Opdracht 1, 2 en 3 Vakdidactiek SEM 4 Joris Killian 0835262 V2b 0836446 Peer: Lotte Wieringa
Opdracht 1; Kerndoelen PO & VO Kerndoel 54 van het PO wordt in de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs vervangen door het gelijkende kerndoel 48 van het VO. In de omschrijving van kerndoel 54 (PO) gaat het nog om algemene handelingen en begrippen als beelden, spel en beweging, terwijl bij kerndoel 48 (VO)word geacht dat de handeling aan een kunstzinnige discipline te linken is. Verder stelt kerndoel 54 (PO) dat het kind beelden, taal, muziek, spel en beweging (mogelijk onbewust) als medium gebruikt om mee te communiceren en voor het uiten van gevoelens en ervaringen. Kerndoel 48 (VO) wil dat de leerling verbeelding vorm moet kunnen geven, en communicatie te bewerk moeten kunnen stellen. Dit wijst op een bewust wording van de daad, die bij kerndoel 54 (PO) niet aanwezig hoeft te zijn. Dit bewustzijn wordt benadrukt in kerndoel 49 (VO) waar de leerling zijn werk moet kunnen presenteren, en dus ook moet kunnen verantwoorden of onderbouwen. Om processen en keuzes in het werk te kunnen verklaren moet je er ook tot op zekere mate op kunnen reflecteren. Dit is een aspect van kerndoel 55 (PO) wat verder is uitgebreid. Uitgebreid is het ook naar kerndoel 52 (VO). Waar in kerndoel 55 (PO) nog sprake is van een onspecifieke reflectie op de leerling zelf en anderen is het in kerndoel 52 (VO) een stuk gerichter. Het reflecteren kan geen deel van de daad van het kunst-uiten zelf meer zijn, het moet schriftelijk of mondeling beschreven worden. Het werk van anderen houd nu ook het werk van kunstenaars in. Als ze moeten oordelen over het werk van kunstenaars zullen ze kunstenaars ook gaan betrekken in hun eigen werk en hun eigen werk gaan betrekken bij het beoordelen van kunstenaars. Kerndoel 56 (PO) stelt dat de leerling enige kennis verwerft over en waardering krijgt voor kunst en cultuur. Het heeft meer weg van leren kijken dan echt studeren. Kennis werven kan ook bestaan uit het opvallen van details aan een kunstwerk. De basis voor het kijken die bij kerndoel 50 (VO) word verwacht, is bij kerndoel 56 (PO) getriggerd. De achtergrond kennis hebben ze naar aanleiding van kerndoel 55 (PO) kunnen opdoen. Deze achtergrond kennis gebruiken ze om de werken die ze zien nader te beschouwen, een product van het leren kijken naar kunst. Kerndoel 50 (VO) is lastig te toetsen. Kerndoel 51 (VO) versterkt dit. De leerling moet de stof in een theoretisch kader kunnen laten toetsen, en hiervoor actief betrokken te zijn bij evenementen. In het primair onderwijs wordt er in eerste instantie geprobeerd om de leerlingen te laten kijken. In kerndoelen 55 en 56 staan aanleidingen voor de leerling om te leren kijken naar de wereld om zich heen. Ze leren open te staan voor kunst, en in te zien dat ze hun gevoelens en kennis ermee kunnen uiten; het is een communicatie middel. Dit is terug te vinden in kerndoel 54 waar de leerling moet werken om een gevoel of ervaring uit te beelden. In kerndoel 54 lijkt het product belangrijker te worden gevonden dan het proces. Het eindwerk kan iets uitdrukken, een gevoel of ervaring, een proces kan dit vaak minder sterk. Kerndoel 56 kan wel theoretisch getoetst worden, maar valt samen met 55 meer onder het idee van het leren kijken. Houding, een onderdeel van proces, kan hier strenger worden gerekend dan het product.
