De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen. O Impact O Betekenis O Positief identiteitsgevoel



Vergelijkbare documenten
De VrijBaan Empowerment Methode - Oefeningen. O Impact O Betekenis O Positief identiteitsgevoel

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

WORD GROTER DAN DAT WAT JOU KLEIN HOUDT. Ann Weiser Cornell en Egbert Monsuur

Deel 12/12. Ontdek die ene aanpak waarmee je al je problemen oplost

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training.

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Reflectiegesprekken met kinderen

Feedback. Wat is feedback?

Luisteren en samenvatten

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Dé 14 fundamentele stappen naar geluk

Bij u schuil ik, u bent mijn schild,

Het gedragmodel. 1. Inleiding

Waar een wil is, is een Weg!

De Budget Ster: omgaan met je schulden

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

Verbindingsactietraining

Weet wat je kan Samenvatting op kaarten

WERKBOEK. Durf te doen wat je raakt..

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Aan de slag met de Werk Ster!

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk?

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Young People Coaching Experience

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Je doel behalen met NLP.

Deelnemers welkom heten Stel medewerkers op hun gemak, maak contact.

Wat er ook aan de hand is, de gevolgen zijn hetzelfde. Je bent een aantal lichamelijke functies, die je voorheen als vanzelfsprekend aannam, kwijt.

In gesprek gaan met ouders in verband met een vermoeden van kindermishandeling

Spel: Wat heb ik geleerd dit jaar?

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

In 7 stappen naar een opgeruimd huis Hoe je op een makkelijke manier je opruimachterstanden inloopt

Van huidige situatie naar gewenste situatie

Waar gaan we het over hebben?

Online Psychologische Hulp Angst & Paniek

Groep 1, 2 Thema 1 De groep? Dat zijn wij! 1. Hallo, hier ben ik! Samen plezier maken en elkaar beter leren kennen.

5 manieren om je eigen pad te bewandelen

Emoties, wat is het signaal?

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Vanjezelfhouden.nl 1

Assertiviteitstest: kom jij op voor jezelf?

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Collectief aanbod Jeugd Houten

Afgesproken verdeling van de boeken over de groepen

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

Inge Test

Stoppen met zelfbeschadiging?

Wat kan de orthopedagoog of psycholoog voor jou doen?

Advies en steun voor uw kind en uzelf

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL

Oefening 3: Keuzes maken

Assertiviteit. e-book

MODULE #7 CORE PURPOSE

Feedback geven en ontvangen

Susanne Hühn. Het innerlijke kind. angst loslaten

Inhoud Inleiding Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding Een nieuwe start bouwt voort op het voorgaande Relaties aangaan Omgaan met gevoelens

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Caroline Penninga-de Lange Je kind in balans

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering.

Assertiviteit. BOL 1 e jaars AG studenten

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Timemanagement? Manage jezelf!

Luisteren naar de Heilige Geest

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Voormeting kandidaat

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld.

FEED BACK COMMENTAAR GEVEN EN ONTVANGEN MARIETA KOOPMANS

Bewustwording dag 1 Ik aanvaard mezelf zoals ik nu ben.

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

SIPP persoonlijkheidsvragenlijst

Breng je onbewuste belemmeringen in beeld! Orang Malu Coaching

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) of

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

Overzicht Groepsaanbod. Mindfulness Chronische pijn Instapgroep Kerngroep SOVA Weerbaarheid Angst en depressie

Veens trainingen. opkomen voor jezelf. samen leren. meer zelfvertrouwen. lotgenoten ontmoeten. durven vragen. een groter netwerk

Werkboek Het is mijn leven

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Power e-book - Ontdek de 3 strategieën voor meer innerlijke rust en kracht! POWER e-book. Ontdek de 3 strategieën voor meer innerlijke rust en kracht!

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

Cambriana online hulpprogramma

Communiceren is teamwork

Stap 6. Stap 6: Deel 1. Changes only take place through action Dalai Lama. Wat ga je doen?

Transcriptie:

Persoonlijk netwerk Component(en): X Competentie X Zelfbeschikking O Impact O Betekenis O Positief identiteitsgevoel X Groepsoriëntatie Vaardigheden oefenen Bewustwording Samenwerking Doelen 1. De deelnemer verwerft inzicht in zijn persoonlijk netwerk in relatie tot (het verwerven van) arbeid. 2. De deelnemer is in staat om effectief gebruik te maken van zijn persoonlijk netwerk. Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm zowel individueel als groepsgewijs Minimum aantal 4 Maximum aantal 10 Beschrijving activiteiten De trainer geeft een inleiding over het belang van netwerken en het doel van de oefening. De deelnemers vullen individueel de netwerktekening in (zie bijlage 1) om een globaal beeld te krijgen van welke personen in hun binnenste cirkel zitten en welke in de buitenste cirkel. Plenair worden enkele voorbeelden van netwerktekeningen besproken. De deelnemers vullen individueel de lijst van netwerkpersonen in (zie bijlage 2). In tweetallen oefenen de deelnemers een telefoongesprek met een persoon van de netwerklijst waarbij a) de rol van netwerkpersoon speelt en b) zichzelf is. Na 10 297

