Raadsvoorstel Agendapuntnummer: Registratienr: [ 39984] Aantal bijlagen: Onderwerp Evaluatie reclamebeleid 1998/1999 en nieuw reclamebeleid Breda 2020. Voorgesteld besluit 1. Vaststellen van het beleidsplan Buitenreclame Breda 2020. 2. Vaststellen van Verordening tot tweede wijziging van de Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005. 3. Vaststellen van de wijzigingen in de De Buitenruimteverordening Binnenstad (BRV) 2005 met de wijzigingen van 2007, artikelen 11, 14, 15, 16 en 21 lid 4. Inleiding In 2009 is een bestuurlijke opdracht gegeven om het reclamebeleid te evalueren en zo nodig het reclamebeleid te actualiseren. In het collegeprogramma 2010-2014 is bovendien in hoofdstuk Leven@Breda aangekondigd dat: "het beleid voor reclame in de openbare buitenruimte -waaronder de historische binnenstad- wordt herzien. " Er is in september 2010 afgesproken dat de evaluatie buitenreclame in de lijn van het collegeprogramma wordt geïntegreerd in een nieuw beleidsplan buitenreclame. Het beleidskader "Masten voor naamsbekendheid en beeldmerken" is eveneens geïntegreerd in dit beleidsplan buitenreclame. Het opstellen van een nieuw reclamebeleid is een intensief proces geweest. Dat heeft alles te maken met het integrale karakter van deze nota waarbij diverse afzonderlijke beleidsterreinen op het gebied van reclame zijn samengevoegd en waar veel partijen (extern en intern) bij betrokken waren. Het gaat om reclame op straat (zowel op basis van een gemeentelijk contract als reclame in winkeluitstallingen), gevelreclame en reclame op gebouwen, grootschalige reclamemasten, sponsoring, promotie van de stad en toezicht en handhaving op reclameobjecten. Inmiddels zitten zowel stake-holders van de diverse private partijen (o.a. Retail Breda, Steenakker, Bredaas Centrum voor Gehandicaptenbeleid, VVV, Chassétheater) en alle gemeentelijke partijen op één lijn en is er bij de diverse partijen de bereidheid om al te werken in de geest van het nieuwe beleid (o.a. bij vergunningverlening en bij het afsluiten van het nieuwe contract evenementenreclame). In april jl. is de concepttekst van het beleidsplan door het college vrijgegeven voor consultatie. Inmiddels is de consultatieronde afgerond en zijn de resultaten van deze consultatie verwerkt in het Beleidsplan. De mondeling ontvangen reacties en de schriftelijke reacties zijn opgenomen in de nota van commentaar, hoofdstuk 8 in dit Beleidsplan. Overigens konden alle geconsulteerde partijen zich vinden in de uitgangspunten van het nieuwe reclamebeleid en spitste het commentaar zich vooral toe op het hoofdstuk Toezicht en Handhaving Beoogd effect van het besluit Met het Beleidsplan Buitenreclame voegt het college eerdere aanzetten op het gebied van reclamebeleid samen tot een consistent beleid. Deze nota is een kaderstellende nota. Het nieuwe reclamebeleid spitst zich toe op drie doelstellingen die moeten leiden tot: Het vergroten van de kwaliteit van de openbare ruimte door buitenreclame zorgvuldig in te passen; Het vereenvoudigen van de regelgeving op het gebied van reclame; Het vinden van een goede balans tussen enerzijds de kwaliteit van de openbare ruimte en anderzijds een optimalisatie van gemeentelijke opbrengsten uit buitenreclame. Dit nieuwe reclamebeleid geeft een integrale visie op reclame in de openbare ruimte. Het gaat over reclame in de openbare buitenruimte, reclameobjecten op eigen terrein maar zichtbaar vanaf de openbare buitenruimte, gevelreclame en reclame op gebouwen, rijdende reclame en alle andere reclamevormen die impact hebben op de kwaliteit van de buitenruimte. Daarom past ook het opnemen van het beleidskader "Masten voor naamsbekendheid en beeldmerken" in dit beleidsplan. -1-
