Financiering AWBZ instellingen in 2014 Zorgkantoren Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden

Transcriptie

1 Financiering AWBZ instellingen in 2014 Zorgkantoren Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden Inleiding In het Inkoopdocument 2014 is vermeld dat het zorgkantoor u nader informeert over financieringszaken in Middels dit document wordt u over de volgende onderwerpen geïnformeerd: Contracteerruimte 2014 Bevoorschotting Bevoorschotting op basis van cliënt gericht declareren (AW-319) Clickmomenten voor zorg zonder verblijf Publicatie van uitnuttinggegevens Vaststellen definitief budget (herschikking 2014) Intensiveringsmiddelen 2013 en 2014 Meerzorg Nacalculatie 2013 Contracteerruimte 2014 Naast de contracteerruimte die de NZa heeft verstrekt voor het jaar 2014, zijn er na de budgetronde van 1 november nog middelen toegevoegd aan de regionale contracteerruimte van het zorgkantoor. De NZa heeft aangegeven dat deze correcties op de contracteerruimte verband houden met: 1. Correcties op de overheveling GRZ van de AWBZ naar de ZvW 2. Toevoeging van landelijk 25 miljoen ten behoeve van vervoer 3. Extra middelen ten behoeve van de extra instroom van nieuwe cliënten die in 2014 zorg in natura zullen ontvangen waar zij voorheen een PGB zouden hebben gehad (beperking aanspraak PGB). Het zorgkantoor beoogt deze extra middelen en groeimiddelen 2014 zo doelmatig mogelijk in te zetten voor zorg daar waar nodig. In het kader van de GRZ heeft het zorgkantoor in 2013 kortingen doorgevoerd op de startbudgetten van de zorgaanbieders. Doordat het zorgkantoor destijds door de NZa ruimer is gekort op de GRZ-middelen heeft het zorgkantoor bij aanvang van het jaar dit tekort moeten financieren uit de algemene groeimiddelen Met het corrigeren van de overheveling is hiermee op regioniveau hetzelfde niveau op de budgetten van zorgaanbieders ingehouden als dat het zorgkantoor hiervoor aan middelen is gekort door de NZa. Het zorgkantoor meent daarom dat de budgetten hiervoor niet aangepast hoeven te worden. De extra middelen GRZ en een gedeelte van de algemene groeiruimte 2014 worden ingezet voor zorgverzwaring bij zorg met verblijf. Op basis van de maandelijkse uitnutting van de regionale contracteerruimte kunnen zorgaanbieders bekijken hoeveel financiële ruimte hiervoor ter beschikking is. Voor 2014 zijn afspraken gemaakt in het kader van afbouw van intramurale capaciteit. Op de resterende capaciteit kan zorgverzwaring optreden hetgeen resulteert in een hogere ZZP

2 mix. Zorgverzwaring in de vorm van een hogere ZZP-mix kan alleen gehonoreerd worden indien de zorgaanbieder de verzwaring kan beargumenteren door veranderingen in vraagaanbod en indien de zorgaanbieder het zorgkantoor tijdig op de hoogte heeft gebracht. Bij de beoordeling wordt tevens de afgesproken ZZP-mix betrokken. Het zorgkantoor is van mening dat de keuzevrijheid van de cliënt voorop staat bij het verkrijgen van zorg met verblijf. Het zorgkantoor acht het van belang dat de zorgaanbieder aan de zorgvragers een passend aanbod doet voor zorg zonder verblijf. Uiteraard is het aan de cliënt om op dit aanbod al dan niet in te gaan. Op 1 november 2014 zal bij de herschikking de definitieve productieafspraak 2014 worden bepaald. Wij houden hierbij rekening met de maandelijkse declaraties, ZZP-mix, een verdere afbouw van zorg met verblijf naar zorg zonder verblijf alsmede de beschikbare contracteeren groeiruimte. Over de herschikking worden de zorgaanbieders medio 2014 nader geïnformeerd. Landelijk is 25 miljoen beschikbaar gesteld voor vervoer, waarvan een deel is bestemd voor onze zorgkantoorregio s. Deze middelen zijn bestemd voor het vervoer rolstoel en kind. Voor 2014 zijn er reeds afspraken gemaakt over de te hanteren prijs voor vervoer en deze wordt niet aangepast. Voor 