Financiering WLZ instellingen in 2015 Zorgkantoren Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden



Vergelijkbare documenten
Voorlichtingsbijeenkomst Financiering WLZ februari 2015

Financiering AWBZ instellingen in 2014 Zorgkantoren Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden

Financiering AWBZ instellingen in 2013 Zorgkantoren Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden

Informatiebijeenkomst financieel beleid Wlz januari 2016

Informatiebijeenkomst financieel beleid Wlz januari 2017

Financieel beleid voor 2016 Inhoud

Financieel beleid Wlz 2018

Voorlichtingsbijeenkomst Financiering AWBZ januari 2013

Financieel beleid Wlz 2019

Team Zorginkoop (071) Zorgkantoor

INKOOPSYSTEMATIEK 2020

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 5 Juli 2017

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 11 Januari 2019

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 7 September 2017

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 3 Mei 2017

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 4 Juni 2017

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 10 December 2018

Zilveren Kruis Zorgkantoor

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 9 November 2018

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 7 September 2018

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 6 Augustus 2018

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 5 Juli 2018

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 2 April 2017

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 9 November 2017

Nacalculatie Indien van toepassing - Specificatie opgave zorginfrastructuur

Contracteren Zelfstandige Zorgverleners AWBZ

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 12 Februari 2018

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2018 en 2019 SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Zorginkoop 2013 Nieuwe aanbieders

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 8 Oktober 2018

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update december 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Telefoonnummer

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update oktober 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

FAQ presentatie zorgaanbieders januari / februari 2015

3.1 Budgettair kader Wlz Het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders.

3.1 Budgettair kader Wlz Het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders.

Declaratieprotocol Subsidieregelingen Wlz 2015

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/14/06c /

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Regulering Wlz/16/21c /

3.1 Geldende beleidsregels 2015 De aanvaardbare kosten volgen uit de toepassing van de onderstaande beleidsregels.

Zorginkoopbeleid Wlz 2019

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care CARE/AWBZ/12/01c 12D

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/11/10c 11D

BELEIDSREGEL CA Nationaal Programma Ouderenzorg 2014

De Beleidsregel nacalculatie 2011 bevat het beleid van de NZa met betrekking tot de beoordeling en afhandeling van de nacalculatie 2011.

In deze circulaire worden de belangrijkste wijzigingen in een aantal beleidsregels en in één regeling voor 2012 en 2013 toegelicht.

De NZa berekent de totale contracteerruimte voor 2014 met inachtneming van de volgende punten:

Toelichting bij het CZ Zorginkoopdocument GGZ Wlz Publicatiedatum: 30 juni 2017

BELEIDSREGEL BR/REG Budgettair kader Wlz Bijlage 2 bij circulaire Care/Wlz/16/13c

Zorgaanbiedersbijeenkomst 2014

Bijlage 5 DECLARATIEPROTOCOL Wlz 2018 TEN BEHOEVE VAN DE ZORGINKOOP LANGDURIGE ZORG

De Beleidsregel nacalculatie bevat het beleid van de NZa met betrekking tot de beoordeling en afhandeling van de nacalculatie.

Van Telefoonnummer adres Kenmerk beleidsregels 2013 en juni 2013

3.1 Budgettair kader Wlz Het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders.

Zilveren Kruis Zorgkantoor zet in op zorg en ondersteuning die past bij de manier waarop klanten hun leven willen leiden

Declaratieprotocol Addendum bij overeenkomst 2015 Zorgkantoor Zorgaanbieder AWBZ Juni 2014

Zorginkoopbeleid 2015

Aanvulling 2019 op Deel 2 Regionaal inkoopkader nieuwe zorgaanbieders Wlz 2018

d. Met deze beleidsregel vervalt Artikel 9.4 lid b van de beleidsregel Extramurale zorg CA-289 (2008).

De inkomsten in control

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

Stand van zaken experiment persoonsvolgende bekostiging in Zuid-Limburg Effect op inkoop en wachtlijsten

Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen

Zorgkantoor Friesland Nota van Inlichtingen III - Aanvulling, Inkoopdocument Wlz oktober 2016

Deze beleidsregel regelt het aanvragen van een vergoeding voor kleinschalige experimenten met AWBZ-zorg gericht op ketenzorg dementie.

BELEIDSREGEL BR/REG Knelpuntenprocedure budgettair kader Wlz. Grondslag

Zorgkantoor Friesland Nota van Inlichtingen II, Inkoopdocument Wlz juni 2018

BELEIDSREGEL BR/REG-17141b. Budgettair kader Wlz Bijlage 4 bij circulaire Wlz/16/21c

Deze regeling is van toepassing op zorgkantoren als bedoeld in artikel van de Wet langdurige zorg (Wlz).

Declareren op klantniveau

OVEREENKOMST 2013 ZORGKANTOOR - ZORGAANBIEDER AWBZ. Deel I.A: Algemene gegevens. Overeenkomst AWBZ Deel I: Instellingsgebonden deel Pagina 1

Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen CA-NR /

Het formulier 'Budget 2005 en voorlopige nacalculatie 2004' is vanaf heden te downloaden van onze website ( 1.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het doel van deze beleidsregel is om de regionale verdeling van het

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuidoost-Brabant

TOELICHTING BIJ HET CZ ZORGINKOOPDOCUMENT Sector V&V Wlz Publicatiedatum: 28 juni 2019

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care Care/Wlz/15/02c /

Addendum extra middelen kwaliteitskader verpleeghuiszorg ZORGKANTOOR - ZORGAANBIEDER Wlz

ADMINISTRATIEVE VRAAGSTUKKEN I N F O R M A T I E D A G I M P L E M E N T A T I E P D C

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care Care/Wlz/15/06c /

BELEIDSREGEL CA-BR Budgettaire kader Wlz 2015

BELEIDSREGEL CA-BR Knelpuntenprocedure Bijlage 8 bij circulaire Care/Wlz/15/07c

Experiment Persoonsvolgende inkoop 2017

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Regeling gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave

3.1 Budgettair kader Wlz Het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders.

Aanvulling 2019 bij inkoopkader Wlz juni 2018

Budgettair kader Wlz 2015

Vragen en antwoorden ZZP ers bijeenkomsten oktober 2014

Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen

Toelichting bij Zorginkoodocument Wlz 2016 sector GGZ n.a.v. de vragen gesteld voor de Nota van Inlichtingen.

Bijlage 4b Interim Declaratieprotocol voor gecontracteerde zorgaanbieders ZiN Jeugdzorg en Wmo (o.b.v. arrangementsprijzen) met bevoorschotting.

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa.

Budgettair kader Wlz Het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders/ zorgkantoren.

Nota van Inlichtingen behorende bij. Zorginkoopdocument 2016 Wlz SECTOR GZ

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Limburg

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zeeland

Transcriptie:

Financiering WLZ instellingen in 2015 Zorgkantoren Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden Inleiding In het Inkoopdocument 2015 is vermeld dat het zorgkantoor u nader zal informeren over financieringszaken in 2015. Middels dit document wordt u over de volgende onderwerpen geïnformeerd: - Contracteerruimte 2015 - Aanpassingen aan de contracteerruimte - Zorg zonder verblijf : clickmomenten - Zorg met verblijf : vaste budgetten - Meerzorg : geld-volgt-klant - Publicatie van de uitnutting - Herschikking 2015 - Bevoorschotting 2015 - Declaratieverkeer via de AW319 - Bepaling voorschotbedrag zorg met verblijf en meerzorg 2015 - Bepaling voorschotbedrag zorg zonder verblijf 2015 - Uitwerking in BZ/10 formulieren - Doorloop bevoorschotting 2014 - Nacalculatie 2014 - Subsidieregelingen Contracteerruimte 2015 Wijzigingen in opbouw contracteerruimte t.o.v. 2014 De opbouw van de contracteerruimte is landelijk gewijzigd t.o.v. 2014. In 2015 behoort de financiering van PGB s tot de regionale contracteerruimte van de zorgkantoren (in 2014 was dit een subsidieregeling waarvan de financiële verantwoordelijkheid landelijk lag). Dit impliceert dat er ook geschoven zal kunnen gaan worden tussen de budgetten voor zorg in natura en PGB. Dit wordt de komende periode tussen betrokken partijen (VWS, NZA, zorgkantoren) verder uitgewerkt. Zodra hier meer over bekend is worden zorgaanbieders nader geïnformeerd. Subsidieregelingen In 2015 zijn twee subsidieregelingen van kracht, namelijk de subsidieregeling eerstelijns verblijf en de subsidieregeling extramurale behandeling. Beide subsidieregelingen maken geen deel uit van de regionale contracteerruimte. Voor de subsidieregelingen gelden andere trajecten. In het laatste hoofdstuk van dit document wordt specifiek in gegaan op deze twee subsidieregelingen. Verdeling contracteerruimte Het zorgkantoor heeft de beschikbare contracteerruimte 2015 verdeeld in vier categorieën : Zorg met verblijf Zorg zonder verblijf Meerzorg PGB Op ieder van deze categorieën wordt separaat gemonitord in 2015. De dagactiviteit producten behoren tot de categorie zorg met verblijf of de categorie zorg zonder verblijf, afhankelijk van het product. In bijlage 1 van dit document staat vermeld welke dagactiviteit producten behoren tot welke categorie. 1