t:q~ ~,,~ Het Beleidsplan Buitenreclame is een instrument voor vergunningverleners om een bepaald reclameobject te kunnen beoordelen in de context van alle reclame-uitingen inde buitenruimte. Het is ook een instrument voor beheerders van reclamecontracten om te bepalen waar en in welke hoeveelheid bepaalde reclameobjecten kunnen worden geplaatst (of juist niet kunnen worden geplaatst). En ten slotte is het een instrument voor toezichthouders en handhavers om te beoordelen of een bepaald object in een specifieke situatie is toegestaan. Uitvoering van het besluit Wanneer de gemeenteraad het beleidsplan heeft vastgesteld, is dit beleidsplan de basis voor komende aanbestedingen voor nieuwe contracten, basis voor vergunningverlening en handvat bij toezicht en handhaving. Tegelijkertijd wordt aan de raad de tweede wijziging van de Buitenruimteverordening Binnenstad (BRV) 2005 ter vaststelling aangeboden. Ondermeer wordt voorgesteld om de artikelen 14, 15 en 16 zodanig te wijzigen dat het plaatsen van terrasschermen in de Nieuwe Haven en het aanbrengen van subtiele reclame op terrasschermen en parasols in de gehele binnenstad mogelijk is. Na vaststelling zullen ondernemers benaderd worden (schriftelijk, via bijeenkomsten en via de pers) om ongewenste reclame-uitingen c.q. reclame-uitingen op een niet gewenste plaats te verwijderen. Daarna volgt handhaving. Daarbij zal naast de reguliere handhavingactiviteiten door diverse gemeentelijke afdelingen, ook hulp worden gevraagd van de diverse reclame-exploitanten die nu ook al opdracht hebben om illegale reclame-uitingen te verwijderen. Argumenten In de evaluatie wordt geconcludeerd, dat het reclamebeleid sterk versnipperd is over diverse beleidsdocumenten en diverse verordeningen. Bovendien houden veel directies en verschillende afdelingen zich bezig met reclame (beleid, contracten, vergunningen, toezicht en handhaving). Dit verklaart waarom in het verleden beleidsdoelen niet volledig werden gehaald. De versnippering van de Bredase reclamewereld is niet handig voor burgers en ondernemers, maar is ook niet handig voor vergunningverleners en handhavers. Verder wordt geconcludeerd dat het reclamebeleid van 1999 totaal geen rekening houdt met nieuwe ontwikkelingen en daarom achterhaald kan worden genoemd. Een aantal niet geheel gerealiseerde beleidsdoelen verdient het om, soms met een iets andere invulling, ook bij nieuw reclamebeleid te worden opgevoerd. In het nieuwe reclamebeleid gaat het om de kwaliteit van de buitenruimte en om het efficiënt en effectief omgaan met regels en reclamecontracten. Relatie tussen kunst, architectuur en reclame Dit beleidsplan gaat over reclameobjecten die ook 100% bedoeld zijn als reclameobject, niet over vormen van architectuur en kunstzinnige uitingen in de buitenruimte waarbij gebruik gemaakt is van reclameeiementen. Dit beleidsplan gaat ook niet over historische reclame-uitingen waarbij de reclamewaarde inmiddels niet meer relevant is, maar die historisch gezien wel waarde hebben. Eisen die in dit beleidsplan aan reclame-uitingen worden gesteld, gelden niet voor kunstzinnige/culturele uitingen, mits (verkeer)veiligheid, toegankelijkheid en schade aan groen en bomen niet in het geding zijn. Kwaliteit Het nieuwe reclamebeleid sluit naadloos aan op de drie kernwaarden van de in 2009 vastgestelde Visie Openbare Ruimte Breda 2020, te weten: gedeeld, herkenbaar en duurzaam. In relatie tot "herkenbaarheid" wordt Breda in drie zones verdeeld: reclame zones (bedrijventerreinen, winkelcentra en hoofd- en verzamelgebieden), de historische binnenstad, en de reclame arme zones (woongebieden, groen- en recreatiegebieden, beschermde stads- en dorpsgezichten inclusief toekomstige beschermde gebieden). Zeker bij reclame-uitingen ten behoeve van de promotie van Breda is het van belang om tot uiting te laten komen dat Breda een stad van beeldcultuur is. Gestimuleerd moet worden, dat de stad via bepaalde stijlbeelden haar eigen identiteit uitdraagt. -2-
