SIGNALEMENT DORDTS BEDRIJF IN DE WERELDTOP KROHNE, THE LEVEL AND FLOW COMPANY



Vergelijkbare documenten
Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent

Persbericht. Economie groeit niet in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Net geen recessie.

Levensloopregeling. Spaar voor uw verlof

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 3,5 procent in Economische groei vierde kwartaal liefst 4,4 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug

Het spaargeld uit de levensloopregeling kunt u gebruiken om de periode van onbetaald verlof te financieren.

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei

De Levensloopregeling

Kortetermijnontwikkeling

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1

1 Economie in Nederland: omslag of afkoeling? Intelligence Group, 7 november 2018 Auteur: Arjan Ruis

Waar moet u op letten bij de levensloopregeling?

Levensloopregeling Informatie voor werknemers

Statistisch Bulletin. Jaargang

Persbericht. Economie groeit in 2000 met 3,9% Centraal Bureau voor de Statistiek

Meting economisch klimaat, november 2013

ONDERZOEK LANGDURIG ZIEKTEVERZUIM Onder werkgevers klein MKB (2 tot 20 werknemers)

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels.

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Macro-economische Ontwikkelingen

Juridische medewerker

Huidig economisch klimaat

Statistisch Bulletin. Jaargang

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder

Van baan naar eigen baas

Financiële zekerheid bij arbeidsongeschiktheid

Macro-economische Ontwikkelingen

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik

Ziekte en arbeidsongeschiktheid: wat is er voor jou geregeld?

M MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

Macro-economische Ontwikkelingen

Economie groeit met 0,7 procent

Aanpassing pensioenregelingen n.a.v. nieuwe wetgeving rond VUT, prepensioen en levensloopregeling

Inleiding. Sparen. verschillende motieven voor:

Financiële zekerheid bij arbeidsongeschiktheid. Je leeft, je verandert. Loyalis verandert met je mee.

Maximaliseer uw bedrijfsresultaat door te focussen op uw core business

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en de spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels.

Centraal Bureau voor de Statistiek

Financiële zekerheid bij arbeidsongeschiktheid

Je leeft, je verandert. Loyalis verandert met je mee. Financiële zekerheid bij arbeidsongeschiktheid

Persbericht. Economische groei in de eerste negen maanden 4,1% Centraal Bureau voor de Statistiek

Statistisch Bulletin. Jaargang

WIA Opvang Polis Collectief. Extra zekerheid dankzij uw arbeidsongeschiktheidspensioen.

Persbericht. Economie groeit in 2000 met 3,9% Centraal Bureau voor de Statistiek

Persconferentie: De Nederlandse conjunctuur in 2008, d.d. 13 februari 2009.

Pensioen 2 WIA Aanvulling Plus

Inkomensgarantieplan. De oplossing voor inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid

Pensioen 2 WIA Arbeidsongeschiktheidspensioen

Levensloopregeling vanaf Opnemen of doorsparen?

Praktische opdracht Economie Vaststelling conjuncturele situatie Nederland, maart 2006

Macro-economische Ontwikkelingen

Financiële zekerheid bij arbeidsongeschiktheid

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

3.1 Omcirkel het juiste antwoord.

Productwijzer collectieve WGA-hiaatverzekering (uitgebreid)

Dienstensector houdt vertrouwen

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Allianz Inkomensverzekeringen. Productwijzer collectieve WGA-hiaatverzekering (uitgebreide variant)

Research NL. Economic outlook 3e kwartaal 2010 Nederland

Productwijzer collectieve verzekering voor vaste WIA-aanvulling

Arbeidsongeschiktheidsverzekering voor Personeel Speciale afspraken voor werknemers in het Uitgeverijbedrijf Logo [BedrijfX]

WIA verzekering Zorg & Welzijn Informatie voor de werknemer

Productwijzer collectieve WIA-excedentverzekering voor werknemers

Eigen risico dragen voor de WGA vaak financieel aantrekkelijk

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Macro-economische Ontwikkelingen

Voor tussentijds verlof of eerder stoppen met werken. Loyalis Levensloop

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002)

Langdurig arbeidsongeschikt. VOP0034_arbeidsongeschikt-2.indd :36

Je leeft, je verandert. Loyalis verandert met je mee. Financiële zekerheid bij arbeidsongeschiktheid

Arbeidsmarkt in vogelvlucht

Statistisch Bulletin. Jaargang

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkgelegenheid commerciële sector daalt. Minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

13 februari Onderzoek: ZZP-ers en verplichte verzekering

Loyalis Levensloop. Voor tussentijds verlof of eerder stoppen met werken

Productwijzer collectieve WGAhiaatverzekering. (uitgebreide variant)

61e Ondernemerspanel. MKB-Nederland TNS NIPO

Productwijzer collectieve WIAexcedentverzekering. voor werknemers

Productwijzer collectieve verzekering voor vaste WIAaanvulling

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014

27 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

Conjunctuurbericht. Juli 1999

Als ik mijn baan kwijtraak. Voorkom dat u werkloos wordt Hoe komt u weer aan werk? Wat moet u doen voor een WW-uitkering?

Starters zien door de wolken toch de zon

Laat uw geld groeien!

Bijlage bij lesbrief Pensioenworkshop Mañana

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Oost Nederland Groothandel Kwartaalcijfers Pagina 1 van 27

Vragen en antwoorden over veranderingen in de WW. WW Duur. WW in de oude situatie WW in de nieuwe situatie. Aantal gewerkte jaren

WERK EN INKOMEN VOOR JONGGEHANDICAPTEN Signalen uit de praktijk in vraag en antwoord. Breed Platform Verzekerden en Werk NUMMER 1, november 2006

Uw werknemers en hun pensioen in de Metaal en Techniek

blad HIER BEN IK WEER! EN IK HEB JULLIE WEER VEEL TE VERTELLEN Wil je meer weten over de veranderingen in je pensioen?

Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen

Transcriptie:

Periodiek branchemagazine van FHI, federatie van technologiebranches SIGNALEMENT DORDTS BEDRIJF IN DE WERELDTOP KROHNE, THE LEVEL AND FLOW COMPANY 3 LEVENSLOOPREGELING 9 I FHI GOLFTOURNAMENT 16 STRATEGIEPROJECT FHI 18 I FONDS VOOR PROJECTEN 20 STICHTING RTA OPERATIONEEL 24 I RISICO-INVENTARISATIE EN - EVALUATIE 27 I HET INSTRUMENT 2006 32 I PHILIPS MEDICAL OVER OP LOODVRIJ 34 I DE TREND IS: MEER! 36 I TESTEN OP HERHALING 38 DEVLAB-MES SNIJDT AAN TWEE KANTEN 40 I FOOD AUTOMATION SHOW STEMT TOT NADENKEN 42 I NUON ONTWIKKELT MILIEUVRIENDELIJKE CENTRALE 45 I NATIONALE PROFIBUSDAG 2005 46 I ANALISTEN MET UITSTERVEN BEDREIGT 50 13e jaargang november 2005

FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES INTERVIEW MET ANDRÉ BOER EN JOOST TIMMERMAN Krohne is een familiebedrijf dat in 1921 in Duisburg ontstond en uitgroeide tot een multinational, een bedrijf in de wereldtop-drie als het gaat om het meten van niveau en flow van vloeistoffen en gassen. Op het gebied van elektromagnetische flowmeters wordt Krohne dit jaar zelfs de nummer één in de wereld. Meters die allemaal in het Dordtse worden gemaakt weliswaar met onderdelen tot uit China, India en Brazilië, maar dan wel weer uit eigen vestigingen in respectievelijk Shanghai, Poona en Sao Paulo. Hoe sterk zijn de benen die deze weelde dragen? Signalement sprak met André Boer, general manager van de productiefaciliteit Krohne Altometer in Dordrecht en Joost Timmerman, directeur van de Benelux-verkooporganisatie Krohne Nederland. Dordts bedrijf in de wereldtop Krohne, the level and flow company André Boer blijkt een prater. Hij straalt een innemend, warm enthousiasme af dat je niet direct associeert met een general manager van een productiebedrijf dat in de wereldtop meedraait. Anderzijds is valse bescheidenheid hem vreemd: Krohne is wat hem betreft de beste - en dat nuchtere feit hoeft niet verdoezeld te worden. Het ziet er inderdaad naar uit dat we dit jaar de nummer één van de wereld worden op het gebied van elektromagnetische flowmeters, beaamt Boer. Nadat de markt in 2001 een dip beleefde en terugzakte, komt de vaart er nu weer in. Maar ik denk dat we het buiten proportie goed doen; ook in die afnemende markt bleef ons marktaandeel stijgen. Betrof dat eigen groei of heeft Krohne veel geacquireerd? Die groei is helemaal autonoom, reageert Boer resoluut. Er zijn niet zoveel grote spelers meer over, haakt Joost Timmerman aan. Hij is directeur van Krohnes verkooporganisatie voor de Benelux. We hebben kunnen zien dat concurrenten wel allerlei kleine bedrijfjes inlijfden, die daarmee van de markt verdwenen. Krohne heeft ooit wel grote bedrijven overgenomen in sectoren waar zij nog niet zelf actief was, in 1993 bijvoorbeeld in Groot Brittanië een R&D-firma die nu in Wellingborough uitgegroeid is tot een fabriek voor massaflowmeters. Een kilo staal is in China even duur als hier... maar de arbeidskosten liggen er een factor tien lager. En in 1958 nam Krohne deze fabriek over, die toen al Altometer heette, een voortzetting van het Amsterdamse ingenieursbureau TOBI, herinnert Boer zich. Dit Technisch OntwikkelingsBureau voor de Industrie had in opdracht van de AKU (de voorloper van wat tegenwoordig AKZO-Nobel heet, red.) een flowmeter ontwikkeld die vloeistoffen met verontreinigingen, met vaste deeltjes, kon meten. Dat was de eerste magnetisch-inductieve flowmeter voor industriële doeleinden. Het idee bestond weliswaar al, maar het was nog nooit zo uitgevoerd dat het functioneerde onder zware industriële omstandigheden. Die flowmeter was de aanzet tot de groei van het bureau, dat allengs nieuwe markten aanboorde. Een belangrijke toepassing werd gevonden in de baggerindustrie, waar de flowmeters het uitstekend bleken te doen aan boord van baggerschepen. En omdat het hart van Nederlands baggerindustrie nu eenmaal in Sliedrecht huist, vestigde het bureau zich daar als Altometer, van Algemeen Technisch Ontwikkelingsbureau. Er werkten ten tijde van de overname door Krohne zo n zeven mensen. In die tijd was 2