In tegenstelling tot voorgaande jaren wordt het onderscheid tussen zorg met verblijf en zorg zonder verblijf bepaald aan de hand van de vigerende beleidsregel 1. Producten opgenomen in de beleidsregels Prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten (CA-BR-1507a) en Volledig Pakket Thuis (CA-BR-1509a) vallen onder de categorie zorg met verblijf. Producten opgenomen in de beleidsregel Prestatiebeschrijvingen en tarieven modulaire zorg 2015 (CA-BR-1510b) vallen onder de categorie zorg zonder verblijf. Beschikbare contracteerruimte Alle beschikbare contracteerruimte (peildatum 1 november 2014) is verdeeld over bovenstaande categorieën. De contracteerruimte is volledig in de eerste ronde productieafspraken gecontracteerd, dan wel gereserveerd voor reeds geleverde zorg. De verdeling van de beschikbare middelen is op 14 november gepubliceerd op het beveiligde gedeelte van de website van zorgkantoor Zorg en Zekerheid. De volledige contracteerruimte 2015 van 833.308.637 die het zorgkantoor beschikbaar had op peildatum 1 november 2014 is (al dan niet middels het geld-volgt-klant principe) beschikbaar gesteld aan de zorgaanbieders. Aanpassingen aan contracteerruimte 2015 De NZa heeft medio december de contracteerruimte aangepast. Het betreft de volgende aanpassingen : 1. Correctie op de contracteerruimte voor de zogenaamde WLZ indiceerbaren. 2. Correcties op landelijke verdeelsleutels. 3. Verhoging korting i.v.m. maatregel Langer Thuis. 4. Resterende herverdelingsmiddelen 2015 beschikbaar stellen. 5. Korting op de contracteerruimte i.v.m. aangepaste indexering systematiek. Ad 1. WLZ indiceerbaren. Dit betreft 6 cliëntgroepen waarvan recent besloten is dat zij (in tegenstelling tot eerdere berichtgeving) gebruik kunnen maken van WLZ zorg. Het zorgkantoor heeft extra middelen beschikbaar gesteld gekregen om de zorg voor deze cliëntgroepen te kunnen financieren. Ad 2. Correcties op landelijke verdeelsleutels. Op een aantal onderdelen van de landelijke contracteerruimte heeft de NZa de verdeelsleutels aangepast (o.a. i.v.m. het effect van de ERAI experimenten). De totale landelijke contracteerruimte op de betreffende onderdelen is gelijk gebleven. Voor de zorgkantoren A&M en ZHN betekenen deze correcties een daling van de regionale contracteerruimte t.o.v. de eerdere berekeningen. Ad 3. Correctie maatregel Langer Thuis. Dit betreft een landelijke maatregel die door de NZa doorgevoerd is in de regionale contracteerruimte. Voor alle zorgkantoren betekent dit een daling van de regionale contracteerruimte t.o.v. de eerdere berekeningen. Ad 4. Herverdelingsmiddelen 2015. In het verleden werd een klein deel van de landelijke contracteerruimte door de NZa beschikbaar gehouden voor eventuele knelpunten. Voor 2015 heeft het ministerie van VWS besloten om deze middelen reeds op voorhand te verdelen. Dit betekent dus een verhoging van de regionale contracteerruimte t.o.v. de eerdere berekeningen. 1 In voorgaande jaren was er sprake van een aparte beleidsregel dagactiviteiten. In 2015 zijn de producten dagactiviteiten in de beide hier genoemde beleidsregels opgenomen. 2

Ad 5. Indexering. De NZa heeft de indexering systematiek in 2015 aangepast. Dit heeft in de tarieven 2015 geleid tot een eenmalige lagere indexering. Deze eenmalige lagere indexering is ook in de gecontracteerde tarieven 2015 verwerkt. De contracteerruimte van de zorgkantoren was echter nog niet aangepast aan deze lagere indexering, wat middels deze correctie nu wel gedaan is. Dit betekent voor alle zorgkantoren een verlaging van de regionale contracteerruimte t.o.v. de eerdere berekeningen. De optelsom van bovenstaande effecten leidt tot het volgende plaatje. Ten opzichte van de eerdere cijfers neemt de regionale contracteerruimte toe met 5.582.392 naar een totale contracteerruimte van 838.891.029 2. Hiervan is 4.903.687 geoormerkt voor de groepen WLZ-indiceerbaren. De niet geoormerkte contracteerruimte is dus toegenomen met 678.705. Gezien de beperkte omvang van deze middelen én de financiële knelpunten die wij nu reeds signaleren t.a.v. de regionale contracteerruimte (b.v. de overschrijdingen op de PGB s) is besloten om deze middelen vooralsnog voor knelpunten te reserveren. Op dit moment zijn alle landelijk beschikbare middelen voor 2015 verdeeld. Dit is een trendbreuk met het verleden. Het ministerie van VWS houdt de landelijke ontwikkelingen t.a.v. de WLZ financiering nauwlettend in de gaten in 2015. Er vindt periodiek overleg plaats tussen het ministerie en de zorgkantoren. Indien wij knelpunten in onze regio signaleren dan zullen wij deze tijdens de periodieke overleggen met het ministerie delen. Tevens zullen wij de knelpuntenprocedure opstarten indien hier aanleiding toe is. Desondanks kan het zorgkantoor op dit moment niet garanderen dat er extra financiële middelen beschikbaar gesteld gaan worden indien de huidige contracteerruimte onvoldoende blijkt te zijn. Zorg zonder verblijf : clickmomenten Voor zorg zonder verblijf wordt in 2015 wederom gewerkt met clickmomenten. De initiële productieafspraak zorg zonder verblijf is gebaseerd op 70 % van de geëxtrapoleerde productie 2014 geleverd aan verzekerden met een ZZP indicatie op peildatum 1 augustus 2014. Doel van de clickmomenten is om zorgaanbieders gedurende het jaar meer financiële zekerheid te geven over hun budget zorg zonder verblijf en om het beschikbare budget voor overgangsrecht verzekerden op de juiste plaats te laten landen in 2015. Maandelijkse berekening voor garantie Het clickmoment ZZV is een maandelijkse berekening door het zorgkantoor hetgeen een gegarandeerde cumulatieve waarde vertegenwoordigd in de opbouw naar het definitieve budget 2015. Het zorgkantoor zal voor de maanden januari tot en met juli 2015 de clickmomenten uitvoeren. Net als in 2014 zullen de clickmomenten in 2015 gebaseerd zijn op de goedgekeurde declaraties. Voor de maanden tot en met juli 2014 zal het zorgkantoor aan de hand van de goedgekeurde declaraties en de beschikbare contracteerruimte berekenen welk bedrag de zorgaanbieder gegarandeerd krijgt voor de betreffende maand. In 2014 hanteerde het zorgkantoor kavels bij het berekenen van de clickmomenten. De WLZ budgetten voor zorg zonder verblijf zijn 2015 echter dusdanig gekrompen (als gevolg van de landelijke stelselwijziging) dat dit niet meer zinvol is voor 2015. De meeste kavels zouden dan te klein worden voor een zinvolle verdeling. Daarom hanteert het zorgkantoor in 2015 de totale beschikbare contracteerruimte voor overgangsrecht verzekerden zonder nadere onderverdelingen bij het bepalen van de clickmomenten. 2 Inclusief de effecten van de overhevelingen tussen zorgkantoren. 3