In het Voortgezet onderwijs wordt de lat hoger gelegd. De leerling moet zich bewust worden van de beeldelementen die hij toepast. In kerndoel 48 staat dat de leerling zeggingskracht van verschillende kunstdisciplines onderzoekt en toepast in eigen werk. Het presenteren dat word omschreven in kerndoel 49, het onderzoek omschreven in kerndoel 48 en het reflecteren omschreven in kerndoel 52 wijzen op deze bewustwording. De leerling moet hier zijn werk als communicatie middel benaderen. Hij moet verklaren tegenover anderen welke keuzes hij heeft gemaakt en waarom, in kerndoel 52 komen deze keuzes eveneens aan bod. Deze kerndoelen zijn geheel vrij in de mogelijkheden die ze bieden. Docenten kunnen kiezen het beeldende proces met onderzoek voorop te stellen of de uitwerking en hoe dit onderzoek te zien is in het eindwerk. Kerndoelen 50 en 51 gaan over de theoretische kant van de kunst en het controleren ervan. De leerling moet op basis van voorkennis kijken naar kunst en moet naar kunstzinnige activiteiten, iets wat wijst op actualiteit, en hier verslag van doen. Kerndoelen 50 en 51 zijn sterk theoretisch, en worden dus waarschijnlijk getoetst naar het product (kennis).
Opdracht 2; De opdracht Opdracht Lotte In de jaren 60/ 70 van de vorige eeuw was pop-art dé kunst. Andy Warhol, Roy Lichtenstein, Claes Oldenburg en James Rosenquist verkochten werk na werk. Ze schilderde objecten uit hun omgeving, uit hun tijd. Dingen die toen belangrijk waren zijn dat nu niet meer. Door aan elk beeld wat te veranderen werden ze mooi. In die tijd was de media heel belangrijk, daarom gebruikte veel pop-art kunstenaars zeefdruk, of schilderde op een manier dat het net leek of het schilderij was uitgeprint. Tegenwoordig zijn er veel andere manieren om een werk te maken. Nu, 50 jaar later, willen rijke kunstliefhebbers graag meer pop-art kopen, maar alle Warhols zijn uitverkocht. Kun jij pop art maken? Je opdrachtgever wil een serie van vier werken. Net als echte pop-art wil hij dat het over deze tijd gaat.
Opdracht 3-1; Beoordelings methodiek Totaal 10 Begin punt 1 Process 5 Eind resultaat 4 Process De leerling is in staat onderzoek te doen over kunstdiciplines waarbij hij/zij verschillende bronnen en/of media raadpleegt. De leerling is in staat nieuw technieken te onderzoeken en leren. De leerling kan reflecteren op eigen werk en werk van onderzochte kunstenaars, en hier een vergelijking van maken. 5 verdeeld over 10 punten 4 punten; onvoldoende = 0, matig = 1, voldoende = 2, ruimvoldoende = 3, goed = 4. 3 punten; onvoldoende =0, matig = 1, voldoende = 2, ruimvoldoende en goed = 3. 3 punten; onvoldoende =0, matig = 1, voldoende = 2, ruimvoldoende en goed = 3. Eind resultaat De leerling heeft een werk afgeleverd wat kwalitatief overeen komt met de beschikbare gestelde tijd. De leerling is in staat zijn werk overzichtelijk te presenteren en daarmee zijn process en eindresultaat te verklaren. Het gemaakte werk valt te verklaren aan de hand van minstens 3 eisen die uit de opdracht blijken. 4 verdeeld over 8 punten 2 punten; onvoldoende =0, matig en voldoende = 1, ruimvoldoende en goed = 2. 3 punten; onvoldoende = 0, matig en voldoende = 1, ruimvoldoende = 2, goed = 3. 3 punten; 1 eis = 0, 2 eisen = 1, 3 eisen =2, 4 of meer eisen = 3
Beoordeling en kritiek Totaal 10 Begin punt 1 Process 5 Eind resultaat 4 Process De leerling is in staat onderzoek te doen over kunstdiciplines waarbij hij/zij verschillende bronnen en/of media raadpleegt. De leerling is in staat nieuw technieken te onderzoeken en leren. De leerling kan reflecteren op eigen werk en werk van onderzochte kunstenaars, en hier een vergelijking van maken. 5 verdeeld over 10 punten Goed 4 punten De student heeft voor haar onderzoek, naar overleg enkele films gekeken, boeken gelezen en het internet geraadpleegt. Goed 3 punten De leerling heeft onderzoek gedaan naar het gebruik van schildertechnieken in combinatie met adobe photoshop. De leerling is vaardig geworden in deze technieken. Voldoende 2 punten De leerling kan de door haar gebruikte technieken verklaren aan de hand van haar onderzoek. Het onderwerp heeft minder betrekking op de onderzochte kunststroming. Eind resultaat De leerling heeft een werk afgeleverd wat kwalitatief overeen komt met de beschikbare gestelde tijd. De leerling is in staat zijn werk overzichtelijk te presenteren en daarmee zijn process en eindresultaat te verklaren. Het gemaakte werk valt te verklaren aan de hand van minstens 3 eisen die uit de opdracht blijken. 4 verdeeld over 8 punten Goed 2 punten Uit het onderzoek en eindresultaat blijkt een efficient en voledig gebruik van de gegeven tijd. Matig 1 punt De leerling slaat bij de presentatie gemaakte stappen in het proces over, en maakt het onderzoek niet inzichtelijk. Het eindwerk is duidelijk gepresenteerd. De reflectie komt voldoende aan bod bij de presentatie. Het object is doorslaggevend voor het heden. Het object is enkel tijdelijk typerend voor het heden. Aan het beeld is een wijziging aangebracht om het te versieren.