de output hooguit een flowmeter in de twee weken. Tegenwoordig produceren wij dagelijks 250 flowmeters en per jaar zitten we dicht tegen de 50.000 flowmeters. Allemaal eigen productie? Dat is eigen productie en daar zit ook de uitdaging, vervolgt Boer. Een paar weken geleden was ik nog in China voor een bezoek aan onze fabriek in Shanghai. Want we zijn wel van een nationaal tot een internationaal bedrijf geworden. In de jaren vijftig was onze productie nog helemaal gericht op AKU en de baggerbedrijven. Tegenwoordig is nog vier procent van onze productie bestemd voor de Nederlandse markt, die andere 96 procent gaat de hele wereld over. Krohne heeft in Shanghai een joint venture en een eigen vestiging. Andere joint ventures van Krohne zijn gevestigd in Poona, India en in Sao Paulo, Brazilië. We weten het allemaal: een kilo staal is in China even duur als hier, je betaalt gewoon de wereldmarktprijs... maar de arbeidskosten liggen er een factor tien lager. Hoe ga je daarmee om? Dat is de uitdaging. Voor ons geldt dat we de standaard zaken, waarvoor je goed een logistieke keten kunt opzetten, in China, India of Brazilië laten maken. Die onderdelen halen we vervolgens hiernaartoe om te verwerken tot een product. Je haalt het beste uit de verschillende landen en je assembleert hier. Dat gaat nog best ver hoor, het is niet zo dat we het spul hier alleen nog even in elkaar klikken, er wordt hier bijvoorbeeld ook gelast. Maar voor sommige onderdelen is het zinvol om ze al in China in elkaar te laten zetten. Ons voordeel is dat we daar een eigen vestiging hebben. In de omgeving van Shanghai zijn weer verschillende toeleveranciers, maar alles wordt georkestreerd door onze vestiging daar. Die houdt de kwaliteit in de gaten. Dat is cruciaal: je moet zelf in China goede mensen hebben, want als je kwaliteitsproblemen krijgt, is je hele voordeel weg. Die mensen hebben we ook echt getraind. Managers van hier zijn langere tijd in Shanghai geweest om dat op poten te zetten, om die mensen te laten kijken met onze ogen. En dat zag ik terug toen ik in Shanghai was: ze zijn net zo kritisch als wij. Het arbeidsethos ligt erg hoog. Maar ook daar, door de razendsnelle ontwikkeling, is er sprake van kostenstijgingen van tien tot vijftien procent per jaar. Het voordeel wordt dus steeds kleiner. Maar dit is de plaats waar het eindproduct ontstaat? Dit is de plaats waar de regie wordt gevoerd over de producten waarvoor wij de verantwoording hebben - wereldwijd. Maar uiteindelijk moet je natuurlijk kiezen. Moet je vanuit deze locatie nu producten aan Japan gaan leveren? We deden dat wel, maar je kunt dat beter vanuit Shanghai doen. Dus lokale markten ga je wel steeds meer vanuit de dichtstbijzijnde productiefaciliteit bedienen. Dat is praktischer en we hebben die mogelijkheid nu eenmaal voor de belangrijke plekken in de wereld. Er is ook nog een andere kant aan dit verhaal, verduidelijkt Joost Timmerman. In China heeft zich een gigantische markt ontwikkeld. Als je vanuit Europa naar China exporteert, zijn de importbelastingen enorm. Een manier om die te omzeilen, is een eigen fabriek daar. En zo is het ook gegaan. Bovendien, vanuit Europa een Chinese klant bedienen, dat lukt niet goed. Vervolgens was de vraag zo groot, dat alles wat daar van de band kwam, ook dáár bleef - en nog was het niet genoeg. Langzaam maar zeker is de productiecapaciteit zodanig gestegen dat er ook vanuit Shanghai wat te exporteren valt. En dan komt het zover dat je - bijvoorbeeld wanneer je een grote serie dezelfde meters nodig hebt - een hele bestelling in China laat produceren. Maar het is nog niet voorgekomen dat daar een serie is geproduceerd voor de Nederlandse markt, al zal dat misschien ooit eens gebeuren. Voor Nederland liggen de zaken anders en dat is ook meteen de reden dat de Nederlandse productie het zo goed doet: één flowmeter hier, drie daar, >> 3

FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES INTERVIEW MET ANDRÉ BOER EN JOOST TIMMERMAN nog eens zes van een ander formaat... een levering omvat hier gemiddeld tien meters. Als je die in China laat produceren, haal je het prijsverschil er niet uit. Het belang van onze vestiging is bovenal, dat de techniek in al die producten ook echt hightech is, vindt Boer. We stoppen er in elk geval veel geld in, op onze R&D-afdeling werken meer dan dertig mensen. We ontwikkelen heel veel, we willen voorop blijven lopen. Onze knowhow verdelen we vervolgens weer over de buitenlandse vestigingen. Want die moeten voor hun lokale markten op eenzelfde kennisniveau zitten. En die rol zie ik ook voor de toekomst voor ons weggelegd. Ik ben niet bang dat ze dat in China overnemen. Flowmeters vormen toch echt een niche-markt, al zag ik op een beurs in Shanghai wel twintig bijna schaamteloze kopieën van Krohne-producten... die op de pijnbank overigens direct door de mand vallen. Natuurlijk zijn er gevaren. Het gaat bovendien niet alleen om het product, maar ook om je productportfolio. Want als je een prachtig product ontwikkelt waar de markt niet om vraagt, heb je op het verkeerde paard gewed. Het gaat dus ook om het directe inspelen op klantenwensen? Ja, dat begint op de productmarketingafdeling, die bij ons zowel productie als sales bijstaat. Goede contacten met de klant..., beaamt Boer. Anderzijds is het wel belangrijk om niet op elk futiel klantenwensje in te gaan, want dat maakt het product weer nodeloos duur, vult Timmerman aan. Maar via verkoop en productmarketing sluizen we de informatie zodanig naar de R&D-afdelingen, dat het product niet alleen helemaal wordt uitontwikkeld qua mogelijkheden en kwaliteit, maar ook op het gebied van materialen en productiemethode. Zo blijft de prijs gunstig. Want er wordt op prijs gekocht? Ja, enorm, bevestigt Timmerman. Het hangt ook af van de technische eisen in de markt, vindt Boer. Bij een uniforme marktvraag en producten op een gelijkwaardig technisch niveau, wordt de flowmeter tot een commodity. Als er een Europese tender wordt uitgeschreven bijvoorbeeld, worden van tevoren de verschillende merken technisch geëvalueerd. Aan het eind van de rit gaan de enveloppen met inschrijvingen open en degene met de laagste prijs wint. Maar natuurlijk is er wel verschil. Wij kunnen zeggen dat onze meters twintig jaar meegaan en die van de concurrent misschien twaalf jaar... en dan is het antwoord dat er alleen naar de eerste vijf jaar is gekeken. De Europese regelgeving leidt niet altijd tot de beste besluitvorming... Komt het niet bij u op om de kwaliteit van uw product dan ook maar wat terug te schroeven? Daar zit een stukje cultuur hoor, reageert Boer bijna verontwaardigd. Dat begint al bij onze R&D-afdeling. Daar zitten Het voordeel om in China te produceren wordt wel steeds kleiner allemaal mensen die trots zijn op wat ze doen. Die hebben er moeite mee om te zeggen dat iets goed genoeg is. Dat is hun eer te na. Krohne staat voor kwaliteit. Ook als die ten koste gaat van de concurrentiepositie? De truc zit m dan in het nog slimmer ontwikkelen en nog slimmer produceren. Je analyseert de kosten van een product en vanuit de ontwikkeling kijk je hoe je die kosten kunt reduceren. Hoe kan ik zodanig ontwikkelen dat de kostprijs van het product lager wordt? En hoe kom ik tot slimme productie? Verder werkt hier gelukkig de massa in ons voordeel, we zijn één van de drie grootsten op dit gebied. We geven het niet op, we zijn een technisch bedrijf en we blijven bezig ons van de concurrent te onderscheiden. Daarom hebben we vorig jaar toch weer een volledig nieuwe productrange in de markt gezet. Viel er dan nog veel te vernieuwen aan flowmeters? Vijftig jaar lang was een magnetischinductieve flowmeter een... magnetischinductieve flowmeter. Als Krohne zijn wij in die tijd steeds beter gaan begrijpen wat zich fysisch afspeelt in dat magneetveld en wat je nu eigenlijk meet. Neem daarbij de mogelijkheden van de steeds krachtiger elektronica. Dan kan de flowmeter van nu veel meer dan alleen flow meten. Zo is het mogelijk de condities in de buis te monitoren en daarmee een uitspraak te doen over de betrouwbaarheid van de meting. Zelfdiagnose hadden we al, maar daar komt dan nu de diagnose van de procescondities bij. Dat is echt nieuw en wordt door de markt ook heel goed ontvangen. Geloof me, over een jaar of twee heeft de concurrentie ook iets dergelijks en hebben wij inmiddels wel weer iets anders nieuws. Zo willen we onze voorsprong behouden. Hebben we het dan nog over standaardproducten? Die techniek stoppen we juist in onze commodity producten. Anders profiteert de markt er toch niet van? We hebben deze techniek zodanig ontwikkeld dat hij wat de kostprijs betreft marktgericht kon worden geïntegreerd. Dat was voor ons een hele stap. Er is natuurlijk nog de volgende stap, vult Timmerman aan. Als een klant iets speciaals wil, staat hij bij Krohne nooit voor een dichte deur. Uitdagingen gaan we graag aan. Dat is een ander soort markt. Geld is dan geen issue, het gaat daar om goede oplossingen. Dat doen we veel. Als een klant iets bijzonders wil, wordt dat aan ingangszijde heel goed in kaart gebracht, daar is een aparte groep voor. Het gevraagde wordt zo ontwikkeld dat het vervolgens gewoon in de productie kan meelopen. Als het ook de elektronica of software betreft, wordt die parallel in Duitsland ontwikkeld. Er is dus geen aparte productielijn voor. Neem bijvoorbeeld een situatie in de olie-industrie, waar men water wil teruginjecteren in de bron, 4