Berekeningswijze clickmomenten zorg zonder verblijf De wijze van berekening van de clickmomenten wijzigen niet; zij is identiek aan de berekeningen in voorgaande jaren. - De gehele contracteerruimte overgangsrecht (inclusief de aanpassing WLZ indiceerbaren, zie onder) wordt ter beschikking gesteld voor de clickmomenten. Hierbij wordt rekening gehouden met het aantal dagen in de maand. Voor januari geldt dus 31/365e gedeelte van de contracteerruimte. - Op dezelfde wijze stellen wij het maandelijkse deel-startbudget vast. Voor januari geldt een startbudget van 31/365e van het gehele startbudget. - Er wordt gekeken of de totale gerealiseerde productie past binnen de contracteerruimte. - Is de realisatie lager dan de contracteerruimte dan wordt alle productie gegarandeerd door middel van het clickmoment. - Is de realisatie groter dan de beschikbare contracteerruimte, dan zal het zorgkantoor bij alle zorgaanbieders die meer zorg hebben geleverd dan hun deel-startbudget, een lager clickbedrag toezeggen dan de realisatie. Hierbij zal identiek aan de berekeningen in voorgaande jaren de productie die het deelstartbudget overstijgt naar rato worden gekort. Uitvoering clickmomenten Net als in 2014 wordt bij de uitvoering van de clickmomenten gebruik wordt gemaakt van goedgekeurde declaraties. Net als in 2014 ontvangt u de clickbrief van januari in april, de clickbrief van februari in mei, enzovoorts. Wij streven er naar om de clickbrieven maandelijks zo snel mogelijk aan u te verzenden. Streven is om de clickbrieven op de 1 e werkdag van de maand te verzenden. Vastgestelde clickmomenten Eenmaal vastgestelde clickmomenten zijn definitief. Mocht echter blijken dat een zorgaanbieder onrechtmatige declaraties heeft ingediend dan zal dit leiden tot een correctie op zijn clickmoment. Overige zorgaanbieders worden buiten deze correctie gelaten. De financiële middelen worden bij de herschikking opnieuw toebedeeld. Aanpassing productieafspraak i.v.m. WLZ indiceerbaren De productieafspraak zorg zonder verblijf die opgenomen is in het budgetformulier kan worden aangepast wegens de toevoeging van het budget WLZ indiceerbaren. Dit betreft altijd een verhoging van de productieafspraak. Deze aanpassing van de productieafspraak kan pas bij de herschikking in het budgetformulier opgenomen worden. Bij de berekening van de clickmomenten wordt wel uit gegaan van het budget inclusief WLZ indiceerbaren. Medio februari ontvangt u van het zorgkantoor de budgetberekening van uw organisatie inclusief aanpassingen voor WLZ indiceerbaren. Dit betekent tevens dat de WLZ indiceerbaren met een indicatie zorg zonder verblijf, na de correctie van de budgetberekening, regulier meelopen in de clickmomenten. Zorg met verblijf : vaste budgetten Voor zorg met verblijf werkt het zorgkantoor in 2015 niet met clickmomenten. De volledige regionale contracteerruimte beschikbaar voor zorg met verblijf is in de eerste ronde productieafspraken gecontracteerd. Op dit moment is er dus ook geen contracteerruimte beschikbaar voor geld-volgt-klant bij zorg met verblijf. Indien blijkt dat er in 2015 sprake is van onderproductie bij individuele zorgaanbieders dan worden de budgetten bij de herschikking aangepast. 4

Aanpassing productieafspraak i.v.m. AZR criterium en WLZ indiceerbaren De productieafspraak zorg met verblijf die opgenomen is in het budgetformulier kan op twee onderdelen worden aangepast. Ten eerste kan aanpassing plaatsvinden indien niet voldaan is aan het AZR criterium. Ten tweede kan aanpassing plaatsvinden indien er zorg met verblijf geleverd wordt aan WLZ indiceerbaren. De aanpassing i.v.m. het AZR criterium betreft een verlaging van het budget. De aanpassing i.v.m. de WLZ indiceerbaren betreft een verhoging van het budget. Medio februari ontvangt u van het zorgkantoor een budgetberekening van uw organisatie inclusief aanpassingen wegens het niet halen van het AZR criterium en wegens de aanpassing voor WLZ indiceerbaren. Meerzorg : geld-volgt-klant In verband met de sterke stijging van het budget Meerzorg in de herschikking 2014 heeft het zorgkantoor het beleid t.a.v. de inkoop Meerzorg in 2015 aangepast. In bijlage 2 van dit document is het herziene beleid opgenomen. Deze tekst vervangt paragraaf 8.2 uit het Inkoopdocument 2015. In de eerste ronde productieafspraken 2015 is de Meerzorg gecontracteerd op het niveau van de eerste ronde productieafspraken 2014. In de herschikking 2014 is 1.503.959 extra beschikbaar gesteld ten behoeve van Meerzorg. Deze middelen zijn in 2015 ook beschikbaar. Aangezien Meerzorg middelen toegekend worden op basis van aanvragen op individueel niveau is het niet realistisch om het volledige budget te verdelen op basis van de verdeling die geldig was op het moment van de herschikking 2014. Om de schaarse middelen zo evenredig mogelijk te verdelen heeft het zorgkantoor gekozen voor een geld-volgt-klant principe voor de Meerzorg. Berekeningswijze geld-volgt-klant Meerzorg De declaratie van Meerzorg is een ingewikkelder proces dan van de reguliere zorgproducten, aangezien de zorgtoewijzing niet via CIZ indicatiestelling verloopt. Om deze reden verloopt het declaratieproces bij Meerzorg regelmatig vertraging op. Daarom geeft het zorgkantoor er de voorkeur aan om het systeem van clickmomenten niet toe te passen op Meerzorg. Er wordt een eenvoudiger wijze van geld-volgt-klant toegepast. Bij de herschikking wordt gekeken naar de totale productie Meerzorg tot en met augustus van alle zorgaanbieders 3. Dit bedrag wordt geëxtrapoleerd naar het volledige jaar. Bij aanbieders die een onderproductie laten zien zal de productieafspraak naar beneden worden bijgesteld. Vervolgens wordt de overproductie ten opzichte van de eerste ronde productieafspraken bij elkaar opgeteld en vergeleken met de nog beschikbare middelen Meerzorg (inclusief eventuele vrijvallende middelen wegens onderproductie Meerzorg). Iedere aanbieder met overproductie krijgt hetzelfde percentage overproductie beschikbaar gesteld in de herschikking. Indien de totale productie Meerzorg lager is dan het beschikbare budget Meerzorg van 13.744.670 dan wordt alle overproductie vergoed. 3 In verband met de onbetrouwbaarheid van de declaraties t.a.v. Meerzorg gebeurd dit op basis van de productiemonitor Meerzorg. 5

Publicatie van de uitnutting Evenals in 2014 zal het zorgkantoor de realisatiecijfers, jaarprognose en de geclickte bedragen 4 publiceren op het beveiligde webportaal zodat zorgaanbieders zicht hebben op de situatie in hun regio en sector. De uitnutting van de beschikbare PGB ruimte zal hier in meegenomen worden 5. Deze gegevens geven zorgaanbieders naast de clickmomenten inzicht in het totale financiële beeld op weg naar de definitieve afspraken 2015. Afschaffen productiemonitor Tot en met 2014 heeft het zorgkantoor de publicatie van de uitnuttinggegevens gebaseerd op de productiemonitor. Het zorgkantoor is van mening dat dit een betrouwbaarder beeld geeft van de regionale uitnutting dan de goedgekeurde declaraties. Immers de onjuiste declaraties van slechts één zorgaanbieder kunnen het regionale beeld van de uitnutting al flink verstoren. Zorgaanbieders hebben aangegeven dat het afschaffen van de productiemonitor een flinke bijdrage zal leveren aan het verminderen van de administratieve lasten. Aangezien het zorgkantoor zich wil inspannen om de administratieve lasten in de zorg te verlagen, is voor gekozen om de productiemonitor in 2015 af te schaffen (met uitzondering van de productiemonitor Meerzorg, zie onder). Dit betekent dat de gepubliceerde uitnuttinggegevens met ingang van de maand januari 2015 gebaseerd zullen zijn op goedgekeurde declaraties. Dit betekent wel dat de betrouwbaarheid van de gepubliceerde uitnuttingegevens lager kan zijn dan in de eerdere jaren. Niet declarabele productie In 2014 bood de productiemonitor de mogelijkheid om zogenaamde niet declarabele productie op te voeren. Dit betrof geleverde zorg die niet via de AW319 gedeclareerd kon worden. Op hoofdlijnen werd deze mogelijkheid gebruikt voor de volgende categorieën : 1. Indicaties van Bureau Jeugd Zorg 2. Mutatiedagen 3. Crisisplaatsen 4. Bij problemen van de aanbieder bij cliëntgericht declareren Ad 1. Indicaties BJZ. In 2015 zal dit niet meer aan de orde zijn. Voor zover kinderen met een BJZ indicatie in 2015 recht hebben op WLZ zorg dan heeft het CIZ deze voor 1 januari 2015 voorzien van een WLZ indicatie. Dit betekent dat kinderen die op 1 januari 2015 over een BJZ indicatie beschikken, geen recht hebben op WLZ zorg en er bij het zorgkantoor dus ook niet voor deze kinderen gedeclareerd kan worden. Ad 2. Mutatiedagen. Deze kunnen indicatievrij gedeclareerd worden via de AW319. In 2014 hebben wij geconstateerd dat sommige zorgaanbieders dit niet via AW319 gedaan hebben maar via de productiemonitor. Wij adviseren zorgaanbieders om de mutatiedagen met ingang van de maand januari 2015 via de AW319 te declareren, aangezien het zorgkantoor deze niet meer verwerkt via de productiemonitor (deze bestaat immers niet meer in 2015). Ad 3. Crisisplaatsen. De crisisplaatsen kunnen via de AW319 gedeclareerd worden indien deze bezet zijn. De niet bezette dagen kunnen niet gedeclareerd worden via de AW319. Op basis van de declaraties kan het zorgkantoor bepalen hoe veel dagen niet gedeclareerd en dus niet bezet zijn. De niet bezette dagen crisisplaatsen hoeven dus niet via de productiemonitor gedeclareerd te worden aangezien het zorgkantoor deze kan berekenen. 4 De geclickte bedragen worden uiteraard alleen gepubliceerd voor zorg zonder verblijf aangezien zorg met verblijf en Meerzorg geen clickmomenten kennen. 5 Waarbij opgemerkt moet worden dat, zoals beschreven op pagina 1, op dit moment niet bekend is wat het effect van over- of onderschrijding op de PGB middelen zal zijn op de zorg in natura. 6