minuten worden de rollen gewisseld. In de groepsbespreking wordt feedback uitgewisseld over presentatie en inhoud van het gesprek. Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg Oefening Nabespreking Totaal 5 minuten 45 minuten 10 minuten 60 minuten Benodigde middelen Tekening van voorbeeld netwerk (zie bijlage 1) Invullijst netwerk personen (zie bijlage 2) Resultaat-/effectmeting De deelnemer kan gebruik maken van zijn netwerk door de in de oefening geleerde methoden toe te passen. De deelnemer kan in een groepsgesprek zijn vorderingen m.b.t. het netwerken verwoorden. Ervaringen Opmerkelijk is dat de deelnemers zich over het algemeen niet bewust zijn van de grootte van hun netwerk. De oefening werkt ook drempelverlagend. Werkomgeving Standaard trainingsopstelling Bron Onbekend 298

Bijlage 1 bij Persoonlijk netwerk (N.B. Er zijn veel plaatjes opgenomen in de bijlagen) Persoonlijk netwerk schoonfamilie overige familie vriend/vriendin zijn/haar ouders zijn/haar broers/zusters medecursisten oud-collega s stagebegeleider ex-werkgevers oude schoolvriend(en) vroegere leraren, docenten arts/therapeut Vul hieronder 10 namen in van mensen die tot jouw persoonlijk netwerk behoren. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 299

Oefening Persoonlijk Netwerk Plaats op de cirkels de namen van de mensen die je kent. Binnenste cirkel: mensen die dichtbij je staan (bijv. familie, beste vrienden). Tweede cirkel: goede vrienden, mensen die je aardig vindt en met wie je regelmatig wat onderneemt. Derde cirkel: mensen met wie je het leuk vindt af en toe wat te doen. Vierde cirkel: mensen die betaald worden om met je om te gaan (arts, hulpverlener etc.) 300

Vervolg Persoonlijk Netwerk Welke mensen betrek je nu al bij deze training en bij jouw toekomst? Welke mensen zou je willen betrekken bij de training en jouw toekomst, maar heb je nog niet benaderd? 301

Bijlage 2 bij Persoonlijk netwerk Actieplan Persoonlijk Netwerk In het volgende schema kun je een actieplan uitwerken om het persoonlijke netwerk uit te breiden. Noteer in dit schema de namen van mensen die je op dit moment in je leven en in de nabije toekomst zouden kunnen helpen. Noteer zoveel mogelijk gegevens over deze personen en besluit wanneer je het beste contact op kan nemen met hen. Heb je contact gehad, noteer dan het resultaat. Heb je meer ruimte nodig, voeg dan een extra pagina in. 302

Naam Soort relatie Adres Tel.nummer Hoe contact Wanneer actie? Resultaat opnemen? 303

304

Positief roddelen Component(en): O Competentie O Zelfbeschikking O Impact O Betekenis X Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie Bewustwording door feedback Doelen 1. De deelnemer ervaart hoe het is om feedback te ontvangen op zijn positieve kanten. 2. De deelnemer kan positieve feedback formuleren. Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm groepsgewijs Minimum aantal 3 Maximum aantal 7 Beschrijving activiteiten Feedback geven is iemand teruggeven hoe je zijn gedrag waarneemt en ervaart. Feedback = ook mensen uitdagen om te groeien. We kunnen niet niet-beïnvloeden, dus de manier waarop we ons commentaar naar anderen brengen is van invloed op de acceptatie ervan. Ons onderbewuste kan het woordje niet niet verwerken, dus is het beter om feedback positief te verwoorden. Feedback is gericht op gedrag en niet op de persoon zelf; feedback geeft verbetermogelijkheden aan. Kritiek is afkeuring van gedrag en afkeuring van de persoon, zonder oplossingen aan te reiken. Een goede feedback heeft de intentie om de ander te laten groeien: je geeft mensen iets mee en pakt niet iets van ze af! Voorbeelden van feedback: ik zie en hoor je actief meedoen in groepsdiscussies; ik denk, wat knap, want ik weet dat je dit moeilijk vindt, omdat je moeite hebt met de Nederlandse taal; 305