Vereenvoudigde regelgeving! Samenwerking met ondernemers (convenant buitenreclame) Dankzij de Wabo is de regelgeving voor gevelreclame vereenvoudigd. Het is niet nodig om in de APV en omwille van het reclamebeleid regels toe te voegen of aan te scherpen. De hoofdstukken 3.4 en 3.5 uit de nota Welstand Breda 2004 (resp. vrijstaande reclame en gevelreclame) dienen te worden herschreven, maar dat kan gelijktijdig gebeuren met de algehele herziening van de Welstandsnota in 2012 als gevolg van de invoering van de Wabo. De Buitenruimteverordening Binnenstad (BRV) 2005 met de wijzigingen van 2007 behoeft een kleine aanpassing bij Hoofdstuk 3, Terrassen, artikel 16, om subtiele reclame op windschermen en parasols toe te staan, waardoor het voor horecaondernemers mogelijk wordt om hun terrassen een hoogwaardige en uniforme uitstraling te geven. Een strenger beleid t.a.v. toezicht en handhaving op reclame zal alleen werken, wanneer de ondernemers ook zelf hun collega's aanspreken op ongewenste reclame-uitingen. Daarom zal na vaststelling van het beleidsplan getracht worden om met ondernemers en winkeliers van de binnenstad, maar ook bij andere winkelcentra en bedrijventerreinen een convenant af te sluiten over buitenreclame. Overigens is de verwachting dat door goede communicatie, aanspreken van overtreders, het houden van een grote handhavingactie direct na vaststelling van het beleid en het inschakelen van contractpartners (bijv. Benelux, JCDecaux en CBS Outdoor) het reclamebeleid in de toekomst goed te handhaven is zonder te hoeven overgaan op het formele toezicht en handhaving. Extra inkomsten uit reclame Bij toekomstige contractonderhandelingen en in gesprekken met exploitanten met langlopende contracten wordt getracht hogere opbrengsten te genereren. Uiteraard moet dit gezien worden in relatie met het reclamebeleid en dus ook met de kwaliteit van de buitenruimte: Een uitgekiendere marktbenadering bij de aanbesteding van Evenementreclame heeft al geleid tot een aanzienlijke inkomensverhoging van bijna 70% (met 25 % minder objecten) In de raad is de suggestie gedaan om extra inkomsten te genereren uit reclame op vuilniswagens. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat deze reclamemarkt beperkt is en daarmee zijn ook de te verwachten inkomsten niet interessant. Bovendien blijken reclame-exploitanten niet geïnteresseerd om deze vorm van reclame te exploiteren. Dit is tijdens de consultatieronde nog eens door alle grote reclameexploitanten bevestigd en ook is aangegeven dat meer reclamevlakken in Breda zal leiden tot een prijserosie. Uiteraard kunnen de bedrijfswagens van de gemeente Breda (zonder tussenkomst van reclameexploitanten) wel gebruikt worden voor gemeentelijke uitingen. Consultatieronde De consultatieronde heeft een 15-tal verschillende reacties opgeleverd. Van deze 15 reacties worden twee suggesties niet overgenomen: een pleidooi om meer reclameobjecten via een gemeentelijk contract in de binnenstad te plaatsen en het werken met contracten met een looptijd van minimaal 10 jaar. Bij acht reacties ging het om ondersteunen van tekst die al in het conceptbeleidsplan was opgenomen. Op basis van reacties van alle reclame-exploitanten is een passage over het optimaliseren van inkomsten, gelet ook op de huidige financiële situatie, genuanceerd. Er zijn drie reacties ontvangen die te maken hadden met toezicht en handhaving (of eigenlijke het gebrek aan toezicht en handhaving) en deze opmerkingen hebben geleid tot een aanpassing in dit hoofdstuk. En ten slotte is zowel door de VVV en het BCG een opmerking gemaakt