Ad 4. Problemen bij cliëntgericht declareren. Het is de verantwoordelijkheid van iedere zorgaanbieder om zijn eigen cliëntgericht declareren op orde te hebben. Met ingang van 2015 zal het zorgkantoor geen productie buiten de AW319 in behandeling nemen als gevolg van individuele problemen bij cliëntgericht declareren. Bovenstaande betekent dat het zorgkantoor geen uitvraag meer doet wegens niet declarabele productie omdat alle productie via de AW319 gedeclareerd kan worden. Monitor Meerzorg Het zorgkantoor heeft geconstateerd dat het proces t.a.v. de declaratie van Meerzorg complexer is dan van de overige producten. Dit wordt met name veroorzaakt doordat het afgeven van een beschikking tijdsintensiever is. Aangezien het budget Meerzorg in 2015 gemaximeerd is, vinden wij het belangrijk dat alle zorgaanbieders goed inzicht hebben in de uitnutting van de Meerzorg. De declaraties bieden hiertoe onvoldoende zekerheden. Om deze reden is voor de productie Meerzorg een uitzondering gemaakt en verzoeken wij de zorgaanbieders die Meerzorg leveren om maandelijks een monitor (het format is bijgevoegd in bijlage 3 van dit document) in te vullen en deze binnen 28 dagen na afloop van de maand te mailen naar productiezorgkantoor@zorgenzekerheid.nl. De publicatie van de productiegegevens Meerzorg en de bepaling van de herschikking Meerzorg zullen beide gebaseerd zijn op deze monitor. Publicatie Publicatie van de uitnutting vindt maandelijks plaats op het beveiligde webportaal. Wij streven er naar om uitnuttinggegevens maandelijks zo snel mogelijk aan u beschikbaar te stellen. Aangezien wij mede afhankelijk zijn van de ingediende declaraties kunnen wij geen garanties bieden. Streven is om de uitnuttinggegevens uiterlijk de 1 e werkdag van de maand te publiceren. Dus de uitnuttinggegevens van januari uiterlijk op woensdag 1 april, de uitnuttinggegevens van de maand februari uiterlijk op vrijdag 1 mei, enzovoorts. Herschikking 2015 Op 1 november 2015 dienen de definitieve productieafspraken voor 2015 gemaakt te worden. Uitgangspunt voor de herschikking 2015 zijn de goedgekeurde declaraties tot en met de maand juni. Deze worden geëxtrapoleerd voor het gehele jaar 6. In eerste instantie wordt per aanbieder gekeken of er sprake is van overproductie of onderproductie ten opzichte van de gemaakte productieafspraken. Schematisch ziet het proces herschikking 2015 er als volgt uit : Stap 1 : Vaststellen basis budget Beoordeling prijscriteria 2015. Indien deze worden bijgesteld wordt het voor de aanbieder beschikbare budget verlaagd. Beoordelen volume zorg met verblijf. Bij gerealiseerde onderproductie (zoals hierboven beschreven) wordt het voor de aanbieder beschikbare budget verlaagd. Bij gerealiseerde overproductie blijft de oorspronkelijke productie afspraak van kracht. Toevoegen geëxtrapoleerde volume zorg zonder verblijf en Meerzorg, op basis van de geclickte productie (zorg zonder verlijf) of geld-volgt-klant productie (Meerzorg) tot en met juni (geëxtrapoleerde volume is 365/181 maal de geclickte productie). 6 Hierbij wordt rekening gehouden met de kas jaar effecten van de overeengekomen capaciteitsmutaties 2015, indien van toepassing. Tevens zal rekening gehouden worden met de effecten uitstroom overgangsrecht indien de ontwikkelingen in de declaratiegegevens hier aanleiding toe geven. 7

Stap 2 : Vaststellen beschikbare regionale contracteerruimte voor overproductie Nog niet verdeelde contracteerruimte op peildatum 1 september 2015. (indien van toepassing) Aanpassingen aan regionale contracteerruimte gedaan door de NZa na 30 december 2014. (indien van toepassing) Toevoegen beschikbare ruimte vanuit aanpassingen tarieven van individuele zorgaanbieders. (indien van toepassing) Toevoegen van niet geclickte middelen (dus de onderproductie) zorg zonder verblijf. (indien van toepassing) Toevoegen van de onderproductie Meerzorg. (indien van toepassing) Toevoegen van de onderproductie zorg met verblijf van individuele zorgaanbieders. Stap 3 : Verdelen van de beschikbare contracteerruimte Bij het verdelen van de (eventueel) beschikbare contracteerruimte hanteert het zorgkantoor de volgende uitgangspunten: - Daadwerkelijk gerealiseerde productie komt in aanmerking voor nog te realiseren toekomstige groei. - Afgebouwde intramurale capaciteit komt in principe niet in aanmerking voor financiering, tenzij landelijke en / of regionale ontwikkelingen of afspraken hier aanleiding toe geven. - Omzetting van plaatsen zonder behandeling naar plaatsen met behandeling boven de reeds gemaakte productieafspraken komt niet in aanmerking voor financiering. - Financiering overproductie reguliere zorg voor gaat op financiering overproductie Meerzorg. - Handmatige correcties op de declaratiegegevens wegens onjuiste of onvolledige declaraties zullen niet gehonoreerd worden. Bevoorschotting 2015 Wat is de basis voor de bevoorschotting? Landelijk is afgesproken dat de bevoorschotting WLZ in 2015 gehandhaafd blijft. Als basis voor de bevoorschotting dienen enerzijds de gemaakte productieafspraken en anderzijds de goedgekeurde declaraties. Zoals eerder aangegeven komt de productiemonitor in 2015 te vervallen (met uitzondering van de productiemonitor Meerzorg). In 2015 zijn de declaraties dus niet alleen leidend voor de bevoorschotting, we hebben in 2015 ook niet meer de mogelijkheid om nog van de declaraties af te wijken. Declaratieverkeer via AW319 Belang van declaratieverkeer Met het vervallen van de productiemonitor is de tijdigheid, juistheid en volledigheid van het declaratieverkeer van groot belang. Zowel ten behoeve van de bepaling van het voorschot van de zorgaanbieder als ten behoeve van de bepaling van de clickmomenten als ten behoeve van de publicatie van de regionale uitnutting. Om zorg te dragen dat de bevoorschotting zo goed mogelijk verloopt, dienen de declaratieberichten tijdig, juist en volledig ingediend te worden. Op die wijze draagt u er als zorgaanbieder aan bij dat het uit te betalen voorschot zo correct mogelijk is. Het zorgkantoor adviseert u om het indienen van de declaraties niet uit te stellen tot aan het einde van de maand. Door zo spoedig mogelijk na afloop van een behandelmaand te declareren, kunt u eventueel afgekeurde declaratieregels opnieuw declareren. Dit eventueel na contact/navraag bij de afdeling declaraties van het zorgkantoor. Op deze manier worden regels die in eerste instantie zijn afgekeurd maar later wel zijn goedgekeurd alsnog meegenomen in het te bevoorschotten bedrag. 8