het effect op mij is dat ik in de groepsdiscussie goed naar je luister en ik ook zelf probeer meer mee te doen; ik wil je uitnodigen om dit vooral te blijven doen. De deelnemers vormen groepen van ongeveer 5 of 6 personen. Om de beurt gaat één deelnemer met de rug naar de groep zitten. De andere deelnemers roddelen positief over het gedrag dat ze zien. Zij geven feedback en geven de deelnemer indien mogelijk een tip mee (5 minuten). Eén iemand schrijft de feedback op. Daarna geeft de feedbackontvangende deelnemer aan welk effect de feedback op hem heeft (5 minuten). Er vinden net zoveel ronden plaats als er deelnemers zijn. Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg Oefening Nabespreking Totaal 5 minuten 30 minuten 15 minuten 50 minuten Benodigde middelen Pen en papier Resultaat-/effectmeting De deelnemer geeft positieve feedback door middel van de feedbackmethode (ik zie, ik denk, het effect op mij is, en tip geven). De deelnemer die de positieve feedback krijgt, ervaart hoe het is om feedback te krijgen en geeft door een variëteit aan woorden die gevoelens weergeven weer, hoe hij deze feedback ervaren heeft. Werkomgeving Standaard trainingsopstelling Bron Onbekend 306

Probleem-kans (groepsgesprek) Component(en): O Competentie X Zelfbeschikking O Impact O Betekenis X Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie Ontwikkelingsgericht denken Ontwikkelingsgericht denken Doel De deelnemer weet dat eigen houding en opstelling bij een probleem- of kanssituatie bepalend zijn voor succes of falen. De deelnemer ziet nieuwe mogelijkheden in eigen situatie. Deelname vorm en deelnemers Deelnamevorm groepsgewijs Minimum aantal 5 Maximum aantal nvt Beschrijving activiteiten Deze oefening is een groepsgesprek naar aanleiding van een artikel. Voor artikel: zie bijlage. Het artikel wordt of theoretisch behandeld of iedereen heeft het van te voren gelezen. Vervolgens word het artikel in een groepsgesprekvragen nabesproken. Mogelijke vragen: Herken je dit of heb je dit zelf meegemaakt? Hoe ging dat? Hoe reageerde je? Had een andere reactie een ander resultaat opgeleverd? Er is ook ruimte voor wie niets herkent in de theorie. 307

Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg Oefening Nabespreking Totaal 5 minuten 10 minuten 10 minuten 25 minuten Benodigde middelen Flap-over met probleem-kans-overzicht (zie bijlage) Resultaat-/ effectmeting Deelnemers geeft aan dat herkenning van eigen houding nieuwe mogelijkheden biedt. De deelnemer verwoordt zijn ervaringen en gebruikt daarbij woorden als: Het is me opgevallen Ik heb gemerkt dat Ik wist niet dat Ik voelde dat Werkomgeving Trainingslokaal met u-opstelling Bron Onbekend 308

Bijlage: Probleem of kans? In het Chinees is het karakterteken voor het woord probleem en kans hetzelfde. Dat is niet voor niets: iedere verandering, ook al wordt die als probleem ervaren, biedt ook kansen en mogelijkheden. Of je dat kunt en wilt zien is weer een ander verhaal. Als iemand geconfronteerd wordt met een forse verlieservaring door het krijgen van een chronische ziekte, handicap of (verdere) achteruitgang in gezondheid, kunnen zijn of haar normen en waarden veranderen. Een forse energiebeperking dwingt iemand voortdurend tot stilstaan bij keuzes en prioriteiten. Dergelijke ingrijpende veranderingen kunnen als een beperking of als verlies ervaren worden, maar ook als uitdaging of verrijking. Door dit grote verschil in hoe een situatie ervaren wordt, komen bijvoorbeeld in contacten met instanties regelmatig gevallen van miscommunicatie voor. Begeleiders en cliënten zitten niet altijd op hetzelfde spoor. Op het moment dat een cliënt worstelt met de acceptatie van de aandoening en alleen levensgrote problemen ziet, is er geen enkele herkenning als een beleidsuitvoerder of begeleider juist de kansen van een cliënt benadrukt. Dat is frustrerend voor beide kanten. Ook krijgen cliënten soms onterecht het stempel niet gemotiveerd opgeplakt, omdat ze door negatieve ervaringen geloof in eigen mogelijkheden en kwaliteiten kwijt zijn geraakt. In communicatie is het heel belangrijk dat oog is voor de kant van waaruit de gesprekspartner vertrekt. Lastig hierbij is dat deze posities niet vaststaand zijn en zelfs tijdens een gesprek kunnen wisselen. Het is ook niet eenvoudig om daarin voortdurend de eigen positie helder te hebben en te houden. Waarom schiet iemand in de verdediging: was er een aanval dan? Is er sprake van contact en uitwisseling of van twee monologen naast elkaar? Een praktijkvoorbeeld bij toeleiding naar werk. In dit voorbeeld ziet de trajectbegeleider allerlei kansen om zijn cliënt weer aan het werk te helpen. De cliënt is de schok van het werknemer met een vlekje geworden zijn nog niet te boven, verdrinkt in allerlei formulieren en procedures bij instanties, heeft allerlei onzekerheden rondom inkomen en voorzieningen. Hij ziet geen kans of uitdaging, en is bovendien uiterst onzeker over wat hij nog kan. Dit maakt dat hij de houding van de trajectbegeleider als bedreigend ervaart, elk voorstel ziet hij als onhaalbaar en hij wijst de suggesties van de begeleider af. De trajectbeleider ziet nu geen enkele motivatie bij zijn cliënt en raakt hierdoor gefrustreerd. Ook de cliënt is gefrustreerd omdat hij zich erg onbegrepen voelt. 309