INTERVIEW MET ANDRÉ BOER EN JOOST TIMMERMAN maar dan wel bij 500 bar. Krohne maakt dan flowmeters met enorme flenzen. Of ergens is een vervangende flowmeter nodig en onze standaardmaat is net 6 mm te lang of 12 mm te kort... dan maken we er één op maat. Daarbij houden we de levertijd natuurlijk in de hand. Een bestelde flowmeter wordt standaard binnen drie weken geleverd, maar in noodgevallen kunnen we binnen 48 uur wereldwijd helpen. Daartoe hebben we ook tot in detail, het gaat om tienduizenden artikelen, een systeem opgetuigd waarbij de computer is vervangen door het menselijk oog. Dat is het Japanse Kan Ban, een systeem van rekken vol voorraadbakken met alle benodigde onderdelen en halffabrikaten in hun verschillende stadia. Op het oog kan ogenblikkelijk worden vastgesteld welke bakken navulling behoeven en van welke halffabrikaten nog genoeg voorraad is. Heel praktisch en zelfsturend. De volgende stap is natuurlijk om bepaalde toeleveranciers zelf hun bakken te laten vullen - een soort supermarktidee, waar de man van Knorr er zelf voor zorgt dat er genoeg pakjes soep in het schap liggen. Het is duidelijk dat de heren genieten van de rooskleurige positie die het familiebedrijf Krohne op de wereldmarkt inneemt. Het bedrijf is allerminst afhankelijk van de landelijke conjunctuur. In groeimarkten als China, India en Brazilië hebben ze vaste voet. En eigenlijk in alle denkbare economische activiteiten past vroeg of laat een Krohne flowmeter, van Heineken en CocaCola tot BP en Dow Chemical, van Shell, AKZO en DSM tot Calvé en Mars, van waterleidingbedrijven en waterschappen tot ingenieursbureaus en baggermaatschapppijen. Heel goed op dit moment is de oliemarkt, vertelt Boer. Wij leveren bijvoorbeeld nu alle flowmeters die de uitgaande olie op het ijskoude Russische eiland Sachalin bemeteren. Zomaar een nieuw project waar onze flowmeters in staan. Ook gebeurt er veel via Duitse ingenieursbureaus die grote engineeringprojecten draaien in China (bijvoorbeeld BASF die daar een fabriek bouwt) en Noord-Afrika. Dat Krohne een familiebedrijf is, valt goed te merken, vinden Timmerman en Boer. Wij zijn één van de weinige instrumentatiefirma s die overleefd hebben. Die lastige periode na 2001, daar zijn we in een zeer gezonde staat weer uitgekomen doordat we gefocust konden blijven op hetgeen we doen. Geen aandeelhouders dus die daar de rem op konden zetten of konden gaan beknibbelen op R&D. Het positieve van een familiebedrijf, belichaamd in de persoon van de 84-jarige Kristian die nog elke dag even kantoor houdt, is dat er veel nadrukkelijker wordt gekeken naar continuïteit en de lange termijn. Buiten staat een bord met Krohne Oil & Gas. Is dat wat anders dan Krohne Altometer? Krohne Oil & Gas ontstond twee jaar geleden in antwoord op vragen uit de markt om systemen, om totaaloplossingen. Dat was best spannend, maar die club bleek meteen zeer succesvol. Ze gaan dit jaar naar een omzet van dertig miljoen euro. In twee jaar tijd groeiden ze van vijf naar tachtig man, mede door de recente acquistitie van een stukje Imtech met 23 man. Het geacquireerde bedrijf gaat nu Polar Systems heten. Wat is uw relatie met FHI? De contacten met FHI verlopen vooral via de verkooporganisatie Krohne Nederland, vertelt Joost Timmerman. Het nuttige is natuurlijk dat je tijdens de vijf, zes bijeenkomsten per jaar bedrijven spreekt die zich in dezelfde markt bewegen. En dan krijg je toch een beter idee van wat er speelt. Bovendien kun je je een idee vormen over zaken als gangbare salarissen en opleidingsniveaus. Wij willen per slot van rekening op alle fronten beter zijn dan onze concurrent, dus je hebt iets nodig om dat aan af te meten. Een ander belangrijk argument voor ons lidmaatschap is Die nieuwe techniek stoppen we juist in onze commodity producten. Anders profiteert de markt er toch niet van? de productstatistiek. Die is bij FHI goed geregeld. Dat ervaar ik nadrukkelijk, omdat ik voor België ben aangewezen op een soortgelijke organisatie, die echter geen goed beeld van de markt meer kan geven omdat er veel partijen hebben afgehaakt. Zijn dat voor de productie ook interessante gegevens? Tenslotte praten we daar over vier procent? Boer: Nederland is toch wel een belangrijk land voor ons. Hier staan we dicht bij de markt. Nieuwe zaken worden hier ook wat eerder geprobeerd, dat is de mentaliteit. Verder is hier nog sprake van gezonde concurrentie, dus als een product het hier niet haalt, zegt dat iets. Nederland is dus een uitstekende testmarkt voor ons. Daarnaast ook heel belangrijk is de beurs HET Instrument, stelt Timmerman. Die is voor ons ook altijd erg succesvol. Iedereen komt er. Nieuwe klanten ontmoet je dáár. Onze verkopers krijgen voor die beurs strakke targets mee, want we willen een zo efficiënt mogelijk gebruik van de mogelijkheden. Als er bij de afdeling R&D-mensen nodig zijn, vinden jullie die dan makkelijk? Dat wordt steeds moeilijker, is de ervaring van Boer. Uiteraard hebben we contacten met Twente, Delft en Eindhoven. Maar het aantal studenten neemt af, daarom kijken we ook over de grenzen. We hebben nu contacten met Cambridge University aangeknoopt, en met het Zuid-Duitse Erlangen. Automatisch ga je je gebied dus vergroten om de benodigde kennis binnen te halen. Dat is iets om in de gaten te houden, want kennis is natuurlijk niet alleen voor Krohne Altometer cruciaal, het is een kernwaarde voor Nederland. < 5

FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES ARBEIDSMARKT EN REGELGEVING Kamer stemt in met nieuwe arbeidsongeschiktheidswetgeving Het voorstel is op 8 november 2005 door de Eerste Kamer goedgekeurd. Op www.werkennaarvermogen.nl vindt u informatie over de WIA en hoe dit wetsvoorstel aansluit op andere regels rond ziekte op het werk, arbeids(on)geschiktheid en reïntegratie. Bron: Aanspraak, september 2005 < OVERGANGS- REGELING AANPASSING PENSIOENEN Werkgevers die hun pensioenregeling niet voor 1 januari 2006 hebben aangepast aan de nieuwe regels voor VUT, prepensioen en levensloop, kunnen gebruik maken van een overgangsregeling. De Tweede Kamer heeft op 1 juli 2005 ingestemd met de invoering van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). De WIA vervangt per 29 december 2005 de huidige WAO. De WIA gaat alleen gelden voor mensen die na 29 december 2005 arbeidsongeschikt worden verklaard. De WIA bestaat uit de Regeling Werk hervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) en de Regeling Inkomensvoorziening volledig Arbeidsgeschikten (IVA). In tegenstelling tot de huidige WAO legt de WIA het accent op wat mensen nog wel kunnen, in plaats van wat zij niet meer kunnen. Door middel van financiële prikkels worden werkgevers en werknemers gestimuleerd om er alles aan te doen om ervoor te zorgen, dat gedeeltelijk arbeidsgeschikten, die een uitkering ontvangen nog aan de slag blijven. Hiertoe worden werkgevers gestimuleerd door: overname van de loondoorbetalingsverplichting van het UWV, als een gedeeltelijk arbeidsgeschikte met een uitkering binnen vijf jaar opnieuw ziek wordt; korting op de premies voor de werknemersverzekering bij aanname of indiensthouding van een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer; invoering van een flexibele WGA-premie. Voor werknemers, die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, biedt de overheid inkomensbescherming. Deze personen hebben in principe tot 65-jarige leeftijd recht op een uitkering van 70 procent van het laatst verdiende loon, tot een bepaald maximum. Daarmee heeft de ministerraad ingestemd. Uit onderzoek blijkt dat de pensioenregeling van een kwart van de werknemers op 1 januari 2006 nog niet aan de nieuwe wet zal zijn aangepast. De overgangsregeling van minister De Geus van Sociale Zaken en staatssecretaris Wijn van Financiën zorgt ervoor dat dit geen gevolgen heeft voor deze werknemers. Werkgevers hoeven tot 1 januari 2007 alleen belasting te betalen over het deel van de pensioenopbouw van 2006 dat niet voldoet aan de nieuwe regels voor VUT, prepensioen en levensloop. Over dat deel de zogeheten bovenmatige pensioenopbouw betalen zij een heffing van 52 procent. Bron: De personeelsadviseur, 30.09.2005 < 6