In te richten tarieven Ingediende declaraties worden alleen goedgekeurd indien de gehanteerde tarieven tot op de cent nauwkeurig overeen komen met de door het zorgkantoor ingerichte tarieven. Aangezien de tarieven die in het budgetformulier en in de rekenstaat vermeld staan in de meeste gevallen omgerekend moeten worden naar declaratie tarieven (bij zorg met verblijf moeten NHC en NIC voor 50 % worden toegevoegd en bij zorg zonder verblijf moeten uurtarieven naar tarieven per minuut worden omgerekend), ontstaan er regelmatig verschillen van centen. Het is in ieders belang om deze afwijkingen te voorkomen. Het zorgkantoor zal per zorgaanbieder een lijst verstrekken met de door haar ingerichte tarieven in het systeem van cliëntgericht declareren. De lijst bevat alleen prestaties waarvoor u een afspraak heeft gemaakt in het budgetformulier. Vervolgens is met het aan u gegunde prijspercentage en de maximale NZa-prijs een berekening gemaakt voor het in te richten tarief. Per zorgaanbieder zal uiterlijk 6 februari een lijst worden verstrekt per e-mail. Mocht u ondanks zorgvuldig handelen van het zorgkantoor van mening zijn dat een tarief op de lijst niet klopt, dan verzoeken wij u een e-mail te sturen naar productiezorgkantoor@zorgenzekerheid.nl. In circulaire Care/AWBZ/14/11c geeft de NZa aan dat men wegens technische problemen de tariefbeschikkingen 2015 naar verwachting begin februari 2015 zal kunnen afgeven. De NZa geeft aan dat, tot het afgeven van de tariefbeschikking 2015, gedeclareerd kan worden op basis van de laatst afgegeven tariefbeschikking 2014. Het zorgkantoor is geen voorstander van deze werkwijze, aangezien dit betekent dat cliëntgericht declareren voor 2015 in een relatief kort tijdsbestek twee keer ingericht zal moeten worden (begin januari met de *onjuiste* tarieven 2014 en begin februari met de *juiste* tarieven 2015). Bovendien leert de ervaring dat tussentijdse aanpassing van de tarieven altijd tot extra uitval leidt (bijvoorbeeld omdat de ene partij de tarieven al heeft aangepast en de andere partij nog niet). Het zorgkantoor kiest er daarom voor om cliëntgericht declareren direct in te richten op basis van de overeen gekomen tarieven. Zorgaanbieders worden dan ook dringend verzocht om hun systemen ook op basis van deze tarieven in te richten. Tussentijdse aanpassingen van de tarieven in de herschikking Op pagina 37 van het Inkoopdocument zullen de tarieven 2015 niet tussentijds aangepast worden. In het toetsingskader staat omschreven dat het niet voldoen een de criteria innovatie en / of integrale benadering leidt tot een aanpassing in de nacalculatie. Deze systematiek betekent echter dat aanpassingen wegens het niet voldoen aan deze criteria niet ten gunste gebracht kunnen worden van de regionale contracteerruimte. Immers, de totale omvang van de herschikking afspraken mag de regionale contracteerruimte niet overschrijden. Dit betekent dat alle productie die in de nacalculatie afgewezen wordt niet binnen de regio ingezet kan worden. Terwijl productie en tarieven die in de herschikking aangepast worden wel in de regio ingezet kan worden. Om deze reden heeft het zorgkantoor er voor gekozen om het contracteerbeleid op dit punt aan te passen. Het niet voldoen aan de criteria innovatie en / of integrale benadering wordt in de herschikking verwerkt in de afgesproken tarieven en in het beschikbaar gestelde budget. Het niet voldoen aan het AZR criterium wordt tevens in de herschikking verwerkt in de afgesproken tarieven en in het beschikbaar gestelde budget (dit is niet gewijzigd t.o.v. het Inkoopdocument). De financiële consequenties van het niet voldoen aan de criteria innovatie en/of integrale benadering veranderen door bovenstaande verandering uiteraard niet. Alleen de techniek waarmee de financiële consequenties doorgevoerd worden veranderd. 9

Tussentijdse aanpassing van de tarieven in het declaratieverkeer De tarieven die wij hanteren in het declaratieverkeer worden niet aangepast gedurende het jaar 2015. De tarieven die in januari 2015 ingericht zijn in het declaratieverkeer blijven het hele jaar geldig. Indien de tarieven van een zorgaanbieder worden aangepast in de herschikking wegens het niet voldoen aan de criteria innovatie en / of integrale benadering dan ontstaat er dus een verschil tussen de tarieven in de rekenstaat en de tarieven in de AW319. Dit heeft geen financiële consequenties voor de zorgaanbieder, aangezien de tarieven afgesproken in de herschikking leidend zijn in de bepaling van het wettelijk budget via de nacalculatie. Het zorgkantoor kiest er voor om het declaratieverkeer niet tussentijds aan te passen omdat dit in het verleden geleid heeft tot een groter risico op uitval. Enerzijds omdat het moment van aanpassing bij zorgkantoor en zorgaanbieder precies gelijk moet zijn. Anderzijds omdat de berekening van de nieuwe tarieven bij zorgkantoor en zorgaanbieder precies gelijk moet zijn (een verschil van slechts één cent leidt tot uitval). Gelet op het belang van zo weinig mogelijk uitval en gelet op de administratieve lasten van tariefaanpassingen in het declaratieverkeer is bovenstaande keuze tot stand gekomen. Bepaling voorschotbedrag zorg met verblijf en Meerzorg 2015 Voorschot januari tot en met maart zorg met verblijf Het voorschotbedrag januari wordt als volgt vastgesteld: Initieel wordt gekeken naar de productieafspraken die op 15 november 2014 gemaakt zijn. Aangezien de NZa niet voor begin februari een rekenstaat zal afgeven waarin deze productieafspraken verwerkt zijn, zal het zorgkantoor het tweezijdig ingediende budgetformulier hanteren voor de berekening van het voorschot. Het voorschot januari over het productie gebonden deel bestaat uit 1/12 e deel van de gemaakte productieafspraak zorg met verblijf. Uiteraard dienen ook de niet productie gebonden delen toegevoegd te worden aan de bevoorschotting. Dit betreft de overige kapitaalslasten en de overige componenten. De overige kapitaalslasten zal het zorgkantoor overnemen uit de laatst afgegeven rekenstaat 2014 en corrigeren voor de verdere ingroei NHC en NIC in 2014. Concreet betekent dit dat wij de regels 300 en 301 uit de laatste rekenstaat 2014 zullen corrigeren naar 50 % (van 70 % respectievelijk 100 % in 2014) en 1/12 e deel van dit bedrag zullen hanteren voor het voorschot over januari. De overige componenten zullen deels komen te vervallen in 2015. Dit betreft de onderdelen die betrekking hadden op de beleidsregels zorginfrastructuur, ketenzorg dementie en nationaal programma ouderenzorg. De enige twee regels die volgens onze informatie nog van toepassing zijn in 2015 zijn de compensatieregeling IVA en de beleidsregel vergoeding gedwongen verhuizing. Ten behoeve van de voorschotbepaling januari 2015 zullen (a) het bedrag compensatieregeling IVA uit de laatste rekenstaat 2014 en (b) het bedrag afgesproken onder de beleidsregel gedwongen verhuizing uit het budgetformulier 2015 overgenomen worden. 1/12 e van dit bedrag zal gehanteerd worden voor het voorschot 2015. Het voorschot zorg met verblijf wordt, net als in 2014, altijd afgerond op eenheden van 1.000 (dit geldt voor alle maanden). Het voorschot januari 2015 zorg met verblijf bestaat dus uit 1/12 e deel van : De gemaakte productieafspraken conform budgetformulier 2015 (incl. Meerzorg) De overige kapitaalslasten conform laatste rekenstaat 2014, teruggerekend naar 50 % De vergoeding compensatieregeling IVA conform laatste rekenstaat 2014 De afgesproken vergoeding gedwongen verhuizing conform budgetformulier 2015 Voor de maanden februari en maart zal het voorschotbedrag gelijk zijn aan het voorschotbedrag in januari 2015. 10