Een tijd later is de cliënt zijn schok enigszins te boven, hij ziet weer lichtpunten aan zijn horizon. Nu hij zelf mogelijkheden ziet om weer aan de slag te gaan, vraagt hij om ondersteuning en voorzieningen, hij wil liever vandaag dan morgen zijn leven vorm geven. De trajectbegeleider is niet in staat om onmiddellijk aan alle vragen gehoor te geven. Niet alle beslissingen liggen bij hem. Hij is een schakel in een traag bureaucratisch systeem en brengt nu enkele lijnen in beweging, maar de uitkomsten laten lang op zich wachten. Na een traject van enkele maanden kunnen zowel cliënt als begeleider aangeven niet echt tevreden te zijn. Uitleg bij het schema: Dit schema staat voor het leven of een levensloop. Mensen leven met een doel: hun missie, datgene waar zij voor gaan. Identiteit speelt daarin een rol, net zoals hun overtuigingen en waarden. Alhoewel deze factoren aan de basis van iemands functioneren liggen (ze sturen het gedrag aan), komen deze in gesprekken met helpende instanties maar zelden aan bod. Hulpverleningscontacten zijn juist meer op de uiterlijke gegevenheden (het vermogen en het gedrag) geconcentreerd. PROBLEEM CRISIS onbekend/onbetekend Spiritueel/missie VAN WAARUIT LEEF JE KANS UITKOMST bekend/richtinggevend ik ben het probleem ik ben "de ziekte" Identiteit WIE BEN JE IK: (ik kan van alles) negatief Overtuiging, criteria, waarden WAAROM positief veel onvermogen Vermogen (opleiding en ervaring) WAT ik kan van alles vermijdend Gedrag HOE bereikend klein Omgeving WAAR groot DOEL IS BETER WORDEN (of niet slechter) DOEL IS GROEI 310

Reclamespotje Component(en): X Competentie O Zelfbeschikking X Impact X Betekenis X Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie Bewustwording Communicatie Zelfonthulling Zelfonthulling Doel De deelnemer kan een presentatie geven, waarin hij vertelt wie hij is, waar hij goed in is en wat hij wil in het leven. Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm groepsgewijs Minimum aantal 3 Maximum aantal 10 Beschrijving activiteiten De trainer legt het belang van de oefening uit. De deelnemers moeten zich voorstellen dat er zo meteen een cameraploeg binnenkomt die een kort filmpje over hen gaat maken. Dit filmpje wordt dan getoond aan een aantal werkgevers. De deelnemers hebben ieder maar 2-5 minuten om iets over zichzelf te vertellen. Iedere deelnemer kan gebruik maken van eerder gemaakte oefeningen (bijvoorbeeld Sterkte/zwakteanalyse en C est le ton qui fait la musique ) en denkt na over wát hij wil vertellen en hoe hij in het kort kan vertellen wie hij is, waar hij goed in is en waar hij voor staat in het leven. De trainer stimuleert de deelnemers en helpt hen met ideeën of verwoordingen. Eén persoon van de groep wordt na 10-15 minuten uitgenodigd om te beginnen, waarna iedereen vrijwillig aan de beurt komt. Positieve feedback na ieder reclamespotje is zeer gewenst vanuit de groep; uiteraard kunnen er ook vragen of aanvullingen zijn. 311

Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg Oefening Nabespreking Totaal 5 minuten 50 minuten 5 minuten 60 minuten Benodigde middelen Pen en papier Resultaat-/effectmeting De deelnemers krijgen onmiddellijke feedback tijdens de oefening. Ervaringen Met behulp van eerdere oefeningen zoals Sterkte/zwakteanalyse en C est le ton qui fait la musique, is deze oefening goed te doen. De oefening roept in het begin meestal weerstand op, omdat ze angst en onzekerheid teweegbrengt. Veel positieve aanmoedigingen en humor helpen. Werkomgeving Standaard trainingsopstelling Bron Onbekend 312