REGELGEVING EN ARBEIDSMARKT Politiek haalt streep door nieuwe wet ondernemingsraden De nieuwe wet medezeggenschap werknemers (WMW), die de huidige wet op de ondernemingsraden zou moeten vervangen is voorlopig uitgesteld, op aandringen van PvdA, VVD, GroenLinks en D66. Daags voordat de Tweede Kamer plenair de WMW zou behandelen (31 augustus 2005) riepen de partijen middels een gezamenlijke persbericht het kabinet op de voorstellen in te trekken. Ze vinden de nieuwe wet een slap aftreksel van de bestaande en vrezen zeer veel administratieve lasten bij de invoering ervan. Het wetsvoorstel geeft, zo menen ze, bovendien werkgevers de mogelijkheid werknemers onder druk te zetten om geen gebruik te maken van bepaalde wettelijke bevoegdheden. Het CDA is het overigens niet eens met deze stelling en meent dat het wetsvoorstel meer maatwerk in medezeggenschap meebrengt. MKB-Nederland heeft in december en april al haar standpunten over de WMW kenbaar gemaakt. Positief was ze over de mogelijkheden tot maatwerk. Maar de voorgestelde verruiming van de medezeggenschapsmogelijkheden van uitzendkrachten, het informatierecht inzake beloningsverhoudingen en de synchronisatie van OR-verkiezingen wijst de mkb-koepel van de hand. De minister heeft aangegeven uiterlijk 1 oktober 2005 de Kamer te berichten over de verdere behandeling van het wetsvoorstel. Meer informatie is te verkrijgen bij mevrouw mr. S.C.K. van Dijk van MKB- Nederland. Telefoon: (015) 2191233 en e-mailadres: dijk@mkb.nl. Bron: MKB-Nederland, september 2005. < Investering in praktijklokalen en apparatuur MKB-Nederland is blij met de extra investering van 300 miljoen euro, die het kabinet uittrekt voor het voorgezet middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). Het vmbo staat vaak negatief in de publiciteit, maar is eigenlijk wel de onderwijssector waar momenteel het sterkst wordt vernieuwd. De extra ondersteuning van het vmbo voor praktijklokalen, lesmateriaal en apparatuur is goed, maar dan vooral voor die scholen die aantoonbaar achterstand hebben. Ook hier geldt weer dat een gerichte inzet van middelen cruciaal is om voldoende meerwaarde te realiseren. Voor die scholen die inmiddels al goede praktijklokalen hebben, is het noodzakelijk dat de middelen vooral ten goede komen aan het verbeteren van het leerproces en het aantrekkelijker maken van het onderwijs voor jongeren. De aansluiting tussen vmbo en mbo moet echt verbeteren. In de eerste plaats om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk leerlingen doorstromen naar zo hoog mogelijke opleidingen. In de tweede plaats om te voorkomen dat leerlingen voortijdig uitvallen bij de overstap van vmbo naar mbo. Uit eigen ondervinding constateert MKB-Nederland dat er ook dit jaar weer duizenden vmbo-leerlingen tussen wal en schip raken, omdat ze niet op eigen kracht een leerbedrijf kunnen vinden. Dit is niet te tolereren. Als laatste pleit MKB-Nederland ervoor dat er meer aandacht en middelen worden ingezet om docenten te professionaliseren. Geen investeringen om de salarissen te verhogen, maar een gerichte bijscholingsimpuls voor docenten. Dat is noodzakelijk om alle vernieuwingen die op stapel staan tot een goed einde te brengen. Bron: Kaderinfo extra, 20.09.2005 < 7

FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES REGELGEVING EN ARBEIDSMARKT Maatoplossing voor productaansprakelijkheidverzekering Met productaansprakelijkheid wordt bedoeld de aansprakelijkheid voor schade die is ontstaan door een gebrek aan een product. Op het gebied van productaansprakelijkheid is het voor veel FHI-lidbedrijven steeds moeilijker om het risico van aansprakelijkheid door middel van een verzekering af te dekken. FHI biedt in samenwerking met HBR Branche Verzekeringen nu een oplossing op maat. De risico s van productaansprakelijkheid spelen niet alleen in de Verenigde Staten maar ook steeds meer in Europa een rol. Als producent bent u aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door een gebrek in één van uw producten. De producent is de fabrikant van het product of degene die zich als producent voordoet omdat zijn naam of merk op het product staat. Wanneer het product buiten de EG is geproduceerd, geldt degene die het product in de EG importeert als producent. Het gaat hier niet om schade aan het gebrekkige product zelf. Het gaat alleen om de schade die dit product door zijn gebrek veroorzaakt aan personen of goederen (gevolgschade). HBR Branche Verzekeringen heeft in samenwerking met FHI afspraken gemaakt met een grote industriële verzekeraar. De minimumpremie voor FHI-leden is verlaagd van 10.000,- naar 5.500,-. Het risico zal door de verzekeraar per bedrijf individueel worden beoordeeld. Dit betekent overigens nog steeds dat de verzekeraar een risico kan weigeren. Tip Vraag aan iedere producent buiten de EU een kopie van zijn productaansprakelijkheidspolis en zo mogelijk een betalingsbewijs per jaar. Deze informatie kan bij eventuele geschillen inzake productaansprakelijkheid van pas komen. Voor meer informatie: HRB Branche Verzekeringen (R.H. Rooker, E.E. Salamony of P. Sewnarain), telefoon (023) 5260768, e-mail: info@hbrbranche.nl website: www.hbrbranche.nl. VRIJWILLIGE WERKGEVERSBIJDRAGE PAS IN 2006 NADER BEZIEN Op 1 januari 2005 is de Wet Kinderopvang in werking getreden. De wet regelt de financiering van de kinderopvang en geeft wettelijke normen voor kwaliteit. Uitgangspunt is de financiering door drie partijen: ouders, overheid en werkgevers. Het kabinet stelt volgend jaar 200 miljoen euro extra beschikbaar om met name de middeninkomens in de opvangkosten tegemoet te komen. Kinderopvang is een belangrijk arbeidsmarktinstrument, MKB- Nederland staat dan ook achter de uitgangspunten van de wet. De organisatie is verheugd dat er dit jaar een lichte stijging was van het aantal werknemers dat bij de werkgever een beroep kan doen op een bijdrage in de kosten. Ze is positief over de extra middelen die het kabinet beschikbaar heeft gesteld. MKB-Nederland vindt dat pas in 2006 een reële tussenbalans van de nieuwe wet kan worden opgemaakt. Zij gaat ervan uit dat het kabinet ook al staat het onder druk zich aan haar afspraak houdt en de nu nog vrijwillige werkgeversbijdrage niet eerder dan vorig jaar nader beziet. De huidige systematiek zou wat haar betreft in stand moeten blijven. Bron: Kaderinfo extra, 20.09.2005 < 8