Voorschot vanaf april zorg met verblijf Vanaf april wordt maandelijks gekeken of het voorschotbedrag aangepast dient te worden. Dit wordt gedaan door te kijken naar de productrealisatie op basis van goedgekeurde declaraties op cliëntniveau. Voor het voorschotbedrag april wordt gebruik gemaakt van de goedgekeurde declaraties van de maand januari. Voor het voorschotbedrag mei wordt vervolgens gebruik gemaakt van de goedgekeurde declaraties tot en met februari. In juni wordt gebruik gemaakt van gegevens tot en met maart enzovoort. Voor zorgaanbieders die te maken hebben met een niet op cliëntniveau declarabele rekenstaat post (oude kapitaalslasten en overige componenten) geldt dat het zorgkantoor de meest recente rekenstaten verwerkt in de volgende maanden: januari, april en december. Dit zijn de maanden waarin het zorgkantoor sowieso een aanpassing in het voorschot zal doen. In het voorschot over de maanden januari tot en maart is geen rekening met een drietal effecten, aangezien deze nog niet bekend waren ten tijde van het berekenen van deze bevoorschotting. Dit betreft (a) het effect beoordeling prijscriterium AZR (b) het effect van de WLZ indiceerbaren (c) het effect van de kapitaalslasten oud i.v.m. het ontbreken van een rekenstaat 2015. Deze drie effecten worden in het voorschot over de maand april verwerkt. Voor de berekening van deze effecten geldt geen marge van 2 % (zie onderstaande alinea). Dit betekent dat naar verwachting alle voorschotten zorg met verblijf in de maand april worden aangepast. Voor zorg met verblijf is de maximale bevoorschotting gelijk aan de budgetafspraak. Productie boven dit budget komt vooralsnog niet voor bevoorschotting in aanmerking. Daarom geldt voor zorg met verblijf het uitgangspunt dat er elke maand 1/12e van de budgetafspraak wordt bevoorschot, tenzij de jaarprognose op basis van goedgekeurde declaraties een onderproductie van meer dan 2 % laat zien ten opzichte van de budgetafspraak of het tot dan toe geldende jaarvoorschot. Op basis van de productrealisatie wordt een jaarprognose gemaakt voor het hele jaar 2014. Doordat niet alle maanden een gelijk aantal dagen hebben, wordt bij de berekening van de jaarprognose rekening gehouden met het aantal dagen in de betreffende maanden die zijn gedeclareerd. Deze wordt vergeleken met de budgetafspraak zorg met verblijf. Bij een realisatie die lager is dan 2 % dan de budgetafspraak dan wel het tot dan toe geldende jaarvoorschot zal de bevoorschotting worden aangepast aan de hand van de lagere realisatie. Het zorgkantoor ziet er op toe dat gedurende het jaar de voorschotbedragen van alle instellingen de totale contracteerruimte niet overschrijden. Op 1 november 2015 vindt de herschikking 2015 plaats. Het maandvoorschot zal op basis hiervan aangepast worden. Dit zal gebeuren met de bevoorschotting van december. Uitgangspunt voor de aanpassing van het voorschot is de productie tot en met de maand september 2015 7. Het aangepaste voorschot wordt gemaximeerd aan de herschikking. In de berekening van het voorschot over de maand december worden de tarieven uit de herschikking gehanteerd. Er wordt dus rekening gehouden met de effecten van de beoordeling op de tariefcriteria integrale benadering en innovatie. Voor instellingen die tot en met september een hogere productie gerealiseerd hebben dan de herschikkingafspraak betekent dit dat de bevoorschotting in december aangepast wordt naar het niveau van de herschikking. Voor instellingen die tot en met september een lagere productie gerealiseerd hebben dan de herschikkingafspraak betekent dit dat de bevoorschotting in december aangepast wordt naar het niveau van de geëxtrapoleerde productie. Bij de bepaling van het voorschot over december wordt geen marge gehanteerd van 2 %. Aangezien dit het op een na laatste voorschot zorg met verblijf over 2015 betreft voorafgaand aan de verwerking van de nacalculatie wordt getracht dit voorschot zo nauwkeurig mogelijk te bepalen. 7 Geëxtrapoleerd naar jaarbasis op basis van 365/274 e. 11

Samengevat betekent bovenstaande het volgende : Het voorschot januari tot en met maart is gebaseerd op het ingediende budgetformulier aangevuld met de niet productie gebonden onderdelen o.b.v. de laatste rekenstaat 2013. De effecten AZR prijscriterium en WLZ indiceerbaren zijn hierin niet verwerkt. In het voorschot april worden de niet productie gebonden onderdelen uit de rekenstaat 2014 verwerkt, evenals de effecten AZR prijscriterium en WLZ indiceerbaren. Hierop is geen 2 % marge van toepassing. Het voorschot april tot en met november wordt naar beneden aangepast indien de productie meer dan 2 % lager is dan afgesproken. Het voorschot december wordt aangepast aan de geëxtrapoleerde productie tot en met september, gemaximeerd aan de herschikkingafspraak. Tevens worden de niet productie gebonden onderdelen aangepast aan de laatste rekenstaat 2015 afgegeven voor 15 november. De effecten van de prijscriteria integrale benadering en innovatie worden in het voorschot december verwerkt. Op het voorschot december is geen 2 % marge van toepassing. Het deel van de Meerzorg middelen dat verdeeld wordt via het geld-volgt-klant principe worden niet maandelijks in het voorschot verwerkt. In de bevoorschotting van december worden deze middelen met terugwerkende kracht betaalbaar gesteld. Nieuwe aanbieders In 2015 is een aantal aanbieders voor het eerst gecontracteerd voor zorg met verblijf (in de vorm van het Volledig Pakket Thuis). Deze aanbieders worden door het zorgkantoor beschouwd als nieuwe aanbieders voor zorg met verblijf. Voor deze aanbieders geldt, net als in voorgaande jaren, geen voorschotregeling. Deze aanbieders zullen na afloop betaald worden op basis van geleverde zorg. Vanaf april 2014 worden deze aanbieders uitbetaald conform de goedgekeurde declaraties van januari. Vervolgens wordt in mei uitbetaald op basis van goedgekeurde declaraties van februari en met eventuele goedgekeurde declaraties januari die later zijn ingediend enzovoorts. De uitbetaalde declaraties zijn maandelijks gemaximeerd op 1/12 e deel van de gemaakte productieafspraak. Indien bij de herschikking hogere productieafspraken gemaakt worden, dan zal dit in de bevoorschotting december met terugwerkende kracht worden aangepast. Bepaling voorschotbedrag zorg zonder verblijf 2015 Voorschot januari tot en met maart zorg zonder verblijf Voor zorg zonder verblijf geldt dat het voorschot januari bepaald wordt op basis van 1/12e deel van 100/70 van de budgetafspraak. Deze rekenmethodiek is gelijk aan de werkwijze 2014. Mocht een zorgaanbieder die alleen een contract heeft voor het verlenen van zorg zonder verblijf naast het budget voor reguliere ZZV-zorg ook een bedrag in de eerste rekenstaat hebben voor kapitaalslasten en/of overige componenten op de rekenstaat dan wordt dit bedrag apart uitbetaald. Voor de maanden februari en maart zal het voorschotbedrag gelijk zijn aan het voorschotbedrag in januari 2015. Zorgaanbieders met een budgetafspraak zorg zonder verblijf lager dan 8.400 op jaarbasis (dus van 12.000 op basis van 100/70 e ) ontvangen over de maanden januari tot en met maart geen voorschot. 12