RET: theorie en schema Component(en): O Competentie X Zelfbeschikking O Impact O Betekenis X Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie Ontwikkelingsgericht denken Ontwikkelingsgericht denken Doelen 1. De deelnemer krijgt inzicht in de invloed van irrationele gedachten op het eigen welzijn. 2. De deelnemer kent een manier om irrationele gedachten om te zetten in rationele en doet hiermee ervaring op. Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm individueel Minimum aantal niet van toepassing Maximum aantal niet van toepassing Beschrijving activiteiten De activiteiten zijn logisch opgebouwd waarbij eerst de theorie behandeld wordt en vervolgens de formulieren ingevuld worden om inzicht te krijgen in irrationele gedachten. De theorie en het formulier zijn te vinden in de bijlage Theoretisch Kader RET. Theoretisch Kader Ret: Rationele Effectiviteits Training Het A-B-C van de RET Invullen van het RET-formulier Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg Oefening Nabespreking Totaal 5 minuten 40 minuten 30 minuten 75 minuten 313

Benodigde middelen Blanco RET-formulier Resultaat-/effectmeting De deelnemer heeft een RET schema ingevuld voor een eigen situatie. De deelnemer verwoord in de nabespreking wat irrationele gedachten zijn en hoe deze hem beïnvloeden. Hij gebruikt formuleringen als: Het is me opgevallen dat Ik heb gemerkt dat Werkomgeving Standaard trainingsopstelling Bron RET 314

Bijlage bij RET: theorie en schema Theoretisch Kader RET Niet de dingen zelf zijn beangstigend, maar de manier waarop we ze bekijken. De mens heeft een aangeboren neiging om irrationeel na te denken over zichzelf en de wereld. Vanuit dit irrationeel denken ontstaan er bij de mens irrationele verwachtingspatronen ten opzichte van het leven, de wereld om hem heen en vooral andere personen (projectie). Het doel van RET is de mens te helpen de irrationele gedachtegang op te sporen en om te zetten in rationele gedachten. Dat betekent dat je gebeurtenissen zo goed mogelijk kunt verwerken en doorgaat met leven op de manier die voor jou het beste is, ondanks wat er gebeurt. Rationeel is alles in denken en doen, wat bijdraagt aan een prettig en gelukkig leven. Irrationeel is alles wat dat in de weg staat. Rationeel is ook in de eerste plaats denken en werken aan jezelf, niet op een egoïstische manier, maar op een weldenkende wijze, wat wil zeggen: logisch, verantwoord, gefundeerd, reëel en vooral: haalbaar. Het A-B-C van de RET De RET-theorie is in een eenvoudig schema te beschrijven, het A-B-C-schema. Vaak zeggen mensen: Maar zo simpel is de werkelijkheid niet. Inderdaad, de werkelijkheid zit natuurlijk niet zo eenvoudig in elkaar. Toch is het een goed hulpmiddel om de theorie te begrijpen en toe te passen in situaties die voor jou herkenbaar zijn. Bovendien, inzicht en kennis is één, het goed kunnen hanteren is een grote stap verder. A gebeurtenissen op het werk (echte of bedachte gebeurtenissen) C gevoelens en gedrag B ideeën en gedachten (wat zeg je tegen jezelf?) 315

De A staat voor de aanleiding, de trigger, een bepaalde gebeurtenis. Datgene wat we met onze zintuigen waarnemen: horen, zien, voelen, ruiken en proeven. Bijvoorbeeld: bedorven voedsel (melk). Waarneming (proeven): deze melk smaakt vies. Denken: deze melk is bedorven. Doen: de melk uitspugen. De B staat daarbij voor Belief, het totaal van gedachten, zowel rationeel als irrationeel. Elke gedachte is een B. Deze kan een constatering zijn van een gebeurtenis, maar ook een idee, een wens, een mening of een verwachting. B kan worden opgevat als een wijze waarop iemand de wereld beschouwt, hoe iemand naar het leven kijkt, wat zijn levenshouding of levensfilosofie is. Deze gedachten geven de feitelijke gebeurtenis een bepaalde betekenis. Als vervolg op de gebeurtenis waarbij je bedorven melk proeft, kun je denken: Ik heb de melk te lang in de koelkast laten staan, jammer. Dit is een reële gedachte. Je kunt ook denken: Ik word vergiftigd door mijn eigen koelkast. Dit is een irreële gedachte, tenzij je koelkast een lekkage van giftige stoffen heeft. De C staat voor Consequence, de emotionele en gedragsmatige gevolgen. Derhalve niet de consequenties van de gebeurtenis of de situatie (A) maar de consequenties van B: de gedachten over de situatie of gebeurtenis. Deze consequenties zullen zich op twee verschillende manieren uiten: Emotioneel Gedrag (extern) Op emotioneel gebied kun je denken aan gevoelens van boosheid, angst, verdriet en ook aan opwinding, vreugde en gelukzaligheid. In vervolg op de bedorven melk uit A en de gedachten daarover uit B kan je gedrag zijn: ik gooi de melk weg en let volgende keer beter op de vervaldatum. Dit is effectief gedrag, omdat het je behoedt voor een voedselvergiftiging. Het kan zijn dat je ten gevolge van de irreële gedachten bang wordt voor je eigen koelkast. Dit is niet zo effectief, want hoe houd je dan je spullen koel? Wat we ervaren is geheel afhankelijk van ons eigen gedachtepatroon en het gedrag van een ander kan dus totaal anders zijn, omdat hij een heel ander gedachtepa- 316