2014 bepalen wij bij de herschikking de bovengrens voor vervoer op maximaal de gemaakte aantallen (Q) voor 2013 bij de herschikking, vermenigvuldigt met de prijs (P) voor De middelen PGB en de overige groeimiddelen worden toegevoegd aan de contracteerruimte zorg zonder verblijf en worden ingezet voor verdere extramuralisering en het geld-volgt-cliënt-principe dat wordt gehanteerd voor zorg zonder verblijf. Het gaat hierbij dus om de middelen voor meer zorg in natura wegens beperking van de aanspraak PGB. Het zorgkantoor monitort gedurende het jaar of de toegestane productmix verhoudingen worden overschreden (zie hiervoor ook inkoopbeleid 2014 pagina 21). Evenals in 2013 is de contracteerruimte 2014 verdeeld per regio, sector en daarbinnen uitgesplitst naar zorg met verblijf en zorg zonder verblijf. Hierbij is rekening gehouden met de afspraken met nieuwe zorgaanbieders. Het nog resterende deel groeimiddelen is vervolgens toegevoegd aan de beschikbare contracteerruimte en is toebedeeld aan zowel zorg zonder verblijf als aan zorg met verblijf. Mocht gedurende het jaar de contracteerruimte 2014 op welke wijze dan ook wijzigen, dan behoudt het zorgkantoor zich het recht voor om naar eigen inzicht de verhoging, dan wel verlaging van de contracteerruimte te verdelen naar de afzonderlijke kavels. Bevoorschotting Wat is de basis voor bevoorschotting? In 2014 blijft er sprake van bevoorschotting. In 2013 heeft het zorgkantoor de wens uitgesproken een overstap te maken van bevoorschotten op basis van de productiemonitor naar het bevoorschotten op basis van cliëntgericht declareren (voor die prestaties die declarabel zijn). In 2013 hebben zowel het zorgkantoor als de zorgaanbieders hard gewerkt aan de overstap naar nieuwe systemen voor zowel AZR als voor declaraties. Door deze overstap van systemen waren de gegevens uit cliëntgericht declareren niet van voldoende kwaliteit om een daadwerkelijke overstap te kunnen maken naar bevoorschotting op basis

3 van goedgekeurde declaraties in Gedurende 2013 zijn de gegevens uit het systeem van cliëntgericht declareren verbeterd; daarom wordt in 2014 daadwerkelijk een stap gezet naar bevoorschotting op basis van goedgekeurde declaraties. Vooralsnog zal het zorgkantoor aan zorgaanbieders vragen om zowel de productiemonitor als de AW-319 (declareren op cliëntniveau) in te dienen. Het zorgkantoor geeft de voorkeur aan declaraties op cliëntniveau boven gegevensaanlevering via een productiemonitor. Voor 2014 zijn de declaraties leidend voor de bevoorschotting. Alle zorgaanbieders dienen daarom zorg te dragen voor een zo goed mogelijke indiening (tijdig, volledig en correct) van declaraties in 2014 conform het declaratieprotocol 2014 (onder andere te vinden op de website van het zorgkantoor). Bovenstaande houdt in dat voor declarabele prestaties de productiemonitor 2014 niet meer wordt gebruikt voor de bevoorschotting. Voor prestaties die niet via een AW319 bericht ingediend kunnen worden, blijft uiteraard de productiemonitor geldig. Bepaling voorschotbedrag bestaande aanbieders 1 voor zorg met verblijf Voorschotbepaling januari maart Het voorschotbedrag januari voor bestaande aanbieders wordt als volgt vastgesteld: Initieel wordt gekeken naar de budgetafspraken die op 1 november 2013 (aanvaardbare kosten in de eerste rekenstaat van 2014) zijn gemaakt. Het te bevoorschotten bedrag is opgebouwd uit twee delen: - Voor zorg met verblijf geldt dat 1/12e deel van de 1 e budgetafspraak genomen. Het gaat hier om de reguliere ZMV-zorg en GZ-Meerzorg - Het zorgkantoor zal zoals gebruikelijk het bedrag aanvullen met de niet op cliëntniveau declarabele rekenstaatposten van de eerste rekenstaat van 2014 (kapitaalslasten en overige componenten). Voor de maanden februari en maart zal het voorschotbedrag gelijk zijn aan het