over invalidentoiletten en die reactie is opgenomen in de definitieve versie. Alle reacties en het commentaar op deze reacties zijn verzameld in hoofdstuk 8, Nota van Commentaar. Afwegingen Nieuw reclamebeleid is om een aantal redenen noodzakelijk. Er is reclamebeleid nodig voor het aanbesteden/veilen van reclamecontracten, voor het beheren van bestaande contracten en voor het verlenen van vergunningen c.q. het afwijzen van aanvragen voor het plaatsen van reclame. Daarnaast is nieuw reclamebeleid een nuttig instrument bij het overleg met ondernemers, bijvoorbeeld in het kader van een reclameconvenant, maar ook in het kader van parkmanagement. Zo worden de effecten van het nieuwe reclamebeleid tastbaar. -3-
Toezicht en handhaving op ongewenste reclame-uitingen levert een bijdrage aan het effect van het reclamebeleid, maar zelfs bij beperktere handhaving blijft nieuw reclamebeleid een waardevol instrument. Deze noodzaak voor toezicht en handhaving wordt ook onderschreven door de geconsulteerde partijen om uiteenlopende redenen:winkeliers en BCG wijzen op beperkingen in toegankelijkheid, zowel voor mensen met een beperking als voor bevoorradende auto's, reclame-exploitanten wijzen op bepalingen in de diverse reclamecontracten en op de economische schade die ze leiden door deze illegale reclame. Oe volgende maatregelen zullen buiten het Toezichtprogramma 2013 worden genomen: Na vaststelling van het reclamebeleid vindt er een uitvoerige informatieronde plaats met de verwachting dat alle "per ongeluk" geplaatste borden daarna zullen verdwijnen; De afdeling Uitvoering zal regulier allerlei verwijsborden en reclamebordjes in het groen of vastgemaakt aan straatmeubilair verwijderen; Onze reclamecontractanten zullen gevraagd worden om conform hun contract en/of conform hun aanbieding illegale reclame te verwijderen; Zowel de horeca als de Retail zullen door de gebiedsmanager worden aangespoord om de eigen leden aan te spreken op ongewenste reclames; En uiteindelijk worden excessen (naar verwachting niet meer dan 2 of 3 per jaar) door Toezicht en handhaving aangepakt. Extra kosten voor toezicht en handhaving moeten ten laste worden gebracht van de afdrachten die worden ontvangen uit reclamecontracten. En andersom zullen extra inkomsten uit reclame volledig worden aangewend voor toezicht en handhaving op ongewenste reclame-uitingen. Juridisch De hoofdstukken 3.4 en 3.5 uit de nota Welstand Breda 2004 (resp. vrijstaande reclame en gevelreclame) dienen te worden herschreven, maar dat kan gelijktijdig gebeuren met de algehele herziening van de Nota Welstand. Oe Buitenruimteverordening Binnenstad (BRV) 2005 met de wijzigingen van 2007 blijft ten aanzien van het aspect reclame nagenoeg ongewijzigd. Alleen in hoofdstuk 3, Terrassen, worden de artikelen 14, 15 en 16 aangepast zodat zowel het plaatsen van windschermen aan de Haven als subtiele reclame voor een product dat in een horecavoorziening wordt verkocht, wordt toegestaan in de vorm van een klein logo of een naam op windschermen en parasols. Tegelijkertijd worden nog een tweetal tekstuele aanpassingen doorgevoerd. Oe Beleidsregel terrassen Breda 2006 wordt ingetrokken. Deze beleidsregel heeft vandaag de dag geen toegevoegde waarde meer omdat het proces van vergunningverlening inmiddels verder is vereenvoudigd. Het nieuwe beleid moet goed worden gecommuniceerd. Hoewel wellicht in een enkel geval rekening zal moeten worden gehouden met de afschrijvingstermijn van een niet gewenst kapitaalintensief reclameobject, moet in 2013 direct worden doorgepakt op alle ongewenste en hinderlijke reclameobjecten zodat begin 2014 het nieuwe reclamebeleid zichtbaar is in Breda.. Het nieuwe beleid moet goed worden gecommuniceerd. Hoewel wellicht in een enkel geval