troon heeft. Waar de één walging ondervindt, kan de ander iets prachtig vinden. Denk maar eens aan een simpel voorbeeld als het stierenvechten in Spanje. Het gedrag van mensen wordt bepaald door gedachten en emoties: wij gedragen ons afhankelijk van onze gedachten. Als we denken dat iets niet lekker is, zullen we het niet eten. Als we denken dat iemand onbetrouwbaar is, zullen we hem mijden. Als we denken dat iemand ons wil oplichten, zijn we geïrriteerd of kwaad en gedragen we ons vijandig. Hoe heviger onze emotie is, hoe meer we deze uiterlijk laten merken. Het doel van RET is de mens te laten inzien dat de C in feite niet het gevolg is van A maar van B : de manier waarop de mens (na)denkt over een bepaalde situatie of gebeurtenis. Bijvoorbeeld: Je hebt een afspraak om 10.00 uur met een zakenrelatie die je voor het eerst ontmoet. Je vertrekt om 9.15 uur van huis, wat normaliter tijd genoeg is om op tijd aanwezig te zijn. Onderweg kom je in een file waardoor je onmogelijk op tijd kunt komen. Afhankelijk van de wijze waarop je deze situatie (A) bekijkt, heb je bepaalde gevoelens en/of gedraag je je (C): irrationeel B: Dat kan ik me niet veroorloven; Die relatie is naar de haaien; Hij zal me wel een...... vinden, dat kan ik niet verdragen! Als je dergelijke gedachten hebt, zul je je gespannen, machteloos of kwaad voelen (C1). Mogelijk ook geïrriteerd (C1), wanneer je denkt dat door die stomme overheid het wegennet niet meer van deze tijd is, vrachtauto s alleen s nachts zouden mogen rijden, etc. etc. Misschien druk je wel op de claxon (C2) of probeer je over de vluchtstrook te rijden (C2). Als je anders zou denken: rationeel B: Het is vervelend, maar ja, ik was op tijd weg, het kan gebeuren; Ik kan ook niet overal op voorbereid zijn, ik heb mijn best gedaan; Mijn relatie heeft er vast wel begrip voor; Er kunnen wel ergere dingen gebeuren. Met deze gedachtegang zou je nog steeds niet blij zijn met de situatie, maar je zou 317

minder negatieve gevoelens ervaren (C1) dan bij de eerste reeks gedachten en rustig wachten tot de file voorbij is (C2) en misschien rustig naar de radio luisteren of in de krant kijken (C2). Derhalve: wij voelen en doen wat wij denken! 318

RET-formulier A. Feit (Gebeurtenis/situatie) B. Gedachten (Wat denk ik daarbij?) 1.. 2... 3... 4. etc C.1. Gevoelens (Hoe voel ik me in deze situatie) Gevoelens zijn onder te verdelen in 4 basisgevoelens met allerlei variaties daarop. Een hulpmiddel kan dit lijstje zijn: BOOS BEDROEFD BANG BLIJ kwaad in de put onzeker prettig woede neerslachtig verlegen tevreden razernij depressief bezorgd vrolijk jaloers treurig ongerust uitgelaten afgunstig alleen angstig trots ontevreden eenzaam in paniek dankbaar geïrriteerd verloren enthousiast in de steek gelaten opgewonden rustig, kalm (Bron Schouten en Nelissen) C.2. Gedrag (Wat doe ik?/hoe reageer ik?) D. Wat zou ik beter kunnen denken/zeggen/tegen mezelf zeggen) In reële gedachten omgezette invulling van B 1.. 2... 3... 4. etc Vraag je bij elke gedachte die je hier invult, af: 1. Is deze gedachte waar? 319

2. Helpt deze gedachte mij om te bereiken wat ik wil bereiken? E.1. Nieuw gevoel (Hoe wil ik me voelen in deze situatie?) E.2. Nieuw gedrag (Hoe wil ik me gedragen in dit geval?) 320