voorschotbedrag in januari Maandelijkse aanpassing voorschotbedrag vanaf april Vanaf april wordt maandelijks gekeken of het voorschotbedrag aangepast dient te worden. Dit wordt gedaan door te kijken naar de productrealisatie op basis van goedgekeurde declaraties op cliëntniveau. Voor het voorschotbedrag april wordt gebruik gemaakt van de goedgekeurde declaraties van de maand januari. Voor het voorschotbedrag mei wordt vervolgens gebruik gemaakt van de goedgekeurde declaraties tot en met februari. In juni wordt gebruik gemaakt van gegevens tot en met maart enzovoort. Voor zorgaanbieders die te maken hebben met een niet op cliëntniveau declarabele rekenstaatpost (oude kapitaalslasten en overige componenten) geldt dat het zorgkantoor de meest recente rekenstaten verwerkt in de volgende maanden: januari, april, september en december. Voor zorg met verblijf is het maximum te bevoorschotten bedrag gelijk aan de budgetafspraak. Productie boven dit budget komt vooralsnog niet voor bevoorschotting in 1 Aanbieders die ook in 2013 een contract hadden met zorgkantoor Zorg en Zekerheid. Een uitzondering geldt voor aanbieders die wel in 2013 een contract hadden maar die op basis van de productiemonitor tot en met oktober 2013 een productrealisatie hadden van minder dan

4 aanmerking. Daarom geldt voor zorg met verblijf het uitgangspunt dat er elke maand 1/12e van de budgetafspraak wordt bevoorschot, tenzij de jaarprognose op basis van goedgekeurde declaraties een onderproductie van meer dan 2% laat zien ten opzichte van de budgetafspraak of het tot dan toe geldende jaarvoorschot. Op basis van de productrealisatie wordt een jaarprognose 2 gemaakt voor het hele jaar Doordat niet alle maanden een gelijk aantal dagen hebben, wordt bij de berekening van de jaarprognose rekening gehouden met het aantal dagen in de betreffende maanden die zijn gedeclareerd. Deze wordt vergeleken met de budgetafspraak zorg met verblijf. Bij een realisatie die lager is dan 5% dan de budgetafspraak dan wel het tot dan toe geldende jaarvoorschot zal de bevoorschotting worden aangepast aan de hand van de lagere realisatie. Het zorgkantoor ziet er op toe dat gedurende het jaar de voorschotbedragen van alle instellingen de totale contracteerruimte niet overschrijden. Op 1 november 2014 vindt de herschikking 2014 plaats. Met het vaststellen van de herschikking is het productieplafond voor 2014 bekend. Het zorgkantoor ziet er op toe dat voor elke zorgaanbieder het totaalbedrag van verleende voorschotten de herschikkingsafspraak niet zal overstijgen. Bepaling voorschotbedrag bestaande aanbieders 3 voor zorg zonder verblijf Voorschotbepaling januari maart Het voorschotbedrag januari voor bestaande aanbieders wordt als volgt vastgesteld: Voor zorg zonder verblijf geldt dat 1/12 deel van 100/70 van de budgetafspraak wordt bevoorschot in januari. Deze rekenmethodiek houdt verband met de lagere toekenning van 70% bij de 1 e ronde budgetafspraken (zie hiervoor ook Inkoopbeleid AWBZ 2014, paragraaf Start-budget ZZV). Mocht een zorgaanbieder die alleen een contract heeft voor het verlenen van zorg zonder verblijf naast het budget voor reguliere ZZV-zorg ook een bedrag in de eerste rekenstaat hebben voor kapitaalslasten (niet declarabel op cliëntniveau) en/of overige componenten op de rekenstaat dan wordt dit bedrag apart uitbetaald. Voor de maanden februari en maart zal het voorschotbedrag gelijk zijn aan het voorschotbedrag in januari Maandelijkse aanpassing voorschotbedrag vanaf april Voor zorg zonder verblijf zal het principe van geld-volgt-cliënt blijven gelden in Vanaf april wordt maandelijks gekeken naar de productrealisatie op basis van de goedgekeurde declaraties op cliëntniveau. Deze worden aangevuld voor productie die niet declarabel is via de AW319 door de productiemonitor. Voor het voorschotbedrag