REGELGEVING EN ARBEIDSMARKT De levensloopregeling: sparen voor vroegpensioen Vanaf 1 januari 2006 kunnen alle werknemers (ook directeur-grootaandeelhouders) deelnemen aan de levensloopregeling. Met deze regeling kunnen werknemers sparen om in de toekomst onbetaald verlof te financieren. De levensloopregeling kan gebruikt worden voor elke vorm van verlof, zoals zorgverlof, sabbatical, of ouderschapsverlof. Daarnaast kan het spaarsaldo ook gebruikt worden om eerder met pensioen te gaan. Hoe werkt het? Van het brutoloon mag een werkgever jaarlijks maximaal 12% (er geldt een speciale uitzondering voor oudere werknemers) inhouden. Dit bedrag moet op een speciale spaarrekening van de werknemer gestort worden of als premie voor een levensloopverzekering overmaken. Ook overwerkuren of ADV-dagen kunnen werknemers, in overleg, in geld omzetten. Dit bedrag kan vervolgens worden gestort op de levenslooprekening. In de regeling mag maximaal 210% van het bruto jaarsalaris worden gespaard. Wanneer het tegoed (deels) is gebruikt, mag het weer aangevuld worden tot 210%. In overleg met de werkgever kan het verlof worden opgenomen. De werkgever mag aangeven dat de werknemer onmisbaar is en dus geen verlof op kan nemen. Er kan per maand niet meer geld worden opgenomen dan een werknemer in de direct voorafgaande maand verdiende. Belast loon Als u als werkgever besluit werknemers een bijdrage te geven, moet u zich realiseren dat deze bijdrage belast loon is voor de werknemers die niet wensen deel te nemen aan de levensloopregeling. Het staat werknemers vrij al dan niet van de regeling gebruik te maken. Ook mogen werknemers zelf kiezen waar ze sparen. De werkgever kan de werknemer dus niet verplichten deel te nemen aan de regeling bij X of Y. Werkgevers doen er verstandig aan door middel van een voordelige collectieve regeling werknemers zoveel mogelijk te stimuleren allemaal dezelfde uitvoerder te kiezen. Belastingbetaling Op de levensloopregeling is de omkeerregel van toepassing. Dat wil zeggen dat er pas loonbelasting betaald hoeft te worden op het moment dat de werknemer (een deel van) zijn tegoed opneemt. De beheerder van het geld maakt dit over naar de werkgever, zodat deze loonbelasting kan inhouden op het moment dat de werknemers zijn tegoed wil opnemen. Verlofsparen en spaarloonregeling De verlofspaarregeling gaat op in de levensloopregeling. De bestaande tegoeden op de verlofspaarregeling zullen worden aangemerkt als gespaarde levenslooptegoeden. Vanaf 1 januari 2006 is is het niet meer mogelijk om te sparen in tijd. De spaarloonregeling blijft wel afzonderlijk bestaan. Werk nemers kunnen echter niet zowel sparen in de spaarloonregeling als in de levensloopregeling: per jaar zullen ze dus moeten kiezen waarop het geld zal worden gestort. Wel is het mogelijk om in één jaar van beide regelingen geld op te nemen. Bron: Crop nieuwsbrief, september 2005. < 9

CONJUNCTUUR Conjunctuurbeeld: verdere verbetering Het conjunctuurbeeld is verder verbeterd. Zowel ondernemers als consumenten zijn in oktober positiever. Ook de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt geven een positiever beeld. Het vertrouwen van de ondernemers in de industrie is in oktober verder verbeterd. Vooral over de verwachte productie in het vierde kwartaal zijn de ondernemers positief. De ondernemers in de zakelijke dienstverlening verwachten in het vierde kwartaal meer orders en een hogere omzet. Ook de consumenten werden in oktober iets positiever, al bleef de koopbereidheid laag. De consumptie door huishoudens laat in de loop van 2005 een licht opgaande lijn zien. Augustus was de derde maand op rij waarin het volume groter was dan een jaar eerder. Het volume van de uitvoer van goederen was in augustus na correctie voor werkdagen 8 procent groter dan een jaar eerder. Het groeitempo van het uitvoervolume lag in juli en augustus in lijn met dat van het eerste halfjaar. De industriële productie bleef in de periode juli-augustus, na correctie voor seizoeninvloeden, vrijwel stabiel ten opzichte van de periode mei-juni 2005. De industriële afzet- en verbruiksprijzen zijn in september voor de vierde achtereenvolgende maand gestegen ten opzichte van een maand eerder. De inflatie was in september even hoog als in augustus. De rente is in september 0,2 procentpunt gedaald en teruggezakt naar het historisch lage niveau van juni dit jaar. De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt wijzen op een lichte verbetering. In het %-volumemutaties 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0-0,5-1,0-1,5 Bruto binnenlands product (BBP) 2 0 0 2 T.o.v. zelfde kwartaal vorig jaar (linkeras) T.o.v. vorige kwartaal seizoensgecorrigeerd (rechteras) tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. De voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkloosheid bleef in het derde kwartaal vrijwel onveranderd ten opzichte van de voorgaande maanden. Het aantal uitzenduren is in het tweede kwartaal verder toegenomen, het aantal vacatures is niet verder gestegen. Bron: CBS < I I I I I I I V I I I I I I I V I I I I I I I V I 2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 I I 1,5 1,2 0,9 0,6 0,3 0,0-0,3-0,6-0,9 11

FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES CONJUNCTUUR Economie groeit 1,3 procent in tweede kwartaal 2005 De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal van 2005 met 1,3 procent gegroeid ten opzichte van een jaar eerder. In Bruto het eerste binnenlands kwartaal was product de groei (BBP) van het bruto binnenlands product (BBP) %-volumemutaties nog negatief. De stijging van het BBP in 2,5 1,5 de eerste helft van 2005 komt hiermee uit 2,0op 0,4 procent, terwijl in 2004 de 1,2 economische 1,5 groei nog 1,7 procent 0,9 bedroeg. Na 1,0correctie voor werkdag- en seizoeneffecten 0,5 was het volume van het bruto 0,3 0,6 binnenlands product in het tweede kwartaal 0,0 van 2005 1,2 procent hoger 0,0 dat -0,5 in het eerste kwartaal van 2005. in het tweede kwartaal duidelijk - 0,3 is Dit opvallend hoge groeicijfer komt aangetrokken. Toch blijft de groei -1,0-0,6 juist na de relatief grote daling in het van de export van buiten Nederland eerste -1,5 kwartaal van 2005. geproduceerde goederen (wederuitvoer) groter dan die van in Nederland - 0,9 I I I I I I I V I I I I I I I V I I I I I I I V I I I De groei van het BBP is te danken aan hogere export 2 0 0en 2 hogere investeringen. 2 0 0 3 geproduceerde 2 0 0 4 goederen. 2 0 0 5 De invoer Het volume van de uitvoer van goederen en groeide in het tweede kwartaal met T.o.v. diensten zelfde was kwartaal in het vorig tweede jaar (linkeras) 4,4 procent. De groei van de invoer kwartaal T.o.v. 5,5 vorige procent kwartaal groter dan seizoensgecorrigeerd een kwam (rechteras) voor een belanrijk deel voor jaar eerder. Dat is vrijwel gelijk aan de rekening van de wederuitvoer. uitvoergroei in het eerste kwartaal. Een verschil is wel dat de export van In het tweede kwartaal van 2005 in Nederland geproduceerde goederen waren de investeringen in vaste activa Middelen en bestedingen (volume) %-volumemutaties t.o.v. jaar eerder 14 12 10 8 6 4 2 0-2 B B P I n v o e r C o n - s u m p t i e o v e r h e i d M i d d e l e n 2004-IV 2005-I 2005-II C o n - s u m p t i e h u i s - h o u d e n s I n v e s - t e r i n g e n B e s t e d i n g e n U i t v o e r 2,6 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2004. In het eerste kwartaal lieten de investeringen een daling zien. De stijging in het eerste kwartaal komt voor een belangrijk deel voor rekening van hogere investeringen in bedrijfsgebouwen en vooral woningen. De stijging van deze bouwinvesteringen komt deels door een groter aantal gewerkte uren per werknemer. Ook in zakenauto s en vooral in computers is fors meer geïnvesteerd. In het tweede kwartaal lagen de consumptieve bestedingen door huishoudens 0,1 procent boven het niveau van een jaar eerder. Deze stabilisatie komt na de forse daling in het eerste kwartaal. Consumenten hebben in het tweede kwartaal meer uitgegeven aan diensten (zoals bank- en telecomdiensten). Aan duurzame consumptiegoederen werd minder uitgeven dan in hetzelfde kwartaal van 2004, maar de daling was minder dan in voorgaande kwartalen. Het volume van de overheidsconsumptie was in het tweede kwartaal 0,4 procent lager dan in het tweede kwartaal van 2004. De overheid gaf minder uit aan openbaar bestuur. De reële uitgaven voor zorg en welzijn namen nog wel toe, maar veel minder dan in de afgelopen jaren. Bron: CBS < 12

