Thema In en om het huis



Vergelijkbare documenten
Thema In en om het huis.

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema In en om het huis

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes!

Thema In en om het huis.

Thema Op zoek naar werk. Les 7. Naar het uitzendbureau.

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Les 35. Een nieuw paspoort

VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN

Les 33. Zwangerschap

Thema Informatie vragen bij een instelling

Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen

Lesbrief 35. AOW aanvragen.

Les 2. Naar het ziekenhuis.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Thema Op het werk. Lesbrief 12. In de pauze.

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Kinderen en school

Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen

Thema In en om het huis

Les 6. Herhaling thema.

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk

Lesbrief 40. Een nieuwe woning zoeken

Les 4. Naar de apotheek.

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Kinderen en school. Les 21. Herhaling thema

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

Les 34. Meedoen in het verpleeghuis

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Gezondheid. Les 3. De huisarts

Thema Gezondheid. Les 2. De wachtkamer

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema

Les 1. Bij de huisarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Kinderen en school

Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen

Thema In en om het huis

Thema In en om het huis

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Les 5. In het ziekenhuis.

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Thema Op zoek naar werk

Thema Gezondheid Beginnerslessen

Lesbrief 37. Aangifte doen bij politie

Pluslessen. Les 42. Contact met elkaar. Wat leert u in deze les? Succes! 0 Een praatje beginnen met onbekenden.

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten

Lesbrief 41. Verhuizen

Thema In en om het huis

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De huisarts

Thema Informatie vragen bij een instelling

Lesbrief 6. Gezondheid

Thema Gezondheid. Les 34. Een afspraak bij de GGD.

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen

Thema Op het werk. Les 13. Hoe werkt de machine?

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Thema Kinderen en school

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs

Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang

Lesbrief 38. Aangifte doen van geboorte

Lesbrief 8. Een taxi bellen

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Kinderen en school. Lesbrief 10. Voor het eerst naar school

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART.

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Les 4. De fysiotherapeut.

Herhalingsles van het thema Gezondheid

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Thema In en om het huis

Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager

Thema 4 Communicatie. Taalhulp Telefoneren. Informele situaties - opbellen en opnemen. Hoi, Diana. Hallo, Diana van Someren. Hi, met. Hé, met John.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Wat eten we vanavond?

Pluslessen. Lesbrief 40. Budgetbeheer

Thema Op zoek naar werk

Lesbrief 39. Vrije tijd en vakantie

Lesbrief 36. Recepten

Opstartlessen. Lesbrief 9. Muziek. Wat leert u in deze les? Veel succes!

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Transcriptie:

http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 26. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 22, 23, 24 en 25 Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam

WOORDEN Opdracht 1. Raad het goede woord. Kijk naar les 22. 1. Vul het goede woord in op de. 2. Maak dan 1 goed woord van de letters in de * De mensen die naast je wonen: b.... * Woning:... s * Niet jong maar:.. d * De dag voor vandaag: g i..... n Maak nu het woord van de letters:.... Bekijk de antwoorden op p. 9 2

WOORDEN Opdracht 2. Is de zin waar of niet waar? Kies! Kijk naar les 23. Vul waar of niet waar in op de 1. Als je verhuist, dan ga je ergens anders wonen:..... 2. Een fiets gaat sneller dan een brommer:..... 3. Een buurtcomité werkt in het ziekenhuis:..... 4. Als je hard loopt, dan loop je heel langzaam:..... 5. Als je verhuist dan moet je licht aanvragen:..... Bekijk de antwoorden op p. 9 3

WOORDEN Opdracht 3. Kies het goede antwoord? Kijk naar les 24. 1. Kaas koop je A Op de groenteafdeling B Op de afdeling met verse producten C Op de vleesafdeling 2. Aubergine is een soort A Groente B Fruit C Vlees 3. Wat is het meest? A Kilo B Ons C Pond 4. Wat kun je lang bewaren? A Melk B Brood C Rijst 5. Wat kun je niet drinken? A Thee B Suiker C Koffie 6. Als je iets koopt moet je altijd goed letten op A De kleur B De datum C De tijd Bekijk de antwoorden op p. 9 4

WOORDEN Opdracht 4. Zoek de zinnen bij elkaar. Kijk naar les 25. Let op! Eén zin is een vraag, de andere zin is het antwoord. Zoek steeds de twee zinnen bij elkaar die samen vraag en antwoord zijn! Trek lijntjes tussen de zinnen die bij elkaar horen. Vraag Hoeveel is dat samen? Antwoord Ja het is erg voordelig! Wat is dat voor rode groente? Dat is bij elkaar 23 euro! Heeft u het niet kleiner? 4 euro! Is het in de aanbieding? Dat is paprika! Hoeveel kost dat? Nee sorry, ik heb alleen een briefje van 20 euro! Bekijk de antwoorden op p. 9 5

WOORDEN Opdracht 5. Tegenstellingen: raad het goede woord. Kijk naar les 22, 23, 24 en 25. 1. Vul het goede woord in op de 2. Maak dan 1 goed woord van de letters in de. * Niet oud maar:... g * Niet groot maar:. l... * Niet duur maar: v o... e... * Niet zacht maar: h... * Niet iets maar: n... s Maak nu het woord van de letters:..... Bekijk de antwoorden op p. 9 6