april wordt gebruik gemaakt van de goedgekeurde declaraties van de maand januari. Daarnaast wordt afgestapt van een berekening waarin een marge gold van 5% ten opzichte van het vorige voorschotbedrag. Om zorgaanbieders nog meer te stimuleren tijdig, correct en volledig te declareren heeft het indienen van declaraties directe gevolgen voor hun uitbetaling. In april zullen de goedgekeurde declaraties januari worden uitbetaald. Vervolgens zal in mei de goedgekeurde declaraties februari worden uitbetaald met eventuele goedgekeurde declaraties januari die 2 Bijvoorbeeld: januari telt 31 dagen. Op basis van realisatie januari wordt de extrapolatie als volgt berekend productie in euro s/31 dagen * 365 dagen in Aanbieders die ook in 2013 een contract hadden met zorgkantoor Zorg en Zekerheid. Een uitzondering geldt voor aanbieders die wel in 2013 een contract hadden maar die op basis van de productiemonitor tot en met oktober 2013 een productrealisatie hadden van minder dan

5 later zijn ingediend. In juni gaat het vervolgens om goedgekeurde declaraties over de maand maart enzovoorts. Voor zorgaanbieders die een niet op cliëntniveau declarabele rekenstaatpost (oude kapitaalslasten en overige componenten) op de rekenstaat hebben staan, geldt dat het zorgkantoor de meest recente rekenstaten verwerkt in de volgende maanden: januari, april, september en december. Het zorgkantoor ziet er op toe dat gedurende het jaar de voorschotbedragen van alle instellingen de totale contracteerruimte niet overschrijden. Op 1 november 2014 vindt de herschikking 2014 plaats. Met het vaststellen van de herschikking is het productieplafond voor 2014 bekend. Het zorgkantoor zal er op toezien dat voor elke zorgaanbieder het totaalbedrag van verleende voorschotten de herschikkingsafspraak niet zal overstijgen. Uitwerking in BZ-10 formulieren Van de verwerking van bovenstaande aanpassingen van het voorschot ontvangt u zoals gebruikelijk een afschrift. Om bovenstaande te verwerken zal het zorgkantoor echter gebruik maken van een andere verwerkingsmethodiek. Om verwarring hierover te voorkomen geven wij u hierover graag een nadere toelichting. Zorgaanbieders die zowel ZMV als ZZV aanbieden Voor zorgaanbieders die zowel zorg met verblijf en zorg zonder verblijf aanbieden, geldt voor 2014 dat de bevoorschottingsbedragen voor zorg met verblijf en zorg zonder verblijf afzonderlijk van elkaar worden uitbetaald. In de terminologie van het CAK geldt voor zorg met verblijf en de rekenstaatposten (kapitaalslasten en overige componenten) een voorschotbedrag en gebruikt het zorgkantoor voor het productiegebonden deel zorg zonder verblijf een eenmalige betaling. In januari 2014 geldt dat op het lopende maandvoorschot het ZZV-gedeelte in mindering wordt gebracht. Het gedeelte ZZV wordt uitbetaald middels een eenmalige betaling. In januari 2014 ontvangt u daarom 2 afschriften BZ-10 formulieren: het aangepaste maandvoorschotbedrag voor zorg met verblijf en een eenmalig bedrag voor het zorg zonder verblijf deel. Gedurende het jaar 2014 ontvangt u dus voor elke maand een BZ-10-formulier voor het ZZV gedeelte en eventueel bij een aanpassing van het voorschot ZMV een tweede BZ-10 formulier. Zorgaanbieders die alleen ZZV aanbieden en geen kapitaalslasten en overige componenten in de rekenstaat hebben: Voor zorgaanbieders die alleen zorg zonder verblijf aanbieden geldt dat zij in januari ook 2 afschriften BZ-10-formulieren zullen ontvangen. Bij zorgaanbieders die geen rekenstaatposten (kapitaalslasten en overige componenten in de rekenstaat) hebben zal het reguliere maandvoorschotbedrag aangepast worden naar 0 euro. Het 2 e BZ-10 formulier geeft echter het uit te betalen bedrag ZZV aan. Gedurende het jaar 2014 ontvangt u voor elke maand een BZ10-formulier op basis van goedgekeurde declaraties.