2 CONJUNCTUUR 0-2 B B P I n v o e r C o n - s u m p t i e o v e r h e i d Ondernemers industrie flink positiever Het producentenvertrouwen in de industrie is in oktober verder verbeterd en uitgekomen op 4,3. Dit is 3,0 punt hoger dan in september. C o n - s u m p t i e h u i s - h o u d e n s Middelen en bestedingen (volume) I n v e s - t e r i n g e n Oktober is de derde opeenvolgende maand waarin het vertrouwen een aanzienlijke verbetering laat zien. Het vertrouwen van de ondernemers is na januari 2001 niet meer zo hoog geweest. Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie. De ondernemers zijn vooral positiever gestemd over hun verwachte produc- %-volumemutaties M i d d e l e n t.o.v. jaar eerder B e s t e d i n g e n tie in het vierde kwartaal. 14 Dit geldt komende maanden te verminderen, met name voor de producenten van 2004-IV terwijl 2005-I maar zeven 2005-II procent van plan is consumptiegoederen. Het 12 oordeel van het aantal personeelsleden te vergroten. Deze percentages zijn de afgelo- de industriële ondernemers 10 over de orderpositie verbeterde een fractie. pen anderhalf jaar vrijwel ongewijzigd 8 gebleven. Bron: CBS < Ook het oordeel over de voorraad gereed 6 product was iets Producentenvertrouwen 4 positiever. De stijging van het 2 saldo % positieve en negatieve antwoorden producentenvertrouwen heeft niet tot 03 plannen geleid om de 6-20 werkgelegenheid uit -3 B B P I n v o e r C o n - C o n - I n v e s - te breiden. Integendeel, vijftien procent -9 o v e r h e i d h u i s - -6 s u m p t i e s u m p t i e t e r i n g e n van de ondernemers -12 h o u d e n s verwacht de personeelsomvang in de M i d d e l e n B e s t e d i n g e 2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 n U U Consumentenvertrouwen gestegen Het consumentenvertrouwen is, na correctie voor seizoensinvloeden, in oktober 2005 uitgekomen op -23. Dat is 5 punten hoger dan in september. Consumenten zijn minder negatief geworden over het economisch klimaat. Hun koopbereidheid bleef evenwel zeer laag. Het niveau van het consumentenvertrouwen schommelt al sinds begin 2004 rond hetzelfde lage niveau. Al meer dan vier jaar zijn de huishoudens overwegend pessimistisch gestemd. Consumenten waren in oktober minder negatief over het algemeen economisch klimaat dan in september dit jaar. Vooral over de economie in de afgelopen twaalf maanden waren de huishoudens veel minder negatief 2004-IV 2005-I 2005-II Consumentenvertrouwen seizoensgecorrigeerd saldo % positieve en negatieve antwoorden Producentenvertrouwen 0-10 saldo % positieve en negatieve antwoorden - 20-30 6 3-40 - 50 0-3 2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5-6 gestemd. Ook de economische situatie als in september. Over hun financiële -9 in de komende twaalf maanden werd positie in de achterliggende twaalf iets minder negatief beoordeeld. -12 maanden was men iets minder 2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 De koopbereidheid bleef, na Inflatie correctie negatief. Over het doen van grote voor seizoeninvloeden, ook in oktober aankopen bleef de consument op een zeer laag niveau. % onveranderd negatief. 3,0 Bron: CBS < De koopbereidheid 2,5 is gebaseerd op het 2,0 oordeel over de financiële situatie van het 1,5 Consumentenvertrouwen seizoensgecorrigeerd 1,0 huishouden en op de saldo % positieve en negatieve antwoorden 0,5 vraag of de tijd gunstig is voor het doen 0,0 0-10 2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 van grote aankopen. - 20 Consumenten waren - 30 in oktober vrijwel - 40 even negatief over - 50 hun financiële situatie Afzetprijzen 2 0 0 3 industrie 2 0 0 4 2 0 0 5 in het komende jaar % mutatie t.o.v. jaar eerder 15 10 Inflatie 5 13

FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES FEDERATIEF Voorbeeldig beursgedrag? toneelstukje over communicatie, waar het amateurisme vanaf druipt en een oersaaie lezing over competenties. Hoezo communicatieve competenties? Bij een stand waar trainingsmiddelen de inkomstenbron zijn, blijf ik vanuit het gangpad wel tien minuten naar een John Cleese-video kijken. Hij is meesterlijk in het laten zien hoe iets niet moet. De beide standdames zijn druk met zichzelf en elkaar in de weer en vormen een gelijktijdig beeldverhaal. Zij laten ongewild zien hoe je je vooral niet op een beurs moet gedragen. Snel verlaat ik Performa weer. Veel performance ben ik niet tegen gekomen. Hoe was dat spreekwoord ook alweer? Goed voorbeeld doet goed volgen?! Column Freek Rooze Vrijdag 30 september. Tegen half één parkeer ik mijn auto op P4 van de Jaarbeurs. Ik heb met een paar klanten afgesproken om te komen kijken hoe het hen na de beurstraining op Elektrotechniek vergaat. Bij binnenkomst in de Jaarbeurs zie ik dat er in een andere hal nog een beurs aan de gang is: Performa. Een beurs voor iedereen die iets met opleiden van doen heeft. Daar moeten we straks ook maar eens een kijkje nemen. Weinig interactie en veel gemiste kansen De drukte in de hallen van Elektrotechniek valt me niet tegen. Als ik langs de stand van mijn eerste klant loop, is iedereen druk in gesprek. Een goed teken. Vanaf een andere stand observeer ik de verkopers van mijn klant een paar minuten. Zo te zien brengen ze het geleerde goed in praktijk. Dat geldt niet voor de verkopers van de stand waar ik me op dat moment bevind. Hoewel er ruimschoots gelegenheid voor was, heeft niet één me aangesproken. Ik noteer de naam van deze firma om ze over een tijdje eens te bellen. Dan kijkt een van mijn verkopers op en geeft met een glimlach een blijk van herkenning. Een teken voor mij om naar ze toe te gaan en om ze te vragen naar hun ervaringen en het bereiken van hun doelstellingen. Met enige trots laten ze hun statistieken zien en de meer dan volle afsprakenagenda. Wow, zo hoort het en hun trots slaat even over naar mij. Op andere stands zie ik wat later voltallige bemanningen hun lunch midden op de stand verorberen. Het verbaast me niets dat die stands verder leeg zijn. Ik blijf staan bij een grote firma waar een fraai uitziende dame een presentatie begint. Haar verschijning is boeiender dan haar verhaal. Geen leuke intro, vol specificaties en uitgekauwde superlatieven, maar vooral geen echte interactie met het publiek. Jammer, gemiste kansen. Gelukkig doet het weerzien met en de positieve stemming bij mijn andere klanten weer een hoop goed en na anderhalf uur verlaat ik Elektrotechniek en ga ik naar Performa. Wie verwacht dat bij opleiders het beursgedrag beter is, komt zoals ik van een koude kermis thuis. Eén van de grootste trainingsbureaus geeft in één van de negen opgezette theaters een presentatie. Jammer toch dat de presentator telkens hinderlijk voor de beamer gaat staan, zodat de visuele informatie nauwelijks zichtbaar is. Even verder is een stand waar dikke catalogi voor het grijpen liggen. Ik blader er een expres lang door, maar klaarblijkelijk komt er niemand op het idee om me te vragen waarvoor ik belangstelling heb. Ik volg verderop een geïmproviseerd Freek Rooze < 10 E LUSTRUM FHI WORDT GROOTS GEVIERD Op de echte datum, 6 april 2006, is er een feestelijke bijeenkomst voor genodigden. Onder het thema de actualiteit van het coöperatieve denken treden enkele feestredenaars voor het voetlicht. De festiviteiten van die dag zullen zich afspelen op Jachtslot en landgoed De Mookerheide. Op the Day After, vrijdag 7 april is er groot feest voor alle leden van de FHI-branches. Het Wijnfort in Lent, bij Nijmegen is daar voor gereserveerd. Alle leden en relaties van FHI kunnen in de komende maanden een persoonlijke invitatie verwachten. < 14

FEDERATIEF Afgeschermd ledendeel online De website leden.fhi.nl exclusief voor FHI-leden is sinds enkele weken online. De FHI-lidbedrijven zijn in een brief geïnformeerd over het afgeschermd ledendeel. Ruim 360 bedrijven hebben zich per fax aangemeld. De door de bedrijven geautoriseerde medewerkers hebben per post hun gebruikersnaam en wachtwoord ontvangen. Vanaf de website zijn diverse documenten zoals de Raam Arbeidsvoorwaarden Overeenkomst (RAO), een huishoudelijk regelement en leveringsvoorwaarden, eenvoudig te downloaden. Het ledendeel is voor FHI een proefproject. Voor optimalisatie van deze website zijn uw opmerkingen en suggesties welkom via een e-mail aan Ingrid van Boxtel (i.van.boxtel@fhi.nl). Ben u wel FHI-lid, maar hebt u geen informatie per brief ontvangen, dan kunt u dit melden aan bovenstaand e-mailadres. < FHI Raam Arbeidsvoorwaarden Overeenkomst (RAO) herzien In de zomerperiode is de Raam Arbeidsvoorwaarden Overeenkomst (RAO) 2005 van FHI, federatie van technologiebranches, geactualiseerd. De RAO voorziet in de behoeften van werkgevers en werknemers aan duidelijkheid over het in de technologiebranches gebruikelijke arbeidsvoorwaardenpakket. De RAO van FHI voorziet in een branchespecifieke invulling van de arbeidsvoorwaarden. In de RAO zijn de wettelijk verplichte bepalingen opgenomen. De RAO omvat alle arbeidsvoorwaarden waar u als werkgever verplicht bent aan te voldoen op basis van het arbeidsrecht. Daarnaast omvat de RAO arbeidsvoorwaarden zoals die gebruikelijk zijn in de branche en is een modelarbeidsovereenkomst opgenomen. Dat deel van de RAO is op geen enkele wijze verplichtend, noch voor de werkgever, noch voor de werknemer. Het niet-wettelijke deel van de tekst is bedoeld als handreiking voor FHI-leden en als garantie dat FHI-leden buiten wettelijk verplichte CAO s kunnen blijven. De groep van Human Resources Managers (HRM) binnen FHI heeft zorggedragen voor de update van de RAO. De HRM-groep bestaat uit HRprofessionals van FHI-lidbedrijven en zij helpt FHI-leden handreiking en te bieden bij alle zaken die met personeelsmanagement te maken hebben. Papieren exemplaren van de RAO kunt u bestellen bij het FHI-bureau voor 2,50, exclusief BTW, per stuk. De RAO is even- eens digitaal opvraagbaar en vindt u op het ledendeel van de FHI-website. Gezien de vele ontwikkelingen en wetswijzigingen die nu actueel zijn, verwacht FHI rond de jaarwisseling alweer met een volgende editie te komen. < 15

FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES FEDERATIEF Gejan Starink kaapt cup weg op FHI golftournament 2005 Willem van Raalte (l.) huldigt winnaar Gejan Starink 17 e FHIgolftournament 1 e en winnaar van de wisselbeker, Gejan Starink, Panasonic Electric Works (hc* 20.3/34 ptn) 2 e van de wedstrijdspelers, Mark van Son, Romex (hc 10.4/33 ptn) 3 e van de wedstrijdspelers, Paul Bogaers, Emba Techniek (hc 12,5/33 ptn) De voorzitter van de golfcommissie, Gejan Starink, heeft dit jaar zelf het jaarlijkse FHI golftournament gewonnen. Met enige lichte gêne nam hij de wisselbeker in ontvangst na, alweer, een geslaagd evenement op 25 augustus in Best. De Panasonic-man liet met 34 stablefortpunten op een handicap van 20.3, maar liefst 83 wedstrijdspelers achter zich. Net als de nummer twee uit de uitslag, Mark van Son van de firma Romex, kon ook Starink een fantastisch bronzen beeldje van de prijzentafel halen. Beide kunstwerkjes waren beschikbaar gesteld door Ronald van Franck van Getinge bv. Paul Bogaers van Emba Techniek werd derde en de winnaar van 2004, Joost Timmerman, reikte dit keer tot de negende plaats. Weer was het prima weer op de laatste donderdag van augustus. Een klein buitje daargelaten, was het genieten geblazen. En het recordaantal van 140 golfers, inclusief clinic ers, wist elkaar ook op de negentiende hole goed te vinden, in het clubhuis bij de borrel en de barbecue. Het succes van de dag is vooral te danken aan de golfcommissie, naast Gejan Starink bestaande uit Willem Snijders (Snijders Scientific), Willem van Raalte (Da Vinci Europe) en, niet te vergeten, Renée Boerma als uitvoerende kracht in het FHI-bureau. Natuurlijk mogen de sponsors niet onvermeld blijven: Van Vliet Medical Supply, Jaarbeurs Utrecht en Rittal als hoofdsponsor en ATH Techniek, BDO, CombiCare, Drukkerij Van de Ridder, Endress+Hauser, Eurotherm, Graydon, HVL, Imtech ICT en JWB Creatieve Communicatie als subsponsors. Zonder hun bijdragen zou het allemaal onbetaalbaar worden. Wie het evenement heeft gemist moet zeker de datum van de volgende, de achttiende editie noteren: de laatste donderdag van augustus: 31 augustus 2006 dus. Locatie nog nader te bepalen, gezelligheid en onverwachte, nuttige en informele contacten verzekerd. < 4 e Ronald van Franck, Getinge (hc 21.0/33 ptn) 5 e Wil Volgers, Honeywell (hc 15.8/31 ptn) 6 e Paul Baan, Invensys Process Systems (hc 16.9/31 ptn) 7 e Chris Taling, Endress+ Hauser (hc. 23.0/30 ptn) 8 e Bob-Jan Hillen, Omnilabo (hc 8,2/29 ptn) 9 e Joost Timmerman, Krohne (hc 21.8/29 ptn) 10 e Michiel Wieske, Dewit Industrial Sensors (hc 25.5/29 ptn) Neary: Michiel Wieske, Dewit Industrial Sensors Longest drive dames: Riekje Valkenburg, GE Druck Longest drive heren: Jan Tournois, Pilz Nederland Winnaar masterclinic: Joop Versteeg, Duranmatic (*hc = handicap) 16

WAARSCHUWING DOOR EEN FHI-LID! FEDERATIEF TRAP ER NIET IN! Door John van Halderen, voorzitter FHI-branche Laboratorium Technologie/Directeur Dépex. Onlangs werden we weer eens geconfronteerd met een doortrapte manier om medewerkers van bedrijven een heleboel geld afhandig te maken. Bij ons is de telefoniste in de val gelopen bij de firma DigiCom Media uit Winschoten. Maar voor hetzelfde geld gebruiken ondernemingen uit de categorie List & Bedrog namen als Media Huppeldepup of Huppeldepup Media. Eén ding hebben ze gemeen: voor een twijfelachtige advertentie in één of andere bedrijvengids of een promotieartikel in een (jou meestal onbekend) tijdschrift troggelen ze verdraaid veel geld af. Hoe het werkt Uw receptie wordt gebeld met de mededeling dat er een fax aankomt. Uw medewerker wordt verzocht om even de adresgegevens op de fax te controleren en de correctie terug te faxen. Zo komen uw juiste gegevens tenminste in de gids of in ons geval op internet www.gemeentelijkebedrijvengids.nl. Groot afgedrukt staat midden op de fax uw bedrijfsnaam, adres, postcode et cetera. Uw altijd hulpvaardige receptioniste ziet onmiddellijk dat de letters in de postcode zijn omgedraaid. Dat is geen wonder, want dat heeft de afzender met opzet gedaan, zo wordt de aandacht van uw medewerker afgeleid van de brei aan kleine lettertjes waarin staat dat met ondertekening opdracht verleend wordt tot het plaatsen van een advertentie. En omdat op het faxbericht een opvallend vakje is opengelaten voor datum, naam en handtekening, tekent uw dienstwillige dienaar het document en faxt het terug. Het is immers belangrijk dat klanten ons kunnen vinden? In de val gelopen! Gelukkig heeft uw receptiemedewerker geen procuratie en mag dus helemaal geen contract afsluiten. Geen nood, want in de kleine lettertjes staat dat de ondertekenaar verklaart bevoegdheid te hebben verkregen, dan wel te hebben gehandeld in opdracht van een daartoe bevoegd persoon. Het gevolg is dat als u als bedrijf weigert te betalen, dit slag volk achter uw medewerker aan kan gaan om betaling in privé af te dwingen. Maar de truc is nog niet compleet. Je hebt namelijk acht dagen de tijd om je te bedenken en je kunt per aangetekende brief de overeenkomst ongedaan maken. Maar hoogstwaarschijnlijk heeft uw medewerker het faxje of weggegooid of ergens in de stapel liggen. De smeerlappen sturen u pas na drie weken een factuur, zo nu is de opzegtermijn ook ruim verstreken. De baas is al eerder gewaarschuwd voor spookfacturen, herkent de factuur die op zijn bureau komt als zodanig en smijt de factuur gewoon weg. NIET DOEN! Zo wordt de zaak alleen maar erger, want wie zwijgt stemt toe en je krijgt gegarandeerd een aanmaning en een incassobureau op je nek. (Vreemd, dat incassobureau heeft dezelfde eigenaar!) Ok, denk je nu, stom gelopen, maar laat ik deze 300,- maar betalen, dan ben ik van het gezeur af. NIET DOEN, ook dan maak je het alleen maar erger. Wie betaalt stemt toe en ergens in de kleine lettertjes staat dat de looptijd van de overeenkomst drie jaar is. Bovendien zijn deze 300,- de kosten voor één kwartaal, dus ben je uiteindelijk 3.600,- kwijt. Mocht het jullie overkomen dan hier een aantal wellicht ongevraagde adviezen: 1. Praat met je advocaat en reageer onmiddellijk per aangetekende brief met terugmelding. 2. Licht je personeel in en verbiedt ze handtekeningen te zetten op alles wat afwijkt van de normale werkzaamheden. 3. Instrueer je mensen om nooit aan de telefoon privégegevens van collega s te verstrekken, ook niet als een aardige opbeller zegt een presentje aan die collega te willen sturen. 4. Raad in voorkomende gevallen je medewerker aan om op voorhand contact op te nemen met de rechtsbijstandverzekering. Als het bedrijf niet betaalt, kunnen ze achter je personeel aan gaan! 5. Vertel zoveel mogelijk mensen over DigiComMedia uit Winschoten! < 17

FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES FEDERATIEF Strategieproject brengt competenties in kaart De gedachte achter het Strategieproject van FHI is om de leden te helpen inzicht te krijgen in de structurele veranderingen die gaande zijn en hoe zij daarop kunnen anticiperen. wordt gekeken of ontwikkelingen structureel dan wel incidenteel zijn. Bij elektronica was steeds de vraag: houden we de productie in Nederland? Bij Industriële Automatisering kwam regelmatig de vraag boven of er in Nederland ooit nog grote projecten zouden worden opgezet en welke rol Nederland nog zou kunnen spelen bij buitenlandse projecten. Voor Laboratorium Technologie lag er de vraag, waarom ook grote bedrijven niet meer investeerden en waarom sommige zaken in deze branche trager verliepen dan in andere branches. Dat vond zijn oorzaak overigens in de internationale fusieen overnamebewegingen, die in deze branche later plaatsvonden dan in andere branches. Internetverkoop heeft ook een rol gespeeld. In die zin is het Strategieproject ook weer een logische voortzetting van het FHI-project voor kennisoverdracht en e-business. Voor Medische Technologie waren het de ontwikkelingen bij de overheid die zorgen baarden. Transparantie van de markt is nodig om daar vervolgens de eigen strategie op te kunnen afstemmen. Dat mes snijdt aan twee kanten, want het inzicht van de leden over hun plaats in de markt geeft FHI weer handvatten om haar lobbywerk beter te doen, in elk geval per branche richting andere partijen en overheid en wellicht ook federatief als het om zaken gaat die in alle branches spelen. Aan het Strategieproject liggen het Innovatieplatform en de Industriebrief ten grondslag. Maar ook binnen de besturen bestond al enige tijd de behoefte om structureel na te gaan wat er strategisch allemaal gaande was. In de branches Industriële Elektronica, Industriële Automatisering en Laboratorium Technologie droeg met name de recessie van een paar jaar geleden bij aan die behoefte, in de branche Medische Technologie waren het de veranderingen bij de overheid ten aanzien van de zorgsector. Houden we de productie in Nederland? Ook de opkomst van China riep vragen op waar een antwoord voor moest worden gevonden. In het kader van het Strategieproject Taskforces Nu een en ander zich heeft uitgekristalliseerd, is begonnen met het opzetten van taskforces bestaande uit een aantal bestuursleden voor alle vier de branches. Zij hebben tot taak ten eerste om in kaart te brengen welke trends zich in de markt aftekenen en ten tweede, om na te gaan met welke partijen zij te maken hebben, ofwel: wie zijn de stakeholders, onderscheiden in primaire (klanten) en secondaire (klanten van klanten, onderwijs, overheden). Vervolgens is hetzelfde gedaan op clusterniveau. Dat proces is nog in volle gang. Probeer per cluster in beeld te krijgen waar je goed in bent. Het resultaat daarvan wordt vervat in een competentie- 18

