen. Op duurzaamheidsgebied loopt Nederland fors achter op de ons omringende landen. De file staat hoog in de top vijf van ergernissen in Nederland. Wat moet er gebeuren om Nederland op het gebied van duurzaamheid en van infrastructuur op het IOC niveau te krijgen? Wat zijn de linten van Olympisch Niveau die de komende jaren zullen worden doorgeknipt bij ingebruikname van duurzaamheidsprojecten en (ver)nieuw(d)e infrastructuur? Vorm: Twee brainstormsessies met als resultaat een routekaart 2011-2028. Met: Ministeries van VenW, EZ en VROM, lokale overheden, vervoersbedrijven (NS, Schiphol etc.), projectontwikkelaars, verkeerskundigen, ruimtelijk ontwerpers. 5. GECONCENTREERDE SPELEN VERSUS GEDISTRIBUEERDE SPELEN Vragen: Zowel spreiding als concentratie van de Spelen lijken ieder hun eigen, grote problemen op te leveren. Het lijkt zoeken naar een balans tussen reistijden, kosten en baten van nieuwe accommodaties en infrastructuur. Wat is de capaciteit van de bestaande en nieuw aan te leggen infrastructuur in 2028? Wanneer we op basis hiervan scenario s maken van zowel maximale gebruikmaking van bestaande (over-)capaciteit als een scenario waarin te verwachten knelpunten en nieuwe verstedelijking aan de Spelen gekoppeld worden, wat zijn dan de logische plekken voor een zwaartepunt van de spelen en de mogelijkheden voor spreiding? Vorm: Capaciteitsanalyse en scenariostudies. Met: Ministerie van VenW, eventueel aangevuld met externe verkeerskundigen. 6. SYSTEEMSPRONGEN Vragen: Twee systeemsprongen lijken zich aan te dienen die een fundamentele invloed zullen hebben op de organisatievan de Spelen. De eerste is een systeemsprong in mobiliteit, op basis van technologische ontwikkelingen of een ander vervoersmanagement. De tweede is een systeemsprong in de schaal van accommodaties onder invloed van mediatechnologie en verspreide participatie. Wat zijn hiervan de mogelijkheden en mogelijke effecten op het vraagstuk van concentratie vs. spreiding? Vorm: Denktank Met: Stakeholders uit het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en wetenschappers. 30

7. AS ROTTERDAM - AMSTERDAM Vragen: Er is wel eens geopperd om de Spelen toch vooral te zien als Randstadspelen. Maar hoewel de reistijd per spoor tussen Amsterdam en Rotterdam sterk gereduceerd is, is er nog geen sprake van één stedelijk systeem. Integendeel, de kloof tussen de twee wordt groter, in demografische- en economische ontwikkeling, en daarmee ook cultureel gezien. Het beter verbinden en dichter bij elkaar brengen van Amsterdam en Rotterdam zou de ultieme legacy van de Spelen kunnen zijn. Is er een versnelling is reistijd mogelijk? Kan het vervoerssysteem robuuster? Kunnen de bijzondere plekken beter op de stad betrokken worden worden? Kan de economische, en daarmee demografische en culturele, kloof gedicht worden? Kunnen de Spelen daarvan de katalysator zijn? Vorm: Ontwerpatelier Met: In een ontwerpatelier met verkeersontwerpers en ruimtelijke ontwerpers van de gemeente Rotterdam en Amsterdam wordt gekeken wat een eenduidige focus op deze as zou kunnen betekenen. 8. OHS ALS MIDDEL OM CONCRETE VRAAGSTUKKEN VORM TE GEVEN Vragen: De OHS kan focus geven aan plannen en richting geven aan het concretiseren ervan. Wat gebeurt er als een bestaande opgave een centrale rol krijgt binnen het ontwerp van de OHS? Welke opgaven kunnen het beste aangepakt kunnen worden in combinatie met het ontwerp van de OHS? Wat gebeurt er wanneer we alle pijlen zetten op het RAAM project (Rijksbesluit Amsterdam-Almere- Markermeer)? Of wat is er mogelijk wanneer we alleen het bereikbaarheidsvraagstuk rond Rotterdam zouden willen oplossen? Vorm: Open vraag aan bij project betrokken partijen, uitmondend in een aantal presentaties. Met: Regio s, gemeenten, projectbureaus, overige bij project betrokken partijen. 9. OLYMPISCH [PLANNE(N)] Vragen: Wat betekent plannen met een deadline, en met Olympische ambities? Waar en op welke wijze kan de Nederlandse wet- en regelgeving (tijdelijk) te worden aangepast, willen we een goed functionerende Olympische Hoofdstructuur met maximale legacy voor elkaar krijgen? Vorm: Brainstormsessie Met: ruimtelijke ordening en wet- en regelgeving van ministeries, provincies, gemeenten, kennisinstellingen en bedrijfsleven (ontwikkelaars, corporaties, beleggers.) 31