6 Zorgaanbieders die alleen ZZV aanbieden en wel kapitaalslasten en/of overige componenten in de rekenstaat hebben: Voor zorgaanbieders ZZV die wel te maken hebben met een rekenstaatpost geldt dat zij 2 afschriften in januari ontvangen. Een formulier voor verandering van het maandvoorschot ten behoeve van de rekenstaatpost(en) en een formulier met het eenmalig uit te betalen bedrag voor ZZV. Gedurende het jaar ontvangt u voor elke maand een BZ10-formulier op basis van goedgekeurde declaraties voor het productiegebonden deel. Daarnaast ontvangt u een BZ10-formulier over het voorschot over de rekenstaatposten mits er een wijziging zich heeft voorgedaan in de maanden april, september en december. Omdat vanaf april de goedgekeurde declaraties over januari 2014 bekend zijn, kan pas in die maand worden overgegaan tot verrekening met het verstrekte voorschot. Voor bestaande zorgaanbieders die in 2013 reeds bevoorschot werden en in de eerste drie maanden van 2014 aanzienlijk overproduceren, kan dit betekenen dat zij met een te laag voorschot te maken krijgen. Indien dit leidt tot aantoonbare liquiditeitsproblemen dient dit te worden gemeld aan de betreffende inkoper en zal naar een passende oplossing worden gezocht. Betaling nieuwe aanbieders Evenals eerdere jaren geldt voor nieuwe aanbieders geen voorschotregeling. Nieuwe aanbieders zullen na afloop betaald worden op basis van geleverde zorg. Vanaf april 2014 worden deze aanbieders uitbetaald conform de goedgekeurde declaraties van januari. Vervolgens wordt in mei uitbetaald op basis van goedgekeurde declaraties van februari en met eventuele goedgekeurde declaraties januari die later zijn ingediend enzovoorts. Ook voor nieuwe aanbieders vindt op 1 november 2014 de herschikking 2014 plaats. Met het vaststellen van de herschikking is het productieplafond voor 2014 bekend. Het zorgkantoor zal er op toezien dat het totaalbedrag aan betalingen de herschikkingsafspraak niet zal overstijgen. Bevoorschotting op basis van cliëntgericht declareren (AW-319) Bovenstaand beleid benadrukt het belang van cliëntgericht declareren. Om zorg te dragen dat de bevoorschotting zo goed mogelijk verloopt, dienen de declaratieberichten tijdig, juist en volledig ingediend te worden. Op die wijze draagt u als zorgaanbieder bij dat het uit te betalen bedrag zo correct mogelijk is. Het zorgkantoor adviseert u om het indienen van de declaraties niet uit te stellen tot aan het einde van de maand. Door zo spoedig mogelijk na afloop van een behandelmaand te declareren, kunt u eventueel afgekeurde declaratieregels opnieuw declareren. Dit eventueel na contact/navraag bij de afdeling declaraties van het zorgkantoor. Op deze manier worden regels die in eerste instantie zijn afgekeurd maar later wel zijn goedgekeurd alsnog meegenomen in het te bevoorschotten bedrag. Te declareren tarieven Om aan het begin van het declaratiejaar geen afkeur te hebben op tarieven zal het zorgkantoor per zorgaanbieder een lijst verstrekken met de door haar ingerichte tarieven in het systeem van cliëntgericht declareren. De lijst bevat alleen prestaties waarvoor u een afspraak heeft gemaakt in het budgetformulier. Vervolgens is met het aan u gegunde prijspercentage en de maximale NZa-prijs een berekening gemaakt voor het in te richten tarief.