Voorschot april tot en met december zorg zonder verblijf Vanaf het voorschot over april zal het voorschot zorg zonder verblijf gebaseerd zijn op de declaraties. Het voorschot april zal bestaan uit de goedgekeurde declaraties over januari. Het voorschot mei zal bestaan uit de goedgekeurde declaraties over februari. Enzovoort. Meer dan in voorgaande jaren moet het zorgkantoor er in 2015 rekening mee houden dat de productie mogelijk hoger kan zijn dan het beschikbare regiobudget. Om deze reden zal de bevoorschotting zorg zonder verblijf in 2015 gemaximeerd worden op de geclickte bedragen zorg zonder verblijf. Immers, voor de zorg die niet geclickt kan worden heeft het zorgkantoor op dat moment ook geen regionale contracteerruimte beschikbaar. Het is daarom ook niet logisch om de productie boven dit bedrag wel in het voorschot op te nemen, in de wetenschap dat dit aan het eind van het jaar weer terugbetaald zal moeten worden. Het zorgkantoor blijft bedragen clicken tot en met de maand november (o.b.v. de productiecijfers tot en met augustus) ten behoeve van het bepalen van het maximale voorschot. Het voorschot over december zal gemaximeerd worden aan de hand van de herschikkingafspraak en niet aan de hand van de clickmomenten. De productie geleverd aan WLZ indiceerbaren wordt vanaf april automatisch verwerkt in het voorschot, aangezien deze productie uiteraard gedeclareerd moet worden. Het voorschot over de maanden januari tot en met maart is exclusief WLZ indiceerbaren. Uitwerking in BZ/10 formulieren Van de verwerking van bovenstaande aanpassingen van het voorschot ontvangt u zoals gebruikelijk een afschrift. De verwerkingsmethodiek is gelijk aan 2014. Zorgaanbieders die zowel zorg met verblijf als zorg zonder verblijf aanbieden Voor zorgaanbieders die zowel zorg met verblijf en zorg zonder verblijf aanbieden, geldt voor 2015 dat de bevoorschottingsbedragen voor zorg met verblijf en zorg zonder verblijf afzonderlijk van elkaar worden uitbetaald. In de terminologie van het CAK geldt voor zorg met verblijf en de rekenstaatposten (kapitaalslasten en overige componenten) een voorschotbedrag en gebruikt het zorgkantoor voor het productiegebonden deel zorg zonder verblijf een eenmalige betaling. In januari 2015 ontvangt u daarom 2 afschriften BZ/10 formulieren: het aangepaste maandvoorschotbedrag voor zorg met verblijf en een eenmalig bedrag voor het zorg zonder verblijf deel. Gedurende het jaar 2015 ontvangt u dus voor elke maand een BZ/10-formulier voor het zorg zonder verblijf gedeelte en eventueel bij een aanpassing van het voorschot zorg met verblijf een tweede BZ/10 formulier. Zorgaanbieders die alleen zorg zonder verblijf aanbieden en geen kapitaalslasten en/of overige componenten in de rekenstaat hebben Voor zorgaanbieders die alleen zorg zonder verblijf aanbieden geldt dat zij in januari 1 afschrift BZ/10 zullen ontvangen, namelijk de eenmalige betaling zorg zonder verblijf. Gedurende het jaar 2015 ontvangt u voor elke maand een BZ/10 formulier op basis van goedgekeurde declaraties. Zorgaanbieders die alleen zorg zonder verblijf aanbieden en wel kapitaalslasten en/of overige componenten in de rekenstaat hebben Voor zorgaanbieders zorg zonder verblijf die wel te maken hebben met een rekenstaatpost geldt dat zij 2 afschriften BZ/10 in januari ontvangen. Een formulier voor verandering van het maandvoorschot ten behoeve van de rekenstaatpost(en) en een formulier met het eenmalig uit te betalen bedrag voor zorg zonder verblijf. 13

Gedurende het jaar ontvangt u voor elke maand een BZ/10 formulier op basis van goedgekeurde declaraties voor het productiegebonden deel. Daarnaast ontvangt u een BZ/10 formulier over het voorschot over de rekenstaatposten mits er een wijziging zich heeft voorgedaan in de maanden april en december. Bevoorschotting 2014 Zorg met verblijf De bevoorschotting 2014 is gebaseerd geweest op de goedgekeurde declaraties. De bevoorschotting over de eerste 3 maanden 2014 is gebaseerd op de 1 e ronde productieafspraken. Met ingang van het voorschot over april is de bevoorschotting 2014 gebaseerd op cliëntgericht declareren, waarbij de gemaakte productieafspraak als maximum gold. Het zorgkantoor hanteerde voor de productie zorg met verblijf een bandbreedte van 2 %. In de bevoorschotting december 2014 zijn de herziene productieafspraken uit de herschikking 2014 verwerkt. De goedgekeurde declaraties over de maanden oktober 2014 t/m december 2014 zijn nog niet verwerkt in de bevoorschotting 2014. In het verleden werden deze declaraties pas verwerkt in het definitieve budget, dus na vaststelling van de nacalculatie. Deze werkwijze past niet in de landelijke visie om de bevoorschotting steeds meer aan te laten sluiten bij de declaraties. Het zorgkantoor zal daarom het voorschot 2014 nog één maal aanpassen in 2015 op basis van de goedgekeurde declaraties. Dit zal gebeuren in de maand maart 2015. Op dat moment heeft het zorgkantoor alle goedgekeurde declaraties 2014 ontvangen. In maart 2015 zal het voorschot zorg met verblijf herzien worden. Het nieuwe (en tevens laatste) voorschot zorg met verblijf 2014 bestaat uit de optelsom van alle goedgekeurde declaraties (uiteraard gemaximeerd op de herziene productieafspraak 2014) met de niet productie gebonden onderdelen uit de laatste rekenstaat 2014, afgegeven voor 15 februari 2015. Bij deze herziening zal het zorgkantoor geen 2 % marge hanteren. Tevens is het zorgkantoor voornemens om deze werkwijze ook begin 2016 toe te passen t.a.v. de bevoorschotting 2015. Zorg zonder verblijf De bevoorschotting 2014 is gebaseerd geweest op de goedgekeurde declaraties. De bevoorschotting over de eerste 3 maanden 2014 is gebaseerd op de 1 e ronde productieafspraken. Met ingang van het voorschot over april is de bevoorschotting 2014 volledig gebaseerd op cliëntgerichtheid declareren. Het voorschot over april is gebaseerd op de goedgekeurde declaraties over januari. Het voorschot over mei is gebaseerd op de goedgekeurde declaraties over februari. Enzovoorts. De goedgekeurde declaraties over de maanden oktober 2014 t/m december 2014 zijn nog niet verwerkt in de bevoorschotting 2014. In de maanden januari, februari en maart 2015 wordt de bevoorschotting 2014 gebaseerd op de goedgekeurde declaraties over de maanden oktober, november en december 2014, minus de eerder uitbetaalde voorschotten. Hierbij geldt uiteraard het bedrag dat opgenomen is in de herschikking 2014 als maximum. Op deze wijze blijft de bevoorschotting gebaseerd op cliëntgerichtheid declareren. Voorbeeld 1. In 2014 is in totaal 1.200.000 bevoorschot. De afspraak in de herschikking bedraagt 1.300.000. In januari 2014 is een voorschot verstrekt van 100.000. De goedgekeurde declaraties over de maand oktober 2014 bedragen 110.000. In januari 2015 wordt een aanvullend voorschot inzake 2014 verstrekt van 10.000 ( 110.000 minus de reeds uitbetaalde 100.000). Het totale voorschot inzake 2014 bedraagt nu 1.210.000. 14

Voorbeeld 2. In 2014 is in totaal 1.200.000 bevoorschot. De afspraak in de herschikking bedraagt 1.200.000. In januari 2014 is een voorschot verstrekt van 100.000. De goedgekeurde declaraties over de maand oktober 2014 bedragen 200.000. In januari 2015 wordt geen aanvullend voorschot inzake 2014 verstrekt aangezien de afspraak uit de herschikking reeds volledig bevoorschot is. Voorbeeld 3. In 2014 is in totaal 1.200.000 bevoorschot. De afspraak in de herschikking bedraagt 1.200.000. In januari 2014 is een voorschot verstrekt van 200.000. De goedgekeurde declaraties over de maand oktober 2014 bedragen 100.000. In januari 2015 wordt 100.000 op het voorschot ingehouden aangezien de declaraties over oktober lager zijn dan het eerdere verstrekte voorschot. Schematisch ziet de bevoorschotting cyclus 2014 inzake zorg zonder verblijf er dus als volgt uit : Uitbetaling in maand Gebaseerd op Januari 2014 1/12 e van 100/70 e van de productieafspraak Februari 2014 1/12 e van 100/70 e van de productieafspraak Maart 2014 1/12 e van 100/70 e van de productieafspraak April 2014 Goedgekeurde declaraties januari 2014 Mei 2014 Goedgekeurde declaraties februari 2014 Juni 2014 Goedgekeurde declaraties maart 2014 Juli 2014 Goedgekeurde declaraties april 2014 Augustus 2014 Goedgekeurde declaraties mei 2014 September 2014 Goedgekeurde declaraties juni 2014 Oktober 2014 Goedgekeurde declaraties juli 2014 November 2014 Goedgekeurde declaraties augustus 2014 December 2014 Goedgekeurde declaraties september 2014 Januari 2015 Goedgek. declaraties okt. 2014 minus betaalde voorschot jan. 2014 Februari 2015 Goedgek. declaraties feb. 2014 minus betaalde voorschot feb. 2014 Maart 2015 Goedgek. declaraties mrt 2014 minus betaalde voorschot mrt 2014 Het zorgkantoor is tevens voornemens om deze werkwijze begin 2016 toe te passen t.a.v. de bevoorschotting 2015. Nacalculatie 2014 Zorgaanbieders dienen uiterlijk op 1 mei 2015 de volledige nacalculatie 2014, voorzien van een accountantsverklaring en ondertekend door de zorgaanbieder, bij het zorgkantoor aan te leveren via: productiezorgkantoor@zorgenzekerheid.nl met een cc. aan de 1 e zorginkoper. Mocht u niet tijdig de nacalculatie bij het zorgkantoor indienen, dan kunnen wij niet garanderen dat deze tijdig wordt aangeleverd bij de NZa. Wij verzoeken u dan ook vriendelijk uiterlijk op 1 mei 2015 de volledige nacalculatie 2014 in te dienen zodat het zorgkantoor deze tijdig kan controleren en kan afhandelen. Wellicht ten overvloede maken wij u er op attent dat de beleidsregel en het protocol nacalculatie 2015 welke door de NZa gepubliceerd worden van kracht zijn. Subsidieregelingen Inleiding In 2015 zijn twee subsidieregelingen van kracht, namelijk de subsidieregeling eerstelijns verblijf en de subsidieregeling extramurale behandeling. De subsidieregelingen kennen hun eigen spelregels t.a.v. de financiële afhandeling die afwijken van de reguliere WLZ. Landelijk zijn nog niet alle afspraken omtrent de subsidieregelingen uitgekristalliseerd. Het beleid zoals omschreven in dit hoofdstuk is daarom nadrukkelijk onder voorbehoud van landelijke ontwikkelingen. 15