FEDERATIEF matrix, die niet zozeer aangeeft waar het cluster goed in is, maar wie in het cluster waar goed in is. Niet alle branches bleken zomaar bereid dat in te vullen. Als een hele groep op deze wijze zijn competenties in kaart moet brengen, loopt het soms mis. Het gaat om gevoelige onderwerpen. Een groep moet niet te groot zijn, zo bleek. Het probleem is ook, dat als bedrijven bij elkaar zitten, ze geen profiel willen kiezen. Een bedrijf dat bijvoorbeeld sterk is in vormgeving, roept onmiddellijk dat het juist meedoet omdat het goed is in het hele proces. Door de vraagstelling aan te scherpen en de antwoordmogelijkheden te beperken, komen uiteindelijk toch de sterke punten van elk bedrijf boven. In subsidietermen (het Strategieproject wordt gesubsidieerd door SenterNovem) heet dit Kennispositiestudie. Waar zijn de leden goed in? En wat missen de stakeholders? Voor de laatste ontwikkelt FHI allerlei activiteiten, beurzen, roadshows, seminars, om de stakeholders aan het praten te krijgen. Er is meer applicatiekennis nodig Bij een aantal is dat nu gelukt, zoals bij de Sensor Technologie Club. Voor het begrip goed moesten overigens eerst drie invalshoeken worden gedefinieerd: technisch goed ; goed qua proces en goed in welke applicatiegebieden. Eén van de conclusies is nu al, dat er bij de leden veel meer applicatiekennis nodig is. En het is van strategisch belang om te weten, voor welke markt die kennis moet worden aangewend. Als er veel applicatiekennis aanwezig is op het gebied van de zware chemie, maar er in die sector geen investeringen meer plaatsvinden, kan het van strategisch belang zijn om bijvoorbeeld te switchen naar farmacie. Hogeschool De Haagse Hogeschool is bij het Strategieproject betrokken om één en ander voor te bereiden en de verslaglegging te verzorgen. Het proces als zodanig is belangrijk, want daar hebben de leden heel direct iets aan. En richting de branchebesturen is de verslaglegging weer belangrijk. Bovendien ligt er de verplichting naar SenterNovem om verslag te doen. Overigens wordt het Strategieproject gekoppeld aan het vijfjaarlijkse brancheonderzoek van FHI, dat voor 2006 staat gepland. < Verwarring in Duitsland over Regeling afgedankte elektr(on)ische apparatuur Duitsland heeft in maart 2005 de Richtlijn 2002/96/EC betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) omgezet in nationale wetgeving. Uit vragen en reacties van diverse leden van FHI is gebleken dat er nogal wat verwarring bestaat over de verplichtingen die de Duitse wetgeving stelt aan bedrijven die naar Duitsland exporteren. Uit verificatie onzerzijds is gebleken dat de Duitse wetgeving grosso modo gelijk is aan de Nederlandse. Dat betekent dat producenten en importeurs die voor het eerst een elektr(on)isch apparaat op de Duitse markt brengen ( Hersteller ), verantwoordelijk zijn voor de inzameling en verwerking van de apparaten en de financiering daarvan. De Hersteller moet zich daartoe registreren bij de Stichting Elektro-Altgeräte- Register (EAR). in onderling overleg met zijn wederverkoper in Duitsland afspreken. Er is dus geen enkele sprake van een verplichting voor exporterende bedrijven om zich in Duitsland te laten registreren. Op de website van Stichting EAR, www.stiftung-ear.de, kunt u de in Duitsland geldende wetgeving downloaden. Mocht ondanks alles blijken dat de praktijk leidt tot oneigenlijke handelsbeperkingen, dan neemt, RTA/FHI actie richting de overheid. Graag ontvangen wij uw input hierover via een e-mail aan Joas van Lent, zijn e-mailadres is joas.van.lent@fhi.nl. < Wie zich als Hersteller (producent) laat registreren, kan een Nederlandse exporteur 19

FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES FEDERATIEF PPM-fund moet projectgeneratie stimuleren Samenwerking bij technologische innnovatie komt niet vanzelf tot stand. Als in de prille beginfase voor een nog ongewis project voldoende draagvlak wordt gevonden, kan voortaan vanuit een fonds een preprojectmanager over het algemeen een freelancer uit eigen bestand worden bekostigd. Sinds een aantal jaren organiseert FHI de sensorconferentie The Sense of Contact. Samen met STW presenteert de branche daar resultaten van wetenschappelijke R&D-projecten die met bedrijven worden uitgevoerd, ook al om uit bedrijven weer nieuwe ideeën los te krijgen voor vervolgprojecten dichter bij de markt. Om de jaarlijkse meetings concreter te maken werd besloten te trachten in projectgeneratieworkshops tot concrete projectideeën te komen. Later is voor Progress (de conferentie voor embedded systems ontwikkeling) dezelfde formule gekozen, een formule die buitengewoon succesvol blijkt. De eerste keer leverde meteen al acht projectideeën op. Helaas bleek een jaar later dat er weinig was gebeurd, althans niet structureel. Dat was vooral het gevolg van het feit dat er niet duidelijk een taakverdeling was afgesproken. En in één geval leek het erop dat één bedrijf met het idee aan de haal was gegaan, op instigatie nota bene van een hoogleraar! Het was duidelijk dat daar een betere structuur voor moest komen. Een oud idee werd van stal gehaald, namelijk om mensen in te huren die in opdracht zouden kunnen uitzoeken of een bepaald idee levensvatbaarheid heeft. Daarvoor is een fonds in het leven geroepen, het PreProjectManagement kortweg PPM-fund. Evenementen met projectgeneratieworkshops worden voortaan voorbereid met de mensen die er een idee voor een ontwikkeling presenteren, een marktvraag presenteren waarvan nog onduidelijk is wat er precies nodig is en welke partijen het betreft. Vanuit de zaal kunnen die partijen zich dan kenbaar maken, partijen met ideeën, partijen die willen mee-ontwikkelen. Ter plekke kan dan worden afgevinkt wat er is en wat nog wordt gevraagd. Op dat moment is er nog geen project, maar partijen hebben dan al wel hun commitment uitgesproken. Als er inderdaad voldoende draagvlak is, kan er vanuit het fonds een preprojectmanager over het algemeen een freelancer uit het eigen bestand van het fonds worden geselecteerd. Die ontvangt om het project te definiëren en de participanten bij elkaar te krijgen een bedrag van 10.000 euro. Resulteert zijn projectplan uiteindelijk in een succes, dan ontvangt hij uit het fonds nog 2.000 euro extra een bonus. De groep als geheel betaalt vervolgens 18.000 euro terug aan het fonds. Als één en ander niet van de grond komt, is het fonds 10.000 euro kwijt. FHI heeft 50.000 euro in het fonds gestort, het ministerie van EZ participeert in het kader van de Industriebrief voor 150.000 euro en ook de Kennisalliantie Zuid Holland doet mee voor 50.000 euro. Zo is er tijdens de Sense of Contact in het voorjaar 2005 een clean water sensing project gepresenteerd, dat nu wordt doorgezet. Acht bedrijven hebben zich gecommitteerd, er is subsidie aangevraagd en het projectplan is onlangs afgerond. De tweede keer dat het fonds is ingezet, was tijdens de Nationale Micro Nano Conferentie. Daar zijn vier workshops geweest, onder meer over inline metingen van bacteriën in vloeibaar voedsel, een handheld huisarts en een microfabriek. Veel deelnemers in de zaal dachten mee over oplossingen. Daar zaten bedrijven als Nanosense en Delta Instruments, alsook de universiteiten van Wageningen en Utrecht. De eerstvolgende gelegenheid voor workshops was, in samenwerking met de Kennisalliantie, tijdens Holland Innovation in het Congresgebouw te Den Haag, begin november. De eerste ging over sensoren in de chemie, de tweede over sensoren in de haven, de derde over het meten van stengeldikte bij tomatenplanten. Daar wordt gezocht naar een non-invasieve, capacitieve sensor die niet gevoelig is voor verdraaiingen... the speaking plant heet het project al in de wandelgangen. Overigens is zeer onlangs komen vast te staan dat er tijdens HET Instrument 2006 ook weer een sensorpaviljoen wordt ingericht. < 20