7 Per zorgaanbieder zal een lijst worden verstrekt per . Mocht u ondanks zorgvuldig handelen van het zorgkantoor van mening zijn dat een tarief op de lijst niet klopt, dan verzoeken wij u een te sturen naar productiezorgkantoor@zorgenzekerheid.nl. Tariefswijzigingen gedurende het jaar Mocht gedurende het jaar het tarief wijzigen doordat het aan u gegunde tariefpercentage wijzigt en/of de maximale NZa-tarief is gewijzigd dan is het voorgenomen beleid van het zorgkantoor om deze tariefswijziging mee te nemen in het systeem van cliëntgericht declareren. Het zorgkantoor zal echter altijd vooraf communiceren vanaf welke datum u het nieuwe tarief dient te declareren. Tot die datum geldt het oude tarief in de declaraties. Uiteraard zal bij de bevoorschotting rekening worden gehouden met een correctie ten gevolgde van de tariefswijziging. Declaraties cliënten meerzorg GZ-zorgaanbieders die meerzorg leveren worden separaat geïnformeerd over het juist declareren van de meerzorg via de AW-319. Bij vragen over declaraties kunt u terecht bij onze helpdesk van de afdeling declaraties via declaratiesawbz@zorgenzekerheid.nl of telefoon , optie 3. Vragen aangaande het AZR-berichtenverkeer kunt u stellen via AZR@zorgenzekerheid.nl of telefoon , optie 2. Clickmomenten voor zorg zonder verblijf Evenals in 2013 zal het zorgkantoor in 2014 clickmomenten uitvoeren. De clickmomenten worden evenals in 2013 alleen uitgevoerd voor zorg zonder verblijf. Doel van de clickmomenten is om zorgaanbieders gedurende het jaar meer financiële zekerheid te geven over hun budget zorg zonder verblijf. Maandelijkse berekening voor garantie Het clickmoment ZZV is een maandelijkse berekening door het zorgkantoor hetgeen een gegarandeerde cumulatieve waarde vertegenwoordigd in de opbouw naar het definitieve budget Het zorgkantoor zal voor de maanden januari tot en met mei 2014 de clickmomenten uitvoeren. Anders dan voorgaande jaren zal in 2014 voor het uitvoeren van de clickmomenten uitgegaan worden van de goedgekeurde declaraties op cliëntniveau in plaats van de productiemonitor. Voor de maanden tot en met mei 2014 zal het zorgkantoor aan de hand van de goedgekeurde declaraties en de beschikbare contracteerruimte berekenen welk bedrag de zorgaanbieder gegarandeerd krijgt voor de betreffende maand. Het zorgkantoor baseert zich voor de clickmomenten op de verdeling van de contracteerruimte. Hierbij is van te voren bepaald hoeveel contracteerruimte elk kavel (per regio, verdeeld naar sector, zorg zonder verblijf) ter beschikking heeft. Bij de clickmomenten zal niet geschoven worden met financiële middelen tussen regio s, en sectoren. Eventuele verschuiving van financiële middelen zal plaatsvinden bij de herschikkingsronde.

8 Berekeningswijze clickmomenten zorg zonder verblijf De wijze van berekening van de clickmomenten wijzigen niet; deze is identiek aan de berekeningen in voorgaande jaren. - De gehele contracteerruimte per kavel wordt ter beschikking gesteld voor de clickmomenten. Hierbij wordt rekening gehouden met het aantal dagen in de maand. Voor januari geldt dus 31/365e gedeelte van de contracteerruimte. - Op dezelfde wijze stellen wij het maandelijkse deel-startbudget vast. Voor januari geldt een startbudget van 31/365e van het gehele startbudget. - Er wordt gekeken of de gerealiseerde productie per kavel past binnen de contracteerruimte. - Is de realisatie minder dan de contracteerruimte dan wordt alle productie gegarandeerd door middel van het clickmoment. - Is de realisatie groter dan de beschikbare contracteerruimte, dan zal het zorgkantoor bij alle zorgaanbieders die meer zorg hebben geleverd dan hun deel-startbudget, een lager clickbedrag toezeggen dan de realisatie. Hierbij zal identiek aan de berekeningen in voorgaande jaren de productie die het deelstartbudget overstijgt naar rato worden gekort. Let op: de bevoorschotting en de clickmomenten zijn 2 verschillende zaken. De bevoorschotting biedt geen garantie op financiële zekerheid, maar het clickmoment wel. De clickmomenten dienen als doel om meer en sneller duidelijkheid te verschaffen aan de zorgaanbieders t.a.v. de financierbaarheid van de productie. Uitvoering clickmomenten Doordat bij de uitvoering van de clickmomenten gebruik wordt gemaakt van goedgekeurde declaraties in plaats van de productiemonitor is er een langere verwerkingstijd nodig. U als aanbieder zal daarom de