rekening zal moeten worden gehouden met de afschrijvingstermijn van een niet gewenst kapitaalintensief reclameobject, moet in 2013 direct worden doorgepakt op alle ongewenste en hinderlijke reclameobjecten zodat begin 2014 het nieuwe reclamebeleid zichtbaar is in Breda. Financieel Aan dit besluit zijn geen kosten verbonden, wellicht is het mogelijk om bij nieuwe reclamecontracten een hoger inkomstenbedrag te genereren. Op basis van dit beleidsplan moet het wel mogelijk zijn om meer kwaliteit te genereren zonder dat in negatieve zin invloed heeft op de huidige afdrachten. Communicatie Communicatie tot nu toe Er is voor de evaluatie een ambtelijke projectgroep gevormd. In deze interne projectgroep waren de voormalige directies Publiekszaken, SSC, Economische zaken, Ruimtelijke Ontwikkeling en Buitenruimte betrokken (en binnen sommige directies ook vaak verschillende afdelingen). De externe belangen werden geborgd via een externe klankbordgroep. -4-
~Q't Voor deze externe klankbordgroep zijn uitgenodigd: ondernemersverenigingen, wijk- en dorpsraden, culturele organisaties, VVV en Commissie Welstand (thans Commissie Ruimtelijke Kwaliteit). Zowel de leden van de projectgroep als de leden van de klankbordgroep zijn zowel in plenaire sessies als in bilaterale gesprekken gehoord en verder is er volop gelegenheid geweest om een schriftelijke inbreng te leveren. Na de evaluatiefase zijn dezelfde groepen betrokken bij het opstellen van een nieuw beleidsplan Buitenreclame. De inbreng van al deze partners is verwerkt in het voorliggende beleidsplan Buitenreclame. Na het vrijgeven voor consultatie zijn diverse belangenorganisaties in Breda en landelijke reclameexploitanten actief benaderd. In een viertal bijeenkomsten is gereageerd op het concept en veel aanwezigen hebben ook schriftelijk nog een reactie gestuurd. Deze reacties zijn gebundeld in de Nota van Commentaar, Hoofdstuk 8 van het Beleidsplan Buitenreclame. Daarnaast hebben diverse geinteresseerden op basis van het persbericht of de berichtgeving op de website de nota opgevraagd. Overigens zijn daar geen schriftelijke reacties op gevolgd. Communicatie vanaf nu Bij het realiseren van de doelstellingen is een belangrijke taak weggelegd voor ondernemers. Immers, winkeliers/ondernemers hebben een eigen verantwoordelijheid ten aanzien van buitenreclame en zullen nadrukkelijk bij het reclamebeleid betrokken blijven. Daarom zullen na vaststelling van dit beleid ondernemers en ondernemersverenigingen per flyer, via vergaderingen van ondernemersverenigingen en winkeliersverenigingen en via persberichten op de hoogte worden gesteld van het nieuwe reclamebeleid en de eventuele consequenties. Pers Er wordt een persbericht verzonden en een persbriefing georganiseerd. Burgemeester en thouders van Breda,, burgemeester. secretaris../~_.j'agen Ligt ter inzage: - Beleidsplan Buitenreclame - Verordening tot tweede wijziging van de Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005 - Voorstel tot tweede wijziging van de Buitenruimteverordening Binnenstad (BRV) 2005 met de wijzigingen van 2007. -5-
Raadsbesluit Registratienr: [ 39984] Aantal bijlagen: De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde overwegingen; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet; besluit: 1. Het beleidsplan Buitenreclame Breda 2020 vast te stellen. 2. Verordening tot tweede wijziging van de Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005 vast te stellen. 3. De wijziging van de De Buitenruimteverordening Binnenstad (BRV) 2005 met de wijzigingen van 2007 vast te stellen conform de Verordening tot tweede wijziging van de Buitenruimteverordening Binnenstad Breda 2005. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 7 februari 2013, voorzitter., griffier. -1