Voorbeeld uitwerking RET-formulier A. Feit (Gebeurtenis/situatie) Ik moet een kamer in waar mensen zitten te vergaderen, omdat ik even iets moet vragen. B. Gedachten (Wat denk ik daarbij?) 1. Als ik maar niet stoor 2. Als ik maar niet over mijn woorden struikel 3. Als ik maar niet afgesnauwd wordt 4. Als ik maar niet rood wordt 5. Als ik de juiste persoon maar wel direct zie zitten 6. Als ze me maar niet dom vinden C.1. Gevoelens (Hoe voel ik me in deze situatie) onzeker gespannen nerveus onhandig verlegen C.2. Gedrag (Wat doe ik?/hoe reageer ik?) Ik ga een paar keer voor de deur staan om te kunnen horen of ik wel gelegen kom Ik hoor dat niet Ik klop zachtjes Ik ga aarzelend naar binnen waardoor iedereen naar mij kijkt Ik verontschuldig me Ik zeg gauw wat ik te zeggen heb Vaak moet ik dat herhalen, omdat ik niet duidelijk spreek Warm en rood ga ik snel weg Vaak weet ik niet meer precies wat het antwoord was 321

D. Nieuwe gedachten (Wat zou ik beter kunnen denken/zeggen/tegen mezelf zeggen) In reële gedachten omgezette invulling van B 1. Ik weet waarom ik even moet storen 2. Het is belangrijk dat ik dit nu doe 3. Ik weet wat ik wil vragen 4. Als ik wel stoor zullen ze dat wel zeggen 5. Dan kan ik vragen wanneer er wel even tijd is 6. Ik kijk even rustig rond waar de juiste persoon zit Vraag je bij elke gedachte die je hier invult, af: 1. Is deze gedachte waar? 2. Helpt deze gedachte mij om te bereiken wat ik wil bereiken? E.1. Nieuw gevoel (Hoe wil ik me voelen in deze situatie?) Ik zou me rustig en zeker willen voelen en overtuigd van het feit dat het echt belangrijk is. E.2. Nieuw gedrag (Hoe wil ik me gedragen in dit geval?) Ik wil niet drie, vier keer voor de deur heen en weer draaien en dan stuntelig naar binnen gaan (dit is een negatieve formulering. Ik kan beter schrijven: Ik wil gewoon naar de deur lopen en naar binnen gaan en rustig mijn vraag stellen en weer weg gaan met het antwoord). 322

Roept u maar Component(en): O Competentie X Zelfbeschikking O Impact O Betekenis O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie Keuzes maken Doelen 1. De deelnemer kan zich spontaan in een gesprek mengen. 2. De deelnemer kan luisteren naar anderen. Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm groepsgewijs Minimum aantal 4 Maximum aantal 10 Beschrijving activiteiten De groepsleden zitten in een kring, zodat zij elkaar kunnen zien. Er wordt een onderwerp gekozen waar de groepsleden over gaan praten. Dit kan betrekking hebben op kennismaking of op eerdere ervaringen. Eén groepslid begint te praten over het betreffende onderwerp. Als het verhaal enigszins loopt, roept een ander groepslid een woord dat voorkwam in het verhaal van de verteller. De deelnemer die ingehaakt heeft, pakt het verhaal op en probeert het woord op een logische manier in zijn verhaal in te voegen. Hij wordt onderbroken zodra een ander groepslid een woord hoort waarop hij wil inhaken. Zo komt ieder groepslid aan de beurt met het vertellen van een verhaal. Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg Oefening Nabespreking Totaal 5 minuten 15 minuten 5 minuten 25 minuten 323

Benodigde middelen Geen Resultaat-/effectmeting De deelnemer heeft zich tijdens de oefening spontaan in een gesprek gemengd. De deelnemer heeft in het gesprek laten zien te kunnen luisteren naar zijn groepsgenoten. Werkomgeving Standaard trainingsopstelling Bron Lex Mulder, Oefeningenboek voor groepen 324