clickbrief van januari niet zoals gebruikelijk was ontvangen in de maand maart, maar in april. Vervolgens de clickbrief van februari in de maand mei enzovoorts. Vastgestelde clickmomenten Eenmaal vastgestelde clickmomenten zijn definitief. Mocht echter blijken dat een zorgaanbieder onterechte declaraties heeft ingediend (bijv. niet conform doelmatigheidsafspraken) dan zal dit leiden tot een correctie op zijn clickmoment. Overige zorgaanbieders worden buiten deze correctie gelaten. De financiële middelen worden bij de herschikking opnieuw toebedeeld. Publicatie van uitnuttinggegevens Evenals in 2013 zal het zorgkantoor de realisatiecijfers, jaarprognose en de geclickte bedragen zorg zonder verblijf publiceren op het beveiligde webportaal zodat zorgaanbieders zicht hebben op de situatie in hun regio en sector. Deze gegevens geven zorgaanbieders naast de clickmomenten inzicht in het totale financiële beeld op weg naar de definitieve afspraken Om een zo juist mogelijke financieel beeld weer te kunnen geven, baseert het zorgkantoor de publicatie van de uitnutting op de productiemonitoren in plaats van de goedgekeurde declaraties. Op deze manier hebben enkele zorgaanbieders die momenteel nog niet goed

9 declareren geen verstorend effect op de uitnuttinggevens en hebben andere zorgaanbieders een zo goed mogelijk beeld van de financiële situatie van het zorgkantoor. Mocht gedurende het jaar blijken dat de uitnutting op basis van goedgekeurde declaraties voldoende betrouwbaar is, dan zal het zorgkantoor een overstap maken en u hier over informeren middels de publicatie van de uitnuttinggegevens. De publicatie van de uitnutting stopt als de herschikkingsafspraken zijn afgerond, immers zij zijn dan leidend. Gebruik productiemonitor Het zorgkantoor vraagt de zorgaanbieders vooralsnog om de productie maandelijks aan te leveren zowel middels de productiemonitor 2014 als middels het AW319 declaratiebericht. Om juiste en volledige stuurinformatie tot onze en uw beschikking te hebben wordt de productiemonitor voorlopig nog gehandhaafd. In 2013 heeft het zorgkantoor waargenomen dat er door de meeste zorgaanbieders beter wordt gedeclareerd op cliëntniveau. Om echter zo goed mogelijk beeld te hebben van de productieontwikkeling wordt de productiemonitor in stand gehouden. Het zorgkantoor hecht aan een goede informatievoorziening aan haar zorgaanbieders over de uitnutting van de contracteerruimte. Het is daarom van belang dat alle zorgaanbieders de productiemonitor tijdig, volledig en correct invullen. Voor de uitnutting van de contracteerruimte baseert het zorgkantoor zich in 2014 op de gegevens van de productiemonitor. De productiemonitor 2014 wordt niet meer gebruikt voor het bevoorschotten van zorgaanbieders en het vaststellen van de clickmomenten. Productiemonitor 2014 Evenals in 2013 dient de productiemonitor ingevuld te worden met eenheden per maand waarbij de verschillende prijscomponenten (basis, normatieve huisvestingscomponent en de intensiveringsmiddelencomponent) niet zichtbaar zijn in de excelsheet. Uiteraard zal het zorgkantoor monitoren op al deze prijscomponenten. Evenals in de productiemonitor 2013 is de kolom waarvan niet declarabel in cgd. In deze kolom kunt u aangeven hoeveel eenheden u niet via de AW-319 kunt declareren. Het gaat hierbij om productie die u niet kunt declareren via de AW-319. Het gaat hierbij niet om declaraties op cliëntniveau die zijn afgekeurd. Aanlevering Het zorgkantoor hecht aan een tijdige en juiste aanlevering van de productiegegevens in verband met monitoring door het zorgkantoor. Alle zorgaanbieders zijn gehouden om de productiemonitor juist en volledig aan te bieden bij het zorgkantoor per aan productiezorgkantoor@zorgenzekerheid.nl en cc. aan de 1e zorginkoper. Het is van belang dat alle zorgaanbieders de productiemonitor tijdig en juist aanleveren. Als dit niet gebeurt, kan dit een verstorend effect hebben op het inzicht van de uitnutting van de contracteerruimte en daarmee op de financiële sturing van zowel het zorgkantoor als de zorgaanbieders. De eerst ingediende productiemonitor voor een bepaalde maand is in beginsel leidend. Het zorgkantoor hanteert het principe dat een aangeleverde productiemonitor niet gemuteerd mag worden. Mutaties op de aangeleverde productiemonitor mogen alleen plaatsvinden in overleg met het zorgkantoor. Het aanspreekpunt hiervoor is uw zorginkoper.