Beschikbare subsidie (contracteerruimte) Aangezien het subsidieregelingen betreft is er geen sprake van een officiële contracteerruimte maar van een maximaal subsidiebedrag. In beide regelingen (gepubliceerd in de Staatscourant) is te lezen hoe veel subsidie zorgkantoor Zorg en Zekerheid beschikbaar gesteld heeft gekregen. Voor beide regelingen is landelijk nog 10 miljoen beschikbaar die nog niet verdeeld is over de zorgkantoren. De nu aan het zorgkantoor beschikbaar gestelde subsidie kan dus nog verhoogd worden. Op basis van de productie tot en met de maand april kunnen de zorgkantoren aanspraak maken op een deel van de nog beschikbare middelen. Indien de aanvragen van alle zorgkantoren bij elkaar opgeteld hoger is dan de beschikbare middelen, worden de aanvragen naar rato verdeeld. Landelijk wordt de ontwikkeling van beide subsidieregelingen scherp in de gaten gehouden. In hoeverre er bij overschrijdingen extra middelen door het ministerie van VWS beschikbaar gesteld gaan worden is onbekend. Het zorgkantoor kan niet met middelen schuiven tussen beide subsidieregelingen. Verdeling van de middelen binnen de regio s (herschikking) Het zorgkantoor heeft de nu beschikbare middelen verdeeld over de zorgaanbieders in onze regio s. Hierover zijn de betreffende zorgaanbieders reeds geïnformeerd. Voor de subsidieregeling extramurale behandeling lijkt de beschikbare financiële ruimte vooralsnog voldoende te zijn. Voor de subsidieregeling eerstelijns verblijf lijkt dit niet het geval te zijn en zijn de beschikbare middelen naar rato over de zorgaanbieders verdeeld. In de overeenkomsten tussen zorgaanbieders en zorgkantoren is vastgelegd dat de financiering van productie uit hoofde van de subsidieregeling gemaximeerd is aan de gemaakte budgetafspraak. Wij kunnen dus helaas geen clickmomenten toepassen op beide subsidieregelingen. Wel kunnen de gemaakte budgetafspraken via herschikking aangepast worden. Via herschikking kan het zorgkantoor dus wel het geld-volgt-klant principe toepassen op de subsidieregelingen 8. Het zorgkantoor is voornemens om op drie momenten van het jaar herschikking toe te passen. Het eerste moment is zodra de verdeling van de nog beschikbare 10 miljoen over de zorgkantoren bekend is. Het precieze moment waarop deze verdeling landelijk bekend gemaakt wordt is niet bekend. Wij verwachten dat dit aan het eind van het 2 e kwartaal zal zijn. De eerste herschikking zal geschieden op basis van de goedgekeurde declaraties tot en met april. Het tweede moment is op 1 november. Dit moment van herschikking sluit aan bij de herschikking van de reguliere WLZ en wij gaan er van uit dat het voor zorgaanbieders plezierig is om op dat moment een beeld te hebben van alle herschikkingen. De tweede herschikking zal geschieden op basis van de goedgekeurde declaraties tot en met augustus. Het derde moment is op 1 maart 2016. Aangezien de NZa systematiek niet van toepassing is, kunnen de productieafspraken aangepast worden na 1 november. De derde herschikking zal geschieden op basis van de goedgekeurde declaraties tot en met december. Het zorgkantoor wil deze herschikking doen ter voorkoming dat de ene zorgaanbieder budget over houdt terwijl de andere zorgaanbieder niet alle productie vergoed kan krijgen. De herschikkingen worden gedaan op basis van de geëxtrapoleerde productie tot en met de betreffende maand. Bij zorgaanbieders die een lagere productie hebben gerealiseerd dan in de voorgaande budgetafspraak is vastgelegd dan wordt de budgetafspraak in de herschikking verlaagd. 8 Dit geldt uiteraard alleen voor zorgaanbieders die gecontracteerd zijn uit hoofde van de betreffende subsidieregeling. 16

Bij zorgaanbieders die een hogere productie hebben gerealiseerd dan in de voorgaande budgetafspraak is vastgelegd dan wordt de budgetafspraak in de herschikking verhoogd voor zover de budgettaire kaders dit toelaten. De beschikbare budgettaire ruimte (veroorzaakt door verhoging van de budgettaire ruimte van het zorgkantoor of veroorzaakt door onderproductie bij sommige zorgaanbieders) wordt naar rato verdeeld over de zorgaanbieders die overproductie gerealiseerd hebben. Uitnutting Om zorgaanbieders zo maximaal mogelijk inzicht te bieden in de financiële ontwikkelingen inzake de subsidieregelingen wordt de uitnutting maandelijks gepubliceerd. Dit zal op dezelfde wijze gebeuren als bij de reguliere WLZ zorg. Betaling / bevoorschotting De gerealiseerde productie inzake beide subsidieregelingen wordt betaalbaar gesteld op basis van de goedgekeurde declaraties. De productie over de maand januari wordt betaalbaar gesteld in april, de productie over de maand februari in mei, enzovoorts. De volledige omvang van goedgekeurde declaraties worden betaalbaar gesteld, mits de gemaakte budgetafspraak niet overschreden wordt. De betaling wordt gemaximeerd op jaarbasis en niet op maandbasis. De reden voor deze systematiek is dat de landelijke bewaking plaatsvindt op basis van de betalingsgegevens. Voorbeeld. Een zorgaanbieder heeft een budgettaire afspraak op de subsidieregeling extramurale behandeling van 200.000. De goedgekeurde declaraties over de maanden januari, februari en maart bedragen 80.000 per maand. In april en mei ontvangt de zorgaanbieder de volledige declaraties inzake januari en februari. In de maand juni ontvangt de zorgaanbieder 40.000 aangezien daarmee de budgettaire afspraak bereikt is. Indien bij het eerste moment van herschikking de budgettaire afspraak van deze zorgaanbieder verhoogd wordt, dan worden de nog niet betaalbaar gestelde declaraties met terugwerkende kracht in de eerstvolgende maand alsnog betaalbaar gesteld (uiteraard wederom tot het maximum van de nieuwe budgettaire afspraak). Verantwoording Het zorgkantoor is de partij die officieel de subsidie(s) ontvangt van het Zorginstituut en hier ook verantwoording over moet afleggen. Deze verantwoording dient vergezeld te gaan van een door de accountant vastgesteld assurancerapport en rapport van feitelijke bevindingen. Het protocol dat de accountant van het zorgkantoor hierbij moet hanteren is nog niet gepubliceerd. Op dit moment kunnen wij daarom geen uitspraken doen over de vorm en de omvang van de verantwoording die zorgaanbieders aan het zorgkantoor moeten afleggen. Zodra het protocol dat het Zorginstituut gaat hanteren bekend is, informeren wij u hier uiteraard over. Op dit moment willen wij u er wel nadrukkelijk op wijzen dat de mogelijkheid bestaat dat het zorgkantoor een door de accountant gecontroleerde afrekening bij de iedere zorgaanbieder moet opvragen 9. Indien wij documenten ten behoeve van de verantwoording bij u moeten opvragen (al dan niet voorzien van een accountantsverklaring) dan is de uiterste indientermijn 30 april 2016. Het zorgkantoor dient haar verantwoording uiterlijk 1 juni bij het Zorginstituut ingediend te hebben. Afrekening De verantwoording zou kunnen leiden tot een financiële afrekening met individuele zorgaanbieders. Zodra het controleprotocol bekend is wordt u hierover nader geïnformeerd. 9 Zoals dit in het verleden bij eerdere subsidieregeling van het CvZ ook het geval was. 17