Opdracht 6. Lees de zinnen en probeer ze te gebruiken. WAT KUNT U ZEGGEN IN DIE SITUATIE? Als u opbelt om gas of licht aan te vragen: - Goedendag, ik wil graag gas en licht aanvragen voor mijn woning. - Goedendag, mijn naam is.. Ik ben verhuisd. Ik zou graag licht en gas aanvragen voor mijn nieuwe huis. - Goedendag, u spreekt met. Graag zou ik gas en licht willen voor in mijn nieuwe woning. Kunt u mij helpen? Als u opbelt om een afspraak te maken: - Goedemiddag buurman, u spreekt met.. Ik wil graag een afspraak maken om een keer samen een kopje koffie te drinken. - Goedendag, u spreekt met. Ik wil graag een afspraak maken. Het liefst wil ik een afspraak maken in de ochtend. Als u een gesprek hebt bij de woningbouwvereniging: - Goedendag ik ben.. Ik heb een afspraak om 11 uur. - Goedemiddag, ik ben Ik kom voor mijn afspraak met Waar moet ik zijn? Als u kennis wilt maken met de buren: - Goedemiddag, ik ben uw nieuwe buurman. Ik ben. - Goedendag, ik ben. Ik ben hier net komen wonen. Wij zijn verhuisd. - Hoi buurman, wij zijn verhuisd. Wij zijn nu uw nieuwe buren. - Hallo ik ben. Ik ben net verhuisd en ik ben in deze straat komen wonen. 7

Opdracht 7. Kunt u het nu? Vul dit in voor uzelf. Ik kan Ja, dat kan ik Nee, nog niet Gas en licht aanvragen. Een huizenkrant lezen. Een huizenkrant begrijpen. Opbellen om een afspraak te maken. Een gesprek voeren bij een woningbouwvereniging. Huur betalen. Kennis maken met mijn buren. Een gesprek voeren met mijn buren. 8

ANTWOORDBLAD Opdracht 1. * Buren * Huis * Oud * Gisteren Het woord van de letters: huur Opdracht 2. 2. Waar 3. Niet waar 4. Niet waar 5. Niet waar 6. Waar Opdracht 3. 1. B 2. A 3. A 4. C 5. B 6. B Opdracht 4. Hoeveel is dat samen? Wat is dat voor rode groente? Heeft u het niet kleiner? Is het in de aanbieding? Ja het is erg voordelig! Dat is bij elkaar 23 euro! 4 euro! Dat is paprika! Hoeveel kost dat? Nee sorry, ik heb alleen een briefje van 20 euro! Opdracht 5. * Jong * Klein * Voordelig * Hard * Niets Het woord van de letters: krant 9

EXTRA OEFENEN VOOR HET INBURGERINGSEXAMEN De lessen van dit thema gaan over situaties in en om het huis. Dit sluit aan bij thema 2 Omgangsvormen, normen en waarden en thema 3 Wonen van KNS van het Inburgeringsexamen. Kijk nog eens terug naar de oefeningen in de lessen 22 t/m 25. Kijk voor meer informatie over het inburgeringexamen op: http://www.inburgeren.nl/inburgeraar/examen/examen.asp Maak de voorbeeldexamens. Beginnersles 42 van Station Nederlands gaat ook over het examen. 10

Hoe leer je Nederlands? Door veel te oefenen in de praktijk. Door de lessen van Edusom te volgen op radio, tv en internet. Door met deze lesbrieven te werken. En met Station Nederlands. Kijk ook eens op Oefenen.nl. Daar vindt u programma s over taal, maar ook over rekenen, gezondheid en nog veel meer. Kijk naar AT5 en Leef & Leer. Zoek een taalvriend om spreken en schrijven te oefenen. En zoek een taalcursus om nog meer te leren. U kunt ook naar het Taalspreekuur van de OBA gaan. Veel leerplezier! 11

Meer oefenen? Kijk naar films van ETV. Op ETV en de website www.etv.nl zijn veel programma s over wonen en samenleven te vinden. Doe de extra opdracht. Bijvoorbeeld: - Klussen in huis - Een ander huis - In en om het huis - Feest in het buurthuis - Wat een mooi huis - In huis - Het huis - Thuis voor de buis Extra Opdracht Lees de twee advertenties en geef antwoord op de vragen. U krijgt het volgende briefje in de brievenbus. Het is een advertentie. Bent u opzoek naar een glazenwasser? De Bakker heeft nog plek om ook uw ramen te wassen! Glazenwassen tegen een vast tarief voor elk type woning 12,50 We gebruiken ladders tijdens het glazenwassen en kunnen daarom op verzoek ook uw dakgoot schoonmaken. maak gerust een afspraak (068833997) met vriendelijke groet, Jan de Bakker kvk nummer 58685545 U praat met uw buurvrouw over de advertentie. Zij laat u een andere advertentie zien: Van der Pas is een schoonmaakbedrijf en bestaat al bijna dertig jaar. Onze glazenwassers maken heldere afspraken over de te reinigen ramen en vragen een vast tarief van 10 euro. Zij komen langs op momenten waarop het u uitkomt. De ramen die onze glazenwassers wassen, zijn na afloop streeploos schoon. Voor een afspraak belt u met Van der Pas schoonmaakbedrijf op 020 34 56 788 12

Opdracht Kies het goede antwoord: 1. Waarvan zijn de advertenties? a. Van een bakker. b. Van een glazenwasser. 2. Wat kan Jan de Visser nog meer doen voor u? a. De dakgoot schoonmaken. b. Alleen de ramen wassen. 3. Welke glazenwasser is goedkoper? a. Jan de Bakker. b. Van der Pas schoonmaakbedrijf. 13

ANTWOORDBLAD MEER OEFENEN Opdracht: 1. b. Een glazenwasser. 2. a. De dakgoot schoonmaken. 3. b. Van der Pas schoonmaakbedrijf. 14