10 Vaststelling definitief budget (herschikking 2014) Voor 1 november 2014 dienen de definitieve productieafspraken voor 2014 gemaakt te worden. Het maximale budget zorg met verblijf en de clickbedragen zorg zonder verblijf vormen de basis voor de herschikking. Op basis van de jaarprognose (op basis van declaraties tot en met mei, eventueel gecorrigeerd voor productmix) zal gekeken worden of alle productie gefinancierd kan worden. Als sprake is van een ontoereikende contracteerruimte zal dezelfde methodiek worden toegepast als bij de clickmomenten. Medio juli 2014 wordt u door het zorgkantoor geïnformeerd over de herschikking Uitgangspunten die het zorgkantoor hanteert bij de herschikking zijn: - Financiering overproductie van zorg zonder verblijf gaat voor financiering overproductie zorg met verblijf. - Een zorgaanbieder kan een hoger budget zorg met verblijf toegekend worden als bij een andere zorgaanbieder sprake is van onderproductie zorg met verblijf. Eventuele zorgverzwaring zorg met verblijf kan ook voor financiering in aanmerking komen. - Afgebouwde intramurale capaciteit komt niet in aanmerking voor financiering. - Allereerst komt daadwerkelijke productie in aanmerking voor honorering boven eventuele productiegroei in de toekomst. - Mocht binnen een kavel contracteerruimte overblijven op basis van de prognose, dan zal het overschot aan contracteerruimte naar evenredigheid van grote worden verdeeld over de andere 2 kavels binnen de zelfde regio. - Correcties van productiegegevens zullen niet zonder meer gehonoreerd worden. Bij tekort aan contracteerruimte zullen deze een lagere prioriteit krijgen bij de toekenning. Intensiveringsmiddelen 2013 en 2014 Intramurale VV-zorgaanbieders worden door het zorgkantoor nog separaat aangeschreven over de verantwoording van de intensiveringsmiddelen In deze brief wordt u ook geïnformeerd over de intensiveringsmiddelen Meerzorg GZ-zorgaanbieders die een afspraak hebben voor meerzorg worden eind januari 2014 separaat geïnformeerd over de procedure en beleid ten aanzien van de meerzorg. Hierbij wordt aangegeven per aanbieder de cliënt specifieke gegevens aangevuld met bijbehorend budget. Mochten zorgaanbieders gedurende het jaar boven hun budget meerzorg komen, dan worden zij verzocht contact op te nemen met het zorgkantoor. Nacalculatie 2013 Zorgaanbieders dienen uiterlijk op 1 mei 2014 de volledige nacalculatie 2013, voorzien van een accountantsverklaring en ondertekend door de zorgaanbieder, bij het zorgkantoor aan te leveren via: productiezorgkantoor@zorgenzekerheid.nl met een cc. aan de 1 e zorginkoper. Mocht u niet tijdig de nacalculatie bij het zorgkantoor indienen, dan kunnen wij niet garanderen dat deze tijdig wordt aangeleverd bij de NZa. Wij verzoeken u dan ook vriendelijk uiterlijk op 1 mei 2014 de volledige nacalculatie 2013 in te dienen zodat het zorgkantoor deze tijdig kan controleren en kan afhandelen.