De techniek is te koppelen aan deze tijd. Het werk heeft een commercieel uitgangspunt. Techniek is gebruikt als vervreemded middel. 3 eisen zijn goed uitgewerkt, 2 matig uitgewerkt; 3 punten Beoordelings criteria Behaalde aantal punten Extra punt (havo niveau) 1 : 0 = 1 Process 9 : 2 = 4,5 Eind Resultaat 6 : 2 = 3 Totaal 8,5 Lotte stelde zich na het krijgen van de opdracht gelijk onderzoekend op. In overleg heeft ze Andy Warhol van Kim Evans gekeken, en enkele boeken bestudeerd op het thema Pop-art. Verder heeft ze op het internet enkele bronnen geraadpleegt. Na dit onderzoek koos ze haar onderwerp. Als onderwerp koos ze een mini van de Albert Hein. De invloed op de hedendaagse cultuur van dit voorwerp is van zeer tijdelijke duur. Deze invloed is helaas echter niet doorslaggevend te noemen op onze cultuur. Het voorwerp is niet duidelijk te herkennen een mini. Om het vervreemdende effect te gebruiken, en toch nieuwe media en mogelijkheden erbij te betrekken wou ze het voorwerp eerst schilderen. Het schilderen heeft ze vrij precies gedaan, en ze heeft een druppel toegevoegd om aan te duiden dat het toch om schilderen gaat. Dit heeft ze in overlegsgesprekken duidelijk gereflecteerd. Het onderzoek en het schilderen hebben beide veel tijd in beslag genomen. Lotte heeft het project vervolgd door het schilderij te fotograferen en in het programma Adobe Photoshop te laden. Hier heeft ze het werk op vier verschillende manieren bewerkt. Aan deze bewerkingen is weinig onderzoek vooraf gegaan. Bij de presentatie heeft ze de werken digitaal gepresenteerd. Het formaat (het smartboard) was voldoende. Het process heeft Lotte tijdens deze presentatie niet voldoende inzichtelijk gemaakt. Voor de beoordeling heb ik een weging bedacht die aansluit op de kerndoelen. De kerndoelen zijn bijna gelijk vertegenwoordigd in de puntentelling. Het resultaat van de beoordeling komt sterk overeen met mijn subjectieve schatting.