Rolbestendigheid Component(en): X Competentie O Zelfbeschikking O Impact O Betekenis O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie Bewustwording Doel De deelnemer is zich bewust van een aantal vertrouwde rolidentiteiten waar hij zich goed bij voelt. Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm tweetal(len) Minimum aantal niet van toepassing Maximum aantal niet van toepassing Beschrijving activiteiten Verdeel in ieder tweetal de posities A en B. A beschrijft een lastige situatie en benoemt een combinatie van twee essentiële persoonseigenschappen die je nodig hebt in deze lastige situatie. Bijvoorbeeld: empatisch en vol zelfvertrouwen of daadkrachtig en vriendelijk. Degene die de lastige situatie en de bijbehorende persoonseigenschappen heeft beschreven, zoekt een ontspannen houding in een stoel. B gaat er naast of schuin achter zitten. B begeleidt de fantasie van A op de volgende wijze. Stel je een plank aan de muur voor. Zoiets als een boekenplank, net even hoger dan je hoofd. Je kunt de plank wel goed zien. In je leven vervul je vele rollen (dochter of zoon, buurman of buurvrouw, vriend(in), collega, medestudent etc. etc.). Stel je voor dat je jezelf in miniatuur in al die rollen op die plank ziet staan. Probeer zoveel mogelijk verschillende miniaturen op de plank te plaatsen. Kijk naar jezelf in al die rollen op de plank. In welke van de rollen bezit je de eigenschappen die je nodig hebt voor de lastige situatie die je geschetst hebt. 325

Open je handen en plaats de miniatuurfiguren op je open handen. Associeer je één voor één met de miniaturen in je handen en veranker ook de gedachten en gevoelens aan de betreffende handen. Integreer de rolidentiteiten. Laat je handen naar elkaar toegaan en laat de rollen, en met name de eigenschappen, samenvloeien tot een gecombineerd nieuw beeld. Laat je handen net zo snel of langzaam volgen als de beelden samenvloeien. Kijk naar het beeld, kijk naar de kleur, vorm. Associeer je met het nieuwe beeld (stap er als het ware in) en zie/hoor/voel hoe het is om beide eigenschappen tegelijkertijd te hebben. Breng je handen naar je lichaam en neem het beeld in je op. Door je handen naar je lichaam te brengen en tegen je borst te drukken kun je dit bijna letterlijk doen Stem af op de te verwachten lastige situatie in de toekomst. Kijk en voel hoe je daarop nu - met de nieuw gecombineerde persoonseigenschappen - kunt reageren. Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg Oefening Nabespreking Totaal 5 minuten 20 minuten 5 minuten 30 minuten Benodigde middelen Geen Resultaat-/effectmeting De deelnemer benoemt in de evaluatie een aantal vertrouwde rolidentiteiten waarbij hij zich goed voelt. Werkomgeving Standaard trainingsopstelling Bron IEP Nijmegen, NLP voor Trainers 326

Doel De deelnemer staat stil bij zelfgekozen en daadwerkelijke gedragsverandering en ervaart wat deze hem kan opleveren. Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm zowel individueel als groepsgewijs Minimum aantal niet van toepassing Maximum aantal niet van toepassing Beschrijving activiteiten Aan het begin van elke groepsbijeenkomst vraagt de trainer aan elke deelnemer wat hij in het kader van zijn herstel / ontwikkeling de afgelopen dag(en) bewust anders heeft gedaan dan voorheen. Tijd benodigd voor uitvoering oefening Inleiding met uitleg 10 minuten Oefening maximaal enkele minuten per deelnemer Nabespreking maximaal enkele minuten per deelnemer Totaal afhankelijk van het aantal deelnemers Benodigde middelen Geen 327

Resultaat-/effectmeting De deelnemer kan een bewuste andere keuze noemen en verwoord of het hem iets opgeleverd heeft. Ervaringen Uit ervaring blijkt dat het niet alle deelnemers even goed lukt om daadwerkelijk dingen op een andere manier te doen dan ze gewend zijn. Werkomgeving De oefening kan zowel op de trainingsaccommodatie als thuis worden gedaan. Bron Ontwikkeld door Heliomare 328

Rondje vertrouwelijke vragen Component(en): O Competentie X Zelfbeschikking O Impact O Betekenis O Positief identiteitsgevoel O Groepsoriëntatie Keuzes maken Doel De deelnemer kan zijn persoonlijke grenzen bepalen. Deelnamevorm en deelnemers Deelnamevorm groepsgewijs Minimum aantal 3 Maximum aantal 10 Beschrijving activiteiten De deelnemers vormen op een stoel zittend een zo klein mogelijke kring zonder tafel in het midden. Vervolgens stelt de gespreksleider een vraag aan één van de deelnemers. Deze beantwoordt de vraag wel of niet en geeft vervolgens de beurt door aan een andere deelnemer door deze andere deelnemer een knikje of een ander non-verbaal signaal te geven. Wanneer iedereen aan de beurt is geweest, stelt de gespreksleider de volgende vraag. De gespreksleider kan wel of niet zelf meedoen. Mogelijke vragen: Heb je een bijnaam? Zo ja, welke? Waar ben je geboren? Wat vind je lelijk? Uit wat voor gezin kom je? Vertel (kort) een jeugdherinnering. Vertel een geheim. Vertel een succes uit je leven. Wat is je lievelingsdier? 329