Opdracht 3 2; Evaluatie uitgevoerde opdracht Beste brugklasser! Bedankt voor het opgeven voor de ontwerp wedstrijd voor de flyers en posters voor het schoolfeest. Het thema is dit jaar 90 s! zijn en het feest zal op 23 juni om 20.00 u. in de aula beginnen. Je mag allerlei programma s gebruiken of gewoon knippen en plakken, het maakt niet uit zolang je ontwerp maar aan de volgende eisen voldoet: Zorg voor een goede printkwaliteit op A4 formaat. De foto moet een polaroid zijn, deze camera was in de jaren 90 erg populair en veel mensen hadden er een in huis. Schrik niet indien je zo n apparaat niet thuis hebt liggen, tegenwoordig bestaan er programmatjes die het effect na bootsen (http://www.poladroid.net/). Op de foto moet iets of iemand staan dat hip en hot was in de jaren 90, brainstorm goed, originaliteit wordt op prijs gesteld! Vergeet niet dat de posters en flyers informatief behoren te zijn. Vanaf vandaag heb je 4 weken om hieraan te werken. Gelieven in te leveren bij mevrouw Wieringa, dit moet per mail én uitgeprint. Lotte-wieringa@hotmail.com Uit de opdracht blijkt dat het werk uit enkele punten moet voldoen. - Het werk moet een poster zijn - De poster moet informatie dragen over een schoolfeest voor brugklassers - Het thema van de poster moeten de jaren 90 zijn - De datum moet duidelijk worden op de poster - Het werk moet digitaal aangeleverd worden - Het werk moet bewerkt zijn als een polaroid, dit moet met behulp van (http://www.poladroid.net) - Op de foto moet iets of iemand staan die hip was in de jaren 90 (vermoedelijk onder een gelijke doelgroep) De opdracht is duidelijk. Of alle punten terug komen in de beoordeling is niet zeker, maar de doelstelling lijkt helder. De opdracht suggereerd het gebruik van nieuwe technieken (photoshop + polardroid) en wijst op de noodzaak van communicatie (Er word gerefereerd naar een Email adress). In eerste instantie daagde de opdracht uit tot onderzoek. In de jaren 90 waren er verschijdene onderwerpen populair. Ik sta dus vrij snel voor een keuze. In de jaren 90 waren onderwerpen als Pokémon en Dragon Ball populair onder brugklassers, maar ook de hip-hop cultuur multiculturaliteit en graffiti beleefde gouden jaren. Ik heb gekozen voor het onderwerp hip-hop cultuur, omdat dit onderwerp het meest gerelateerd is aan schoolfeesten. Op dit punt stimuleerde Lotte mij dat ik meer onderzoek deed naar de Hip-hop cultuur. Een aantal doorslaggevende namen kwamen naar boven. Will Smith (fresh prince of bell-air), MC Hammer, Haddaway en 2 unlimited. Lotte wees mij er op, vanuit haar begeleidende rol, dat ik op dit punt beter kon beginnen met beeldondzerzoek inplaats van concept onderzoek. Dit beeldonderzoek was leuk en uitdagend. De meest iconische artiest bleek MC Hammer. Na een screenshot van hem te hebben bewerkt bleek de poster nogal saai zonder achtergrond. Ik greep terug naar de graffiti om het beeld compleet te maken. De jaren 90, met name de graffiti, zijn fel van kleur. Dit was uitdagend en leuk om te gebruiken in het beeldonderzoek. Op dit punt was de tijd die het project in beslag had genomen in mooi evenwicht met het geboekte resultaat.
De opdracht kreeg een nieuwe wending toen de polaroid techniek ook toegepast bleek te moeten worden. Het ontwerp was er niet op gebouwd. Een poster in een vierkant formaat was niet praktisch. De witte rand contrasteerde bovendien sterk met de graffiti achtergrond van de poster. Na een tijdje puzzelen had ik het eindproduct naar voren getoverd op mijn scherm. Het had echter niet een zelfde direct bevredigende werking als de eerdere werking. Iets wat misschien een lastige aanpassing is voor brugklassers. De begeleiding was minder sterk aanwezig bij de presentatie. Hier was echter wel weinig mogelijkheid voor. In mijn presentatie maakte ik het laaste deel van mijn proces duidelijk inzichtelijk, het eerste deel zou te tijdrovend zijn geweest in verhouding tot de toegevoegde waarde ervan. Lotte was een fijne begeleidster. De door haar geformuleerde opdracht was duidelijk, en gaf een unieke, uitdagende en inspirerende leerweg. De kleurrijke wereld van de graffiti spreekt sterk tot de verbeelding van een hedendaagse brugklasser. Het beeldonderzoek was zeer intressant. De communicatie met Lotte was voldoende. Voor grote delen van de opdracht had ik weinig tot geen begeleiding nodig. Het laatste deel, waarop de polardroid een rol speelde, voegde iets toe aan de leerwaarde van het project en de betrekking van de opdracht op de doelstellingen, maar was tevens ook verwarrend. Ik denk dat een gemiddelde brugklasser niet goed overweg kan met dat deel van de opdracht. Misschien kan dit verholpen worden als de opdrachtformulering word aangepast zodat de polaroid vanaf het begin meer de nadruk krijgt.